Overeem

Het voorgeslacht van de onderstaande Cornelis Gerritsz Overeem staat in Overeem (2), dat ik van internet haalde

Overeem (1)

I
Arris/Andries Hendricksz van Overeem, geb. ca. 1535, ov. ca. 1586, tr. NN

In 1566 is Andries Henricksz van Overeem leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 82vo; 10-06-1566).

Uit dit huw.:
1. Henrick Arrisz van Overeem, geb. ca. 1560, ov. ca. 1619

In 1587 wordt Henrick Andriessen van Overeem beleend na dode van zijn vader Andries Henricksz met de helft van Nijborg onder Renswoude (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 71; 07-03-1587).
In 1596, 1599, 1603 en 1611 is Henrick Arisz Overeem leenman van Huis Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 59vo; 16-02-1596, fol. 67; 08-05-1599; fol. 86vo; 16-03-1603, fol. 111; 26-09-1611).
In 1613 wordt Henrick Arrissen beleend met de helft van Nijborg onder Renswoude. Hij vraagt octrooi om alleen te testeren voor dit leengoed en beslist niet voor zijn Gelderse goederen. Hij heeft al toestemming van de Staten van Utrecht, gepasseerd op 14-02-1607 en zijn testament laten passeren voor het gerecht van Renswoude op 21-12-1612 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 119; 18-05-1613).

2. Cornelis Arrisz van Overeem, volgt IIa
3. Jan Arrisz van Overeem, volgt IIb
4.
Marie Arrisdr van Overeem, tr. Evert NN (Faassen?)

In 1620 wordt Marie Arrisdr van Overeem, momber: Jan Arrisz beleend na dode van haar broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620).
Uit dit huw.:
1. Jan Evertsz

In 1621 wordt Jan Evertsz beleend na dode van zijn moeder Marie Arrisdr met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 140; 26-06-1621).

IIa
Cornelis Arrisz van Overeem, ov. ca. 1624, tr. Reijertgen Helmertsdr, ov. ca. 1638

In 1620 wordt Cornelis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620).
In 1620 wordt Cornelis Arrisz van Overeem, beleend met een vierde van de helft van Nijborg. Hij vraagt octrooi om te testeren. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 139vo; 21-12-1620).
In 1625 wordt Reijertgen Helmertsdr, weduwe van Cornelis Arrisz, mombers: Marten Jansz Wolfswinckel en Cornelis Jan Toenisz, gelijftocht volgens octrooi van 21-12-1620 met het vierde deel van de helft van Nijborg, volgens testament van 16-02-1621, notaris Rijck van Mulenborch te Amersfoort (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 150vo; 06-04-1625).

Uit dit huw.:
1. NN, innocent
2. Cornelis Cornelissen van Overeem, tr. NN

In 1639 wordt Cornelis Cornelissen van Overeem, wegens “innocentie” van zijn oudste broer, beleend na dode van zijn vader Cornelis Arrissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 16-02-1621 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 201vo; 13-03-1639).
In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op ’t Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; 13-03-1639).

Uit dit huw.:
1. Petergen Cornelissen, op Overeem, tr. Scherpenzeel 05-01-1617 Peter Ariaensen, op de Haer
2. Hendrick Cornelissen, op Overeem, tr. Scherpenzeel 09-08-1618 Wilmghen Toenissen, op Huistede

3. Teunis Cornelissen van Overeem, ov. voor 1669, tr. Gijsbertje Faessen, dr. van Faes Evertsz en Grietgen, op Selder

In 1639 wordt Thonis Cornelissen, wonende op ’t Broeck, beleend door opdracht van Cornelis Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,203,210; 13-03-1639).
In 1639 verkopen Erris Jansz, won. Glashorst, mede namens zijn vrouw en kinderen, voor de helft, Verweij, drost van Amerongen namens de onmondige kinderen van Reijertgen Helmerts, wed. Gerrit Thonisz Overeem voor het resterende(?) vierde deel aan Thonis Cornelisz, en Gijsbertgen Phaes, won. Het Broeck het erf Nijborg oftewel Klein Overeem uitgezonderd de twee bergen, schuur, bakhuis en oven; oost: Groot Overeem; west: Wolfswinckel; noord: Wittenoort; zuid: Nienborch of Spickhorst. Koop was op 16-07-1635 (Recht. Arch. Renswoude 1800; 11-08-1639).
Uit dit huw.:
1. Evertje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 31-12-1643, op Overeem, tr. Renswoude 24-11-1678 Aris Fransen, won. Renswoude

In 1669 wordt Evertien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 41; 21-04-1669).

2. Cornelisje Teunissen van Overeem, van Renswoude, won. Amersfoort, ov. Scherpenzeel 14-08-1689, tr. Renswoude (otr. Scherpenzeel en Amersfoort) 14-11-1669 Jan Martensen van Wolfswinckel, wed. Gerbrechtje/Gijsbertje Jans, ov. Scherpenzeel 15-11-1673, zn. van Martens Jansz van Wolfswinckel en Aeltje Willems

In 1669 wordt Cornelissien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; 21-04-1669).
Lidm. Scherpenzeel 01-04-1670: Cornelia van Overeem, hv Jan Martensen van Wolfswinkel, met attestatie van Amersfoort.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Jan Martensen van Wolfswinckel en Cornelia Teunissen van Overeem.

3. Grietje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-08-1647, op Overeem

In 1669 wordt Grietien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40; 21-04-1669).

4. Faes Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 01-12-1650, op Overeem
5. Faesjen Teunissen van Overeem, tr. Renswoude 29-06-1673 Thijs Cornelisz

In 1679 transporteren Thijs Cornelisz en  Faesjen Teunissen van Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Jan Berentsz en Phijgje Willems (Laansma, boerderijen van Renswoude, blz. 57; 12-11-1679).

6. Hendrickje Teunissen van Overeem, tr. Renswoude 08-03-1674 Elis Gerritsen van Beckbergen, van Scherpenzeel

In 1669 wordt Henrickien Theunissen van Overeem, jd, momber: Evert Faesen, beleend met een vierde deel van de helft van Nijborg na dode van haar vader Theunis Cornelissen (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 40vo; 21-04-1669).
Lidm. Scherpenzeel 07-06-1674: Hendrikje Teunissen van Overeem, hv Elis Gerritsen van Beckbergen, met attestatie van Renswoude.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Elis Gerritsen van Beckbergen en Hendrikje Anthonissen van Overeem.

IIb
Jan Arrisz van Overeem, tr. NN

In 1620 wordt Jan Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620).

Uit dit huw.:
1. Arris/Andries Jansz van Overeem, geb. ca. 1595
, ov. voor 1668, tr. Gerritje Teunissen

In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van zijn vader Jan Arrissen van Overeem met een vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; 23-10-1621).
In 1621 wordt Arris Jansz van Overeem beleend door opdracht van Jan Eversz met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 142vo; 23-10-1621).
In 1629 eist Arijs Janssen van Overeem betaling van een paard t.w.v. f 106-10 van Huijbert Thonisz Quint, borg: de schout, bet. f 106-10 (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol. 30; 18-06-1629).
In 1630, 1636 en 1638 wordt Arijs Jansen van Overeem genoemd als leenman
(Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 185vo,186vo; 10-09-1630. fol. 195; 24-08-1636. fol. 199; 02-01-1638).
In 1632 wordt Anderies van Overeem beleend door opdracht van Aelbert Tuenissen van Glashoerst met een stuk bouwland, vier morgen groot, met een stuk land genaamd Haevercamp met het veentje en heetveld op 12-03-1624 gekocht van zal. Derck Jordensen, behorende onder de enen helft van Roijwinckel. Nog een stuk land genaamd Croemmestuck met een uitweg over het land dat Evert Jansen gekocht heeft van Roijwinckel. Nog twee stukken land van Roijwinckel genaamd het Hoege stuck en de Legge camp met de weg vanaf Gijsbert Brantsen tot aan het meentveld. Omdat het vier lenen betreft moeten vier heergewaden betaald worden (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 190vo; 19-11-1632).

In 1633 verklaren Arijs Jansz van Overeem x Gerritgen Anthonis, momber: Aelbert Anthonissen van Glashoerst dat zij hun goederen hebben moeten verkopen om de bovenstaande vier lenen te kunnen kopen. Zij lijftochten elkaar met de gekochte goederen. Na hun dood krijgen de kinderen een gelijk erfdeel met dien verstande dat de oudste zoon f 200,= extra krijgt. Vier onpartijdige mannen zullen het goed taxeren en dan kan de oudste de anderen uitkopen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 192; 09-02-1633).
Lidm. Scherpenzeel Kerst 1633: Arijs Janssen van Overeem en Gerritgen Thonissen.
In 1636 doen Arijs Jansz van Overeem en Cornelis Cornelissen de Jonge, secre­taris een eed (Recht. Arch. Scherpenzeel 2 fol. 48vo; 21-03-1636).
In 1639 transporteert Erris Jansz, won. Glashorst namens de kinderen van Gerrit Thonisz Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Thonis Cornelis, en Gijsbertge Phaes (Laansma, blz. 57; 11-08-1639).

In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo,204; 13-03-1639).
In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Arris Janssen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 205; 13-03-1639).
In 1639 wordt Arris Jansen van Overeem x Garritjen Thonnis beleend door opdracht van Evert Jansen x Jannitgen Garritsen met huis, hof, berg, schuur, brink en het nieuwe land van Roijwinckel (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 211vo; 05-08-1639).
Lidm. lijst Scherpenzeel 1657: Gerritien Arris Jansen, op Roijwinckel.
In 1668 leent Gerrijtgen Thoenijssen, wed. Arrijs Jansen van Oevereem, momber: Jan van Nijmwegen. In presentie van haar zonen Hendrijck Aerissen en Jan Aerssen, mombers van de onmondige Gijesbertgen Wijllems, de dochter van haar zuster Gijesbertgen, f 1300,= van Gerrit Thoenijssen, wonende aan de Groep onder Ommeringen (Amerongen). Onderpand: Roeijwijnckel (Leenboek Huis Scherpenzeel 121 fol. 36; 25-02-1668).

Uit dit huw.:
1. Hendrick Arissen
2. Jan Arissen, volgt IIIa
3.
Gijsbertje Arrisdr Overeem, tr. Amerongen 26‑10‑1651 Willem Jacobs Snack, won. Amerongen

Uit dit huw.:
1. Gijsbertgen Willems

Genoemd in 1668, onmondig (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 36; 25-02-1668).

4. Marritien Arrissen, tr. Scherpenzeel 09-11-1662 Aelbert Cornelissen, wed. Grietien Arrissen

IIIa
Jan Arissen, ov. voor 1689, tr. Geertje Ernsten

In 1685 eist Geertjen Eernsten betaling van f 1-10 van Mosis, de Jood (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 30-11-1685).
Lidm. Scherpenzeel 31-03-1689: Geertje Ernsten, wed Jan Aertsen, won op Heijntjeskamp, met attestatie vertrokken naar Veenendaal.

Uit dit huw.:
1. Jantien Jans, ged. Scherpenzeel 14-10-1660, op Roijwinckel
2. Cunera Jans, ged. Scherpenzeel 21-09-1662, op Roijwinckel
3. Ernst Jansz, ged. Scherpenzeel 21-11-1669, op Roijwinckel
4. NN Jans, ged. Scherpenzeel 05-03-1671, op Roijwinckel
5. Reijertje Jans, ged. Scherpenzeel 24-08-1673, op Roowinckel
6. Aert Jansz, ged. Scherpenzeel 02-02-1679, op de Kleijn Hoeve


Overeem (2)

I
Arris van Overeem, tr. NN
Uit dit huw.:
1. Henrick Arrisz van Overeem

In 1620 wordt Toenis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620).

2. Thonis Arrisz van Overeem, volgt II

II
Thonis Arrisz van Overeem, ov. ca. 1626, tr. NN (Teuntje Aerts?)

In 1612 wordt Thonis Arrisz van Overeem beleend na opdracht door Johan Jansz Mom met de hofstede ´t Voort. In 1625 verkoopt hij het aan Jan Jansz van Beckbergen (HUA, Leenhof  99, fol. 101; 1612. Beleningen Holevoet nr. 13).
In 1620 wordt Toenis Arrisz van Overeem beleend na dode van zijn broer Henrick Arrisz van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg volgens testament van 19-04-1616 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 138vo; 03-02-1620).

Uit dit huw.:
1.
Arris Thonisz van Overeem, tr. Scherpenzeel 18-04-1613 Imtgen/Jutgen Hermsen, van de Ginckelsche Veen

Uit dit huw.:
1. Hendrik Arrissen, van Overeem, tr. Amerongen 26-12-1644 Geertjen Cornelis, van Ginckel
2. Goertgen Arissen, ged. Scherpenzeel 02-09-1615
3. Lijsgen Arissen, ged. Scherpenzeel 16-02-1617
4. Arrisgen Arissen, tr. Renswoude 17-12-1654 Cornelis Thonissen
5. Gijsbertje Arrisdr Overeem, van Scherpenzeel, tr. Amerongen 26‑10‑1651 Willem Jacobs Snack, won. Amerongen

2. Gerrit Thonisz, van Overeem, volgt IIIa
3. Anna Anthonissen, van Overeem, tr. Scherpenzeel 19-04-1617 Jan Elissen, van Scherpenzeel
4. Franck Anthonisz van Overeem, tr. Gerritje Gerritsz, ov. na 1635

Lidm. Scherpenzeel 07-04-1613: Franck Anthonissen.
Lidm. Scherpenzeel 24-12-1614: Geretghen Franck Anthoenissen hv.
In 1618 wordt Franck Thonisz beleend met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; 12-11-1618. Beleningen Holevoet nr. 20 + bijlage op blz. 54).
Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 65: FRANCK ANTHONISS VAN OVEREEM ANNO 1625.
In 1620 wordt Franck Anthonis van Overeem beleend na opdracht door Thonis Arrisz van Overeem, zijn vader, met drie hoven in ´t Voort. In 1620 verkoopt hij het aan Joachim Lubbertsz (HUA, Leenhof 99, fol. 101; 1612. Beleningen Holevoet nr. 13).
In 1624 is Cornelis Jansz van Begbargen f 40-1 schuldig aan Reijer Jacobsz wegens overgenomen schulden van Franck (Anthonisz) van Overeem (x Gerritje Gerrits) (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 5; 26-04-1624).
In 1624 eist Franck van Overeem betaling van f 8-3-8 van Geertje, wed. Cortlevens (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 7,8; 07-06-1624 en 12-07-1624).
In 1624 wordt Lourens van Wijelant, secretaris van Woudenberg, gemachtigd om namens Oth van Bladel, lakenkoper te Amersfoort en Cornelis Cornelisz. d’Jonge, brouwer, van Franck van Overeem, won. Scherpenzeel voor de schout en Gerechte van Amerongen de gerechtelijke schuldbekentenis te vorderen van een hoofdsom van 400 Carolus gulden, te betalen in 8 jaarlijkse termijnen van 50 gulden, en daaraan zeker perceel veen te verbinden dat Franck van Overeem bezit in dit gerecht van Amerongen, op welk veen een achterstand in de termijnen verhaald mag worden. Dit alles overeenkomstig het akkoord tussen de comparanten en Franck van Overeem van 23-08-1624 (Not. J. van Ingen, Amersfoort, AT002a002 folio 380; 29-08-1624).
In 1625 eist mr. Sijmen betaling van f 4,= van Franck van Overeem voor behandeling van de kwetsuren Franck aangedaan door Tonis Elissen of zijn zoon (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 12,15; 13-12-1625 en 07-03-1625).
In 1625 eist Rijck Petersz namens Franck Overeem betaling van f 11,= van Wouter Petersz Run (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 15; 04-04-1625).
In 1625 eist Rijck Petersz namens Franck Overeem betaling van een schepel rog van Engel Hendricksz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 15,16; 04-04-1625).
In 1625 eist Rijck Petersz namens Franck Overeem betaling van de keuren van honderd waag wol of f 100,= van Jan van Schaeijck uit Amersfoort (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 15vo; 04-04-1625).
In 1635 eist Gerritgen Vrancken, wed. betaling van f 12,=  van Jan Jacobsen, op Wolfswinckel, voor gebrouwen draf, door zijn zal vader van Franck van Overeem gekocht. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol. 56. 2 fol. 24vo,25vo; 09-03-1635).
In 1631 wordt Gerritje Gerrits, wed. Franck Thonisz beleend na dode van haar man, zijnde zes jaar dood, met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; 22-10-1631. Beleningen Holevoet nr. 20+ bijlage op blz. 54).

Uit dit huw.:

                        1. Cornelis Francken van Overeem, ged. Scherpenzeel 02-06-1611

2. Weimgen Francken van Overeem, ged. Scherpenzeel 30-04-1615, (tr.? Cornelis Jansz van Begbargen, zie hierboven 26-04-1624).
3. Aeltje Francken van Overeem, tr. Geurt Jansz van de Glind, brouwer

In 1643 is Wulffer Gerrets, op Moorst en Jan Aertsen, ooms en mombers van de vier onmondige kinderen van Willem Gerret Michgelsz x Marretgen Gerretss, zuster van Wulffer, beiden overleden, borgen: Geurt Jansz van de Glind, brouwer en Sander Huijbers, kerkmeester (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 97vo; 05-01-1643).
In 1645 wordt Geurt Jansz van de Glind, won. Woudenberg  x Aeltje Francken van Overeem als enige nagelaten dochter beleend na dode van Gerritje Gerrits, wed. Franck Thonisz beleend na dode van haar man, zijnde zes jaar dood, met een hofstede bij Scherpenzeel. Geurt verkoopt het dezelfde dag aan Cornelis Arisz van ´t Willer (Leenregister Huis Geerestein; 08-11-1645. Beleningen Holevoet nr. 20+ bijlage op blz. 54).

5. Gijsbert Thonisz, op Overeem, tr. Weijmptgen Everts

Uit dit huw.:
1. Wouter Gijsbertsz
2. Willem Gijbsertsz (Overeem), won. Goos Willige onder S., otr. Renswoude 1647 Maijge Ariese, wed. Peter Brande

Uit dit huw.:
1. Weimtie Willems van Overeem, ged. Renswoude 1650
, tr. (1) ) Renswoude
26-11-1682 Maas Roelofsz Methorst, tr. (2) Renswoude 21-02-1692Frans Jansz van Overeem, van Rumelaar, zie onder
2. Maijken Willems, ged. Renswoude 20-11-1653

3. Gijsbertgen Gijsbertsz, tr. NN

In 1651 erf Gijsbertgen Gijsbertsz, weduwe van Goedswilligen f 900,= van haar zal. moeder Weijmptgen Everts, borgen: Gijsbert Anthonisz, vader en Evert Gijsbertsz, broer (Recht. Arch. Scherpenzeel nr 1, fol. 124; 06-03-1651).

4. Evert Gijsbertsz

In 1651 erf Gijsbertgen Gijsbertsz, weduwe van Goedswilligen f 900,= van haar zal. moeder Weijmptgen Everts, borgen: Gijsbert Anthonisz, vader en Evert Gijsbertsz, broer (Recht. Arch. Scherpenzeel nr 1, fol. 124; 06-03-1651).

III
Gerrit Thonisz, van Overeem, ov. voor 1649, tr. Scherpenzeel 01-12-1616 Thoengen Jansen

Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 60: GERRIT THONISSEN VAN OVEREEM ANNO 166..
In 1618 wordt Gerrit Thonisz beleend met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; 12-11-1618. Beleningen Holevoet nr. 20).
In 1626 wordt Gerrit Toenisz van Overeem beleend na dode van zijn vader Toenis Arrisz van Overeem met een vierde deel van de helft van Nijborg. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 164vo; 14-09-1626).
In 1629 eist Annicken Lubberts betaling van een obligatie van Gerrit Thonisz van Overeem, namens zijn zal. vader (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 30vo; 18-06-1629).
In 1632 wordt Gerrit Anthonisz van Overeem beleend door opdracht van Gerritje Gerrits, wed. Franck Anthonis van Overeem een deel in drie hoven in ´t Voort (HUA, Leenhof 103, fol. 29; 1632. Beleningen Holevoet nr. 13b).
In 1634 koopt Gerrit Thoniss Overeem de tiend van ´t Voort voor een jaar (Register verkoop tienden van het Kapittel van St. Pieter in Utrecht. Transcriptie Dick van Wageningen, blz. 41).
In 1635 wordt Gerrit Thonisz van Overeem beleend na opdracht door Jan Albertsz Holtappel met een gedeelte van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 103, fol. 148; 1635. Beleningen Holevoet nr. 19).
In 1636 eist Jacob Gijsbertsz betaling van f 53-10 van Gerrit Thonisz van Overeem als borg voor Thonis Harbarse, schipper te Rhenen, als restbetaling van geleverd hout (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 62 en 2, fol. 43,45,46; 25-01-1636 en 22-02-1636).
In 1639 transporteert Erris Jansz, won. Glashorst namens de kinderen van Gerrit Thonisz Overeem het erf Nijborg oftewel Klein Overeem op Thonis Cornelis, en Gijsbertge Phaes (Laansma, blz. 57; 11-08-1639).
In 1639 wordt Thonis Cornelissen beleend door opdracht van Gerrit Thonissen met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 202vo; 13-03-1639).
In 1639 eist Cornelis Huijbersz betaling van een obligatie van Gerrit Thonisz van Overeem, zoon van Thonis Aressen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 92-97; 21-10-1639 tot 09-12-1639).
In 1645 wordt o.a. Wulffer, smid aangeklaagd door Gerrit Thonisz van Overeem wegens betaling van Schapenvellen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 213vo-215; 15-12-1645).

Uit dit huw.:
1. Jan Gerritsz
van Overeem, ged. Scherpenzeel 27-06-1618
2. Teunis Gerritsz van Overeem, volgt IVa
3. Cornelis Gerritsz van Overeem, volgt IVb
4. Aart Gerritsz Overeem, tr. Amersfoort 25-11-1652 Gerritje Roelofs, van Amersfoort, dr. van NN en Metken Gerrits
5. Maria
Gerrits van Overeem, won. Amsterdam, tr. Scherpenzeel 13-09-1674 Hendrick Willemsen Mom, wed. Marrijtje Geurts van de Glind

Lidm. Scherpenzeel Kerst 1658: Maria Garrits van Overeem, met attestatie van Breukelen, met attestatie vertrokken naar ?
Lidm. Scherpenzeel 20-09-1674: Maria Gerrits van Overeem, hv Hendrick Willemsen Mom, met attestatie van Amsterdam.

6. Heijltje Gerrits van Overeem, tr. Matheus Johannes Roestadius, med. dr. en mr. in de Latijnse school te Utrecht

Lidm. Scherpenzeel 11-04-1658: Heijtien Garrits van Overeem, jd, met attestatie vertrokken naar Utrecht.

7. Frank Gerritsz van Overeem, spiesemaker op de Zeedijk te Amsterdam, tr. (1) Maria van Cockengen, tr. (2) Beatrix van Mahuus
                Zij laten tussen 1669 en 1686 negen kinderen dopen in de Oude Kerk van Amsterdam.

8. Teuntje Gerrits van Overeem, tr. Scherpenzeel 19-01-1662 Jan Wulfertsen van Groot Moorst, rademaker, zn. van Wulfert Gerritsz
               

                Lidm. Scherpenzeel 11-07-1658: Teuntien Garrits van Overeem.
                Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Teeuntje Gerrits van Overeem hv Jan Wulfertsen.
                Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Teuntje Gerrits van Overeem, wed. Jan Wulferts.

IVa
Teunis Gerritsz van Overeem, geb. ca. 1625, schoenmaker, ov. Scherpenzeel 13-03-1692, tr. Scherpenzeel 02-05-1658 Marritien Jansen, won. Ginckel in Zuilenstein, ov. Scherpenzeel 04-05-1684, dr. van Jan Jansz

In 1658 wordt Thonis Gerritsz als oudste zoon beleend na dode van zijn vader Gerrit Thonisz met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; nov. 1658. Beleningen Holevoet nr. 20).
In 1649 wordt Thonis Gerritsz van Overeem, mede namens broers en zuster, beleend na dode van hun vader Gerrit Thonisz Overeem met een gedeelte van het erf ´t Voort. In 1666 belenen zij het op hun ´moey´ Theuntje Aerts, won. Dordrecht (HUA, Leenhof  107, fol. 78; 1649 en Leenhof 108, fol. 116; 1666. Beleningen Holevoet nr. 19).
Lidm. Scherpenzeel 11-07-1658: Teunis Garritsen van Overeem en Marritien Jans.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Teunis Gerritsen van Overeem en Marrijtje Jansen.
In 1674 wordt Thonis Gerritsz van Overeem beleend na dode van zijn ´moey´ Theuntje Aerts met een gedeelte van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 109, fol. 130; 1674. Beleningen Holevoet nr. 19).
In 1682 eist Teunis Gerritsen van Overeem betaling van f 68,= van Hermen Hundeler wegens verschuldigde landpacht (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 14-11-1681 en 11-12-1682).
Thonis Gerritsz, schoenmaker woont 1680-1693in een huis in de Achterstraat, daarna zijn kinderen van 1693-1697 en dan zijn zoon Gerrit Teunisz Overeem van1697-1730.
In 1699 verschijnen voor het gerecht van Woudenberg Elbert Jansz voor zichzelf en samen met Hermen Jansz als mombers van het onmondige soontje van Brant Jansz x Errisje Jans en Elbert Jansz met Jacob Gerritsz als mombers vande drie onmondige kinderen van de voornde Brant Jansz x Maijgie Kosters, en Hendrick Hermensz x Jannitje Jans, voor hemzelf en voor Luijtje Cornelis, idem Geertje Jans, Meijndert Veenhuijsen x Grietje Jordensz, Gerrit Teunisz, Jan Teunisz voor zichzelf en voor Aert Roelen x Geertje Teunis, Gerrit Teunisz Overeem, Aelbert Teunisz x Metje Teunisz van Overeem. Zij constitueren Matthijs Lagerweij, secretaris van Woudenberg, om voor het gerecht van Leersum optedragen aen Elbert Jansz en zijn huijsvrouw een huijs, berge en schuere en ontrent dartigh mergen lants etc inden Ginckel onder Zuijlesteijn sodanigh als het door haer compten opden 26e Novemb 1698 is verkoft  (RHZ ZOU, arch.nr. 64, dorpsgerechten van Leersum inv.nr. 2473; 15-06-1699).

Uit dit huw.:
1. Gerrit Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-03-1659, volgt Va
2.
Metje Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 25-09-1664, tr. Scherpenzeel 20-10-1695 Aelbert Teunissen van Glashorst, ged. Scherpenzeel 07-08-1670, ov. voor 1738, zn. van Thonis Aelbertsz van Glashorst en Hermtien Willemsen van Wolfswinckel

Lidm. Scherpenzeel 04-04-1686: Metje Teunissen van Overeem, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Metje Teunissen van Overeem, hv Albert Teunissen.
In 1693 worden Gerrit Teunisz van Overeem en Metje Teunis van Overeem beleend na dode van hun vader Teunis Gerritsz met een gedeelte van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 111, fol. 115vo; 1693. Beleningen Holevoet nr. 19).

3. Jan Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 05-12-1675
4. Geertje Teunissen van Overeem, tr. Scherpenzeel 29-07-1688 Aert Roelofsz, op ’t Oude Willer, ov. voor 1714, zn. van Roelof Sandersz en Beatrix Jordens
                Zie genealogie Willaar.


Va
Gerrit Teunissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-03-1659, tr. Barneveld (att. van Scherpenzeel) 05-04-1697 Hendrickje Gerrits, van Barneveld

Thonis Gerritsz, schoenmaker woont 1680-1693in een huis in de Achterstraat, daarna zijn kinderen van 1693-1697 en dan zijn zoon Gerrit Teunisz Overeem van1697-1730.
In 1693 worden Gerrit Teunisz van Overeem en Metje Teunis van Overeem beleend na dode van hun vader Teunis Gerritsz met een gedeelte van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 111, fol. 115vo; 1693. Beleningen Holevoet nr. 19).
In 1696 wordt Gerrit Theunisz als oudste zoon beleend na dode van zijn vader Theunis Gerritsz met een hofstede bij Scherpenzeel (Leenregister Huis Geerestein; 30-12-1696. Beleningen Holevoet nr. 20).
Lidm. Scherpenzeel 23-05-1697: Hendrickje Gerrits, hv Gerrit Teeunissen van Overeem, met attestatie van Barneveld.
Lidm. Scherpenzeel 25-12-1697: Gerrit Teeunissen van Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Gerrit Teunissen van Overeem en Hendrikje Gerrits.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Gerridt Teunisz Overeem
.

Uit dit huw.:
1. Marrijtje
Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 20-02-1698, ov. Scherpenzeel 20-11-1774, tr. (1) Scherpenzeel 29-03-1733 Cornelis van Westrenen, wed. Anna Wolthera Verschagen, won. Tiel, tr. (2) Scherpenzeel 17-09-1741 Evert van Wolfswinkel, wed. Catharina van Sandbrink, won. Veenendaal, tr. (3) Scherpenzeel 04-01-1761 Willem Stevensz Hoogland, wed. Dirkje Aarts

Lidm. Scherpenzeel 09/10-04-1719: Mijtje Gerritsen van Overeem, jd, met attestatie vertrokken naar Rotterdam.
Lidm. Scherpenzeel 04/11-1735: Maria van Overeem, weduwe, met attestatie van Rotterdam.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Maria van Overeem, wed. Wolswinckel.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Maria van Overeem, doorgehaald: Wolswinckel, wed. Hoogland.

2. Gerrit Gerritsz Overeem, ov. voor 1754, tr. (1) Scherpenzeel 01-05-1729 Aaltjen Jacobsen van Breschoten, ged. Scherpenzeel 24-12-1698, dr. van Jacob Hendriksz van Breeschoten en Grietje Jans van Wolfswinkel, tr. (2) Scherpenzeel 06-05-1742 Cornelia Rutgers van Gelkenhorst, ged. Scherpenzeel 09-07-1713, op Heintjeskamp, dr. van Rutger Hendricksz van Gelkenhorst en Geertje Jacobs van de Hoeff, tr. (3) Scherpenzeel 27-04-1749 Evertje van ´t Willaer, wed. Gijsbert Glashorst, ged. Scherpenzeel 01-01-1701, dr. van Aelbert Arissen van ´t Willer en Teuntje Lubbertsen van de Vliert

Zie genealogie. Breeschoten.
Lidm. Scherpenzeel 25/31-12-1724: Gerrit en Willem Gerritsen Overeem, broers, beiden jm.
In 1733 wordt Gerrit Gerritsz van Overeem beleend na dode van zijn vader Gerrit Teunisz met een gedeelte van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 116, fol. 45vo; 1733. Beleningen Holevoet nr. 19).
In 1733 wordt Gerrit Gerritsz van Overeem beleend na scheiding met zijn schoonvader Jacobus Hendriksz van Breeschoten met een stuk heetveld van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof  116, fol. 47; 1733. Beleningen Holevoet nr. 17b).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Evertje Brouwer, nu Glashorst, nu Overeem.
Inwonerslijst Woudenberg 1748, nr. 191 (Achterstraat): Gerrit Ovreem wed. Aaltje Cobusse van Breeschot, bestaan en hantering backer en hoonigzemer, 1 dogter boven 10 j., 1 dogter onder 10 j., 5 m 2 hond 50 roe eijgen land bruijkt samen 7 m 2 hond 50 roe, 1 meijd.
Uit het 1e huw.:
1.
Gerrit Gerritsz Overeem, ged. Scherpenzeel 07-05-1730, in de Agterstraat, jong ov.
2. Grietje
Gerritsz Overeem, ged. Scherpenzeel 20-01-1732, in de Agterstraat, tr. Scherpenzeel 12-05-1754 Cornelis van Santen, ged. Scherpenzeel 21-09-1721, zn. van Albert Jacobsz van Santen en Jantje Cornelissen van Santen

In 1754 wordt Grietje Gerritsz van Overeem beleend na dode van haar vader Gerrit Gerritsz van Overeem met een stuk heetveld van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 119, fol. 125; 1754. Beleningen Holevoet nr. 17b).

3. Hendrikje Gerrits Overeem, ged. Scherpenzeel 14-02-1734, in de Agterstraat, jong ov.
Uit het 2e huw.:
4. Aeltjen
Gerrits Overeem, ged. Scherpenzeel 10-02-1743, in de Agterstraat

In 1754 wordt Aaltje van Overeem beleend na dode van haar vader Gerrit Gerritsz van Overeem met de Haverkamp van het erf ´t Voort (HUA, Leenhof 119, fol. 166; 1755. Beleningen Holevoet nr. 10).

Deze Overeem-lijn sterft uit.

3. Weimtje Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 25-03-1701
4. Antonij
Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 12-11-1702, tr. Scherpenzeel 13-10-1737 Hendrikje de Jonge, wed. Jacobus Hendriksen van Breeschoten, ged. Scherpenzeel 25-09-1707, dr. van Cornelis Gerritsen de Jonge en Armgard van Gein

Zie genealogie Breeschoten.
Uit dit huw.:
1. Jacobus Anthonissen Overeem, ged. Scherpenzeel 27-07-1738

5. Willem Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 23-11-1704, tr. Renswoude 04-05-1732 Jantje Evertsen

Lidm. Scherpenzeel 25/31-12-1724: Gerrit en Willem Gerritsen Overeem, broers, beiden jm.

6. Jan Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 24-03-1706
7. Helena
Gerritsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-11-1707, tr. Utrecht (otr. Scherpenzeel 06-09-1732) 05-10-1732 Melis van Voorthuizen, van Lunteren, zn. van Gijsbert Melissen van Voorthuizen

IVb
Cornelis Gerritsen van Overeem, tr. (1) Scherpenzeel 18-04-1669 Maeijtje Aelbertsen van Santen, ov. Scherpenzeel 23-11-1679, tr. (2) Ede (att. van Scherpenzeel) 04-04-1680 Hendrickje Stevens van Raij, van Ede

In 1663 schenkt Cornelis, zoon van Gerrit Teunissen van Overeem f 1-10 voor een kroonluchter voor de kerk (Archief Grote Kerk 1; 22-01-1663).
Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 12: CORNELIS VAN OVEREEM Ao 1713. Met wapen!!
Lidm. Scherpenzeel 26-09-1675: Cornelis Gerritsen van Overeem en Maetje Aelbertsen van Santen.
Lidm. Scherpenzeel 11-04-1680: Hendrickje Stevens van Raij, hv Cornelis Gerritsen van Overeem, met attestatie van Ede.
Lidm. reg. Scerpenzeel: 1715: Cornelis Gerritsen van Overeem en Hendrickje Stevens van Raij.

Uit het 1e huw.:
1. Gerardus Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) 27-07-1670, volgt Vb
2. Albertus Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) 14-04-1673
3. Johannes/Jan Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) 17-03-1675, volgt Vc
4. Aelbert Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 14-10-1677
Uit het 2e huw.:
5. Maeijtje Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 02-01-1681
6. Maeijtje Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 16-07-1682
7. Ceeltje Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 22-06-1684, tr. Scherpenzeel 18-10-1733 Aart Wulphertsen van Moorst, ged. Scherpenzeel 18-03-1694, zn. van Wulfert Jansen en Lijsbet Aartsen van ´t Ruisscheveen

In 1738 wordt Aart Wulphersen van Moorst beleend door opdracht van Aalbert Cornelissen van Santen, onderschout, met de Hooge kamp in Scherpenzeel met de schuur, gekocht 656 gulden en acht stuivers (Leenboek Huis Scherpenzeel 144 fol. 58vo; 23-08-1738).
Lidm. Scherpenzeel 08-04-1708: Ceeltje Cornelissen van Overeem, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Ceeltje Cornelissen van Overeem, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Aerdt Wulphertzen en Ceeltje Overheem.
In 1776 wordt Cornelis Overeem mede namens zijn mede-erfgenamen beleend na dode van zijn oom Aart van Moorst met de voorste Hooge Camp in Groot Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 120; 28-08-1776).

8. Steven Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 19-09-1686

Lidm. Scherpenzeel 25-12-1711: Steven Cornelissen van Overeem, jm.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Steven Cornelissen van Overeem, jm.

9. Mattheus Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 11-05-1690
10. Antonia Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-11-1692, tr. 19-07-1733 Cornelis Wulfertsen van Moorst, ged. Scherpenzeel 27-11-1701, zn. van Wulfert Jansen en Lijsbet Aartsen van ´t Ruisscheveen

Lidm. Scherpenzeel 02/09-08-1739: Cornelis Wulpherts van Moorst, wed. Toontje Overeem.

Vb
Gerardus/Gerrit Cornelissen van Overeem, ov. Oisterwijk 27-08-1738, ged. Amsterdam (Oude Kerk) 27-07-1670, tr. Scherpenzeel 24-08-1710 Judith Cornelissen van ´t Willer, dr. van Cornelis Aelbertsen van ´t Willaer en Hermtje Willemsen van Wolfswinkel

Lidm. Scherpenzeel 06/17-10-1700: Judithje Cornelissen van ´t Willer, jd, met attestatie van Utrecht.

Uit dit huw.:
1.Hermijntje van Overeem, ged. Oisterwijk juli 1712

Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Hermijntje van Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Hermijntje van Overeem.

2. Geertruijd/Truijtje van Overeem, ged. Oisterwijk 20-08-1713

Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Truijtje van Overeem.

3. Cornelis Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk 20-01-1715
4. Cornelis Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk 14-06-1716, volgt Via
5. Cornelis Aalbertus Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk 31-10-1717, volgt Via
6.? Maijke/Maatje van Overeem

Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Maijke van Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Maatje van Overeem.

7.? Jannetje van Overeem, ov. Scherpenzeel 19-11-1772

Lidm. Scherpenzeel 16-10-1768: Jannetje van Overeem, met attestatie van Amsterdam.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Jannetje van Overeem, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/1774: Jannetje van Overeem, jd.

VIa
Cornelis Gerritsz Overeem, ged. Oisterwijk 14-06-1716, ov. voor 1774, tr. Veenendaal (3e gebod) 15-05-1746 Fijtje/Sophia van Harn, ged.25-09-1707 Veenendaal, begr. Scherpenzeel 07-05-1795, dr. van Harmen Jan van Harn en Dirkje Ariens van de Gouw

Grote Kerk Scherpenzeel, graf nr. 71: G.C.OVEREEM 1767.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Cornelis Gerritsz van Overeem en Sophia van Harren.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758: Sophia van Harren, wed. Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Sophia van Harren, wed. Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/1774: Sophia van Harren, wed. Overeem, met attestatie van Veenendaal 19-06-1746.

Uit dit huw.:
1. Gerrit van Overeem, ged. Scherpenzeel 30-04-1747, begr. Scherpenzeel 16-12-1796, tr. Scherpenzeel (otr. Amersfoort) 14-06-1778 Cornelia Hinnekamp, geb. Scherpenzeel 04-05-1755, begr. Scherpenzeel 04-06-1796, dr. van Hendrik Hinnekamp en Grietje Brants van Donkelaar

Uit dit huw.:
1. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-04/02-05-1779, get. Judith, hv Gerrit Hendriksen, tr. Scherpenzeel 17-08-1800 Stijntje/Christina Vlasakker, ged. Amersfoort 21-05-1780, dr. van Willem van de Vlasakker en Evertje Broekhuijsen. Christina Vlasakker, tr. (2) Amersfoort (otr. Scherpenzeel) 14-10-1804 Jan van Ede, geb.

Uit dit huw.:
1. Gerrit Overeem
, geb./ged. Scherpenzeel 15-02/22-03-1801, begr. Scherpenzeel 10-12-1801

2. Grietje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26/30-12-1781, get. Nolleken Hinnekamp, hv Cornelis Valkenburg
3. Hendrik Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26-02/30-03-1785
4. Hermannus Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 02/22-01-1792

2. Hermen van Overeem, ged. Scherpenzeel 02-03-1749, volgt VIIa
3. Cornelis
van Overeem, ged. Scherpenzeel 25-10-1750, volgt VIIb
4. Judick
van Overeem, ged. Scherpenzeel 01-10-1752, tr. Scherpenzeel 04-05-1777 Gerrit Hendriksen, geb. Doetinchem
5. Dirk
van Overeem, ged. Scherpenzeel 14-09-1755, ov. Scherpenzeel 24-09-1819, tr. Scherpenzeel 28-11-1779 Christina Woerdeman, ged. Scherpenzeel 08-09-1748, dr. van Frans Woerdeman en Metje Wandrina van Wessel

Uit dit huw.:
1. Metje Wandrina
van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18/23-04-1780, get. Cornelia, hv. Gerrit van Overeem, ov. Woudenberg 04-12-1851, tr. Scherpenzeel 11-06-1814 Aris Druijff, geb./ged. Scherpenzeel 20-03/11-04-1779, zn. van Hendrik Druijff en Grietje Pull

Lidm. Scherpenzeel 17-05-1802: Metje Wandrina Overheem.

2. Cornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 06/10-11-1782, get. Cornelia Hinnekamp, hv Gerrit Overeem
3.
Cornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-12-1783/18-01-1784
4. Franciscus Jodocus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-07/06-08-1786, begr. Scherpenzeel 21-11-1786
5. Rijkje van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26-10/09-11-1788, ov. Scherpenzeel 16-10-1809, ongehuwd
6. Franciscus Jodocus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-07/24-08-1794, ov. Woudenberg 19-02-1861, ongehuwd

6. Jan van Overeem, ged. Scherpenzeel 08-01-1758

VIIa
Harmen Overeem, ged. Scherpenzeel 02-03-1749, begr. Scherpenzeel 13-07-1786, tr. Scherpenzeel 08-05-1774 Elizabeth van Soest, ged. Scherpenzeel 22-12-1745, ov. Scherpenzeel 11-09-1819, dr. van Gijsbert Willemsz van Soest en Johanna van Beckbergen
                Begr. Scherpenzeel 10-01-1789: een kind van de wed. Harmen van Overeem.

Uit dit huw.:
1. Sophia
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 03/08-10-1775, get. Judik van Overeem, j.d.
2. Johanna Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18/23-11-1777, get. Maria van Soest, j.d., ov. Scherpenzeel 30-09-1826, tr. Scherpenzeel 09-10-1803 Jacob Veldhuizen, ged. Renswoude 26-04-1776, ov. Scherpenzeel 06-03-1859, begr. Glashorst, graf nr. 038, zn. van Jan Fransen Veldhuizen en Cornelia Jacobsen van Meerveld
3. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 04/12-12-1779, get. Cornelia, hv Gerrit Overeem
4. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 05/14-01-1781, get. Weimpje Vermeulen, hv Cornelis van Soest
5. Gijsbert Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14/18-07-1784, volgt VIIIa

VIIIa
Gijsbert Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14/18-07-1784, ov. Scherpenzeel 20-12-1840, tr. Scherpenzeel en in Grote Kerk 05-05-1822 Lijsje van Veller, geb. Barneveld 1793, ov. Scherpenzeel 18-12-1845, dr. van Gerrit Willemse van Veller en Evertje Barten van Bitterschoten

Lidm. Scherpenzeel 28-03-1810: Gijsbert Overeem.

Uit dit huw.:
1. Elisabeth
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 09-08/01-09-1822, ov. Scherpenzeel 05-03-1844, ongehuwd
2. Johanna Sophia Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-02/28-03-1824, ov. Scherpenzeel 03-07-1887, begr. Glashorst, graf nr. 37, tr. Scherpenzeel 07-08-1869 en in de Grote Kerk van Scherpenzeel op 08-08-1869 Hendrik Hondius, geb. Zaandam 1825, zn. van Pieter Hondius en Geurtje Kroeger
3. Harmanus
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-11/25-12-1825, timmerman, ov. Scherpenzeel 19-05-1910, begr. Glashorst, graf nr. 5, tr. Scherpenzeel 16-11-1866 Jannetje Lokhorst, geb. Woudenberg 05-07-1836, ov. Scherpenzeel 02-01-1890, begr. Glashorst, graf nr. 5, dr. van Helmert Lokhorst en Jantje Jochems

Uit dit huw.:
1. Lina Gijsbertina
Overeem, geb. Scherpenzeel 25-08-1867, ged. Scherpenzeel de Grote Kerk: 29-09-1867, ov. Scherpenzeel 28-10-1928, begr. Glashorst, graf nr. 2, ongehuwd
2. Helmert
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 09/31-01-1869, timmerman, ov. Scherpenzeel 18-05-1930, tr. Gezina Hermina van Eck, geb. Ede 1879, ov. Scherpenzeel 05-02-1941, begr. Glashorst, graf nr. 311, dr. van Johannes van Eck en Fijtje van de Weerd

Uit dit huw.:
1. Herman
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 15-02/26-03-1916
2. Johannes
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18-03/27-05-1917

3. Gijsbertus Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-07/03-09-1871

4. Jannetje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18-03/26-04-1874, ov. Amersfoort 03-12-1946 te Amersfoort
4. Everdina
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-11/02-12-1827, ov. Scherpenzeel 17-04-1834
5. Gerard
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 19-10/29-11-1829
6. Cornelia
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 25-09/30-10-1831, ov. Scherpenzeel 06-06-1835
7. Jacob
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-12-1833/26-01-1834, timmerman, tr. Scherpenzeel 08-01-1862 Gijsbertina van Leersum, geb. Loosduinen 1838, ov. Scherpenzeel 23-02-1894, dr. van Jan van Leersum en Cornelia van Maanen

Uit dit huw.:
1. Gijsbert Willem
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18-02/30-04-1865, timmerman, ov. Amersfoort 01-02-1946, tr. Scherpenzeel 24-05-1890 Dirkje Schreuder, geb. Leusden 11-01-1868, dr van Johannes Gijsbertus Schreuder en Aalbarta Blom

Uit dit huw.:
1. Jacob
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 08-01/08-02-1891
2. Alberta Johanna Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 21-09/23-10-1892
3. Gijsbertina
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 30-08/30-09-1894
4. Johannes Gijsbertus
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-09/01-11-1896
5. Gijsbert Willem
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 02-05/26-06-1898
6. Evert Jan
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 02/27-05-1900

2. Jan Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 12-08/29-09-1867
3. Cornelius
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-08/02-10-1870
4. Jacob
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-03/26-04-1874, timmerman, tr. Woudenberg 03-09-1898 Lijsje van Ingen, geb. Woudenberg 04-11-1874, dr. van Willem van Ingen en Antonia Karssenberg

Uit dit huw.:
1. Jacob Willem
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14-02/26-03-1899

5. Cornelia Frederika Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 01-02/27-05-1877

8. Gijsbert Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 12-10/25-11-1838

VIIb
Cornelis van Overeem, ged. Scherpenzeel 25-10-1750, tr. Scherpenzeel 29-09-1776 Margrietje Schuijlenburg, ged. Scherpenzeel 15-01-1749, dr. van Willem Hendriksz Schuijlenburg en Jantje Geurts van de Haar
Uit dit huw.:
1. Sophia Overeem, ged. Leersum 30‑03‑1777
2. Willem Overeem, ged. Leersum 29‑11‑1778, volgt VIIIb
3. Cornelis Overeem, ged. Leersum 03‑12‑1780
4. Judith Overeem, ged. Leersum 15‑12‑1782
5. Jannigje Overeem, ged. Leersum 13‑03‑1785
6. Cornelia Overeem, ged. Leersum 11‑03‑1787
7. Cornelis Overeem, ged. Leersum 26‑07‑1789
8. Geursje Overeem, ged. Leersum 28‑09‑1791

VIIIb
Willem Overeem, ged. 29-11-1778 Leersum, ov. Leersum 13-05-1836, tr. Leersum 26‑10‑1806 Mijntje van Ginkel, geb. Amerongen 23-04-1786, ov. Leersum 24-04-1839, dr. van Gijsbert van Ginkel en Gerritje van Soest
Uit dit huw.:
1. Margrietha Overeem, ged. Leersum 04‑01‑1807
2. Gijsbert Overeem, geb/ged. Leersum 02/11‑12‑1808
3. Cornelis Overeem, geb/ged. Leersum 13/25‑11‑1810
4. Gerrit Overeem, geb. Leersum 07-12-1812
5. Cornelia Overeem, geb. Leersum 31-10-1814, tr. Leersum 27-05-1842 Willem van Dam, geb. Leersum 1819, zn. van Bart van Dam en Neeltje van Ginkel
6. Aart Overeem, geb. Leersum 19-01-1817
7. Gerrigje Overeem, geb. Leersum 02-07-1819
8. Hendrik Overeem, geb. Leersum 29-12-1821
9. Willem Overeem, geb. Leersum 29-02-1824
10. Willem Overeem, geb. Leersum 25-08-1825, volgt IXa
11. Jan Overeem, geb. Leersum 23-10-1831

IXa
Willem Overeem, geb. Leersum 25-08-1825, smid, ov. Scherpenzeel 18-01-1885, begr. Glashorst, graf nr. 166, tr. Doorn 11-02-1853 Elisabeth Bulleken/van Burken, geb. Doorn 1831, ov. Scherpenzeel 07-02-1900, begr. Glashorst, graf nr. 213, dr. van Cornelis van Bulleken en Adriana Jansen
Uit dit huw.:
1. Willem Overeem, geb. Doorn 1854, ov. Scherpenzeel 24-02-1906, smid, begr. Glashorst, graf nr. 243, ongehuwd

In 1906 vindt er scheiding plaats van de nal. schap van Willem Overeem, smid te Scherpenzeel t.v.v. Jan Overeem, smid te Scherpenzeel, Cornelis Overeem, z.b. te Scherpenzeel, Franciscus ter Burg, straatwerker te Woudenberg x Willemijntje Overeem, Cornelis Overeem, smid te Den Helder. Huis, erf en tuin, sectie D 953,954 t.w.v. f 2500,= Toegescheiden aan Jan Overeem, smid te Scherpenzeel voor f 2950,= (Notarieel Amersfoort 34, nr. 1308; 23-07-1906).

2.Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-12-1855/27-01-1856, ov. Scherpenzeel 21-01-1860
3. Gijsbert Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 13-10/01-11-1857, ov. Scherpenzeel 13-11-1857
4. Willemijntje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 11-12-1858/06-02-1859, tr. Scherpenzeel 08-04-1905 en in de Grote Kerk op 10-04-1905 Franciscus ter Burg, wed. Petronella Vink, geb. Rhenen 1864, wegwerker, zn. van Albertus ter Burg en Belia Margaretha van Beugen
5. Adrianus Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 06-01/24-04-1860, ov. Scherpenzeel 16-02-1899, begr. Glashorst, graf nr. 216
6. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-03/28-04-1861, ov. Scherpenzeel 03-08-1861
7. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18-09/26-10-1862, smid in Den Helder (1906), ov. Scherpenzeel 04-03-1924, begr. Glashorst, graf nr. 104, tr. Renswoude 22-11-1890 Cornelia Vink, geb. Renswoude 1865, dr. van Hannes Vink en Maaitje Berkhof
8. Cornelia Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 03-12-1865/28-01-1866, ov. Scherpenzeel 22-03-1867
9. Jan Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-02/07-03-1867, volgt Xa
10. Cornelia Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 07/24-03-1870, ov. Scherpenzeel 24-03-1908, begr. Glashorst, graf nr. 238

In 1907 laat Cornelia Overeem z.b. te Scherpenzeel haar testament maken. Erfgenaam: broer Jan Overeem, smid te Scherpenzeel (Notarieel Amersfoort 35, nr. 1579; 20-06-1907).

Xa
Jan Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-02/07-03-1867,smid, ov. Scherpenzeel 05-07-1939, begr. Glashorst, graf nr. 516, tr. Johanna van Burken, geb. Doorn 21-04-1869, ov. Woudenberg 30-09-1931, begr. Glashorst, graf nr. 516, dr. van Krijn van Burken en Gerrigje van der Lee

In 1906 vindt er scheiding plaats van de nal. schap van Willem Overeem, smid te Scherpenzeel t.v.v. Jan Overeem, smid te Scherpenzeel, Cornelis Overeem, z.b. te Scherpenzeel, Franciscus ter Burg, straatwerker te Woudenberg x Willemijntje Overeem, Cornelis Overeem, smid te Den Helder. Huis, erf en tuin, sectie D 953,954 t.w.v. f 2500,= Toegescheiden aan Jan Overeem, smid te Scherpenzeel voor f 2950,= (Notarieel Amersfoort 34, nr. 1308; 23-07-1906).

Uit dit huw.:
1. Elisabeth Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18-02/31-03-1901, tr. Scherpenzeel en in de Grote Kerk op  09-04-1931 Arnoldus Cornelis Alberts, fabrikant, geb. Groningen 1886, zn. van Luitje Alberts en Anna Alberta Janssen
2. Krijn Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-03/29-06-1902, fabrikant, tr. Scherpenzeel en in de Grote Kerk op 25-06-1936 Elisabeth van Burken, geb. Doorn 05-01-1901, dr. van Krijn van Burken en Maria Elisabeth Gerritsen, zonder beroep
3. Willemijntje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14-01/28-02-1904, tr. Scherpenzeel 14-09-1939 Casper Ederveen, geb./ged. Scherpenzeel 06-01/07-03-1897, arbeider te Scherpenzeel (1920), koopman (1939), zn. van Willem Ederveen en Wilhelmina Hopman
4. Gerrit Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 02-08/24-09-1905, fabrikant, tr. (1) Scherpenzeel 24-05-1934 Maria van Daatselaar, geb./ged. Scherpenzeel 30-08/29-09-1907, ov. Utrecht 01-05-1935, begr. Glashorst, graf nr. 447, dr. van Jan van Daatselaar en Wilhelmina van de Voort, tr. (2) Scherpenzeel 23-10-1937 Hendrika Cornelia van Rootselaar, geb. Woudenberg 1917, dr. van Jan van Rootselaar en Cornelia van Schoonhoven

Uit het 2e huw.:
1. Jan Johan Overeem, geb. Woudenberg 03-03-1938, ged. in de Grote Kerk van Scherpenzeel 12-06-1938
2. Cornelis Jan Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-08/24-09-1939
3. Gerrit Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 18-12-1943/30-04-1944
4. Teunis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-03/06-07-1947
5. Krijn Overeem, geb. Scherpenzeel 03-04-1950

5. Willem Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 08-10/25-11-1906
6. Jan Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 13-12-1907           /23-02-1908, handelsreiziger/koopman, tr. Scherpenzeel 28-08-1930 Gijsbertha Jacoba ten Broek, geb./ged. 25-09/21-10-1906, dr. van Jan Cornelis ten Broek en Cornelia Veldhuizen

Uit dit huw.:
1. Jan Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 16-11-1932, ov. Scherpenzeel 25-04-2002, begr. Scherpenzeel 29-04-2002, tr. J.F. Broekhuizen
2. Cornelia Johanna Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 07-01-1937
3. Johan Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-01-1943

7. Cornelis Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 11-11-1909/02-01-1910

Vc
Jan Cornelissen van Overeem, ged. Amsterdam (Oude Kerk) 17-03-1675, tr. Scherpenzeel 19-10-1704 Gerritje Gijsberts van Coudijs, ged. Scherpenzeel 14-03-1680, dr. van Gijsbert Jacopsen van Coudijs en Gerritien Rutgersen van de Haer

Lidm. Scherpenzeel 09-10-1707: Jan Cornelissen van Overeem, met attestatie van Renswoude.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jan Cornelissen van Overeem en Gerritje Gijsbertsen van Coudijs.
In 1738 kopen Cornelis Overeem x Jantje Vendel voor f 300,= van zijn moeder Gerritje Gijsberts van Coudijs, wed. Jan Overeem en haar kinderen een huis in het dorp met de halve gang aan de westzijde. Voorwaarde: de verkoopster mag haar hele leven in de kamer van het huis blijven wonen. Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 219; 04-04-1738).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Gerritje Gijsberts van Koudtijs, genaamd Overheem.

Uit dit huw.:
1. Gijsbert Jansz van Overeem, ged. Renswoude 15-11-1705
2. Cornelis Jansen Overeem, ged. Scherpenzeel 12-02-1708, volgt  VIb
3. Peter Jansen Overeem, ged. Scherpenzeel 31-08-1710
4. Aelbert Jansen Overeem, ged. Scherpenzeel 22-05-1712, volgt VIc
5. Rutger Jansen van Overeem, ged. Scherpenzeel 11-10-1716, begr. Scherpenzeel 20-02-1789, weduwnaar
6. Gerritje Jansen van Overeem, ged. Scherpenzeel 27-11-1718
7. Gerrit Jansz van Overeem, ged. Renswoude 24-08-1721, zie VId
8. Hendrikje Jansen van Overeem, ged. Scherpenzeel 19-03-1724
9.? Cornelia Jans van Overeem, won. Renswoude, otr. Renswoude 24-07-1749 Hendrik Dirkse van den Broek, wed. Johanna Teunissen, geb. Barneveld, won. Amersfoort

VIb
Cornelis Jansen Overeem, ged. Scherpenzeel 12-02-1708, tr. Utrecht (otr. Scherpenzeel 11-07-1733) Jannetje Jansen van de Vendel, van Herreveld, dr. van Jan Carsen van de Vendel, tr. (2) Scherpenzeel 06-09-1744 Geurtje Hendriks van Overeem, ged. Scherpenzeel 03-06-1714, op den Brom, dr. van Hendrick Hendricksz Overeem en Evertje Wouters, zie onder

Lidm. Scherpenzeel 25-10/01-11-1733: Jannetje Vendel, hv Cornelis Jansz Overeem, met attestatie van Utrecht.
In 1738 kopen Cornelis Overeem x Jantje Vendel voor f 300,= van zijn moeder Gerritje Gijsberts van Coudijs, wed. Jan Overeem en haar kinderen een huis in het dorp met de halve gang aan de westzijde. Voorwaarde: de verkoopster mag haar hele leven in de kamer van het huis blijven wonen. Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 219; 04-04-1738).
In 1776 wordt Cornelis Overeem mede namens zijn mede-erfgenamen beleend na dode van zijn oom Aart van Moorst met de voorste Hooge Camp in Groot Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 120; 28-08-1776).

Uit het 1e huw.:
1. Maatje Cornelissen Overeem, ged. Scherpenzeel 19-02-1736
2. Gerritje Cornelissen Overeem, ged. Scherpenzeel 25-03-1739
3. Jantje Cornelissen Overeem, ged. Scherpenzeel 17-12-1741
Uit het 2e huw.:
4. Jan van Overeem, ged. Scherpenzeel 21-11-1745, ov. Scherpenzeel 25-09-1810, tr. Scherpenzeel 14-05-1780 Jannigje van Rhenen, ged. Scherpenzeel 26-03-1741, op Voskuijlen, ov.
Scherpenzeel 29-03-1810, dr. van Hermen Willemsz van Rhenen en Engeltje Hendriks van Voorst
Geen kinderen

5. Evertje van Overeem, ged. Scherpenzeel 03-05-1747
6.
Hendrik Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 27-10-1748, volgt VIIc
7. Evertje van Overeem, ged. Scherpenzeel 16-01-1752, ov. Scherpenzeel 22-05-1823, tr. ?
8. Antonia van Overeem, ged. Scherpenzeel 21-07-1754
9. Cornelis van Overeem, ged. Scherpenzeel 09-01-1757, “Dit kindt is voor den Doop gestorven”

VIIc
Hendrik Cornelissen van Overeem, ged. Scherpenzeel 27-10-1748, ov. Scherpenzeel 19-12-1822, tr. Scherpenzeel 05-03-1780 Hendrikje Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 21-03-1751, op Vlastuijn, ov. Scherpenzeel 04-10-1835, dr. van Jan Breunissen van Wolfswinkel en Johanna Hendriksen
Uit dit huw.:
1. Geurtje van Overeem, ged. Renswoude 18-03-1781, Kleijn Wolfswinkel, begr. Scherpenzeel 02-08-1794
2. Hanna van Overeem, ged. Renswoude 08-12-1782, Wolfswinkel

Lidm. Scherpenzeel  27-01-1807: Hanna van Overeem.

3. Jan van Overeem, ged. Renswoude 11-04-1784, Klein Wolfswinkel, landbouwer, ov. Scherpenzeel 15-07-1831, ongehuwd
4. Hanna van Overeem, ged. Renswoude 25-08-1786, Overeem, ov. Scherpenzeel 22-10-1859, tr. Scherpenzeel 25-01-1815 Cors Pater, geb./ged. Scherpenzeel 23-11/06-12-1789, op Groot Gooswilligen, ov. Scherpenzeel 15-01-1837, zn. van Jan Corse Pater en Gijsbertje Dirks

Zie geealogie Huigenbosch.

5. Cornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-08/07-09-1788, metselaar, ov. Leeuwarden 18-06-1860, tr. Hyke Visser, geb. 1786, ov. Leeuwarden 20-06-1866

Uit dit huw. o.a.:
1. Hendrikus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 10/29-04-1832

6. Wouter van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-04/08-05-1791, volgt VIIIc
7. Hendrik van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 23-11-08-12-1793, landbouwer, ov. Scherpenzeel 22-06-1869, tr. Scherpenzeel 19-02-1836 Henderijntje Eikelkamp, ged. Renswoude 20-07-1806, ov. Scherpenzeel 13-07-1864, dr. van Matthijs Eikelkamp en Heiltje Evertsen

VIIIc
Wouter van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-04/08-05-1791, landbouwer, ov. Scherpenzeel 11-06-1862, tr. Ede 13-01-1838 Luitje van Deelen, geb. Ederveen, ged. Renswoude  05-08-1804, ov. Scherpenzeel 09-11-1862, dr. van Aalbert Tijmensen van Deelen en Hendrikje Cornelissen Kremer
Uit dit huw.:
1. Hendrik
van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 31-05/24-06-1838, ov. Scherpenzeel 24-04-1847
2. Jan
van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-08/29-09-1839, arbeider, ov. Scherpenzeel 07-02-1890, tr. Scherpenzeel 27-03-1879 Johanna Pater, geb. Scherpenzeel, ov. Scherpenzeel 20-02-1914, dr. van Jannetje Pater

Uit dit huw.:
1. jongen, ov. Scherpenzeel 05-01-1880
2. Lina
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 11-03/24-04-1881, ov. Scherpenzeel 01-09-1887
3. Jannigje
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-02/25-03-1883, ov. Scherpenzeel 14-12-1940, begr. Glashorst, graf nr. 480, tr. Scherpenzeel en in de Grote Kerk op 06-06-1914 Teunis Veldhuizen, geb./ged. 12-11/25-12-1881, schilder, zn. van Hendrikus Veldhuizen en Florentina Blankespoor
4. Woutera
Overeem, geb. Scherpenzeel 29-01-1886, ov. Scherpenzeel 14-02-1886
5. Hendrikje
Overeem, geb. Scherpenzeel 09-02-1887, tr. Scherpenzeel 07-07-1906 Gerrit van Altena, geb. Hoevelaken 1883, molenaar, zn. van Johannes Diederik van Altena en Dirkje Laseur
6. Wouterus
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 20-01/31-03-1889

3. Hendrikje van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-11/26-12-1841, ov. Scherpenzeel 14-10-1896, tr. Scherpenzeel 22-02-1867 en in de Grote Kerk op 24-02-1867 Pieter Haremaker, horlogemaker, geb. Medemblik 1843, ov. Scherpenzeel 20-07-1894, zn. van Cornelis Haremaker en Stijntje Haremaker
4. Albartus
van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-04/04-06-1843, ov. Scherpenzeel 20-03-1851
5. Hendrika
van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 09-04/23-05-1847, tr. Scherpenzeel 05-05-1870 Evert Boom, klompenmaker, geb. Woudenberg 04-11-1840, zn. van Melis Boom en Jannetje Ploeg

VIc
Aalbert Jansen van Overeem, ged. Scherpenzeel 22-05-1712, ov. ca. 1785, tr. Scherpenzeel 01-10-1741 Evertje Romeijn, wed. Arend Dooreweert, begr. Scherpenzeel 11-11-1790

Lidm. Scherpenzeel 06-04-1760: Evertje van Overeem, geboren Romeijn.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/1758(later toegevoegd): Evertje van Overeem, geboren Romeijn.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Evertje Romeijn, hv. A. Overeem.
In 1776 wordt Aalbert Jansen van Overeem beleend door opdracht van Cornelis Jansen Overeem en de mede-erfgenamen van Aart van Moorst x Ceeltjen Overeem met de Hooge Kamp in Groot Scherpenzeel, + 2 morgen groot; west en noord: Heer van Scherpenzeel, oost: Jan van Santen, zuid: de weg naar Renswoude, gekocht op 29-08-1776 voor f 992,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 128; 08-09-1777).

Uit dit huw.:
1. Jan van Overeem, ged. Scherpenzeel 08-07-1742, ov. Scherpenzeel 02-04-1821, tr. Scherpenzeel 05-08-1787 Evertje Aalberts van Santen, ged. Scherpenzeel 22-04-1742, ov. Woudenberg 07-01-1823, dr. van Aelbert Cornelissen van Santen en Grietje Evertsen Methorst

In 1781 wordt Evertje van Santen, jd, geassisteerd door Gerrit Methorst beleend na dode van haar moeder Grietje Evertsen Methorst met de Kannewasserskamp gelegen in Groot Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 137; 29-03-1781).
In 1785 wordt Jan Aalbertsen van Overeem, als oudste zoon, mede namens de andere erfgenamen, beleend na dode van zijn vader Aalbert Jansen van Overeem met + twee morgen land genaamd de Hooge Kamp gelegen “in den gehugte van Groot Scherpenzeel”. Belendingen als 08-09-1777 (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 160vo; 09-11-1785).
In 1789 wordt Jan Aalberdsen Overeem, mede namens de andere erfgenamen beleend door de komst van Borchard Fredrik Willem van Westerholt als Heer van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 160vo; 03-09-1789).
In 1789 wordt Jan Aalberdsen Overeem namens zijn vrouw Evertje van Santen opnieuw beleend door de komst van Borchard Fredrik Willem van Westerholt als Heer van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 137; 03-09-1789).
In 1793 ontvangen Jan van Overeem en Gerritje van Overeem f 230,= uitkoop van twee vijfde deel van een kamp land in Groot Scherpenzeel genaamd de Hooge Kamp, nagelaten door hun moeder Evertje Romeijn, wed. Albert van Overeem. Het geld wordt betaald door hun broer en zuster Cornelis van Overeem en Hendrikje van Overeem x Dirk Sterk (Leenboek Huis Scherpenzeel 146 fol. 183vo; 13-07-1793).
In 1793 wordt Dirkje van Santen x Hendrik Bloemendal, mede namens haar zuster Evertje van Santen x Jan Overeem beleend na dode van hun moeder Grietje Everdsen Methorst met de Cannewasserscamp in Groot Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 176vo; 18-12-1793).

2. Hendrikje van Overeem, ged. Scherpenzeel 24-05-1744, ov. Scherpenzeel 09-04-1826, tr. Scherpenzeel 03-11-1771, Dirk Sterk, ged. (Gelders) Veenendaal 18-10-1744, ov. Scherpenzeel 03-06-1814, zn. van Olivier Sterk en Johanna Turen

Lidm. Scherpenzeel 03-07-1768: Hendrikje van Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Dirk Sterk, met attestatie van Veenendaal 02-11-1771 en Hendrikje van Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/1774: Dirk Sterk en Hendrikje van Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Hendrikje van Overeem.

3. Gerritje van Overeem, ged. Scherpenzeel 08-05-1746, ov. Scherpenzeel 01-02-1806, ongehuwd

Lidm. Scherpenzeel 05-05-1777: Gerritje van Overeem.
In 1793 ontvangen Jan van Overeem en Gerritje van Overeem f 230,= uitkoop van twee vijfde deel van een kamp land in Groot Scherpenzeel genaamd de Hooge Kamp, nagelaten door hun moeder Evertje Romeijn, wed. Albert van Overeem. Het geld wordt betaald door hun broer en zuster Cornelis van Overeem en Hendrikje van Overeem x Dirk Sterk (Leenboek Huis Scherpenzeel 146 fol. 183vo; 13-07-1793).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Gerritje van Overeem.

4. Hessel van Overeem, ged. Scherpenzeel 10-03-1748, ov. Scherpenzeel 09-09-1815, tr. Harmina van de Maat, ov. voor 1815 te Hoorn

In 1793 doen Hessel van Overeem x Hermijna van der Maaten afstand van het nagelaten goed van zijn vader Albert van Overeem x Evertje Romeijn. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146 fol. 183; 13-06-1793).

5. Cornelis van Overeem, ged. Scherpenzeel 22-03-1750, volgt VIId

VIId
Cornelis Aalbertsen van Overeem, ged. Scherpenzeel 22-03-1750, ov. Scherpenzeel 11-05-1817, tr. Scherpenzeel 16-11-1783 Cornelia Jansen van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 08-07-1759, op Gr. Orel, ov. Scherpenzeel 14-11-1824, dr. van Jan Breunisz van Wolfswinkel en Hanna Hendriks van Lokhorst

Lidm. Scherpenzeel 17-04-1783: Kornelia Jans van Wolfswinkel, jd, later hv Kornelis Overeem, op Groot Oorl, nu in Scherpenzeel.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Kornelia Jans van Wolfswinkel.
In 1794 wordt Cornelis Aalbertsen van Overeem, mede namens zijn zuster Hendrikje van Overeem x Dirk Sterk beleend na dode van zijn vader Aalbert van Overeem x Evertje Romeijn, volgens acte van afstand en acte van uitkoop, met de Hooge Kamp in Groot Scherpenzeel; west en noord: Heer van Scherpenzeel, oost: Jan van Santen, zuid: Heer van Scherpenzeel en de weg naar Renswoude. Vorige belening 09-11-1785 op Jan Aalbertsen van Overeem, mede namens zijn broers en zusters (Leenboek Huis Scherpenzeel 146 fol. 185vo; 13-05-1794).

Uit dit huw.:
1. Albertus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 10/31-10-1784, volgt VIIId
2. Jan van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14-04/02-05-1790, volgt VIIIe
3. Everdina van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 17/26-07-1801, ov. Scherpenzeel 13-04-1885,
begr. Glashorst, graf nr. 60, tr. Scherpenzeel 18-05-1827 Jan Renes, geb./ged. Scherpenzeel 25-09/20-10-1799, ov. Scherpenzeel 27-03-1865, zn. van Jan Renes en Evertje Sterk

VIIId
Albertus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 10/31-10-1784,
ov. Scherpenzeel 06-01-1865, tr. Scherpenzeel 30-04-1809 Hendrikje/Heintje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 24-03/01-04-1787, op Groot Kolfschoten, dr. van Willem Willemsz van Kolfschoten en Jantje Geurts van Putten

Lidm. Scherpenzeel 03-02-1807: Albertus Overeem, met attestatie vertrokken naar Bommel 30-03-1825.

Uit dit huw.:
1. Cornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 22-02/11-03-1810
2. Jannetje van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-11/08-12-1811
3. Cornelia van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 24-10/07-11-1813, ov. Scherpenzeel 09-05-1819
4. Wilhelmina van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-02/17-03-1816
5. Johanna van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-10/06-12-1818
6. Willem van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 27-01/25-02-1821
7. Cornelia van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 17-02/30-03-1823

VIIIe
Jan van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14-04/02-05-1790, tr. Scherpenzeel en Grote Kerk van Scherpenzeel 13-04-1817 Jantje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 25-12-1794/11-01-1795, dr. van Willem Willemse van Kolfschoten en Jantje Geurts van Putten
Uit dit huw.:
1. Cornelia van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 06/28-09-1817
, ov. Sloten (N.H.) 21-03-1858, tr. Oldenzaal 21-09-1839 Hendrikus Dikkers, geb./ged. Holten 10/16-02-1800, voerman, ov. Haarlem 25-02-1845
2. Willem van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26-09/04-10-1818
3. Kornelis van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 26-09/14-10-1821

VId
Gerrit Jansz van Overeem, ged. Renswoude 24-08-1721, tr. Scherpenzeel 02-05-1751 Maria Teunissen van Dashorst, geb. Amerongen aan de Groep, ged. Scherpenzeel 10-12-1724, begr. Scherpenzeel 12-06-1790, dr. van Teunis Willemsz van Dashorst en Lijsbeth Gerrits
Uit dit huw.:
1. Gerritje van Overeem, ged. Scherpenzeel 25-02-1753, ov. Scherpenzeel 06-02-1806 of 01-01-1807, tr. Hendrick Teesseling, ged. Scherpenzeel 04-01-1756, zn. van Gerrit Dirksz Teesseling en Lena van de Sandt
2. Teunis van Overeem, ged. Scherpenzeel 15-06-1755
3. Jan van Overeem, ged. Scherpenzeel 25-09-1757
4. Elisabeth van Overeem, ged. Scherpenzeel 07-12-1760, ov. Scherpenzeel 16-06-1822, tr. Scherpenzeel 29-10-1786 Dirk Woerdeman, ged. Scherpenzeel 10-12-1752, ov. Scherpenzeel 05-12-1825, zn. van Frans Woerdeman en Metje Wandrina van Wessel
5. Jan van Overeem, ged. Scherpenzeel 01-04-1764, ov. Scherpenzeel 11-08-1846, tr. Scherpenzeel 21-04-1805 Willempje van Lunteren, geb. Renswoude 1770, ov. Scherpenzeel 13-09-1818, dr. van Bart van Lunteren en Neeltje NN
6. Gijsbertje van Overeem, ged. Scherpenzeel 07-09-1766
7. Cornelis van Overeem, ged. Scherpenzeel 22-01-1769


Overeem (3)

De eerste vier generaties van onderstaande genealogie zijn ontleend aan:
W.H.M. Nieuwenhuis; Woudenbergse takken familie Van Overeem. In: Veluwse Geslachten, jg. 16, 1991, nr. 4, blz. 197-209 (let op: na blz. 201 komt 203 en daarna 202!)
En
W. Spies, De voorvaders van Hendrick Gerritsz van Overeem. In: Gens Nostra, jg. 47, blz. 69
En
W.H.M. Nieuwenhuis; Geschiedenis van Rumelaar onder Woudenberg en Maarn. In: Historische cahiers van de Gelderse Vallei, nr. 1, Woudenberg, 1996.

I
Frans Hendricksz, tr. Dirckje Willems

In 1567 is Frans Hendricksz pachter van Rumelaar (RAG, Huis Middachten, charter 192).
In 1599 is Dirkgen Frans Hendricksz weduwe bruiker van Klein Rumelaar (Oudschildgeld Woudenberg nr. 99).

Uit dit huw.:
1. Helmert Fransz, volgt IIa
2. Hendrick Fransz, volgt IIb
3.? Jacob Fransz, tr. NN

Uit dit huw.:
1. Frans Jacobszen, van Overeem, tr. Scherpenzeel 24-12-1619 Rijckgen Louwen, weduwe, in de Meint
2. Grietgen Jacobs, van Overeem, otr. Scherpenzeel (tr. Amerongen) Cornelis Jansen de Jonghste, weduwnaar, van Amerongen

IIa
Helmert Fransz van Overeem, landbouwer op Rumelaar, ov. Woudenberg 1641-1644, tr. Gijsbertje van Triest, dr. van Frans van Triest, schout van Woudenberg en Jannetje Frans

In 1614 wordt Helmert Fransen genoemd (Consumptiegeld Woudenberg nr. 41, 1614).
Octrooi om te testeren 25-01-1641.

Uit dit huw.:
1. Dirk Helmertsz van Overeem, volgt IIIa
2. Ariaantje Helmerts van Overeem, tr. Gerrit Claasz Kieftveen
3. Frans Helmertsz van Overeem, tr. Rijckjen

Lidm. Scherpenzeel Pasen 1630: Frans Helmerssen, op Ruijmelaer.
Lidm. Scherpenzeel Herfst 1635: Rijckien, hv Frans Helmersz

4. Gijsbert Helmertsz van Overeem
5. Jan Helmertsz van Overeem, volgt IIIb

IIIa
Dirk Helmertsz van Overeem, ov. voor 1674, tr. Evertje Huijberts, ov. voor 1690, dr. van Huijbert Evertsz

In 1670 wordt Dirk Helmertsz Overeem beleend met het erf ´t Voort na dode van zijn schoonvader Huijbert Evertsz (Leenhof  109, f. 7; 1670. Bel. Holevoet nr. 13c).
In 1674 wordt Evertje Huijberts, wed. Dirk Helmertsz van Overeem beleend met het erf ´t Voort. Hulder: neef Sander Arissen (Leenhof  109, f. 142; 1674. Bel. Holevoet nr. 13c).
In 1670 wordt Dirk Helmertsz Overeem beleend met de helft van De Wetering na dode van zijn schoonvader Huijbert Evertsz (Leenhof  109, f. 6; 1670. Bel. Holevoet nr. 50a).
In 1674 wordt Evertje Huijberts, wed. Dirk Helmertsz van Overeem beleend met de helft van De Wetering. Hulder: neef Sander Arissen (Leenhof  109, f. 141; 1674. Bel. Holevoet nr. 50a).

Uit dit huw.:
1. Cornelia Dirks van Overeem
, tr. Doorn 23-04-1676 Jan Gerritsz van Langelaer, won. Woudenberg

In 1690 wordt Kornelia Dirks van Overeem beleend na dode van haar moeder Evertje Huijberts, wed. Dirk Helmertsz van Overeem met het erf ´t Voort (Leenhof 111, f. 14vo; 1690. Bel. Holevoet nr. 13c).

2. Helmert Dircksz van Overeem, volgt IVa
3. Anthony Dircks van Overeem, tr. Maijtje Jans Gijsbertsen

Uit dit huw.:
1. Hanna Anthonissen van Overeem, otr. Woudenberg 24-11-1694 Bart Thijsz van de Lagemaat, op Groot Landaes, zn. van Thijs Gijsbertsz, op Landaas en Maria Willems
2. Gijsbertje Anthonissen van Overeem, tr. (1) Woudenberg 02-12-1696 Erris Evertsz van ´t Voort, , ged. Scherpenzeel 26-12-1669, op Ouwenhorst, zn. van Evert Teunisz van Donckelaer en Merrigje Cornelissen, tr. (2) Woudenberg 04-12-1707 Dirk Gerritsz van Barneveld, won. Woudenberg
3. Dirck Anthonissen van Overeem, ov. 05-10-1745, ongehuwd

De erfgenamen van Dirk Anthonisse Overeem vragen taxatie van huis, bergen, schuren, hof en hofstede met ca. 16 morgen land, genaamd Rumelaar met ca. 16 morgen land, gebruikt door Antonij Errissen. Belast met een tijns van 19 gulden aan de St. Joriskerk te Amersfoort. Geschat op 2000 gulden. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 217, 217vo; 02-12-1745).

4. Aertje Dircks van Overeem, won. Ruijmelaar, otr. Amerongen (att. geg. 23‑04‑1664 naar Woudenberg) Teunis Rutgersz van Ginkel, van de Leege Weij, zn. van Rutger Harmensz van de Haar en Hendrickje Jans, tr. (2) Adriaan Jansz op Groot Davelaar.

In 1680 machtigen Jan Rutgers van Ginckel, oom van vaderszijde, wonend Colverschooten en Helmert Dircks van Overeen, oom van moederszijde, won. Rumelaer als bloedmombers over de kinderen van wijlen Anthoni Rutgers van Ginckel en wijlen Aertje Dircks van Overeem (in haar leven laatst weduwe van Adriaen Jans), Herman van Ghinckel, bakker te Utrecht, mede-oom en momber, om van Schout en Gerecht van Woudenberg te eisen verzekering van der kinderen vadersgoet  (Not. A. v. Brinckesteyn, Amersfoort AT 015a003 fol. 9; 05-11-1680)

5. Francien Dircksz van Overeem, won. Rumelaer, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel 16-04-1671) Gijsbert Melchiors van Wolfswinckel, schout van Woudenberg, zn. van Melcior Jansz van Wolfswinckel en Jannigje van Estveld

IVa
Helmert Dircksz van Overeem, van Woudenberg, ov. voor 1724, tr. Renswoude 17-03-1678 Adriaantje Jans van Huijstede

In 1690 wordt Helmert Dirksz van Overeem beleend na dode van zijn moeder Evertje Huijberts met de helft van De Wetering (Leenhof 111, f. 13; 1690. Bel. Holevoet nr. 50a).

Uit dit huw.:
1. Dirck Helmertsz van Overeem, op Rumelaar, tr. Woudenberg 11-03-1703 Evertje Corssen, van de Meent

In 1714 wordt Dirk Helmertsz van Overeem beleend na dode van zijn vader Helmert Dirksz van Overeem met de helft van De Wetering (Leenhof 113, f. 262; 1714. Bel. Holevoet nr. 50a).
Uit dit huw.:
1. Dirck Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 04-11-1703
2. Jan Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 01-03-1705
3. Marritje Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 26-09-1706, get. Ariaantje
4. Cors Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 06-05-1708, get. Jantje Korssen
5. Dirck Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 06-09-1711, get. Ariaantje, tr. (1) Woudenberg 29-11-1733 Willemijntje Gerrits van de Wetering, wed. Wouter Meessen, ged. Woudenberg 25-08-1700, dr. van Gerrit Aalten en Willempje Corssen, tr. (2) Woudenberg 01-11-1739 Gijsbertje Everts, wed. Cornelis Jacobsz

Uit dit huw.:
1. Dirck Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 07-04-1737, get. Gerrigje Knopper

6. Cornelis Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 30-07-1713, Hanna Anthonissen
7. Helmert Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 30-06-1715, Maagje Jochems
8. Evertje Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 22-08-1717, Maatje Jochems
9. Dirkje Dircksz van Overeem, ged. Woudenberg 10-12-1719, Aartje Helmerts

2. Aartje Helmerts van Overeem, tr. Woudenberg 08-11-1711 Reijer Jansz van Hoevelaken
3. Gerritje Helmerts van Overeem, ged. Woudenberg 28-08-1687, get. Geertje Teunissen, tr. Woudenberg 28-03-1706 Willem Gijsbertsz van Geijtenbeek, ged. Scherpenzeel 22-03-1676, zn. van Gijsbert Hendricksen van Geijtenbeek en Grietje Willemsen van Romseler
4. Evertje Helmerts van Overeem, ged. Woudenberg 05-10-1690, get. Cornelisje Jans, tr. Woudenberg 01-03-1716 Cornelis Roelen van Egdom
5. Fransje Helmerts van Overeem, ged. Woudenberg 24-01-1697, get. Jantje Jans, tr. 04-08-1720 Jacob Petersz Bakker, wed. Gerrigje Hendriks
6. Jan Helmertsz van Overeem, ged. Woudenberg 21-01-1703, get. Marij Hendriks de Cruijf, volgt Va

Va
Jan Helmertsz van Overeem, ged. Woudenberg 21-01-1703, get. Marij Hendriks de Cruijf, tr. Scherpenzeel 16-11-1727 Teuntje Cornelissen van ´t Selder, ged. Scherpenzeel 03-04-1698, aen de Groep, dr. van Cornelis Arissen en Jantje Tijssen

In 1735 en 1745 huurt Jan Helmerden op ´t Broek  het Eerste Broek met 11 morgen land (Oudschildgeld Woudenberg 97a).

Uit dit huw.:
1. Ariaantje Jans Overeem, ged. Scherpenzeel 11-12-1729, op de Vliert, tr. Woudenberg 18-10-1761 Gerrit Cornelisz van de Bruijnhorst/van Egdom, ged. Woudenberg 08-05-1729, zn. van Cornelis Roelofsen van Egdom en Evertje Helmerts van Overeem
2. Helmert Jansz Overeem, ged. Scherpenzeel 19-08-1731, op de Kleine Vliert, volgt VIa
3. Cornelis Jansz Overeem, ged. Scherpenzeel 19-04-1733, op het Broek

VIa
Helmert Jansz Overeem, ged. Scherpenzeel 19-08-1731, op de Kleine Vliert, tr. Woudenberg 13-11-1768 Jannigje Brands van Zelder, ged. Scherpenzeel 13-05-1742, op Taienhorst onder Amerongen, dr. van Brand Cornelissen van Selder en Gerritje Gerrits. Jannigje Brands van Zelder, tr. (2) Scherpenzeel Peter Cornelissen Verschuur, geb. Renswoude, tr. (3) Woudenberg 12-07-1789 Cornelis Willemsz van Winterswijk/Harskamp, ged. Scherpenzeel febr. 1759, zn. van Willem Jansen van Winterswijk en Anna/Annigje Cornelissen

In 1775 huurt Helmerd Janze Overeem op ´t Broek  het Eerste Broek met 11 morgen land (Oudschildgeld Woudenberg 97a).
In 1777 wordt Helmert Jansz van Overeem beleend na aankoop van de weduwe van Hendrik de Sandra en de kinderen met de helft van De Wetering (Leenhof 143, f. 59; 1777. Bel. Holevoet nr. 50a).

Uit dit huw.:
1. Teuntje van Overeem, ged. Woudenberg 20-05-1770, get. Dirkje Dirks
2. Jan Helmerden van Overeem, ged. Woudenberg 28-07-1771, get. Dirkje van Twillaar, volgt VIIa
3. Gerrigje van Overeem, ged. Woudenberg 21-03-1773, get. Cornelia Brands van Zelder
4. Cornelis van Overeem, geb. Woudenberg 05-02-1775, ov. Leusden 10-04-1830, tr. Woudenberg 18-04-1812 Aaltje de Kruif, geb. Amersfoort 06-09-1789, dr. van Hendrik Teunissen de Kruif en Marritje Jansen van Donkelaar

Uit dit huw.:
1. Gijsje van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 28-10/12-11-1815, in de Doorneheg

5. Brand van Overeem, ged. Woudenberg 15-06-1777, get. Ariaantje Jans van Zelder
6. Teuntje van Overeem, ged. Woudenberg 28-03-1779, get. Ariaantje Jans Overeem, ov. Woudenberg 20-09-1817, tr. Scherpenzeel 03-06-1804 Hendrik Vermeulen, wed. Antonia Verhoef, ged. Woudenberg 05-06-1774, zn. van Evert Hendriksz Vermeulen en Geertje Teunissen Lagerweij
7. Helmertje van Overeem, geb./ged. Woudenberg 26-06/15-07-1781, tr. Scherpenzeel 21-02-1808 Wulfert Hendriksen van Essen, geb. Barneveld 1773, ov. Amersfoort 26-08-1835

VIIa
Jan Helmerden van Overeem, ged. Woudenberg 28-07-1771, get. Dirkje van Twillaar, ov. Woudenberg 22-05-1821, tr. Woudenberg 25-11-1804 Teuntje Lagerweij, geb. Leersum 09-04-1781, ov. Scherpenzeel 09-12-1809, dr. van Dirk Lagerweij en Geertje Dashorst

In 1782 wordt Jan Helmertsz van Overeem, nog onmondig, beleend na dode van zijn vader Helmert Jansz van Overeem met de helft van De Wetering (Leenhof  143, f. 59; 1777. Bel. Holevoet nr. 50a).

Uit dit huw.:
1. Dirk Overeem, geb./ged. Woudenberg 29-04/19-05-1805, get. Teuntje Overeem, metselaar, ov. Renswoude 05-12-1858, tr. (1) Scherpenzeel 08-05-1835 en in Grote Kerk op 10-05-1835 Hendrika van Bruggen, geb. Barneveld 26-12-1804, ov. Scherpenzeel 30-04-1840, dr. van Hendrik van Bruggen en Emmetje van Roselaar, tr. (2) Renswoude 31-10-1840 Elisabeth van Dijk, geb. Renswoude 07-11-1817, ov. Renswoude 18-03-1893, dr. van Hannes van Dijk en Jannetje van Rijn

Uit het 1e huw.:
1. Teuntje
Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 29-10/29-11-1835, ov. Scherpenzeel 29-12-1888 op Ebbenhorst, begr. Glashorst, graf nr. 190, ongehuwd

Kind:
1. Maria Overeem
, geb./ged. Scherpenzeel 27-03/06-05-1860, ov. Scherpenzeel 15-06-1865

2. Hendrikus Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 25-10/26-11-1837, ov. Renswoude 19-12-1840
Uit het 2e huw.:
3. Jan Dirk Overeem, geb. Renswoude 18-09-1841
4. Jannetje Overeem, geb. Renswoude 07-01-1845
5. Johannis Overeem, geb. Renswoude10-02-1848
6. Hendrika Overeem, geb. Renswoude 01-01-1851
7. Hendrik Overeem, geb. Renswoude 31-12-1853, ov. Renswoude 15-11-1860
8. Dirk Overeem, geb. Renswoude 08-03-1858, ov. Renswoude 26-03-1858

2. Helmert Overeem, geb./ged. Woudenberg 11/24-01-1808, oppasser van de jacht, ov. Scherpenzeel 12-12-1879, tr. Woudenberg 10-11-1832, in de Grote Kerk van Scherpenzeel op 11-11-1832 Arisje van Voorthuizen, geb./ged. Scherpenzeel 08/21-06-1803, op Groot Wolfswinkel, ov. Scherpenzeel 14-03-1861, dr. van Hendrik van Voorthuizen en Maria van Maarn

Uit dit huw.:
1. Teuntje Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 16-02/02-03-1834, ov. Scherpenzeel 29-12-1888, ongehuwd
2. Hendrik Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 07/27-09-1836, ov. Scherpenzeel 27-09-1836
3. Hendrik Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 21-03-1844, ov. Scherpenzeel 07-04-1844

IIIb
Jan Helmertsz van Overeem, tr. Jantje Wulferts, dr. van Wulfert Aartsz de Bruijn en Willempje Gerrits de Cruijf
Uit dit huw.:
1. Jannetje Jans van Overeem, tr. Amerongen 05-12-1686 Willem Rutten Lokhorst
2. Wulphert Jansz van Overeem, tr. Renswoude 01-04-1700 Reijertje Roelofs van Methorst, ged. Renswoude 22-11-1676, dr. van Roelof Roelofsz van Methorst en Hendrikje Everts van Achterveld

Uit dit huw.:
1. Jantje Wulferts van Overeem, ged. Woudenberg 02-07-1701, get. Jantje Wulpherts, tr. Woudenberg 01-04-1725 Teunis Dirksz van de Wetering, zn. van Dirk Aalten en Maritje Saren
2. Jan Wulfertsz van Overeem, ged. Woudenberg 17-02-1704, get. Jantje Jans
3. Roelof Wulfertsz van Overeem, ged. Scherpenzeel 13-02-1707, op Rumelaar
4. Hendrikje Wulferts van Overeem, tr. Woudenberg 29-11-1733 Gijsbert Jansz van
Apeldoorn, ged. Woudenberg 19-08-1707, zn. van Jan Willemsz van Apeldoorn en Hendrikje Hendriks van Nieuwenhuizen
5. Willempje Wulferts van Overeem, tr. Willem Lubbertsz
6. Gijsbertje Wulferts van Overeem, ged. Woudenberg 17-09-1713, get. Hendrikje Dirks, tr. Woudenberg 23-10-1735 Gerrit Jansz van Apeldoorn
, ged. Woudenberg 23-08-1711, zn. van Jan Willemsz van Apeldoorn en Hendrikje Hendriks van Nieuwenhuizen
7. Johanna Wulferts van Overeem, ged. Woudenberg 19-04-1722, get. Willemijntje Jans, tr. Woudenberg 14-03-1745 Evert Thijs van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 13-11-1718, onder Leersum, zn. van Thijs Jansz van Kolfschoten en Maatje Jans van Ginkel

Landbouwer op Altena onder Maarsbergen.

3. Frans Jansz van Overeem, volgt IVb
4. Hannes/Johannes Jansen van Overeem, won. Leusden, tr. Woudenberg 05-03-1699 Lammertje Jans van Blotenburg, dr. van Jan Gerritsz van Blotenburg en Rijkje Jans de Loos

IVb
Frans Jansz van Overeem, van Rumelaar, tr. (1) Renswoude 21-02-1692, Weimtje Willems van Overeem, wed. Maas Roelofsz Methorst, ged. Renswoude 1650, begr. 08-02-1700, dr. van Willem Gijsbertsen en Maaijgje Arissen, tr. won. Groot Overeem (2) Scherpenzeel 24-04-1701 Gerritje Meeuwsen van de Vliert, op Den Hopen, ged. Scherpenzeel 07-11-1669, op de Vliert, dr. van Meeuws Petersen en Jantje Gerrits

Scarpenzele jg 8 (2000), nr. 4, blz. 107.
Frans Jansz van Overeem wordt landbouwer op Groot Overeem en Abbelaar, koopt Groot Abbelaar 10 maart 1713 van St. Pietersgasthuis te Amersfoort voor f 3400,-.

Uit het 1e huw.:
1. Jan Fransen van Overeem, ged. Renswoude 04-12-1692
Uit het 2e huw.:
2. Jan Fransen van Overeem, ged. Renswoude 15-01-1702, volgt Vb
3. Mees Fransen van Overeem, ged. Renswoude 20-01-1704
4. Gijsbert Fransen van Overeem, ged. Renswoude 18-04-1706, tr. Scherpenzeel 08-05-1729 Marijtje Arissen van Ekris, ged. Woudenberg 15-09-1700, ov. voor 1733, dr. van Arris Jansen en Maria Everts

In 1733 verkoopt Gijsbert Overeem, wed. Marritje Errissen en Jan Errissen, voogd van de onmondige zoon: Jan Gijsbertsen Overeem 7 Mergen lands op Oevelaer onder Woudenberg (Not. S. van Brinckesteyn, Amersfoort, AT 030b006; 23-02-1733).

Uit dit huw.:
1. Jan Gijsberts van Overeem, ged. Scherpenzeel 23-10-1729, aan den Holevoet
5. Jantje Fransen van Overeem, ged. Renswoude 06-05-1708, tr. Renswoude 11-03-1731 Jan Arentsen van Ravesloot, ov. Woudenberg 18-12-1760, zn. van Arien Saaren en Ariaantje Jans van Blotenburg

6. Hendrik Fransen van Overeem, ged. Renswoude 28-06-1711, volgt Vc

Vb
Jan Fransen Overeem, ged. Renswoude 15-01-1702, tr. Leersum 05-07-1733 Teuntje Jans van Lokhorst, van Darthuizen, ged. Doorn 01-05-1712, dr. van Jan Willemsz Lokhorst en Grietje Jans van Soest

Scarpenzele jg 8 (2000), nr. 3, blz. 82.

Uit dit huw.:
1. Gerrigje Jansen Overeem, ged. Renswoude 27-06-1734, op Abbelaar
2. Gerrigje Jansen Overeem, ged. Renswoude 22-05-1735, op Abbelaar
3. Frans Jansen Overeem, ged. Renswoude 10-02-1737, op Abbelaar
4. Grietje Jansen Overeem, ged. Renswoude 08-03-1739, op Abbelaar
5. Jannetje Jansen Overeem, ged. Renswoude 08-01-1741, op Abbelaar
6. Jan Jansen Overeem, ged. Renswoude 26-12-1742, op Abbelaar
7. Anna Jansen Overeem, ged. Renswoude 16-08-1744, op Abbelaar, tr. Renswoude  19-12-1783 Gijsbert Roelofsz Methorst, ged. Renswoude 25-08-1737, op Wittenoord, zn. van Roelof Gijsbertsz Methorst en Evertje Jansen Bos
8. Hannes Jansen Overeem, ged. Renswoude 05-02-1747, op Abbelaar
9. Teuntje Jansen Overeem, ged. Renswoude 11-01-1750, op Abbelaar, tr. Renswoude 09-02-1777 Gijsbert Willemsen van Ginkel, ged. Scherpenzeel 02-08-1733, zn. van Willem Jordens van Ginkel en Claasje Gijsberts

Scarpenzele jg 8 (2000), nr. 1, blz. 44.

10. Willemijntje Jansen Overeem, ged. Renswoude 05-03-1752, op Abbelaar
11. Melisje Jansen Overeem, ged. Renswoude 17-02-1754, op Abbelaar
12. Jan Jansen Overeem, ged. Renswoude 14-11-1756, op Abbelaar, tr. Renswoude 24-04-1791 Evertje Hendriks Koudijs, ged. Renswoude 25-12-1759, op Overeem, ov. Renswoude 07-03-1823, dr. van Hendrik Jacobsz Koudijs en Sandertje Everts Methorst

Vc
Hendrik Fransen van Overeem, ged. Renswoude 28-06-1711, op Overeem, tr. Leersum 25-02-1742 Jannigje Hendrikse Lokhorst, van Darthuizen, ged. Woudenberg 01-01-1719, op de Ringelpoel, dr. van Hendrik Willemsz Lokhorst en Willemijntje Jans Blotenburg
Uit dit huw.:
1. Frans Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 05-05-1743, op Dikkerijst, tr. (1) Aartje Gijsberts van Ravenhorst, ged. Amerongen 17-12-1747, dr. van Gijsbert Jansen van Ravenhorst en Margrietje Thijmens van Woudenberg, otr. (2) Renswoude 25-04-1783 Hendrikje Robberts, geb. Ede, otr. (3) Renswoude 14-05-1790 Jannigje Willems van Apeldoorn, ged. Woudenberg 10-08-1766, Leusbroek, dr. van Willem Willemsz van Apeldoorn en Evertje Ariens van Ekris
2. Willempje Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 12-12-1745, op Dikkerijst
3. Hendrik Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 17-12-1747, op Dikkerijst
4. Mees/Melis Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 21-09-1749, op Dikkerijst, ov. Renswoude 28-10-1826, otr. Renswoude 09-07-1778 Maria Hendriksen Koudijs, ged. Renswoude 26-11-1752, op Overeem, dr. van Hendrik Jacobsz Koudijs en Sandertje Everts Methorst

Uit dit huw.:
1. Jannigje van Overeem, ged. Renswoude 29-10-1780, in Ederveen, ov. Scherpenzeel 15-01-1868, tr. Jacob Roelofsen, wed. Jansje Floor, ged. Voorthuizen 26-04-1784, ov. Scherpenzeel 06-06-1847, zn. van Roelof Gijsbertsen en Gerritje Aartsen
2. Hendrikje van Overeem, ged. Renswoude 24-02-1782, aan de Schras
3. Hendrik Franssen van Overeem, ged. Renswoude 11-07-1784, aan de Schras
4. Sandertje van Overeem, ged. Renswoude 05-08-1786
5. Hendrik van Overeem, ged. Renswoude 16-03-1789, ov. 04-05-1876, op Selder, tr. Renswoude 26-02-1812 Johanna van Ginkel, dr. van Cornelis van Ginkel en Evertje van Meerveld
6. Evertje van Overeem, ged. Renswoude 22-07-1792, op Groot Overeem, ov. Renswoude 08-04-1820
7. Gerritje van Overeem, ged. Renswoude 23-10-1796

5. Gerritje Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 04-06-1752, op Dikkerijst, tr. Renswoude 15-11-1772 Cornelis van Soest, ged. Scherpenzeel 13-10-1743, op ´t Hoge Land aan de Holevoet, zn. van Gijsbert Willemsz van Soest en Hanna van Beckbergen
6. Jannetje Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 27-01-1754, op Dikkerijst
7. Jannetje Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 05-10-1755, op Dikkerijst, tr. Renswoude (otr. Renswoude 14-02-1777) Willem Roelofsen Methorst, ged. Renswoude 05-01-1749, op Ravenhorst, zn. van Roelof Evertsz Methorst en Willemijntje Willems de Koning
8. Jan Hendriksen Overeem, ged. Renswoude 15-05-1757, op Dikkerijst, ov. Renswoude 22-10-1811, otr. Renswoude 11-04-1788 Grietje Evertsen de Gojer, wed. Hendrik Harmsz Oosterbeek, geb. Renswoude

IIb
Hendrick Fransz, ov. 1635/1640, tr. NN, ov. na 1640

Consumptiegeld Woudenberg 1614: Hendrick Franssen, op de Wetering (nr. 108).
In 1615 huurt Henrick Fransz. 11 morgen land te Woudenberg van St. Agatha, die voor het laatst door Elis Gerritsz en Anthonis Hendricksz gehuurd zijn voor de somme van 44 gulden (GAA, 584 Rekeningen St. Agatha)

Uit dit huw.:
1. Gerrit Hendricksz van Overeem, volgt IIIc

IIIc
Gerrit Hendricksz van Overeem, ov. 1684/1685, tr. (1) Heiltje Willems, tr. (2) Lijsje Dirks

In 1649 huurt Gerrit Hendriksz in plaats van zijn moeder, de weduwe van Henrick Fransz 11 morgen land te Woudenberg van St. Agatha, vanaf 1640, voor 6 jaar (HUA, Financ. Inst. 1123, fol. 41; 1649).
In 1652 huurt Gerrit Hendriksz 11 morgen land te Woudenberg van St. Agatha, vanaf 1652, voor 6 jaar (HUA, Financ. Inst. 1125, fol. 36; 1652).
In 1686 is Gerrit Hendricksz bruiker van twee keer 8 morgen land op de Wetering, eigendom van St. Agatha (Oudschildgeld Woudenberg 20 en 21).
In 1686 is Gerrit Hendricksz eigenaar en bruiker van 2 morgen 4 hond land in Slappendel op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 92e).
In 1686 is Gerrit Hendricksz eigenaar en bruiker van 1 1/3 morgen 4 hond land op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 70a3).
Lidm. reg. Woudenberg 1684: Gerrit Hendriksen en Lijsie Dirckx.
Lidm. reg. Woudenberg 1690: Lijsje Dirksz.
In 1690 wordt er een boedelscheiding gemaakt van de nalatenschap van Gerrit Hendricksz van Overeem (Not. Anth. Bloeijlandt, Amersfoort, AT021b001; 28-02-1690).
In 1695 wordt er een boedelscheiding gemaakt van de nalatenschap van Lijsje Dirks, wed. Gerrit Hendricksz van Overeem (Not. Anth. Bloeijlandt, Amersfoort, AT021b001; 14-03-1695).

Uit het 1e huw.:
1. Hendrick Gerritsz van Overeem, volgt IVc
2. Willem Gerritsz van Overeem, ov. voor 1690
3. Jan Gerritsz van Overeem, (1) Zeist 27-07-1681 Evertje Cornelissen, wed. Jacob Willemsz, tr. (2) Zeist 21-04-1689 Annigje Peters van Dijk, won. aan de Brink

Uit het 1e huw.:
1. Aaltje Jans van Overeem, ged. Zeist 11-02-1683
2. Jacob Jansz van Overeem, ged. Zeist 20-09-1685
Uit het 2e huw.:
3. Evertje Jans van Overeem, ged. Zeist 18-04-1690, tr. Zeist 27-09-1711 Arien Willemsz van Dijk, won. Zeist
4. Lijsbeth Jans van Overeem, ged. Zeist 10-09-1693, ov. Zeist 10-10-1693
5. Lijsbeth Jans van Overeem, ged. Zeist 16-06-1695, tr. Gerrit Enkelaar
6. Gerrit Jansz van Overeem, ged. Zeist 28-01-1700, ov. Zeist 20-06-1700
7. Heiltje (=Aaltje, nr. 1?) Jans van Overeem, tr. Zeist 16-11-1704 Cornelis Gerritsz (=Jansz) de Wael, won. Zeist zn. van Jan Cornelisz. de Waal en Jannigje Gerrits
8. Willem Jansz van Overeem, tr. Zeist 16-10-1723 Willemijntje Fransen Smit, dr. van Frans Jansz Smit en Nelligje Wouters van Bredesteeg

4. Trijntje Gerrits van Overeem, ov. voor 1690
Uit het 2e huw.:
5. Dirk Gerritsz van Overeem, ov. 1690-1695
6. Grote Gijsbert Gerritsz van Overeem, ov. 1690-1695
7. Heijltje Gerrits van Overeem, tr. Jan Petersz smit

Jan Pietersz Smit en zijn vrouw Heijltje van Overeem verkopen aan Berent Egbertsen en zijn vrouw Fransje Jans een huis met annexe kamer, door hen en Frank Cornelisz gebruikt. Oost: Gijsbertje en Dirkje Vermeulen, west: de verkopers of Teunis Teunisz Smit, zuid: de Schilt, noord: de gemeene straet. Recht op anderhalf schaar weidens op de meent. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 76vo, 77;29-01-1728).
Jan Pietersz Smit en zijn vrouw Heijltje van Overeem verkopen aan Teunis Teunisz Smit en zijn vrouw Lijsje Jans een huis, smidswinkel, oostal, berg en hof aan de Voorstraat. Oost: de verkopers of Barent Egbertsen met zijn vrouw, west: de weg of steeg van raadsheer Blotenburgh, zuid: de Schilt of de heer Blotenburgh, noord: de gemeene straet. Voorwaarde: vrije inwoning van de verkopers en hun dochtertje Jannigje Jans Smit en de helft van het fruit. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 77vo, 78; 29-01-1728).

8. Dirkje Gerrits van Overeem, ov. voor 14-02-1718, tr. vóór okt. 1679 Hendrick van Geijtenbeeck, ged. Scherpenzeel ca. 1655, ov. 1725/1726, zn. van Gerrit Aertsz van Geitenbeek  en Emmigje Rijcks van Blootenburg
9. Jacobus Gerritsz van Overeem, ov. ca. 1725, ongehuwd

In 1696 is Jacobus Gerritsz Overeem bruiker van twee keer 8 morgen land op de Wetering, eigendom van St. Agatha (Oudschildgeld Woudenberg 20 en 21).
In 1686 is Jacobus Gerritsz Overeem eigenaar en bruiker van 2 morgen 4 hond land in Slappendel op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 92e).
In 1686 is Jacobus Gerritsz Overeem eigenaar en bruiker van 1 1/3 morgen 4 hond land op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg 70a3).
Willem en Gerrit Hendriksen Overeem, voor zichzelf en namens Arien Bekum, getrouwd met Willemijntje Overeem, Jan Willemz Koudijs, getrouwd met Maijgjen Overeem, Dirk Theunisse Brouwer, getrouwd met Heijltjen Overeem, Hendrik Melissen van Otterloo,getrouwd met Jannitje Overeem voor een staak.
Cornelis Gerritz de Waal, getrouwd met Heijltje Jans Overeem, Willem Overeem voor zichzelf en namens Arien van Dijk, getrouwd met Evertje Jans Overeem, Gerrit Enkelaar, getrouwd met Lijsbet Jans Overeem, voor een staak.
Jan Pieterz Smith, getrouwd met Heijltje Gerrits Overeem, voor een staak.
Gerardus van Geijtenbeek, predikant tot Hoevelaken voor zichzelf en namens Evert Hopman, getrouwd met Gerritje van Geijtenbeek, Gerrit van Geijtenbeek, getrouwd met Dirkje van Geijtenbeek, Willem van Geijtenbeek, mr. chirurgijn, Willem Lagerweij, schout en gadermeester van Geerestein, getrouwd met Elisabeth van Geijtenbeek, Arnoldus van Geijtenbeek, notaris, Berent Willemsz van Eede, getrouwd met Maria van Geijtenbeek, Emmetje van Geijtenbeek, voor een staak.
Gerrit de Cruijff, getrouwd met Merritje Gerrits Overeem, voor een staak.
Allen erfgenamen van Jacobus Gerritz Overeem. Zij verkopen aan Hendrik van Geijtenbeek ca. 5 1/2 morgen land op de Wetering. Oost: de zeedijk, west: de erfgenamen van Dirk Hendrikz Vermeulen en Adriaantje van Geijtenbeek, zuid: Hendrik van Geijtenbeek, noord: Jacob Dirkz van de Haar. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 47vo, 48; 11-06-1725).

10. Merritje Gerrits van Overeem, tr. (1) Barneveld 17-11-1682 Wolfert Wulfertsz, tr. (2) Woudenberg 01-02-1691 Gerrit Hendricksz de Kruijf, aan de Schans
11. Kleine Gijsbert Gerritsz van Overeem, ov. 1690-1695

IVc
Hendrick Gerritsz Overeem, herbergier in Maarn, tr. (1) Hendrikje van Wijk, tr. (2) Doorn 01-03-1674 Trijntje Frederiks, dr. van Frederik Robbertsz. Trijntje Frederiks, tr. (2) 18-02-1708 Hendrik Hendriksz Brus

Zie uitgebreider over Hendrick Gerritsz Overeem: Gens Nostra jg. 47, 1992, blz. 61 ev,

Uit het 2e huw.:
1. Willem Hendriksz Overeem, geb. Maarn, ged. Doorn 20-02-1675, landbouwer te Driebergen, tr. Doorn 12-02-1701 Aartje Jans van Renswoude, dr. van Jan Gerritsz van Renswoude en Ariaentje Theunis

Nakomelingen te Driebergen.

2. Maaijgje Hendriks Overeem, geb. Doorn, ged. Doorn 04-06-1677, tr. Woudenberg 17-03-1700 Jan Willemsz Coudijs, ged. Scherpenzeel 03-10-1669, ov. Woudenberg 25-12-1754, zn. van Willem Jacobsz en Aertje Cornelis
3. Heijltje Hendriks Overeem, van Maarn, tr. Woudenberg 29-03-1705 Dirk Teunisz Brouwer, wed. Aaltje Sijmens
4. Jannetje Hendriks Overeem, ged. Doorn 01-08-1685, ov. Woudenberg 14-05-1750, tr. Woudenberg 12-05-1709 Hendrik Melisz van Otterloo, zn. van Melis Hendricksz en Beertje Cornelis
5. Gerrit Hendriksz Overeem, geb. Maarn, ged. Doorn 17-06-1688, tr. (1) Zeist 18-11-1708 Geertruijd Cornelissen van Groenewoud, tr. (2) Zeist 20-06-1717 Jacomijntje Ariens Knoppert

Nakomelingen te Zeist.

6. Willemijntje Hendriks Overeem, ged. Doorn 08-11-1691, tr. Doorn (otr. Woudenberg) 03-11-1718 Arien van Beckum
7. Hendrikje Hendriks Overeem, tr. Bunschoten 25-02-1714 Jan Claassen van Woudenberg, wed. van Hesseltje Maassen van Hasselaer

Overeem (4)

I
Henrick Petersen van Overeem, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 29-10-1671 Lijsje Henricks van Ginckel, won. Leersum, ov. na 1728
Uit dit huw.:
1.? Hendrick Hendricks van Overeem, volgt II
2. Marijtje Hendricks van Overeem, ged. Scherpenzeel 23-01-1681, aen de Groeb
3. Huijgh Hendricksz van Overeem, ged. Scherpenzeel 02-03-1684, aen de Groeb
4. Gerritje Hendricks van Overeem, ged. Scherpenzeel 28-11-1686
5. Gerritje Hendricks van Overeem, ged. Scherpenzeel 16-03-1690, tr. Scherpenzeel 09-04-1719 Jacobus Bakker, van Ommeren, zn. van Peter Bakker
6. Gerrit Hendricksz Overeem/Prins, ged. Scherpenzeel 01-10-1692, tr. Scherpenzeel (att. van De Bilt) 07-11-1728 Jantje van Schaijk, ged. Scherpenzeel 01-01-1702, ov. Scherpenzeel 24-01-1780, dr. van Trijntje Gerritsen, ook wel Trijntje Prinsen, later Trijntje Dircksen Put

Bij de doopsinschrijving van Jantje staat: “in onecht verkregen bij een seecker persoon (soo sij gerichtelick verklaert heeft, doch sonder fundement na Christelicke liefde te oordelen) bij een getrouwt man, die, om redenen, verswegen word”. Trijntje Gerritsen tr. Scherpenzeel 05-12-1706 Derck Gerritsen Put, geb. Apeldoorn.
In 1749 lenen Gerrit Hendriksen x Jantjen van Schaijk f 100,= van Gijs­bert Hendriksen van Schaijk x Hendrikjen Cornelissen van Huijgen­bosch. Onderpand: hun huis en bergen aan het oosteinde van het dorp. Geroyeerd 02-05-1782 (Recht. Arch. Scherpenzeel 5; 25-04-1749).
Lidm. Scherpenzeel 20-09-1771: Jannetje van Schaik, wed. Gerrit Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Jannetje van Schaik, wed. Gerrit Overeem.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1772/1774: Jannetje van Schaik, wed. G. Overeem.
Uit dit huw.:
1. Aaltje Overeem, ged. Scherpenzeel 04-09-1729
2. Elisabeth Gerrits Overeem, ged. Scherpenzeel 23-09-1731, ov. Scherpenzeel 14-04-1807, ongehuwd

In 1782 kopen Melis Pietersen van de Beek en zijn zus Grietje Pietersen voor f 400,= van Elisabet Overeem, me.j. jd. en Rijk van Wilder­nis x Catharina Overeem te Amsterdam een huis en hof aan het oosteinde van het dorp. Voorwaarde: Elisabeth Overeem mag haar leven lang in de kamer aan de oostzijde wonen, zonder huur te betalen en een schoorsteen en een voordeur aan de straat­kant (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 159vo; 02-05-1782).

3. Catrijntje Overeem, ged. Scherpenzeel 31-03-1734
4. Hendrik Overeem, ged. Scherpenzeel 21-08-1735
5. Hendrik Overeem, ged. Scherpenzeel 11-11-1736
6. Gerritje Overeem, ged. Scherpenzeel 12-01-1738
7. Hendrik Overeem, ged. Scherpenzeel 11-01-1739
8. Catharina Overeem, ged. Scherpenzeel 24-01-1740, op ´t Broeck, tr. Rijk van Wildernis

In 1782 kopen Melis Pietersen van de Beek en zijn zus Grietje Pietersen voor f 400,= van Elisabet Overeem, me.j. jd. en Rijk van Wilder­nis x Catharina Overeem te Amsterdam een huis en hof aan het oosteinde van het dorp. Voorwaarde: Elisabeth Overeem mag haar leven lang in de kamer aan de oostzijde wonen, zonder huur te betalen en een schoorsteen en een voordeur aan de straat­kant (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, fol. 159vo; 02-05-1782).

II
Hendrick Hendricks van Overeem, tr. Woudenberg 01-05-1707 Evertje Wouters, dr. van Wouter Pelen en Geurtje Willem Ebbertsdr

Lidm. Scherpenzeel 14-10-1708: Evertje Wouters, bij Berckerslot, met attestatie van Woudenberg
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Evertje Woutersen hv Hendrik Petersen “dese geen Lidmaat”, op Berckerslot

Uit dit huw.:
1. Wouter Hendricksz van Overeem
, ged. Scherpenzeel 01-04-1708, op Berckerslot
2. Hendrickje Hendricks van Overeem
, ged. Scherpenzeel 01-04-1708, op Berckerslot
3. Wouter Hendricksz van Overeem
, ged. Scherpenzeel 03-11-1709, op Berckerslot
4. Hendrick Hendricksz van Overeem
, ged. Scherpenzeel 31-01-1712, op Berckerslot, volgt III
5. Geurtje Hendricks van Overeem
, ged. Scherpenzeel 03-06-1714, op den Brom (Glindhorst), won. Doornboom onder Woudenberg, tr. Scherpenzeel 06-09-1744 Cornelis Jansz van Overeem, wed. Jantje van de Vendel (VIb)
6. Lijsbeth Hendricks van Overeem
, ged. Scherpenzeel 10-01-1717, op den Brom

III
Hendrick Hendricksz van Overeem, ged. Scherpenzeel 31-01-1712, op Berckerslot, ov. Scherpenzeel 27-08-1799, tr. (1) Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 30-03-1750 Geertje Rijks van Egdom, tr. (2) Leersum (otr. Scherpenzeel) 08-07-1764 Geertje Jansen van Ginkel, begr. Scherpenzeel 20-08-1791
Uit het 2e huw.:
1. Errisje Overeem, ged. Leersum 08-03-1766, ov. Woudenberg 15-01-1829, tr. Woudenberg 05-10-1788 Klaas Lagerweij, ged. Renswoude 15-03-1750, op Emmikhuizen, zn. van Wulphert Dirksz Lagerweij en Jannetje Geurts
2. Evertje Overeem
, ged. Leersum 19-02-1769, ov. Woudenberg 18-07-1845, tr. (1) Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 15-07-1792 Hendrik van Osnabrugge, ged. Scherpenzeel 03-04-1768, zn. van Pieter van Osnabrugge en Geertruij van den Boer, tr. (2) Scherpenzeel 17-10-1818 en Grote Kerk Scherpenzeel 18-10-1818 Gijsbert Hartman, geb. Utrecht 1770, ov. Woudenberg 25-04-1842, zn. van Evert Hartman en Marritje van Ekeris

Samengesteld door:
Henk van Woudenberg
september 2008