Selder Engelen

SELDER – ENGELAAR – ENGELEN

 

 

Het boerengeslacht Selder komt van de gelijknamige boerderij die aan de westzijde van de gemeente Renswoude ligt. Eén tak verhuist naar de naastgelegen boerderij Engelaar. Sindsdien duikt zo nu en dan de achternaam Engelaar, Engelen en zelfs Engen op.

 

Een deel van deze familie werd eerder gepubliceerd in:

S. Laansma; Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude, blz.152, 153.

C. Wolswinkel; Wolswinkel – De Lange, Stamreeksen, blz. 37 nr. 13.

 

 

I

Faes Evertsz, tr. Grietgen

In 1624 staat Faes Everssen borg voor de Heer van Geresteijn voor de restbetaling van de Barcks tienden (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 11vo; na 12-07-1624).

In 1625 leent Faes Evertsz f 100,= aan Jan Willemsen, smid en Baetgen (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol 17; 02-08-1625).

                In 1641 boer op Groot Zelder (Laansma; Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude, blz. 101).

Uit dit huw.:

1. Arisgen Faessen, ged. Scherpenzeel 28-12-1616

2. Jan Faessen, volgt IIa

3. Cornelis Faessen, volgt IIb

4. Hendrick Faessen, won. Selder, tr. Renswoude 1648 Geertje Gijsberts

5. Evert Faessen, tr. NN

In 1637 eist Evert Faessen betaling van een obligatie van f 105-10 van Evert Jansz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 60,61vo; 20-03-1637).

In 1643 wordt Evert Faesz beboet wegens vechten en bloetwonden van iemand (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 160,161vo; 20-02-1643).

In 1643 wordt Evert Faesz aangeklaagd door Willem Gerritsz, timmerman tot betaling van f 3-15 voor een gemaakt raam in de put op Engelaer (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 167,167vo; 16-04-1643).

In 1649 eist Gijsbert Brantsen betaling van schulden van Evert Faesz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 113vo; 09-07-1649).

Lidm. Renswoude 1662: Evert Faeszen.

Lidm. reg. Renswoude 1669: Evert Phaas.

In 1669 worden Evertje, Grietje en Cornelissien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; 21-04-1669).

Uit dit huw.:

1. Evertje Evertsz van Engelaer, ged. Schepenzeel ..-11-1641, tr. Renswoude 13-03-1669 Hannes/Harmen Paulusz, van ´t Boveneind onder Veenendaal

2. Faas Evertsz van Engelaar, won. Berkhorst, ged. Schepenzeel 09-03-1645, tr. Scherpenzeel 24-09-1676 IJtje Gijsbertsen van Huijgenbosch, dr. van Gijsbert Brantsen van Engelaer en Merritgen Otten van Berckhorst

In 1649 eist Gijsbert Brantsen betaling van schulden van Evert Faesz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 113vo; 09-07-1649).

In 1649 laten Gijsbert Brantsen van Engelaer x Merritgen Otten van Berckho­rst een testament op de langstlevende maken (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 129vo; 02-09-1649).

6. Geurtje Faessen Evertsedr, won. Selder, otr. Renswoude 07-02-1641 Cornelis Otten, won. Birckhorst, zn. van Otto Jacobsz en Ietgen Jansdr

In 1628 wordt Cornelis Ottensz mede namens zijn broers en zusters beleend na dode van zijn broer Jacob Ottensz met Berckhorst. Moeder Idtgen Jansdr behoudt haar lijftocht uit de helft van Berckhorst volgens leenbrief van 14-03-1609. Uitgang als boven (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol.169; 14-03-1628).

In 1639 eist Thonis Jordensz namens zijn schoonmoeder iets van Cornelis Otten, op Birckhorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 92-93; 21-10-1639, fol. 94; 11-11-1639, fol. 95vo,­96vo; 09-12-1639).

In 1646 eist Hendrick Colffschoten iets van Cornelis Otten, op Birckhorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 241; 21-12-1646).

In 1644 lijftochten Cornelis Otten x Goertgen Faesz, op Berckhorst elkaar. Zij hebben geen kinderen. Volgens hun huwelijkse voorwaarden van 24-01-1641 zal haar kindsdeel van een goed dat Goertgen nog van haar moeder zal erven na haar dood, hier niet bij inbegrepen zijn (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 219; 16-04-1644).

In 1650 lijftochten Cornelis Otten x Goertgen Faesz, op Berckhorst elkaar. Goertgen met Berckhorst en Cornelis met de goederen die Goertgen zal erven van haar moeder. Mocht Cornelis zonder nakomelingen overlijden, dan krijgt Goertgen Berckhorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 232vo; 15-09-1650).

In 1661 maken Cornelis Otten x Geurtgen Faesen hun testament. Zij lijftochten elkaar volgens huwelijkse voorwaarden van 24-01-1641 met Berckhorst door hen bewoond, ten dele door Cornelis in het huwelijk gebracht en ten dele tijdens het huwelijk gekocht van het geld dat Geurtgen inbracht. De langstlevende moet staat van inventaris maken; mag zonder toestemming enige eiken omhakken; mag het erf niet nodeloos splitsen. Na hun dood krijgen de armen van Scherpenzeel van de diaconie de rente van f 200,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol.26; 23-02-1661).

In 1669, 1670 en 1671 wordt Cornelis Otten, op Berckhorst genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 39; 20-05-1669. fol. 44,45; 06-11-1669.  fol. 47; 1670. fol. 49; 10-07-1671).

7. Gijsbertje Faessen, tr. Teunis Cornelissen van Overeem, ov. voor 1669, zn. van Cornelis Arrisz van Overeem en Reijertgen Helmertsdr

In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op ’t Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; 13-03-1639).

In 1639 transporteert Erris Jansz, won. Glashorst namens de kinderen van Gerrit Thonisz Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Thonis Cornelis, en Gijsbertge Phaes (Laansma, boerderijen van Renswoude, blz. 57; 11-08-1639).

8. Grietje Faessen van Selder

Over de kwestie van haar voorgenomen huwelijk met Joachim Cornelissen van Couwenhoven in 1649 wordt verhaald in De geschiedenis van de Grote kerk in Scherpenzeel, blz. 66.

9.? Arris Faessen, van Renswoude, won. Veenendaal, otr. Renswoude 22-04-1644 Elisabeth Jans, wed. Gijsbert Gijsbertsz, van Renswoude, won. Veenendaal

 

IIa

Jan Faessen, ov. jan. 1668, tr. (1) Renswoude 12-05-1644 Maerige Corsen, dr. van Cors Teunisz, op Emmikhuizen, tr. (2) Renswoude 08-06-1645 Otje Erris, dr. van Erris Teunissen, op Emmikhuizen

In 1644 is Jan Faessen boer op Engelaar en in 1645 op Selder, beide onder Renswoude.

Lidm. reg. Renswoude 1649-1652: Jan Faessen en zijn vrouw.

Lidm. reg. Renswoude 1652: Jan Faessen en Otien Erris.

In 1655 eist Gerrit van Wijck betaling van schulden van Jan Faesen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 02-04-1655).

Lidm. reg. Renswoude 1657: Jan Faeszen en Otje Erris.

Lidm. reg. Renswoude 1663: Jan Faessen en Otie Erris.

Uit het 1e huw.:

1. Faes Jansz, ged. Renswoude 12-01-1645, volgt IIIa

Uit het 2e huw.:

2. Claertje Jans, ged. Renswoude 1650

3. ………. Jansz, ged. Renswoude 17-09-1654

4. Arris Jansz, ged. Renswoude 02-08-1657

5. ……… Jansz, ged. Renswoude 10-03-1661

 

IIb

Cornelis Faessen, won. Selder, tr. Renswoude 1643 Teuntje Peters, won. De Vliert, dr. van Peter Meussen

In 1646 verklaart Gerrit Aertsen dat hij f 2-10 zal betalen aan Cornelis Faesz voor geleverde schapen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, na fol. 232; 14-09-1646).

Uit dit huw.:

1. Faas Cornelisz, van Zelder, tr. Renswoude 11-05-1679 Maria Jacobs, van ’t Foort, ov. 1689-1698, tr. (2) Renswoude 08-05-1701 Cornelia Thijsz, ged. Renswoude 29-08-1675, dr. van Thijs Cornelisz en Phaasje Teunissen van Overeem

                Faas Cornelisz koopt in 1696 een kamp land in Lambalgen onder Woudenberg. (Bel. Holevoet nr. 42)     (Huis Amerongen 4 fol. 12vo).

In 1698 verkoopt hij het weer. Hij woont dan als weduwnaar op Klein Dashorst onder Renswoude (Bel. Holevoet nr. 42) (Huis Amerongen 1185, fol. 23).

In 1711 wordt Hendrick Jacobs, wonende Roijwinckel x Teunisjen Jans beleend  door opdracht van Maria Jacobs met “huijs en hoffstede, berg, schuijr en brinck met het nieuwe aengemaeckte lant” van Roijwinckel, gekocht op 30-10-1710 voor f 2500,=. Maria Jacobs is waarschijnlijk een zuster van Hendrik Jacobs, de erflater. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol. 82; 14-09-1711).

In 1711 wordt Hendrick Jacobs van Roijwinckel x Teunisjen Jans beleend door opdracht van Maria Jacobs met de volgende landerijen in Roijwinckel “voor eerst in een stuck bouwlant, groot omtrent vier margen, den Haverkamp met het veentje en heetveld, het Kromme Stuck, gekocht op 30-10-1710 voor f 2500,=  (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol. 83; 14-09-1711).

Uit het 1e huw.:

1. Jacob Faassen, ged. Renswoude 22-02-1680, ov. voor 1731, tr. Cornelisje Willems. Cornelisje Willems, tr. (2) Amerongen 08-04-1731 Cornelis Claassen,op de Kleine Vliert, wed. Geertje Gijsberts van Roijwinckel

2. Cornelis Faassen, ged. Renswoude 13-08-1682

3. Antony/Teunis/Toon Faassen, ged. Renswoude 17-02-1684

4. Geertje Faassen, ged. Renswoude 28-02-1686

5. Teuntje Faassen, ged. Renswoude 28-02-1686

6. Jacobje Faassen, ged. Renswoude 04-12-1687

7. Grietje Faassen, ged. Renswoude 09-03-1690

Uit het 2e huw.:

8. Brand Faassen, ged. Renswoude 26-02-1702

9. Thijs Faassen, ged. Renswoude 13-04-1704

10. Hendrick Faassen, ged. Renswoude 20-06-1706

11. Grietje Faassen, ged. Renswoude 17-03-1709, tr. Amerongen 19-12-1734 Jacob Teunissen Meerveld, ged. Scherpenzeel 29-07-1694, won. De Groep, zn. van Teunis Jacobsz van Meerrevelt en Marijtje Arisen

2. Henrickje Cornelissen, ged. Scherpenzeel 08-03-1646, op Selder, tr. Renswoude 08-11-1674 Brand Petersz, van Overeem

3. Geertje Cornelissen, ged. Scherpenzeel 12-11-1648

4. Evertje Cornelissen van Zelder, tr. Renswoude 01-05-1681 Claas Rijcksz, van de Kleine Vliert

5. Brand Cornelissen, van Zelder, tr. Renswoude 03-04-1687 Jantje Jacobs, van ´t Foort

Uit dit huw.:

1. Cornelis Brandsz, ged. Renswoude 29-07-1688

2. Brantje Brandsz, ged. Renswoude 01-12-1689

6. Jannetje Cornelissen, op Selder, volgt IIIb

 

IIIa

Faes Janz, ged. Renswoude 12-01-1645, tr. (1) Scherpenzeel 26-07-1668 Jantien Jansen, ged. Scherpenzeel 16-04-1648, dr. van Jan Sandersz, won. Bruijnhorst, ov. Renswoude 29-11-1691, tr (2) Scherpenzeel 24-04-1692 Fijtje Franssen, van den Brinckant, ged. Scherpenzeel 12-05-1661, op Davilaer, dr. van Frans Cornelissen Davelaer en Trijntje Cornelissen

Faes Janz woont eerst op de boerderij Engelaar onder Renswoude en later op Kleijn Moorst onder Woudenberg, een boerderij die aan Couwenhoven grenst.

Bij de doop van haar kinderen heet de moeder Jannetje Jans.

Lidm. reg. Renswoude 1669: Jannetjen Jans.

In 1701 is Faes Jansz, won. Klein Moors 426 gl. pacht schuldig aan Salomon Steijnfort te Amersfoort (Not. Amersfoort AT025a001; 15-04-1701).

Uit het 1e huw.:

1. Ottien Faessen, ged. Scherpenzeel 25-07-1669, op Engeler, tr. Renswoude 17-10-1697 Hendrick Cornelisz

2. Geertien Faessen, ged. Scherpenzeel 16-09-1671, op Engeler

3. Maria Faessen, ged. Renswoude 04-10-1674

4. Jan Faessen, ged. Renswoude 27-05-1677

5. Jan Faessen, ged. Renswoude 21-03-1680, tr. Woudenberg 06-07-1710 Teuntje Faessen, won. Bruinhorst

In 1726 eisen Sander Gerritsen van Begbergen en Jan Faessen, erfgenamen van zal. Teunisjen Jansen (van Bruinhorst) en haar broer Cornelis Jansen (van Bruinhorst), hun tante en oom de regeling van de erfenis van Hendrick Jacobs, wed. Teunisje Jans. Genoemd: Aris Faessen en Peter Druijf (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 09-09-1726; 11-10-1726; 17-09-1727; 24-09-1727; 20-10-1727; 08-12-1727).

            Uit dit huw.:

            1. Jantje Jansz, ged. Scherpenzeel 14-09-1710, op Bruijnhorst

2. Jantje Jansz, ged. Scherpenzeel 27-11-1712, op Bruijnhorst

3. Faas Jansz, ged. Scherpenzeel 18-08-1715, op Bruinhorst

            4. Maria Jans, ged. Scherpenzeel 20-11-1718, op Bruinhorst

            5. Jantje Jans, ged. Scherpenzeel 17-01-1723, op Bruinhorst

6. Arris Faessen, ged. Renswoude 18-02-1683, volgt IVa

7. Cornelis Faessen, ged. Renswoude 26-09-1686

8. Evert Faessen, ged. Renswoude 20-01-1689

Uit het 2e huw.:

9. Frans Faessen, ged. Scherpenzeel 19-02-1693, op Kleijn Moorst

10. Frans Faessen, ged. Scherpenzeel 25-02-1694, op Kleijn Moorst, volgt IVb

11. Faes Faessen, ged. Scherpenzeel 07-02-1697, op Kleijn Moorst

 

IIIb

Jannetje Cornelissen, op Selder, tr. (1) Woudenberg (otr. Renswoude 30-08-1663) Arris Jansz van Huijsstede, tr. (2) Renswoude 18-11-1666 Gerrit Jacobsen, van Emmikhuizen

                Lidm. Scherpenzeel Pasen 1664: Arris Jansen en Jantien Cornelissen, op Selder.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Jantien Cornelissen hv Gerrit Jacobsen, op Selder.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jantje Cornelis wed. Gerrit Jacobsen, op Selder.

Uit het 1e huw.:

1. Cornelis Arrisz van Selder, ged. Scherpenzeel 30-10-1664, op Zelder, volgt IVc

2. Arris Arrisz, ged. Scherpenzeel 21-02-1666, op Zelder

Uit het 2e huw.:

3. Jacob Gerritsz van Selder, ged. Scherpenzeel 15-09-1667, op Selder, ov. voor 1736, ws. ongehuwd

In 1730 leent Brant Gijsbertse van Roijwinkel f 800,= van Kobis Geritse van Selder en Faas Geritse van Selder, die daardoor mede beleend worden met 2/4 deel van Roijwinkel (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 6vo; 01-01-1730).

In 1736 schenken Hermen van Manen x Aeltie Lagerweij namens de erfgenamen van Jakobus en Faes Gerten van Selder de bovenstaande lening aan de armen (diaconie) van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 6; 01-10-1736).

4. Faes Gerritsz van Selder, ged. Scherpenzeel 01-01-1670, op Selder, ov. voor 1736, ws. ongehuwd

In 1679 boer op Groot Zelder (Laansma; Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude, blz. 101.

In 1721 wordt Faes van Selder aangeklaagd wegens vechten met Jan Wagensveld (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 10-11-1721).

In 1724 wordt Faes Gerritsen van ´t Selder aangeklaagd wegens vechten bij de verpachting van de tiend te Renswoude (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 30-10-1724).

In 1725 wordt Conelis Gerritsen Knaep aangeklaagd wegens vechten met Faes van ´t Selder op de Emmikhuizer Eng toen hij van de Veenendaalse ossenmarkt kwam (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 16-04-1725).

In 1730 leent Brant Gijsbertse van Roijwinkel f 800,= van Kobis Geritse van Selder en Faas Geritse van Selder, die daardoor mede beleend worden met 2/4 deel van Roijwinkel (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 6vo; 01-01-1730).

In 1736 schenken Hermen van Manen x Aeltie Lagerweij namens de erfgenamen van Jakobus en Faes Gerten van Selder de bovenstaande lening aan de armen (diaconie) van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 6; 01-10-1736).

5. Teuntje Gerrits van Selder, ged. Scherpenzeel 26-05-1675, op Seldert, tr. Renswoude (att. van Scherpenzeel en Woudenberg) 11-02-1700 Gijsbert Lambertsen, in de Lageweij

Lidm. Scherpenzeel 25-12-1697: Teeuntje Gerritsen, op Selder, met attestatie vertrokken naar Woudenberg.

Lidm. Woudenberg 1690-1746: Teuntje Gerritsz van Selder.

In 1736 schenken Hermen van Manen x Aeltie Lagerweij namens de erfgenamen van Jakobus en Faes Gerten van Selder de bovenstaande lening aan de armen (diaconie) van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 6; 01-10-1736).

6. Lijsje Gerrits van Selder, van Woudenberg, tr. Woudenberg 24-12-1710 Klaas Lambertsz Lagerweij, zn. van Lambert Dirksz Lagerweij en Aeltje Klaassen

                Zie genealogie Lagerweij.

 

IVa

Arris Faessen, ged. Renswoude 18-02-1683, ov. voor 14-08-1735, tr.  Woudenberg 02-07-1713 Dirkje Wolberts van Middendorp/van Couwenhoven, won. op Couwenhoven onder Woudenberg. Dirkje, tr. (2) Woudenberg 14-08-1735 Lambert Cornelisz Versteeg, van Leusden

                Lidmaten Scherpenzeel 28-03-1717: Aris Faasen en Derkje Wolberts op Couwenhoven.

In 1726 eisen Sander Gerritsen van Begbergen en Jan Faessen, erfgenamen van zal. Teunisjen Jansen en Cornelis Jansen, hun tante en oom de regeling van de erfenis van Hendrick Jacobs, wed. Teunisje Jans. Genoemd: Aris Faessen en Peter Druijf (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 09-09-1726; 11-10-1726; 17-09-1727; 24-09-1727; 20-10-1727; 08-12-1727).

Niet meer genoemd in het lidmatenregister van 1740.

Oudschildgeld Woudenberg 1735: Couwenhoven, de wed. Erris Faassen.

In 1734 wordt Dirkje Wolberts, wed. Aris Faassen wegens pachtschuld gedwongen om de inboedel van Couwenhoven over te geven aan de verpachter, het Mariënhof (Not. Amersfoort 037a004; 30-11-1734).

In 1743 wordt Lambert Cornelisz wegens pachtschuld gedwongen om de inboedel van Couwenhoven te verkopen (Not. Amersfoort 037a011, nr. 47; 02-08-1743 en nr. 51; 11-08-1743).

Uit dit huw.:

1. Faas Arrisz, ged. Scherenzeel 16-02-1716, op Kouwenhoven

2. Jantje Arris, ged. Scherenzeel 30-01-1718, op Couwenhoven

3. Meertje Arris, ged. Scherenzeel 16-03-1721, op Couwenhoven

4. Geertje Arris, ged. Scherenzeel 05-07-1722, op Couwenhoven

5. Gerrit Arrisz, ged. Scherenzeel 09-04-1724, op Kouwenhoven, volgt Va

6. Geertje Arris, ged. Scherenzeel 10-03-1726, op Kouwenhoven

 

IVb

Frans Faessen, ged. Scherpenzeel 25-02-1694, op Kleijn Moorst, tr. Renswoude 06-11-1729Neeltje Peters van Sniddelaar, dr. van Peter Jansen van Sniddelaar en Gijsbertje Breunissen. Neeltje, tr. (2) Woudenberg 30-11-1749 Peter Petersz van Zutphen, wed. Jannigje Teunissen

Van 1730-1739 wonen zij op de Kouwenhoverkamp op Voskuilen en in 1743 op Klein Oudenhorst, beide onder Woudenberg.

In 1741 pacht Frans Faassen, won. Couwenhoven van de Heer van Heemskerk de boerderij Klein Oevelaar met 4 morgen land onder Woudenberg, van 1741-1747 voor f 43,= per jaar (Not. Amersfoort 033a006, nr. 4; 06-01-1741).

Uit het 1e huw.:

1. Fijtje Fransen van Engelaar, ged. Scherpenzeel 27-08-1730, op Voskuilen

2. Peter Fransen, ged. Scherpenzeel 03-05-1733, op Voskuilen

3. Aris Fransen, ged. Scherpenzeel 24-04-1735, op Voskuilen

4. Peter Fransen, ged. Scherpenzeel 27-10-1737, op Voskuilen

5. Faes Fransen, ged. Scherpenzeel 11-10-1739, in de Kouwenhoover Kamp

6. Faas Fransen van Engelaar, ged. Scherpenzeel 01-09-1743, op Kleijn Oudenhorst, volgt Vb

7. Huijbertje Fransen, ged. Woudenberg 09-01-1746, get. Hendrikje Everts

 

IVc

Cornelis Arrisz van Selder, ged. Scherpenzeel 30-10-1664, op Zelder, tr. Amerongen 27-10-1695 Jantje Tijssen, ged.? Renswoude 09-02-1673, dr. van Tijs Jansen

In 1696 huurt Cornelis Arrisz van Selder huis en hofstede met 20 morgen land in De Groep onder Amerongen van Catharina Elisabeth de Cupre wed. Bergeyck, in leven burgermeester, van 1696-1699 voor f 90,= (HUA; U102a4, nr. 14; 11-01-1696).

Uit dit huw.:

1. Aris Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 02-08-1696, volgt Vc

2. Teuntje Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 03-04-1698, aen de Groep, tr. Scherpenzeel 16-11-1727 Jan Helmertsz van Overeem, ged. Woudenberg 21-01-1703, zn. van Helmert Dircksz van Overeem en Adriaantje Jans van Huijstede

3. Geertje Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 12-03-1702, aen de Groep, tr. Amerongen 13-11-1729 Dirk Teunissen Langelaar, ged. Scherpenzeel 17-01-1700, zn. van Teunis Cornelisz van Langelaar en Grietien Melchertsen

4. Brand Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 25-05-1704, aen de Groep

5. Jantje Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 13-02-1707, aen de Groep, tr. Amerongen 13-11-1729 Jacob Cornelissen, van den Roden Haan

6. Brand Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 05-05-1709, aen de Groep, tr. Woudenberg 12-11-1741 Gerritje Gerrits van Lambalgen

            Uit dit huw.:

1. Jantje Brands van Selder, ged. Scherpenzeel 13-05-1742, op Taienhorst onder Amerongen, tr. (1) Woudenberg 13-11-1768 haar neef Helmert Jansz van Overeem, ged. Scherpenzeel 19-08-1731, zn. van Jan Helmertsen van Overeem en Teuntje Cornelissen van Selder, tr. (2) Scherpenzeel 14-04-1782 Peter Cornelissen Verschuur, ged. Renswoude 13-08-1741, bij Spikhorst, zn. van Cornelis Jansz Verschuur en Lijsbeth Petersen van Kampen, tr. (3) Woudenberg 12-07-1789 Cornelis Willemsz van Harskamp, geb. Woudenberg

2. Neeltje Brands van Selder, ged. Scherpenzeel 07-06-1744, aen de Groep onder Amerongen, tr. Woudenberg 31-01-1768 Gijsbert Hendriks van Daselaar

3. Cornelisje Brands van Selder, ged. Scherpenzeel 03-10-1745, op Taienhorst onder Amerongen, tr. (1) Amerongen 05-05-1771 Bart Wulfertsen van Meerveld, ged. Scherpenzeel 26-06-1735, op Coudijs, zn. van Wulphert Teunissen Meerveld en Geertje Barten, tr. (2) Amerongen 05-12-1773 Aris Cornelissen van Ginkel, ged. Leersum 11-10-1744, ov. Renswoude 10-04-1824, zn. van Cornelis Melcherts van Ginkel en Jannigje Ernsten van Selder

4. Gerrit Brandsz van Selder, ged. Scherpenzeel 02-06-1748, op Taienhorst in de Groep

5. Arisje Brands van Selder, ged. Scherpenzeel 17-06-1753, op Kl. Bruijnhorst onder Woudenberg

7. Tijs Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 12-03-1713, aen de Groep

 

Va

Gerrit Arensen/Arrissen van Engelen, ged. Scherpenzeel 09-04-1724, tr. Amersfoort 09-02-1753 (att. van Lunteren en Leusden) Jannigje Hendriksen Schuurman, ged. Lunteren 16-12-1727, dr. van Hendrik Evertsen Schuurman en Evertje Carels van Ettikhoven.

Uit dit huw.:

1. Dirkje Gerrits van Engelen, ged. Amersfoort 07-10-1753, tr. Ede 01-02-1784 Tijmen van de Lagemaat, ged. Woudenberg 27-03-1757, zn. van Gijsbert Gijsbertsz van de Lagemaat en Beatrix Hendriks van Nieuwenhuizen

2. Evertje Gerrits van Engelen, ged. Amersfoort 07-01-1755

3. Gerritje Gerrits van Engelen, ged. Amersfoort 26-09-1756

4. Maartje Gerrits van Engelen, ged. Scherpenzeel 28-09-1760, aen ´t Oosteijnde, begr. Ede 02-10-1804, tr. Woudenberg 26-02-1786 Jan Lubbertsen Hogeweg, ged. Renswoude 17-06-1753, begr. Ede 03-04-1805, zn. van Lubbert Aelbertsz van ´t Willer en Cornelia Gijsberts van de Vliert

5. Hendrik Gerritsz van Engelen, ged. Scherpenzeel 23-09-1764

 

Vb

Servaas/Faas/Frans Fransz van Engelaar/Engelen/Enge, ged. Scherpenzeel 01-09-1743, op Kleijn Oudenhorst, tr. De Bilt 16-05-1773 Maria/Maaijken/Marritje Baars, geb. De Bilt 11-01-1745, ov. Woudenberg 06-11-1818, dr. van Aart Baars en Aaltje Wolfswinkel

Uit dit huw.:

1. Frans Faassen van Engelaar, ged. Woudenberg 27-03-1774, get. Feijtje Fransen van Engelaar

2. Aaltje Faassen van Engelaar, ged. Woudenberg 06-06-1779

3. Aart Faassen van Engelen, ged. Doorn 11-11-1781

4. Francina Faassen van Engelen, ged. Doorn 11-04-1784

5. Frans Faassen van Engelen/Enge/Inge, ged. Doorn 25-03-1787, ov. Woudenberg 07-07-1831, tr. Woudenberg 06-03-1813 Maria van Otterlo, geb./ged. Scherpenzeel 15-08/07-09-1788, in het Gooswilliger Veldhuijsje, dr. van Wouter Jansz van Otterlo en Hanna Gerrits van Ginkel. Maria, tr. (2) Woudenberg 17-03-1838 Mees Haverstee, wed. Catharina Valkenburg, geb. Woudenberg 30-07/25-08-1799, ov. Woudenberg 30-11-1842, zn. van Hendrik Haverstee en Gijsbertje van Hardeveld

In 1839 leent Maria van Otterlo, eerder wed. Frans van Engelen, nu x Melis Haverstee, wever onder Woudenberg f 120,= van Hendrik den Uijl, winkeier te Scherpenzeel. Onderpand: ¼ deel inhet door hem bewoonde huis, zijnde twee woningen, erf, werf en tuin achter Scherpenzeel onder Woudenberg, sectie C 457-459, erfpachtgrond (Notarieel Scherpenzeel 1212 nr. 60; 01-11-1839).

            Uit het 1e huw.:

1. Maatje van Engen, geb. Woudenberg 07-08-1813, ov. Woudenberg 27-05-1845, tr. Woudenberg 02-07-1836 Jan de Koning, geb. Renswoude 1815, zn. van Aartje de Koning

            2. doodgeboren, Woudenberg 22-02-1821

            3. doodgeboren, Woudenberg 10-08-1822

            4. doodgeboren, Woudenberg 05-04-1824

            5. Johanna van Ingen, geb. Woudenberg18-09-1825

 

Vc

Aris Cornelissen van Selder, ged. Scherpenzeel 02-08-1696, tr. Scherpenzeel 15-11-1722 Reintje Ernsten van Ginkel, ged. Barneveld 02-08-1696, dr. van Ernst Hermsen van Ginckel en Wijmtje Hendricks. Reintje, tr. (2) Hermen Wulfertsz

In 1721 wordt Aris Cornelissen van ´t Selder, knecht bij Stijn Loeft aangeklaagd wegens vechten in de Valck (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 10-11-1721).

Uit dit huw.:

1. Jantje Arissen van Selder, ged. Scherpenzeel 06-06-1723, aan de Groep

2. Jantje Arissen van Selder, ged. Scherpenzeel 25-02-1725, aan de Groep onder Amerongen, ov. Amerongen 17-01-1814, tr. Leersum 29-10-1741 Cornelis Melchersz van Ginkel, ged. Scherpenzeel 04-01-1728, begr. Renswoude 23-08-1788, zn. van Melchert Teunissen Langelaar en Hendrikje Claassen

3. Weimpje Arissen van Selder, ged. Scherpenzeel 05-10-1727, aan de Groep onder Amerongen, begr. Renswoude 10-10-1791, tr. Leersum 28-03-1751 Willem Lammerts Hardeman, ged. Renswoude 21-04-1726, begr. Renswoude 12-11-1803, zn. van Lammert Cornelissen Hardeman en Grietje Wouters Vereem. Willem, tr. (2) Woudenberg 25-02-1798 Hanna Jansen van Amerongen, wed. Geurt Dirksen van Langelaar

4. Cornelis Arissen van Selder, ged. Scherpenzeel 07-05-1730, aan de Groep

5. Grietje Arissen van Selder, ged. Scherpenzeel 24-10-1734, aan de Groep, ov. Doorn 13-12-1817, tr. Leersum 08-12-1763 Johannes/Hannis Willemsen van Ginkel

6. Ernst Arissen van Selder, ged. Scherpenzeel 08-06-1738, aan de Groep

 

 

 

Samengesteld door

Henk van Woudenberg

augustus 2008