VAN SOEST (1)
I
Willem Gerritsz van Soest, geb. Soest, daghuurder, zoon van Gerrit Jansen en Geertje Peters, ov. 1765-1772, tr. als jm. won. Soest (1) Scherpenzeel 27-12-1716 Lijsbet Cornelissen, ged. Scherpenzeel 11-02-1691, ov. voor 1749, dr. van Cornelis Gijsbertsen en Mechteld Jans, tr. (2) Scherpenzeel 18-04-1756 Maria Peters, won. Nieuw Willaer, ged. Scherpenzeel 23-02-1721, ov. voor 1814, dr. van Peter Petersz en Dirkje Everts
Zij woonden 1737-1772 Sectie D 281,282. Westeinde zuidzijde. Groot 0.06.10 ha. Hofpacht f 4,50 (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
In 1819 koopt Willem de Jong, timmerman te Scherpenzeel namens Kornelis ter Burg, timmerman onder Woudenberg voor f 605,= een huis nr. 8, schuur en hof te Scherpenzeel, erfpacht van f 5,25, gehuurd door Willem de Jong x Grietje Steenbeek tot 01-05-1822 voor f 50,= p.j. van erfgenamen van Willem Gerritsz van Soest: 1. Johanna van Overeem x Jacob Velthuizen, ontvanger der directe belastingen te Scherpenzeel, mede namens Gijsbert Overeem, timmerman te Scherpenzeel, kinderen van Elisabeth van Zoest, wed. Harmen Overeem, ov. 11-09-1819 te Scherpenzeel; 2. Maria van Zoest x Jan Heinen, wever te Scherpenzeel, mede namens Willem van Zoest, me.j. driftherder te Scherpenzeel; 3. Jacob Velthuizen namens: a. Geertrui van Zoest, me.j., ongehuwd, dienstmeid te Scherpenzeel, b. Ariaantje van Zoest, wed. Reijer Drost, z.b. te Amersfoort; 4. Jan de Ridder, rentmeester de Amerongen namens: a. Cornelia van der Vliert x Frans Bode, z.b. te Utrecht, geassisteerd door Johannis van der Vliert, onderwijzer der jeugd in het Burger weeshuis te Amsterdam, b. Willemina van der Vliert x Martinus Croes, notaris te Utrecht (Huis Scherpenzeel 150, fol. 50; 16-09-1819, not. J. Smith te Veenendaal).
Uit het 1e huw.:
1. Gijsbert Willemsz van Soest, geb. Scherpenzeel 21-02-1717, volgt IIa
2. Megteltje Willems van Soest, geb. Scherpenzeel 29-09-1720, in de Agterstraat
3. Megtelt Willems van Soest, geb. Scherpenzeel 18-04-1723, in de Agterstraat
4. Aeltje Willems van Soest, geb. Scherpenzeel 03-06-1725, in de Achterstraet
5. Gerrit Willemsz van Soest, geb. Scherpenzeel 26-03-1727, in de Achterstraet, volgt IIb
6. Cornelis Willemsz van Soest, geb. Scherpenzeel 26-06-1729
7. Cornelis Willemsz van Soest, geb. Scherpenzeel 10-04-1735, volgt IIc
8. Geertruij Willemsz van Soest, ov. voor 1771, tr. Scherpenzeel 25-04-1756 Jan Kobusz Backer, geb. Leusden, won. Het Broeck onder Woudenberg. Jan Kobusz Backer tr. (2) Scherpenzeel 18-12-1757 Derckje van ’t Willaer, ged. Scherpenzeel 14-04-1721, dr. van Albertus Arisen van ´t Willer en Marie Teijsseling
Lidm. Scherpenzeel 30-03-1755: Geertruij Willemse, met attestatie van Utrecht.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Geertruij Willemsz van Soest
Zij woonden 1763-1764 Sectie D 271,272. Westeinde zuidzijde. Groot 0.13.80 ha. Hofpacht f 4,60 (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
Uit het 2e huw.:
9. Peter Willemsz van Soest, geb. Scherpenzeel 18-04-1756, volgt IId
10. Derckje Willems van Soest, geb. Scherpenzeel 04-11-1759
IIa
Gijsbert Willemsz van Soest, ged. Scherpenzeel 21-02-1717, schoenmaker, ov. voor 1771, tr. Scherpenzeel 06-05-1742 Hanna/Johanna van Beckbergen, ged. Scherpenzeel 27-07-1710, begr. Scherpenzeel 13-03-1794, dr. van Cornelis van Beckbergen en Gijsbertje Gerritsen. Johanna, tr. (2) Scherpenzeel 18-09-1774 Cornelis Klaassen Heikamp, ged. Scherpenzeel 12-01-1744, op Koudtijs, wolkammersknecht, ov. Scherpenzeel 10-04-1826, zn. van Klaas Jansz Heikamp en Maria Willems
In 1771 koopt Hanna van Beckbergen, weduwe een huis (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 73; 28-12-1771); borg schuldbekentenis dochter Maria (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 171; 28-05-1783).
Overeenkomst tussen Johanna van Beckbergen, weduwe en haar dochter Gijsbertje. (Recht. Arch. Scherpenzeel fol. 38; 28-03-1791).
In 1775 wordt Hanna van Beckberge, wed. Gijzbert van Soezt beleend met een derde deel van Gelazhorst (Glashorst)met huis, hof, bergen en schuren, gekocht voor f 710,=. Voorwaarde: na de dood van Hanna mogen haar beide zoons Corneliz en Willem van Soezt dit goed voor hetzelfde bedrag kopen mits zij hun zusters uitkopen. Nu wordt zoon Willem van Soezt ermee beleend. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145:115; 18-09-1775).
In 1794 vragen Willem van Soest; Elizabeth van Soest, wed. Harmen van Overeem; Maria van Soest, wed. Jan Dirk Pull; Wijmpje Vermeulen, wed. Cornelis van Soest, nu x Harmen Willemsen, kinderen van zal. Johanna van Beekbergen, wed. Gijsbert van Soest, erfgenamen grootmoeder Gijsbertina van Beekbergen aan Jan Homoet om de erfenis van Gijsbertina te regelen (Recht. Arch. Scherpenzeel; 12-07-1794).
In 1794 Johanna Cornelissen van Bekbergen, wed. Gijsbert van Soest, als enige erfgename van haar broer Reijer Cornelissen van Bekbergen beleend na dode van haar zoon Cornelis Gijsbertsen van Soest met twee derde van Glashorst met huis, hof en berg, met een deel van het kleine Breetjen, de helft van de Kuijl met het weitje tot aan de Woudenbergse weg, de Pol met het Heetveldje, de Kleverhof met de brink, een achtste deel van de Glashorsterdijk, een erfpacht van zeven gulden van Arien Geurtzen, twee derde erfpacht van f 2,50 van Gijsbert Willemse van Soest en twee derde van tien stuivers van de erfgenamen van Jantje van Glashorst. Vorige belening 01-09-1763. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:181vo; 15-01-1794).
In 1794 wordt Willem van Soest, mede namens de andere erfgenamen beleend na dode van zijn moeder Johanna van Beckbergen, wed. Gijsbert van Soest met twee derde van Glashorst met de goederen en erfpachten als omschreven 15-01-1794. Vorige belening 15-01-1794. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:191vo; 16-09-1794).
In 1794 koopt Breunis van Wolfswinkel, borgen: Jan Bakker en Cornelis Jansz op Wittenberg, voor f 2003,= van de erfgenamen van Johanna van Beckbergen, wed. Gijsbert van Soest het erfje Glashorst met de landerijen omschreven als 15-01-1794, gepacht voor f 80,= door Peter Tijmensen, gelegen aan beide zijden van de Glashorsterdijk, bestaande uit twee lenen. Tiendplichtig. Met de hofpachten van de grond waar het huizen van Harmen Willemsen en Willem van Soest op staan. De erfpachten van Hendrik Bakker, Andries Delfswijk en Everd Jansz. Met een pacht van f 5,= voor honderd roeden grond, die Cornelis Claasz Heijkamp van zijn schoonmoeder Johanna van Beckbergen heeft gehad en waarop hij een huis heeft gebouwd. Met recht van overpad naar de Glashorsterdijk voor Breunis van Wolfswinkel x Aaltje Coudijs, eigenaars van de andere helft van de Kuijl en andere landerijen. Met recht van overpad naar de Glashorsterdijk over het Heetveld voor de landerijen van Jan Bakker en Cornelis Jansz op Wittenberg. Belast met een schepel rogge, elke drie jaar, aan de predikant van Scherpenzeel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:192vo; 05-08-1794).
Zij woonden 1743-1791 Sectie D 249,250. Glashorst. Groot 0.06.60 ha. Hofpacht f 5,=. Daarna komt zoon Willem in dit huis en gaat Hanna bij haar dochter Gijsbertje inwonen (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832).
Uit dit huw.:
1. Cornelis Gijsbertsz van Soest, geb. Scherpenzeel 13-10-1743, op ’t Hooge Landt aen den Holevoedt, volgt IIIa
2. Elisabeth Gijsberts van Soest, geb. Scherpenzeel 22-12-1745, op ’t Hooge Landt in Scherpenzeel, ov. Scherpenzeel 11-09-1819, tr. Scherpenzeel 08-05-1774 Harmen Overeem, ged. Scherpenzeel 02-03-1749, zoon van Cornelis Gerritsen Overeem en Fijtje van Harn, begr. Scherpenzeel 13-07-1786
In 1805 lenen Elisabeth en haar kinderen f 600,= van Jan Homoed. (Recht. Arch. Scherpenzeel, fol. 185; 29-07-1805).
Zij wonen 1774-1808 Sectie D 324,325. Westeinde zuidzijde. Groot 0.10.30 ha. Hofpacht f 5,50. (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832).
3. Gijsbertje Gijsberts van Soest, geb. Scherpenzeel 06-07-1749, op ’t Hooge Landt, begr. Scherpenzeel 17-01-1793, tr. Scherpenzeel 18-09-1774 Kornelis Klaassen Heijkamp, geb. Woudenberg, zn. van Klaas Heijkamp en Maria Gerrits, ov. Scherpenzeel 10-04-1826
Zij wonen 1778-1783 Sectie D 271,272. Westeinde zuidzijde. Groot 0.13.80 ha. Hofpacht f 4,60 (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
Vanaf 1788 wonen zij Sectie D 40,41. Glashorst. Groot 0.17.60 ha. Hofpacht f 5,50. In 1829 woont hun zoon Gerrit er. Het huis heet “Heikamp” (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
4. Willem Gijsbertsz van Soest, geb. Scherpenzeel 23-07-1752, op ’t Hoge Landt aen den Holevoet, volgt IIIb
5. Maria Gijsberts van Soest, geb. Scherpenzeel 24-02-1754, op het Hooge Landt, ov. Scherpenzeel 11-02-1847, tr. Scherpenzeel 22-12-1782 Jan Dirk Pull, ged. Scherpenzeel 04-01-1756, zn. van Frank Jansz Pul en Ida Homoet, begr. Scherpenzeel 15-03-1788, tr. (2) Scherpenzeel 03-06-1799 Jan Heinen (Maria is dan 45 jaar en Jan 24 jaar!) geb. Barneveld 1775, ov. Scherpenzeel 07-03-1845
Lidm. Scherpenzeel 03-07-1777: Maria van Soest, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Maria van Soest.
In 1792 leent Maria van Soest, wed. Jan Dirk Pull, geassiseerd door haar broer Willem van Soest, f 1500,= van Grietje Herberts, wed. Jacob Hoomoet. Maria stelt tot borg: haar moeder Johanna van Bekbergen, wed. Gijsbert van Soest, geassisteerd door haar zoon Kornelis van Soest. Onderpand: Glashorst, bestaande uit twee lenen in Glashorst, waarmee Kornelis op 01-09-1763 voor twee derde deel is beleend en Willem op 18-09-1775 voor een derde deel is beleend. Geroyeerd 16-09-1794. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:144vo; 14-05-1792).
Bevestiging van bovenstaande lening. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:146; 14-05-1792).
Zij wonen 1781-1831 Sectie D 362,363. Oosteinde zuidzijde. Groot 0.02.76 ha. Hofpacht f 9,= (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
IIb
Gerrit Willemsz van Soest, ged. Scherpenzeel 26-03-1727, ov. Scherpenzeel 12-05-1808, tr.won. Leersum (1) Scherpenzeel 18-03-1753 Johanna Kobusz Bakker, geb. Zandbrinker Molen onder Leusden, ged. Scherpenzeel 05-03-1727, dr. van Jacobus Petersen Bakker en Fransje Helmerts van Overeem, tr. (2) Scherpenzeel 05-11-1780, Klaasje Hendriks, geb. Barneveld, won. Woudenberg.
In 1786 laat Gerrit Willemsz van Soest zijn testament maken (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 203; 03-12-1786)
Gerrit Willemsen van Soest verkoopt aan Willem Gerritsen van Soest. Met schuldbekentenis. (Recht. Arch. Scherpenzeel 28-03-1804, fol. 174-176).
Zij wonen 1777-1804 Sectie D 251,252. Glashorst. Groot 0.03.94 ha. Hofpacht f 5,=, waarna hun zoon Willem er gaat wonen (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
Uit het 1e huw.:
1. Kobus Gerritsz van Soest, ged. Scherpenzeel 29-09-1754, op het Hooge Landt aen den Holevoet, volgt IIIc
2. Leijsbeth Gerrits van Soest, ged. Scherpenzeel 14-11-1756, op het Hooge Landt
3. Willem Gerritsz van Soest, ged. Scherpenzeel 14-02-1759, aen den Holevoet in Gelderlandt, ov. Woudenberg febr. 1838
Hij woont 1804-1808 Sectie D 251,252. Glashorst. Groot 0.03.94 ha. Hofpacht f 5,= (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
4. Franscina Gerrits van Soest, ged. Scherpenzeel 14-02-1759, aen den Holevoet in Gelderlandt, tr. Scherpenzeel 28-03-1784 Kornelis Verhoef, ged. Scherpenzeel juli 1758, in de Knaapstraat onder Woudenberg, zn. van Evert Cornelissen Verhoef en Jantje Jans van Kouwenhoven
5. Jan Gerritsz van Soest, ged. Scherpenzeel 18-10-1761, aen den Holevoet in Gelderl.
6. Geertje Gerrits van Soest, ged. Scherpenzeel 15-09-1764, ongehuwd
In 1842 verkoopt Geertje van Soest, hoogbejaard, ongehuwd, z.b., won. aan de Holevoet onder Woudenberg, enige erfgenaam van haar broer Willem van Soest, ov. febr. 1838 te W. volgens testament van 13-09-1808, not. J. Smith te Veenendaal aan Jan Bakker, meester kleermaker te Scherpenzeel een perceel bouwland onder W., sectie C 464, groot 88 roeden, 90 ellen, tinsplichtig aan Huis Amerongen voor 2 1/2 cent, voor f 500,=. (Not. Scherpenzeel 01-08-1842; nr. 29).
7. Ariaantje Gerrits van Soest, ged. Scherpenzeel 15-02-1767, aan den Holivoet op ’t Geldersche, jong ov.
8. Ariaantje Gerrits van Soest, ged. Scherpenzeel 10-07-1768, aan den Holijvoet op ’t Geldersche, tr. Woudenberg 01-02-1789 Rijer Cornelisze Drost, ged. Renswoude 01-08-1751, zn. van Kornelis Jansz Drost en Kornelia Reijers
IIc
Cornelis Willemsz van Soest, ged. Scherpenzeel 10-04-1735, won. Leusden, otr Scherpenzeel 11-10-1765 Fijtje Willemsen van Kolfschoten, won. Couwenhoven onder Leusden, ged. Scherpenzeel 24-09-1713, dr. van Willem Tijmens van Groot Kolfschoten en Neeltje Gijsberts van Ravenhorst. Fijtje Willems tr. (1) Scherpenzeel 25-03-1739 Rijk Gerritsz Voskuilen
Let op grote leeftijdverschil tussen Cornelis en Fijtje!
Fijtje Willems, wed. Rijk Gerritsen, won. Wulfhaaf onder Donkelaar verkoopt dit erf aan Jan Hannesse Ravesloot, won. Leusbroek voor 1300 gl. (AT045a021, fol. 334, nr. 89; 05-10-1796).
IId
Peter Willemsz van Soest, ged. Scherpenzeel 18-04-1756, ov. Scherpenzeel 10-01-1814, dagwerker, tr. Scherpenzeel 14-01-1787 Maria Heikamp, geb. Renswoude
Uit dit huw.:
1. Willem van Soest, ged. Renswoude 06-05-1787, ov. Amerongen 14-11-1853, tr. Woudenberg 28-01-1810 Zwaantje van den Bosch, ged. Renswoude 19-12-1779, dr. van Hendrik Evertsen van den Bos en Anna Roelofs van Wolfswinkel
Lidm. Scherpenzeel 28-03-1810: Willem van Soest, met attestatie vertrokken naar Amerongen 20-12-1822.
Uit dit huw.:
1. Hendrik van Soest, geb. Woudenberg 18-05-1810, ged. Scherpenzeel 10-06-1810
2. Jannigje van Soest, geb./ged. Woudenberg 05/22-02-1789
3. Jan van Soest, geb./ged. Woudenberg 06/21-08-1791
4. Maria van Soest, geb./ged. Woudenberg 19-12-1793/05-01-1794, tr. Woudenberg 28-12-1815 Arij Gaasbeek, geb./ged. Woudenberg 31-05/20-06-1784, zn. van Geurt Gaasbeek en Maria Veenbrink
5. Cornelis van Soest, geb./ged. Woudenberg 22-07/07-08-1796
6. Cornelia van Soest, geb./ged. Woudenberg 28-01/03-03-1799
7. Hendrik van Soest, geb./ged. Woudenberg 06-03/04-04-1802
8. Erris van Soest, geb./ged. Woudenberg 20/30-06-1805
IIIa
Cornelis Gijsbertsz van Soest, geb. Scherpenzeel 13-10-1743, begr. Scherpenzeel 22-09-1792, tr. (1) Renswoude 15-11-1772 Gerritje Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 04-06-1752, op Dikkerijst, ov. 1778, dr. van Hendrik Fransen van Overeem en Jannigje Hendrikse Lokhorst, tr. (2) Woudenberg 17-10-1779 Wijmpje Vermeulen, ged. Woudenberg 05-03-1758, begr. Scherpenzeel 24-12-1805, dr. Evert Hendriksz Vermeulen en Geertje Tonen Lagerweij. Wijmpje Vermeulen, tr. (2) Scherpenzeel 15-12-1793 Harmen Willemsen, geb. Doetinchem
In 1763 wordt Reijer Cornelissen van Beckbergen beleend door opdracht van Peter Helmerden met twee derde van Gelashorst, omschreven als boven, gekocht voor f 1000,=. Dit goed wordt nu beleend aan Cornelis Geijsbersen van Soest, neef van Reijer. Vorige belening 10-03-1753. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145:52; 01-09-1763).
In 1777 laat Gerritje van Overeem haar testament maken (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 127; 26-11-1777)
In 1778 testeert Cornelis Gijsbertz van Soest als weduwnaar (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 133; 30-11-1778)
In 1789 wordt Cornelis Gijsbertsen van Soest opnieuw beleend door de komst van Borchard Fredrik Willem van Westerholt als Heer van Scherpenzeel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145:52; 06-08-1789)
In 1794 wordt Johanna Cornelissen van Bekbergen, wed. Gijsbert van Soest, als enige erfgename van haar broer Reijer Cornelissen van Bekbergen beleend na dode van haar zoon Cornelis Gijsbertsen van Soest met twee derde van Glashorst met huis, hof en berg, met een deel van het kleine Breetjen, de helft van de Kuijl met het weitje tot aan de Woudenbergse weg, de Pol met het Heetveldje, de Kleverhof met de brink, een achtste deel van de Glashorsterdijk, een erfpacht van zeven gulden van Arien Geurtzen, twee derde erfpacht van f 2,50 van Gijsbert Willemse van Soest en twee derde van tien stuivers van de erfgenamen van Jantje van Glashorst. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:181vo; 15-01-1794)
Borgstelling na ov. van Wijmpje Vermeulen. (Recht. Arch. Scherpenzeel fol. 70; 28-11-1793)
Zij wonen 1763-1794 Sectie D 211-221. Glashorst. Groot 2.37.90 ha. (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832).
Op 15-08-1791 wordt te Scherpenzeel een kind van Cornelis Gijsbertsz van Soest begraven.
Uit het 1e huw.:
1. Gijsbert van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 15/23-06-1776, get.: Maria van Soest, j.d.
2. Johanna van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 19-05/01-06-1777, get.: Maria van Soest, j.d.
Uit het 2e huw.:
3. Gijsbert van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 22/29-10-1780, get. Gijsbertje, hv Kornelis Heikamp, volgt IVa
4. Geertje van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 10/15-12-1782, get. Gijsbertje van Soest, hv Kornelis Heikamp
5. Johanna van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 11-03/03-04-1785
Lidm. Scherpenzeel: Johanna van Soest, met attestatie vertrokken naar Amerongen 10-02-1818; met attestatie van Amerongen 03-05-1819, met attestatie vertrokken naar Werkhoven; met attestatie van Vreeland 12-05-1830.
6. Everd van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 18-04/04-05-1788
7. Cornelia van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 18-12-1792/13-01-1793, ov. Scherpenzeel 31-01-1813, huishoudster, ongehuwd
IIIb
Willem Gijsbertsz van Soest, ged. Scherpenzeel 23-07-1752, ov./begr. Scherpenzeel 06/13-04-1797, tr. Amersfoort (otr. Scherpenzeel) 18-12-1783 Elisje Gerritsen ter Maaten, geb. Leusden, ged. Amersfoort 27-09-1761, ov. Scherpenzeel 09-05-1852, dr. van Gerrit Lubbertsen ter Maaten en Petronella Hannesen Wolfswinkel. Elisje, tr. (2) Wageningen 06-03-1808 Roelof van Ginkel, ged. Woudenberg 28-06-1767, ov. Scherpenzeel 16-03-1829, zn. van Antonie Hermensz van Ginkel en Evertje Roelofs van de Steegh
In 1775 wordt Hanna van Beckberge, wed. Gijzbert van Soezt beleend met een derde deel van Gelazhorst met huis, hof, bergen en schuren, gekocht voor f 710,=. Voorwaarde: na de dood van Hanna mogen haar beide zoons Corneliz en Willem van Soezt dit goed voor hetzelfde bedrag kopen mits zij hun zusters uitkopen. Nu wordt zoon Willem van Soezt ermee beleend Leenboek Huis Scherpenzeel 145:115; 18-09-1775).
In 1793 wordt Willem van Soest opnieuw beleend door de komst van Johannis Sebastiaan van Naamen als Heer van Scherpenzeel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145:115vo) 12-12-1793.
Willem van Soest opnieuw beleend met een derde deel van Gelazhorst met huis, hof, bergen en schuren door de komst van Borchard Fredrik Willem van Westerholt als Heer van Scherpenzeel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145:115; 06-08-1789).
In 1794 wordt Breunis van Wolfswinkel beleend door opdracht van Willem van Soest, mede namens deandere erfgenamen van Johanna van Beckbergen, wed. Gijsbert van Soest met het gehele erfje Glashorst met de landerijen omschreven als 15-01-1794, bestaande uit twee lenen. Vorige belening 18-09-1775 voor een derde op Willem van Soest c.s. en op 16-09-1794 voor twee derde delen op Breunis van Wolfswinkel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:194vo) 16-09-1794).
Lidm. Scherpenzeel 17-04-1794: Elisje Gerritsen hv Willem van Soest.
Lidm. Scherpenzeel 1805: Elisje Gerritsen.
In 1808 verzoekt Gerrit ter Maate en Jacob Veldhuizen, voogden van de 2 mi.j. kinderen van Elisje ter Maaten x Willem van Soest (ov) (Staten Kwartier van Veluwe nr. 426. Pag. ? 16-12-1808).
In 1796 leent Willem van Soest f 220,= van Jan Homoed (Recht. Arch. Scherpenzeel fol. 87vo; 20-01-1796)
Zij woonden 1794-1808 in het huis van zijn ouders, Sectie D 249,250. Glashorst. Groot 0.06.60 ha. Hofpacht f 5,=. (Kadastrale Atlas Scherpenzeel 1832)
In 1808 verkoopt de wed. Willem Gerritsen van Soest aan Johan Ernst Cloos x Hendrina van Manen haar huis aan de Holevoet nr. 46 voor f 278,= (Recht. Arch. Scherpenzeel 13; 17-06-1808 en nr. 9, fol. 210vo; 29-06-1808).
Uit dit huw.:
1. Gijsbert van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 15/27-02-1785
2. Neeltje van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 16/25-06-1786, ov. Amerongen 11-07-1846, tr. Scherpenzeel 23-02-1814, in de Grote Kerk 23-02-1814 Hijmen van Droffelaar, landbouwer, ged. Woudenberg 02-05-1773, zoon van Hendrik Stevens van Droffelaar en Maria Lubberts van de Kleine Vliert
3. Johanna van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 30-01/17-02-1788, naaister, ov. Scherpenzeel 07-06-1853, ongehuwd
4. Gerrit van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 20/27-09-1789
5. Petronella van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 11/29-07-1792, ov. Scherpenzeel 17-10-1866, begr. Glashorst graf nr. 347, tr. Scherpenzeel 24-01-1823 en in de Grote Kerk 25-01-1823 Arris van Wagensveld, geb. Scherpenzeel 12-10-1783, landbouwer, ov. Scherpenzeel 22-11-1848, zoon van Geertrui van Wagensveld
Lidm. Scherpenzeel 15-04-1813: Petronella van Soest.
In 1863 laat Petronella van Soest, wed. Arris Wagensveld, landb. te Scherpenzeel haar testament maken. Erfgenamen: haar drie kinderen Willem, Geertrui en Elisabeth Wagensveld. Zoon Willem mag voor f 1400,= het door hen bewoonde huis kopen, wijk A nr. 131 in de Krommehoek te Scherpenzeel (Not. Scherpenzeel 4136, nr. 43; 08-09-1863).
Samen met haar man en zuster Johanna woont zij 1851-1883 Sectie D 495,496. Krommehoek-west. Groot 0.10.00 ha. Hofpacht f 5,00. Het huis heet “Jerusalem” (Kadastrale Atlas Scherpenzeel, 1832)
6. Willemijntje van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 01/24-09-1797
IIIc
Jacobus van Soest, ged. Scherpenzeel 29-09-1754, op het Hooge Landt aen den Holevoet, begr. Scherpenzeel 21-02-1803, tr. Scherpenzeel 03-12-1786 Martje Helmerde Lokhorst, wed. Gijsbert Reijersen van Voskuilen, geb. Woudenberg. Martje tr. (1) Woudenberg 11-07-1754 Gijsbert Reijersz Voskuijlen
Huw. voorw. (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 202; 08-11-1786).
In 1809 verkoopt Maartje Lokhorst, wed. Jacobus van Soest c.s. aan Dirk Lokhorst (Recht. Arch. Scherpenzeel fol. 222; 28-02-1809).
In 1796 worden Jacobus van Soest x Marritje Lokhorst, voor een zesde deel, en voor de ene helft van het overige vijf zesde deel, en namens zijn zuster Aaltje Lokhorst x Jorden Willemsen van de Bieshaar voor de andere helft van het overige vijf zesde deel, beleend na dode van Jan Helmerden Lokhorst, ov. 05-06-1796, met twee kampen land in Groot Scherpenzeel, genaamd de Geerhoek en de Leege Kamp. Vorige belening 23-09-1793. De andere erfgenamen van Jan Helmerden Lokhorst zijn: Helmert Lokhorst, Everd van Voorthuijzen x Jansje Lokhorst, Jacobus van Soest x Marritje Lokhorst, Jorden van Ginkel x Aaltje Lokhorst, Hanna Lokhorst, wed. Jan van Maanen, bijgenaamd de Goede. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146:206; 23-08-1796).
Later woont Jacobus 1800 in “De Knoot”, een huis van de diaconie, Sectie D 307,307a, Groot 00.3.90 ha. Hofpacht f 2,= (Kadastrale Atlas Scherpenzeel, 1832).
IVa
Gijsbert van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 22/29-10-1780, schoenmaker, ov. Scherpenzeel 09-02-1848, tr. Scherpenzeel 27-11-1824 Beertje Zeegers, geb. Nijkerk 1801, ov. Scherpenzeel 16-09-1843, dr. van Valentijn Zegers en Filippina Peters
Lidm. Scherpenzeel 10-03-1806: Gijsbert van Zoest.
Uit dit huw.:
1. Weintje van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 14/25-12-1825
1861 ongehuwd.
2. Valentijn van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 08-02/02-03-1833
3. Philippina van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 17-07/25-09-1836, ov. Scherpenzeel 02-04-1842
Zij wonen 1832-1846 in het ouderlijk huis Sectie D 247,248. Glashorst. Groot 0.06.80 ha. Recht. Arch. Scherpenzeel acht f 7,=. Vanaf 1857-1861 hun dochter Wijntje (Kadastrale Atlas Scherpenzeel, 1832)
VAN SOEST (2)
I
Cornelis Gerritsen van Soest, ged. Leersum 20-11-1707, zn. van Gerrit Cornelisz van Soest en Fijgje Reijers, begr. Scherpenzeel 28-11-1741, tr. Leersum 07-12-1738 Hanna Hendricks Lockhorst, geb. Darthuizen, ged. Woudenberg 14-02-1717, ov. Scherpenzeel 18-04-1795, dr. van Hendrik Willemsz van Lokhorst en Willemijntje Jans van Blotenburg. Hanna Hendricks van Lokhorst, tr. won. Vlastuijn (2) Scherpenzeel 13-05-1742 Jan Breunissen van Wolfswinkel, won. Vlastuijn, zn. van Breunis Jansz van Wolfswinkel, ged. Renswoude 22-06-1715, ov. 27-01-1796, zn. van Breunis Jansen van Wolfswinkel en Swaantje Jans Ruysseveen
Lidm. Scherpenzeel: 11-04-1751. Jan Breunisz van Wolfswinkel.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/58: Jan Breunisz van Wolfswinckel, op Gr. Orel.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Jan Breunisz van Wolfswinkel, op Groot Orel.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/74: Jan Breunisz van Wolfswinkel, op Groot Orel.
In 1770 wordt Jan Breunusse van Wolfswinckel x Johanna Lockhorst beleend door opdracht van Ebbert van Breijschoten met Hentijenscamp, gekocht voor f 3500,=. Nu wordt zijn minderjarig zoontje Breunus Jansen van Wolfswinckel ermee beleend (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 75; 21-04-1770).
In 1773 koopt Jan Breunissen van Wolfswinkel de tiend van Heintjeskamp voor f 901,= van Hendrik Willemse van Schaik. Koopakte van 21/28-12-1773 voor het gerecht van Scherpenzeel (HUA; Leenhof 172, fol. 139; 14-05-1774).
In 1782 vindt er maaggescheid plaats tussen Gerrit van Soest en Jan Breunissen van Wolfswinkel en de vijf kinderen uit zijn huw. met Hanna Lokhorst. Jan en de vijf kinderen krijgen Groot Oorll, Olde Wolfswinkel en het Oostindische land. Voorwaarde: zoon Breunis krijgt na ov. van zijn vader Groot Orel voor f 6000,=. (afschrift in HUA; Leenhof 174, fol. 231; 30-03-1784).
Uit het huw. van Cornelis van Soest en Hanna Lokhorst:
1. Gerrit Cornelisz van Soest, ged. Scherpenzeel 04-10-1739, op Vlastuijn, volgt II
2. Willemtje Cornelis van Soest, ged. Scherpenzeel 07-05-1741, op Vlastuijn
Uit het huw. van Jan van Wolfswinkel en Hanna Lokhorst:
3. Cornelis Jansz van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 14-04-1743, op Vlastuijn, ov. voor 1782
4. Swaentje Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 07-02-1745, op Vlastuijn
In 1770 verhuurt Hendrik van Geijtenbeek, won. Woudenberg een huis, hof en hofstede genaamd Mandersloot onder Maarn aan Hendrik Cornelissen, won. Kleijn Oorl en Jan Breunissen, won. Groot Oorl, namens hun zoon en dochter Klaas Hendriksen (van Huigenbosch) en Swaantje Jansen (van Wolfswinkel), ondertrouwt in Scherpenzeel op 31-01-1771, voor 6 jaar, 1771-1777, f 260,= p.j. (AT042a005;
13-07-1770).
5. Willemtje Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 08-01-1747, op Vlastuijn in ’t Stight, ov. Scherpenzeel 07-01-1816, tr. Jacob Hendriksen van Huigenbosch, ged. Renswoude 15-10-1747, ov. Scherpenzeel 19-02-1822, zn. van Hendrik Cornelisz van Huigenbosch en Geurtje Klaassen van Schaik
6. Cornelia Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 23-02-1749, op Vlastuijn, ov. voor 1782
7. Henderickie Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 21-03-1751, op Vlastuijn, ov. Scherpenzeel 04-10-1835, tr. Scherpenzeel 05-03-1780 Hendrik Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 27-10-1748, ov. Scherpenzeel 19-12-1822, zn. van Cornelis Jansz van Overeem en Geurtje Hendriks van Overeem
8. Jannetje Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 12-08-1753, op Vlastuijn, ov. voor 1782
9. Breunis Jansz van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 23-11-1755, op Gr. Orel
10. Hendrick Jansz van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 11-06-1758, op Gr. Orel, ov. voor 1782
11. Cornelia Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 08-07-1759, op Gr. Orel, ov. Scherpenzeel 14-11-1824, tr. Scherpenzeel 16-11-1783 Cornelis Aalbertsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 22-03-1750, ov. Scherpenzeel 11-05-1817, zn. van Aalbert Jansen van Overeem en Evertje Romeyn
II
Gerrit Cornelisz van Soest, ged. Scherpenzeel 04-10-1739, geb. op Vlastuijn onder Leusden, ov. 21-04-1796, begr. Scherpenzeel 26-04-1796, otr. Scherpenzeel 02-02-1770, tr. Woudenberg 25-02-1770 Evertje Theunisd Lagerweij, ged. Woudenberg 21-01-1748, ov. Scherpenzeel 26-03-1814, dr. van Theunis Evertsz Lagerweij en Maatie Thone Lagerweij
In 1782 vindt er maaggescheid plaats tussen Gerrit van Soest en Jan Jan Breunissen van Wolfswinkel en de vijf kinderen uit zijn huw. met Hanna Lokhorst. Gerrit krijgt Heintjeskamp met de tiend toegescheiden voor f 2500,= (afschrift in HUA; Leenhof 174, fol. 231; 30-03-1784).
In 1783 wordt Gerrit Kornelissen van Soest, volgens maaggescheid van 07-02-1782, beleend door opdracht van Breunis Jansen van Wolfswinkel met Heintjeskamp (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 157,158; 30-12-1783).
In 1789 wordt Gerrit Cornelissen van Soest opnieuw beleend door de komst van Borchard FredrikWillem van Westerholt als Heer van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 158; 09-12-1789).
In 1793 wordt Gerrit Cornelissen van Soest opnieuw beleend door de komst van Johannis Sebastiaanvan Naamen als Heer van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 158vo; 04-12-1793).
In 1797 wordt Evertje (Teunissen Lagerweij) beleend na dode van haar man Gerrit Cornelissen vanSoest, ov. 21-04-1796, met Heijntjeskamp (Leenboek Huis Scherpenzeel 146 fol. 211vo; 26-04-1797).
Uit dit huw.:
1. Hanna van Soest, ged. Scherpenzeel 29-07-1770, op Heintjeskamp, jong ov.
2. Hanna van Soest, ged. Scherpenzeel 07-10-1771, op Heintjeskamp, tr. Scherpenzeel 26-07-1795 Wulfert Corsen Pater, ged. Scherpenzeel 07-05-1758, in het Hooibroeck onder Woudenberg, zn. van Cors Willemsz Pater en Fransje Claes van Davelaer
Zij wonen eerst op Heintjeskamp, daarna aan de Scharrenburgersteeg onder Lunteren en daarna op De Glind onder Barneveld.
Uit dit huw.:
1. Evertje Pater, geg./ged. Scherpenzeel 07/25-10-1795, op Heijntjekamp
3. Kornelis van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 03/10-10-1773, op Heintjeskamp, get: Zwaantje van Wolfswinkel hv Klaas van Huigenbosch
4. Teunis van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 16/23-06-1776, op Heintjeskamp, get: Arjaantje Pull hv Hendrik van Wagensveld
5. Jan van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 17/20-09-1778, op Heintjeskamp, get: Jantje Jansd van Wolfswinkel j.d.
In 1835 is Jan van Soest bouwman onder Ede.
6. Teunis van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 26-11/03-12-1780 op Heintjeskamp, get: Zwaantje hv Klaas Hendriksen van Huigenbos
7. Maatje van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 27-12-1782/05-01-1783, op Heintjeskamp, get. Willempje hv Jacob Hendrikse van Huigenbosch, tr. Woudenberg 26-11-1813 Hendrik van de Weert, ged. Renswoude 15-09-1782, zoon van Toon Brantsen van de Weert en Willemijntje Hendriks Overeem
Lidm. Scherpenzeel 12-04-1803: Maatie van Soest, met attestatie vertrokken naar Doorn 01-05-1818.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Maatje van Soest.
In 1814 in Hendrik van de Weert herder onder Scherpenzeel; In 1835: schaapherder onder Doorn.
8. Teunis van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 24-01/20-02-1785, op Heintjeskamp In 1814 is Teunis van Soest landbouwer te Scherpenzeel; 1835: bouwman onder Renkum.
9. Kornelis van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 05-11/02-12-1787, op Heintjeskamp, begr. Scherpenzeel 14-02-1789
10. Cornelia van Soest, geb./ged. Scherpenzeel 22-02/07-03-1790, op Klein Heintjeskamp, ov. Scherpenzeel 24-04-1852, tr. Scherpenzeel 05-07-1807 Cornelis van der Meijden, ged. Leersum 05-11-1780, ov. Scherpenzeel 01-08-1839, zoon van Laurens Willemsz van der Meiden en Meinsje Cornelissen Dashorst
In 1839 laat Cornelis van der Meijden, bouwman op Heintjeskamp zijn testament maken. Erfgename: zijn vrouw Cornelia van Soest. (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 40; 10-07-1839).
In 1835 lenen Cornelis van der Meijden, landb. x Cornelia van Soest op Heintjeskamp onder S. f 2800,= van Gerharda Woerdeman. (Not. Scherpenzeel 1211, nr. 28; 04-07-1835).
In 1861 koopt Jorden van de Goor, landb. x Maatje van der Meijden op Klein Heintjeskamp de andere erfgenamen uit. (Not. Scherpenzeel 4135, nr. 13; 26-02-1861).
In 1835 koopt Jorden van de Goor 3/5 deel van Heintjeskamp, groot 25 bunder, 92 roeden, 50 ellen, en de grove en 3/5 deel van de smalle tiend uit een gedeelte van Heintjeskamp, sectie C 71,86-88,115-120,144-153, voor f 1600,=. 1/5 deel had hij geërfd en 1/5 deel gekocht van Jan Pater. (Not. Scherpenzeel 1211, nr. 27; 03-07-1835).
VAN SOEST (3)
I
Teunis Harmsen van Meersbargen, tr. Scherpenzeel (otr. Doorn 04-10-1684) 18-10-1684 (aldaar niet gevonden) Jannigje Teunissen, ged. Scherpenzeel 19-11-1665, op het Broeck, dr. van Teunis Arrissen en Otje Gijsberts
Tot 1699 woont Teunis Harmsen op ’t Broeck onder Woudenberg (Oudschildgeld Woudenberg).
Van 1699 en 1716 is Thonis Harmansen, bruiker van Proosdijland in Maarsbergen (Oudschild nr. 34).
Van 1699 en 1716 is Thonis Harmans, bruiker van Proosdijland genaamd Valckenenghe in Maarsbergen (Oudschild nr. 38).
Veluwse Geslachten jg 27, nr. 3, 2002, blz. 42.
Kinderen:
1. Antonij Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 02-08-1685, op ´t Broeck
2. Cornelis Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 10-04-1687, op ´t Broeck
3. Evert Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 11-11-1688, op ´t Broeck
4. Maria Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 07-09-1690, op ´t Broeck
5. Teunis Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 21-08-1692, op ´t Broeck
In 1751 treedt Teunis van Soest op als oom en momber van de kinderen van zijn ov. zuster Aeltje van Soest. (Recht. Arch. Scherpenzeel 7, nr. 14-16,18-20; 17-02-1751/03-11-1751 en nr. 82-86; 05-04-1754/26-04-1757).
6. Jan Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 25-11-1694, op ´t Broeck
7. Aaltje Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 25-11-1694, op ´t Broeck, volgt II
8. Wouter Teunissen Valkeneng (van Soest), ged. Doorn 15‑09‑1700, tr. Doorn 04-05-1727 Metje van Loenen, begr. Driebergen 17-03-1769
Woont op de boerderij Valkeneng onder Maarsbergen.
9. Willem Teunissen van Soest, ged. Doorn 05‑11‑1702
II
Aaltje Teunissen van Soest, ged. Scherpenzeel 25-11-1694, tr. Scherpenzeel 07-11-1728 Helmert/Herbert Petersen, won. Klein Oordeel, ged. Scherpenzeel 10-03-1689, zn. van Peter Petersen en Hendrikje Cornelissen
In 1757 wordt de nalatenschap geregeld van Helmert Petersen en Aeltje van Soest, op Kleijn Oorl door de voogden Teunis van Soest, oom, Cornelis Petersen op Wolfswinckel, oom en Roelof Gijsbertsen Methorst.(Recht. Arch. Scherpenzeel 7; nr. 14-16,18-20; 17-02-1751/03-11-1751 en nr. 82-86; 05-04-1754/26-04-1757)
In 1753 legt Teunis van Soest, oom van de kinderen van Aaltje van Soest en Helmert Petersen beslag. (Recht. Arch. Scherpenzeel; 08-03-1753)
In 1753 worden Cornelis Petersen en Teunis van Soest, mombers van de onmondige kinderen van Helmert Petersen x Aeltijen van Soest beleend door opdracht van Johannus de Jong met twee derde deel van Gelashorst (Glashorst) gekocht voor f 1000,=, bestaande uit: huis, hof en berg met een deel van het kleijne breetje en de helft van de keuijl met de halve wal langs de keuijl met het weitje naar de Woudenbergse weg. Met gebruik van de pol, het heetveltije, de kleverhoff met den breuck. Met een achtste deel van de Gelashorsterdijck. Met een jaarlijkse erfpacht van f 7,= van Arien Geurtsen. Met een jaarlijkse erfpacht van twee gulden tien stuivers van Geijsbert Willemse van Soest. Met twee derde deel van tien stuivers die de erfgenamen van Jantijen van Gelashorst jaarlijks moeten uitkeren. Vorige belening 03-03-1734, behoudens het land dat Gurt Ruijtenbeek nu bezit. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145:17; 10-03-1753)
Kinderen, allen gedoopt te Scherpenzeel:
1. Peter Helmertsz, ged. Scherpenzeel 25-09-1729, op Klein Ooirl
2. Peter Helmertsz, ged. Scherpenzeel 03-06-1731, op Klein Ooirl
3. Teunis Helmertsz, ged. Scherpenzeel 31-01-1734, op Klein Ooirl
4. Hendrikje Helmerts, ged. Scherpenzeel 03-03-1737, op Klein Orel, tr. Driebergen (otr. Woudenberg) 07-11-1762 Teunis Riksz van Scherpenseel, wed. Hendrikje Dorrestijn, won. Driebergen
5. Aaltje Helmerts, ged. Scherpenzeel 22-06-1738, op Klein Oorl
VAN SOEST (4)
Het begint met Jan Jansz van Linteloo. Lintelo is een buurtschap onder Aalten, niet ver van Winterswijk. Mogelijk komt hij via Soest naar Scherpenzeel. Als hij overlijdt moeten de dominee en een ouderling de inventaris te regelen. Dit gebeurt bij gebrek aan naaste familie in de omgeving. Zijn vrouw hertrouwt met Jan Jansz van Suijtloo, alias De Joffer. Zuidloo is een
buurtschap van Deventer.
I
Jan Jansz van Soest/van Linteloo, kuiper, ov. ca. 1642, tr. Jannitgen Tijmans, dr. van Tijman Woutersz. Jannitgen Tijmans, tr. (2) ca. 1645 Jan Jansz van Suijtloo, alias De Joffer, kuiper, ov. na 1695. Jan Jansz van Suijtloo, tr. (2) Scherpenzeel 02-11-1679 Grietje Hendricks, wed. Cornelis Cornelissen
In 1632 krijgen Elbert Schep en Jan Jansz, kuiper een boete van 5 gl. van de schout (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol.45; 12-11-1632).
In 1634 krijgt Jan Jansz, kuiper een boete van 10 herenponden wegens gooien van een steen naar het huis van Beernt Thonisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 11vo,14; 10-11-1634).
In 1635-1636 woont Jan Jansz, kuiper in een huis tegen het kerkhof, in 1832 sectie D 502, groot 0.04.40 ha.
In 1636 eist Jacob van Dolder uit Amersfoort betaling van 6 gl. 8 st. 8 penn. van Jan Jansz, kuiper voor geleverd laken (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 64vo en 2 fol. 51vo-52vo; 30-05-1636).
In 1643 krijgen ds. Everwinus en Fredrick Gijsbertsz, als mombers over de twee onmondige kinderen van Jannitgen Thijmen Woutersz, wed. Jan Jansz van Linteloo, opdracht om een staat van inventaris te maken (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 100vo; 12-06-1643).
In 1643 eist Jantgen Thijman Wouters, weduwe, betaling van Jan Quint uit Rhenen wegens smeeloon (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 169vo,170vo; 12-06-1643).
In 1644 eist Splinter Huijbertsz van Amerongen namens zijn moeder Trijntgen Splinters, weduwe betaling van 28 gl. 13. st. 8 penn. van Jannitgen Thijmen Woutersd voor geleverde etenswaren (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 185-187vo; 11-03-1644).
In 1645 eist Jannetgen Thijmen Woutersz betaling van een obligatie van 50 gl van Gerret Jansz van Wijck (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 211vo,213; 03-11-1645).
In 1645 eist Gerrit Thonisz van Overeem betaling van schaapsvellen van o.a. Jan Jansz, kuiper (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 213vo-217vo; 24-11/25-12-1645).
Van 1652-1695 woont Jan Jansz van Sutloo, alias de juffer in het huis tegen het kerkhof, in 1832 sectie D 502, groot 0.04.40 ha.
In 1669 eisen Jan Jansz van Suijtloo x Jannitgen Thijmans betaling van 25 gl. 5 st. voor verdiend loon van Jannitgen ten huize van Aelbert Cornelisz. Aelbert is gestorven, daarom eisen ze het van zijn curator Jan Aertsz van Lambalgen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-09-1668 – 20-06-1670).
In 1676 eist Willem Lubbertsen betaling van 6 gl. 17 st. van Jan Jansz van Sutloo, alias De Joffer voor geleverde turf (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 07-08-1676).
Uit het 1e huw:
1. Jan Jansen, ged. Scherpenzeel 11-08-1639, won. onder Scherpenzeel, tr. Amerongen (otr. Scherpenzeel) 22-11-1683 Neeltje Gerritsen, won. aan de Ginckel onder Amerongen
Bij de doopsinschrijving staat dat de vader van Soest komt.
Uit dit huw.:
1. Johannes Jansz, ged. Scherpenzeel 09-11-1684, aen de Groep
2. Jantje Jansz, ged. Scherpenzeel 02-09-1688, aen de Groep
2. Elbert Jansen, ged. Scherpenzeel 09-10-1642, tr. Amerongen (att. van Scherpenzeel) 08-02-1685 Annigje Teunissen, van Elst
3. Fransgen Jansen, ged. Scherpenzeel 18-02-1644, tr.? Scherpenzeel 24-03-1667 Willem Jansen, won. Scherpenzeel, zn. van Jan Willemsz
Bij haar huw. is zij dr. van Jan Jansen Swart.
Uit het 2e huw:
4. Ariaentgen Jansen, ged. Scherpenzeel 29-02-1652
5. Marijtien Jansen, ged. Scherpenzeel 11-05-1662
Dochter van Jan, de cuiper.
Samengesteld door:
Henk van Woudenberg,
november 2010