Nijburg

Nijburg (1)

Nijburg is een boerderij bij Renswoude. De boerderij bestaat niet meer; op de plaats is nu een industrieterrein. Er zijn voor zover bekend twee families die zich Nijburg of ook wel Nieuwburg noemen. Eén familie is afkomstig van de boerderij en wordt hieronder behandeld.

De andere familie, die zich later Nijburg noemt, woont eeuwenlang op de Holevoet onder Woudenberg. De Holevoet ligt tegen Scherpenzeel aan en daarom komen zij daar in de boeken voor. Het is een familie van ploegenmakers en radenmakers. In 1669 verkrijgt Cornelis Jansz een vierkante kamp land, genaamd Nijborch. Hij had nl. 950 gulden geleend aan de eigenaar, Aelbert Cornelissen. Toen Aelbert overleed was de schuld nog niet betaald en zo kreeg Cornelis Jansz het perceel uit de nalatenschap. Zijn zoon Peter Cornelissen aarzelt nog tussen de namen Ploeg, Nijborg of Nieuwburg. Uiteindelijk wint de naam Nijburg.

I

Jan Cornelisz, geb. ca. 1530, ov. na 1585, tr. NN

In 1578 en 1585 is Jan Cornelisz op ten Hoolvoet borg voor een tiendverkoop (Tienden van St. Pieter te Utrecht; Geitenbeek)

In 1579 is Jan Cornelisz op ten Hoolvoet borg voor een tiendverkoop (Tienden van St. Pieter te Utrecht; Bruinhorst)

Uit dit huw.:

1. Cornelis Jansen, geb. ca. 1555, volgt II

 

II

Cornelis Jansz, geb. ca. 1555, tr. NN

In 1581 is Cornelis Janss op ten Hoolvoet borg voor een tiendverkoop (Tienden van St. Pieter te Utrecht; Groot Lambalgen)

Uit dit huw.:

1. Gerrit Cornelisz, geb. ca. 1580

In 1599 worden Gerrit en Jan Cornelisz, gebroeders genoemd als eigenaar en bruiker van een hofstede aan de Holevoet (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 115).

In 1614 betaalt Gerrit Cornelisz consumptiegeld voor een huis aan de Holevoet (Quotisatie en consumptiegeld Woudenberg, nr. 15).

2. Jan Cornelisz, geb. ca. 1580, volgt III

 

III

Jan Cornelisz, geb. ca. 1580, ov. ca. 1654, tr. Derckgen NN

In 1590 bezit Jan Cornelisz een huis op de Holevoet, gekocht van Willem Henricxz (HUA; Toegang 233, Staten van Utrecht 364-2-29, fol. 29; Tijnsregister Huis Amerongen, 1590).

In 1599 worden Gerrit en Jan Cornelisz, gebroeders genoemd als eigenaar en bruiker van een hofstede aan de Holevoet (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 115).

In 1614 betaalt Jan Cornelisz consumptiegeld voor een huis aan de Holevoet (Quotisatie en consumptiegeld Woudenberg, nr. 14).

In 1650 wordt Derckgen, wed. Jan Cornelisz genoemd als belending van een huis aan de Holevoet (Huis Amerongen 1180, fol. 8vo; 1650. Beleningen Holevoet, nr. 27).

Uit dit huw.:

1. Cornelis Jansen, ged.? Scherpenzeel 21-04-1617, volgt IV

 

IV

Cornelis Jansen, ploegenmaker, ov. voor 1680, tr. Aeltgen Everts, ov. ca. 1682

In 1653 wordt Cornelis Jansz aan de Holevoet genoemd als betaler van het Slaperdijksgeld (Reichgelt; Slaperdijksgeld, 1653)

In 1654 wordt Cornelis Jansz beleend na dode van zijn vader Jan Cornelisz met een huis en hofstede op de Holevoet (Huis Amerongen 1181, fol. 23; 1654. Beleningen Holevoet nr. 26).

In 1666 leent Aelbert Cornelissen f 950,= van Corneliss Jansen x Aeltgen Everts. Onderpand: Nieborgh (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 56vo; 11-05-1666).

In 1669 wordt Cornelijs Jansen, ploegenmaker, wonende aan de Holevoet, beleend door opdracht van Jan Aertsen van Lambalgen, executeur van de nalatenschap van Aelbert Cornelijssen met een vierkante kamp land “genaempt de Nijeborch, gelegen oever die Beeck”; noord: “een waegenwech aen Andrijes Hendrijcksijs landt tot den Hollen wech toe”, oost: “opstreckende een sloet langens Spijchoerst tot Raevenhoerst ende voorts aende weteringe toe, zuid:”die weteringe langens tot die beeck langens oude Wolfswijnckel toe” (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 42; 10-05-1669).

In 1675 woont Cornelis Jansz aen den Holevoet, met een meerderjarig kind en drie minderjarige kinderen (Huisgezinnen Woudenberg 1675, nr. 122).

In 1686 en 1696 bezit en gebruikt de weduwe van Cornelis Jansz de helft van een huis aan de Holevoet (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 115).

Huis nr. 163, Holevoet: Wed. Jan Cornelissen, van 1680-1699 (GAA; Gemeentearchief Woudenberg nr. 85-130).

Huis nr. 163, Holevoet: De kinderen van de wed. Cornelis Jansz, ploegmaker, van 1699-1700 (GAA; Gemeentearchief Woudenberg nr. 85-130).

In 1716, 1719 en 1725 bezit de weduwe en erfgenamen van Mr. Cornelis, ploegmaker de helft van een huis aan de Holevoet (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 115).

Uit dit huw.:

1. dochter, geb. voor 1650

2. Jan Cornelissen Ploeg, ploegenmaker

In 1674 wordt Jan Cornelijssen beleend na dode van zijn vader Cornelijs Jansen, ploegenmaker met een vierkante kamp land in Nijburgh (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 58vo; 13-09-1674).

In 1680 wordt Jan Cornelisz, oudste zoon beleend na dode van zijn vader Cornelis Jansz met een huis en hofstede op de Holevoet (Huis Amerongen 1182, fol. 26; 1680. Beleningen Holevoet nr. 26).

In 1700 wordt Peter Cornelis beleend na dode van zijn broer Jan Cornelis Ploegmaker met een vierkante kamp land in Niuborigh (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 35; 09-05-1700).

In 1700 wordt Peter Cornelis, enige broer beleend na dode van broer Jan Cornelisz Ploeg met een huis en hofstede op de Holevoet (Huis Amerongen 1185, fol. 35; 11-09-1700. Beleningen Holevoet nr. 26).

3. dochter

4. Peter Cornelissen Ploeg, ged. Scherpenzeel 1658 (voor 11-04-1658), volgt V

 

V

Peter Cornelissen Ploeg/Nijborg/Nieuwburg, ged. Scherpenzeel 1658, ploegenmaker, radenmaker, ov. Scherpenzeel 23-06-1710 of 1711, tr. Scherpenzeel 24-12-1699 Hendrickje Gijsbertsen van Coudijs, ged. Scherpenzeel 13-01-1667, ov. na 1732, dr. van Gijsbert Jacopsen van Coudijs en Gerritien Rutgersen van de Haer. Hendrickje, tr. (2) Scherpenzeel 08-11-1711 Hendrick Petersen van Spickhorst, rademaker/ploegmaker, zn. van Peter Roelen van Spickhorst en Willemtien Cornelissen

Lidm. Scherpenzeel 25-12-1687: Hendrikje Gijsbertsen van Coudijs; met attestatie vertrokken naar Utrecht.

In 1700 wordt Peter Cornelis beleend na dode van zijn broer Jan Cornelis Ploegmaker met een vierkante kamp land in Niuborigh (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 35; 09-05-1700).

In 1700 wordt Peter Cornelis, enige broer beleend na dode van broer Jan Cornelisz Ploeg met een huis en hofstede op de Holevoet (Huis Amerongen 1185, fol. 35; 11-09-1700. Beleningen Holevoet nr. 26).

Lidm. Scherpenzeel 19-05-1700: Peter Cornelissen Nieuburgh.

Huis nr. 163, Holevoet: Peter Cornelissen, ploegmaker, van 1700-1712 (GAA; Gemeentearchief Woudenberg nr. 85-130).

Huis nr. 163, Holevoet: Hendrick Petersz, ploegmaker, van 1713-1714 (GAA; Gemeentearchief Woudenberg nr. 85-130).

Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Hendrikje Gijsbertsen van Coudijs, huisvrouw Hendrik Petersen.

In 1703, 1704, 1706, 1708 en 1709 is Peter Cornelissen Nijborg leenman van Huis Scherpenzeel.

In 1706 bezit en gebruikt Peter Cornelisz, ploegmaker de helft van een huis aan de Holevoet (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 115).

In 1711 wordt Egebert Gijsberts van Koudijs, oom en momber van de onmondige Cornelis Peters van Nieijborg beleend na dode van zijn vader Peter Cornelis Nieijborg met een vierkante kamp land in Nieuwborgh (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 84; 04-10-1711).

In 1724 wordt Gijsbert Petersz Nieuwburg beleend als erfgnaam van Peter Cornelisz Ploeg met een huis en hofstede op de Holevoet (Huis Amerongen 1186, fol. 18vo; 11-11-1724. Beleningen Holevoet nr. 26).

In 1730 laten Hendrik Pieterse Spikhorst x Hendrikje Gijsberts Coudijs, won. Scherpenzeel hun testament maken. Octrooi Hof van Utrecht 22-07-1730. Cornelis Pieters Coudijs, zoon van Hendrikje x 1e man Pieter Cornelissen krijgt zijn legitieme erfdeel. Na hun dood deelt hij ook mee in de nalatenschap, die bestaat o.a. uit het erf Nieuwburg onder Renswoude. Hendrik verklaart tot zijn erfgenamen: Gijsbert Peterse Nieuwborgh, middelste zoon van Hendrikje, krijgt de helft van het huis door hem bewoond en de rademakersgereedschappen en hout. Hij krijgt dit  omdat hij “nu all verschaijde jaren de selve winkel heeft helpen waarneemen en het werk heeft helpen doen”. Mocht Gijsbert overlijden dan krijgt zijn broer het. De rest gaat naar zijn zus Grietje Pieterse Spikhorst (Not. Amersfoort 028b009; 17-11-1730. Geregistreerd Recht. Arch. Scherpenzeel 5: 23-01-1741).

In 1734 erft Cornelis Petersz Nieuwburg, oudste zoon van wijlen Peter Cornelissen Nieuwburg en Henrikje Gijsberts van Coudijs 1 ½ morgen land in Coudijs (Amerongen A5, fol. 84; 1734. Bel. Holevoet nr. 35).

Uit het 1e huw.:

1. Cornelis Petersen Nijburg, ged. Scherpenzeel 20-02-1701, jong ov.

2. Aeltje Petersen Nijburg, ged. Scherpenzeel 14-10-1702, ov. voor 1730

3. Cornelis Petersen Nijburg, ged. Scherpenzeel 20-07-1704, volgt VIa

4. Gijsbert Petersen Nijburg, ged. Scherpenzeel 30-05-1706, volgt VIb

5. Jan Petersen Nijburg, ged. Scherpenzeel 07-03-1708, ov. voor 1730

In 1726 krijgt Jan Petersen Nijburg 20 herenponden boete wegens vechten met Jan van Wolfswinckel achter het huis van Gijsbert Glashorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 09-09-1726).

 

VIa

Cornelis Petersen Nijburg, ged. Scherpenzeel 20-07-1704, tr. Scherpenzeel 04-05-1732 Ceeltje Jans van Kolfschoten, ged. Woudenberg 13-06-1707, dr. van Jan Hannesen van ’t Heetveld en Marijtje Tijmensen van Kolfschoten

In 1711 wordt Egebert Gijsberts van Koudijs, oom en momber van de onmondige Cornelis Peters van Nieijborg beleend na dode van zijn vader Peter Cornelis Nieijborg met een vierkante kamp land in Nieuwborgh (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 84; 04-10-1711).

In 1734 erft Cornelis Petersz Nieuwburg, oudste zoon van wijlen Peter Cornelissen Nieuwburg en Henrikje Gijsberts van Coudijs 1 ½ morgen land in Coudijs (Huis Amerongen 1186, fol. 84; 1734. Bel. Holevoet nr. 35).

In 1742 wordt Albert Hendricksen van Schaaik beleend door opdracht van Kornelis Nieborg met een vierkante kamp in Nijborg tot aan de Hollenweg, gekocht voor f 1198,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 75vo; 19-11-1742).

In 1745 en 1775 bezit en gebruikt Cornelis Nijburg een huis met een halve morgen aan de Holevoet (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 115).

In 1750 vragen Cornelis Petersz Nijburg x Ceeltje Jans van Colfschoten, won. Scherpenzeel. Octrooi om te testeren, not. J. vd. Doorslag; 12-12-1750 (Het Utrechts Archief).

Uit dit huw.:

1. Maria Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 25-02-1733, aan den Holevoet

In 1788 verkoopt Maria Nijburg als erfgename van Cornelis van Nijburg 1 ½ morgen land in Coudijs aan Arie Veenbrink (Huis Amerongen 1191, jan. 1788. Bel. Holevoet nr. 35).

2. Hendrikje Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 15-08-1734, aan den Holevoet

3. Aaltje Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 12-02-1736, aan den Holevoet

4. Peter Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 17-11-1737, aan den Holevoet

5. Jantje Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 03-05-1739, aan den Holevoet

6. Gerritje Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 23-04-1741, aen den Holevoedt

7. Grietje Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 20-01-1743, aen den Holevoedt

8. Maetje Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 13-12-1744, aen den Holevoedt

9. Hendrikje Nieuwburg, ged. Woudenberg 20-02-1746, ov./begr. Scherpenzeel 07/11-03-1808, tr. Scherpenzeel 23-12-1764 Lubbertus Otten van ´t Voort, ged. Scherpenzeel 10-05-1736, begr. Scherpenzeel 21-02-1801, zn. van Oth van ´t Voort en Berendina Lubberts van Driee

                Bij haar ov.: nalatende 1 zoon.

10. Jan Cornelissen Nijburg, ged. Scherpenzeel 26-11-1747, aen den Holevoet

 

VIb

Gijsbert Petersen Nijborg, ged. Scherpenzeel 30-05-1706, radenmaker, tr. Lunteren (otr. Scherpenzeel) 14-01-1742 Jantje Willems van Veldhuizen

In 1724 wordt Gijsbert Petersz Nieuwburg beleend als erfgnaam van Peter Cornelisz Ploeg met een huis en hofstede op de Holevoet (Huis Amerongen 1186, fol. 18vo; 11-11-1724. Beleningen Holevoet nr. 26).

Uit dit huw.:

1. Peter Gijsbertsz Nijburg, ged. Scherpenzeel 24-03-1743, timmerman, ov. Scherpenzeel 14-02-1819, tr. Scherpenzeel 29-06-1783 Johanna Giesen Wijjers, geb. Gorssel, won. Amsterdam, begr. Scherpenzeel 14-01-1807

                Lidm. Scherpenzeel 14-04-1779: Pieter Nijburg.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Pieter Nijburg.

            Uit dit huw.:

1. Gijsbert Nijburg, geb./ged. Scherpenzeel 25-12-1784/09-01-1785, begr. Scherpenzeel 01-02-1785

2. Gijsbert Nijburg, geb./ged. Scherpenzeel 30-05/15-06-1788, tr. Baarn 30-10-1819 Geesken Janssen, geb. Rijssen 1779, dr. van Claas Janssen en Janna van Dijk

                Nageslacht in Baarn.

2. Willem Gijsbertsz Nijburg, ged. Scherpenzeel 02-05-1745, aen den Holevoet

 

 

 

Nijburg (2)

 

 

S. Laansma, Boerderijen en boerengeslachten te Renswoude, blz. 53-55 (boerderij) 113 (genealogie)

Met dank aan A.J. v.d. Pol uit Waalre, die het grootste deel van deze genealogie heeft uitgezocht.

 

 

I

Hendrick Jansz, tr. Cornelia Teunissen

                Lidm. Renswoude ca. 1680: Hendrick Jansz en Cornelia Teunis.

                Lidm. reg. Renswoude 1722: Hendrik Janze en Cornelia.

Uit dit huw.:

1. Jan Hendriksz van Nieuwburch, ged. Renswoude 09-11-1679, volgt IIa

2. Teunis Hendriksz van Nieuwburgh, ged. Renswoude 16-09-1683, tr. Renswoude 22-02-1711 Rijckje Jans van Voorthuijsen

Uit dit huw.:

1. Jan Teunissen van Nieuwburg, ged. Veenendaal 17-04-1713

2. Cornelia Teunissen van Nieuwburg, ged. Veenendaal 27-10-1715, begr. Veenendaal 22-05-1760, tr. (3e gebod) Veenendaal 27-07-1738 Peter Cornelissen van Doorn, wed. Neeltje Hendriksen, begr. Veenendaal 21-12-1764

3. Hendrik Teunissen van Nieuwburg, ged. Veenendaal 19-12-1717, begr. Veenendaal 02-08-1781, tr. (3e gebod) Veenendaal 05-04-1744 Maria Dirksen Thuren, ged. Veenendaal 23-08-1716, begr. Veenendaal 29-10-1761, dr. van Dirk Harmsen Thuren en Geertje Jansen van Schaffelaar

                Acht kinderen gedoopt te Veenendaal.

4. Willem Teunissen van Nieuwburg, ged. Veenendaal 02-03-1721

5. Otto Teunissen van Nieuwburg, ged. Veenendaal 25-12-1723

6. Albert Teunissen van Nieuwburg, ged. Veenendaal 20-04-1727

3. Hendrik Hendriksz Nijburg, ged. Renswoude 15-09-1689, volgt IIb

 

IIa

Jan Hendriksz van Nieuwburch, ged. Renswoude 09-11-1679, begr. Leersum 25-02-1756, won. Dashorst, tr. Woudenberg 18-03-1708 Willemtje Jordens, ged. Scherpenzeel 06-11-1681, op Dashorst, dr. van Jorden Roelofsz en Marritje Everts

Uit dit huw.:

1. Weimtje Jansen van Nieuwburg, ged. Scherpenzeel 21-10-1708, op Dashorst, tr. Scherpenzeel 01-11-1739 Roelof Aartsz, ged. Scherpenzeel 21-04-1695, op ’t Oude Willer, ov. voor 1765, zn. van Aert Roelofsz en Geertje Teunissen

2. Jorden Jansen Nijburg, geb. Renswoude, volgt IIIa

3. Cornelia Jansen van Nieuwburg, ged. Renswoude 02-07-1713, begr. Scherpenzeel 24-12-1798, tr. (1) Woudenberg 20-01-1732 Breunis Jansz van Beckbergen, won. Woudenberg, tr. (2) Scherpenzeel 28-09-1755 Evert Hermansz van Brummen, wed. Jantje Cornelissen van Oijck, ged. Scherpenzeel 02-04-1693, op Ebbenhorst, zn. van Herman Willemsz en Jacobje Aerts, tr. (3) Scherpenzeel 20-04-1766 Joris van Valkenburg, wed. Meinsje van Ojik

4. Aleth Jans van Nieuwborg, begr. Scherpenzeel 05-04-1797, tr. (1) Scherpenzeel 09-04-1747 Jacob Slot, ged. Scherpenzeel 31-05-1716, soldaat, zn. van Adam Jacobsen Slot en Hendrikje Petersen Mom, tr. (2) Scherpenzeel 09-10-1757 Dirk Ouwens, soldaat, ged. Scherpenzeel 06-12-1722, zn. van Hendrik Hendriksen Ouwens en Neeltje Budding

5. Maria Jans van Nieuwburg, won. Blauwkapel, ov. voor 1761, tr. Scherpenzeel 09-04-1747 Dirk Cornelissen de Jong, wed. Jakobje Jans Knoodt, ged. Scherpenzeel 19-03-1699, ov. Scherpenzeel sept. 1748, zn. van Cornelis Gerritsen de Jong en Armgard van Gein

In 1718 eist de schout 2 herenponden boete van Anthonij Elissen en Derck de Jongh wegens vechten op ´de boeckbanck´ van Jacobus Hendricksen (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 21-11-1718).

In 1721 eist de schout 2 herenponden boete van Derck de Jongh wegens vechten op (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 10-11-1721).

Lidm. Scherpenzeel 21/22-04-1726: Dirk de Jong.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Derck de Jong en Jacobje Jansen Knoodt.

Dirk de Jong diaken 1747-sept. 1748 (ov.)

Dirk de Jong schepen van Scherpenzeel 1743-1745.

Op 19-08-1748 wordt Dirk de Jong aangesteld als onderschout i.p.v. de overleden Aalbert van Santen. Hij is het slechts een paar maanden geweest.

Ca. 1750 eisen Jelis Knoot en mr. C. Rust, mombers van de drie onmondige kinderen van Derk de Jong x Jacobje Knoot betaling van f 215,= van Jan Vloetman vanwege zijn huis (Recht. Arch. Scherpenzeel 7 nr. 66; na 1749).

 

IIIa

Jorden Jansen van Nijburg, geb. Renswoude, begr. Leersum 13-06-1764, tr. Renswoude 08-12-1737 (een zus van zijn oom Hendrik) Hendrikje Gerrits, ged. Renswoude 21-06-1711, begr. Leersum 28-08-1783, dr. van Gerrit Robbertsen en Anna Jansen

Begr. Leersum 31-12-1761: een zoon van Jorden Jansen.

Uit dit huw.:

1. Annetje Jordens van Nijburg, ged. Renswoude 08-03-1739, Kleine Wolfshaar, jong ov.

2. Hendrik Jordensz van Nijburg, ged. Renswoude 16-04-1741, Kleine Wolfshaar

3. Gerrit Jordensz van Nijburg, ged. Renswoude 26-01-1744, Kleine Wolfshaar, tr. Leersum 20-04-1777 Jannigje Gijsberts van Ravenhorst, ged. Amerongen 06-12-1749, ov. Renswoude 19-06-1819, dr. van Gijsbert Jansen Van Ravenhorst en Margriet Tijmensen van Woudenberg

                Lidm. Renswoude 14-03-1806: Gerrit Jordesen Nijburg.

Uit dit huw.:

1. Hendrikje Gerritsen Nijburg, ged. Leersum 22-06-1780, ov. Renswoude 10-09-1856, tr. Renswoude 27-09-1801 Hendrik Teunissen van Wagensveld, ged. Renswoude 16-08-1768, ov. Renswoude 13-11-1832, zn. van Teunis Jansen van Wagensveld en Dirkje Jansen van Veldhuizen

                                Lidm. Renswoude 02-03-1803: Hendrikje Gerritsen van Nijburg.

4. Jan Jordensz van Nijburg, ged. Renswoude 16-01-1746, Kleine Wolfshaar

5. Annigje Jordens van Nijburg, ged. Amerongen 03-08-1749, tr. Leersum 25-11-1770 Aalbert Wijnen van Ravenhorst, ged. Scherpenzeel 09-01-1746 (Dit staat in het doopboek van Amerongen. In Scherpenzeel niet teruggevonden), zn. van Wijn Aalbertsz en Rijkje Gijsberts

6. Willemijntje Jordens van Nijburg, ged. Leersum 14-01-1753, begr. Scherpenzeel 13-12-1794, ov. in ´t Gooswilliger Veld, tr. Leersum 23-11-1775 Evert Jacobsen van de Meent ´den Bollen´, ged. Bennekom 28-01-1742, zn. van Jacob Evertsen van de Meent en Gerritje Stevens. Evert, tr. (2) Lunteren (otr. Scherpenzeel) 21-08-1796 Gerritje Jacobs, geb. Kootwijk, won. Lunteren

 

IIb

Hendrik Hendriksz Nijburg, ged. Renswoude 15-09-1689, tr. Renswoude 09-05-1727 Fransje Gerrits, ged. Renswoude 14-03-1706, dr. van Gerrit Robbertsz en Anna Jans

Uit dit huw.:

1. Hendrik Hendriksz Nijburg, ged. Renswoude 22-08-1728, tr. Scherpenzeel 19-02-1758 Gijsbertje Barten van Landaas, ged. Scherpenzeel 30-01-1718, begr. Scherpenzeel 05-04-1788, dr. van Bart Gijsbertsz en Aaltje Frans

In 1774 worden Hendrik Hendricksen Nieburgh x Geijzbertije Barte beleend door opdracht van Aart Evert Hooglant met de Caap, gelegen in Gelashorst, met huis en hof, gekocht voor f 400,=. Vervolgens wordt Bart Outhof hiermee beleend. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 103; 24-03-1774).

In 1789 geeft Albert Oudhof voor zichzelf en namens de erfgenamen van Gijsber­tje Barten van Landaas, ov. 29-03-1788, begr. 05-04-1788 x Hendrik Nijburg aan: de helft van een erfje met huis, genaamd de Caap en land met de helft van twee kampen land in Glashorst. (Westerholt 277, 3e omslag; Ontvangst 40e en 50e penning, 1789; 22-01-1789).

In 1789 koopt Aaltjen Oudhof, dochter van Lambert Oudhof voor f 250,= van Hendrik Nijburg, wed. Gijsbertje van Landaas de helft van een huis genaamd de Caap, gelegen in Glashorst vanaf de Glashorsterdijk tot de Woudenbergse weg. De wederhelft heeft Aaltje en haar broers en zusters geërfd van Gijsbertje van Landaas. (Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 131; 10-02-1789 en Westerholt 277, 3e omslag; Ontvangst 40e en 50e penning, 1789; 10-02-1789. Belening Leenboek Huis Scherpenzeel 146, fol. 133; 04-08-1790).

In 1781 laat Jantje Barten van Landaas, bejaard jd. (lees: ongehuwd), wonende te Scherpenzeel, haar testament registreren. Enige erfgenaam: haar zuster Gijsbertje van Landaas x Hendrik van Nijborg, wonende in de Caap en Aaltje Lamberts Oudhof, jd., ieder voor de helft. M.u.v. haar kamertje naast haar huisje, dat krijgt Aaltje, mits zij het niet verkoopt. Na dode van haar zuster Gijsbertje zal de erfenis naar de kinderen van Lambert Oudhof gaan, m.u.v. Bart Lambertsen Oudhof. “begeerende de comparante dat denzelven Bart Lambertsen Oudhof haar lijkstatie niet zal mogen volgen”. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 141; 30-09-1781).

In 1782 wordt, na ov. van Jantje Barten van Landaas, Gijsbert Lambertsen Oudhof beleend namens Gijsbertje en Aaltje met de Caap. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 144; 05-07-1782).

2. Gerrit Hendriksz Nijburg, ged. Renswoude 10-02-1732, op Nieburg, volgt IIIb

3. Cornelis Hendriksz Nijburg, ged. Renswoude 04-09-1735, op Nieuwburg, volgt IIIc

4. Annetje Hendriks Nijburg, ged. Renswoude 28-12-1738, op Nieuwburg

 

IIIb

Gerrit Hendriksz Nijburg, ged. Renswoude 10-02-1732, landbouwer op Loevesijn, tr. Amersfoort (otr. Woudenberg) 16-04-1762 Anna/Johanna Thijssen van Loevesijn/Hanna van Nieuwenhuijsen, won. Leusden, ged. Woudenberg 04-02-1731, ov. Leusden 27-05-1820, dr. van Thijs Barten en Gerritje NN

Uit dit huw.:

1. Fransje Nijburg, geb. Leusden, ged. Amersfoort 05-09-1762

2. Thijs/Matthijs Nijborg, geb. Leusden, ged. Amersfoort 01-07-1764, ov. Leusden 04-01-1830, tr. Amersfoort (otr. Leusden) 15-11-1809 Ida van Barneveld/Harskamp, geb. Woudenberg 1782, ov. Leusden18-06-1827, dr. van Claas van Barneveld en Gijsberje/Gijsje/Giepje Veenendaal

            Uit dit huw.:

1. kind, begr. 11-10-1810

2. Gerritje Nijborg, geb. Leusden 14-10-1811, ov. Leusden 12-05-1817, ov. Amersfoort 11-08-1895, tr. Leusden 04-08-1830 Gerrit van Beek, geb. Leusden, ged. Amersfoort 11-03-1804, ov. Amersfoort 20-12-1855, zn. van Gerrit van Beek en Maria Elbertsen Bloemheuvel

3. Gijsbertje Nijborg, geb. Leusden 06-10-1815, ov. Leusden 12-05-1817

4. Gijsbertha/Gijsje Nijborg, geb. Leusden 08-04-1819 , ov. Ede 06-08-1871, tr. Leusden 21-01-1843 Jan de Koning, geb. Renswoude 10-11-1817, ov. Renkum 08-06-1897, zn. van Willem de Koning en Maria van Langelaar

3. Geertje Nijburg, geb. Leusden, ged. Amersfoort 13-11-1768

4. Hendrik Nijburg, geb. Leusden, ged. Amersfoort 30-04-1773, landbouwer op de Loeft op het Heetveld onder Leusden, ov. Leusden 15-03-1830, tr. Amersfoort (Joriskerk) (otr. Leusden) 08-12-1808 Maria van Egdom, geb./ged. Woudenberg 21-06/18-07-1790, ov. Leusden 18-06-1848, dr. van Rijk Jansz van Egdom en Gijsbertje Klaassen Veenendaal. Maria, tr. (2) Woudenberg 01-02-1834 Gerrit Hak, wed. Willemijntje/Mijntje Osnabrugge, geb./ged. Woudenberg 12/21-10-1787, zn. van Hendrik Gerritsz Hak en Aagje van der Heide

            Uit dit huw.:

1. Gijsje Nijburg, ged. Leusden 20-08-1809, ov. Driebergen 22-03-1889, tr. De Bilt 03-08-1839 Hendrik Kraak, geb. Voorthuizen 1804, ov. Driebergen 26-04-1871, zn. van Jan Kraak en Maria Plekkepoel

2. Gerrit Nijborg, geb. Leusden 05-11-1811, landbouwer, ov. Lunteren 02-11-1862, tr. Ede 23-11-1850 Cornelia van Schaik, geb. Renswoude 14-11-1817, ov. Ede 17-10-1901, dr. van Cornelis van Schaik en Geertje Vink. Cornelia, tr. (2) Ede 26-09-1863 Gerrit Rik Werkman, geb. Ede 1822, landbouwer, ov. Ede 28-02-1910, zn. van Aart Stevense Werkman en Rikje Gangolf

            3. Hanna Nijburg, geb. Leusden 16-02-1814, ov. Leusden 31-08-1836, ongehuwd

4. Rijk Nieuwburg, geb. Leusden 26-08-1816, ov. Soest 07-08-1870, tr. De Bilt 27-11-1845 Johanna van Doorn, geb. De Bilt 27-08-1815, ov. Soest 22-12-1878, dr. van Elis van Doorn en Jacoba van Vossesteijn

5. Geertje Nieuwburg, geb. Leusden 23-01-1819, ov. Soest 19-01-1905, tr. (1) De Bilt 11-05-1842 Jan de Rooij, geb. De Bilt 13-10-1813, ov. Soest 06-08-1859, zn. van Gijsbert de Rooij en Gerrigje Roelen, tr. (2) Soest 29-06-1861 Frans van ´t Klooster, geb. Soest 23-06-1835(!), ov. Soest 02-09-1913, zn. van Maria van ´t Klooster

6. Hendrik Nijburg, geb. Leusden 22-02-1821, ov. Woudenberg 22-05-1871, ongehuwd

7. Francina/Fransje Nijburg, geb. Leusden 15-03-1824, ov. Garderbroek (Barneveld) 01-03-1863, tr. Leusden 20-05-1847 Frans Bakkenes, wed. Marritje van Leijenhorst, geb. Woudenberg 06-01-1813,landbouwer, ov. Garderbroek (Barneveld) 21-01-1868, zn. van Bart Bakkenes en Grietje Lammertsen van den Brul. Frans, tr. (3) Barneveld 30-06-1864 Grietje van Manen, geb. Ede 1818, dr. van Jan Derksen van Manen en Nenna Wouters

8. Mees/Melis Nijburg, geb. Leusden 03-12-1826, ov. Doorn 15-10-1857, ongehuwd

9. Ida Nijburg, geb. Leusden 11-08-1829, ov. Amersfoort 15-09-1920, tr. Leusden 05-01-1858 Jacobus Haverkamp, geb. Ede 1823, ov. Amersfoort 30-01-1873, zn. van Hendrikus Haverkamp en Clara Wagensveld

 

IIIc

Cornelis Hendriksz Nieuwburg, ged. Renswoude 04-09-1735, tr. Veenendaal 21-11-1762 Hermijntje Evertsen Heetveld. Hermijntje, tr. (2) Veenendaal 02-03-1766 Cornelis Gerritsen van Manen, wed. Barendina Dirksen van Galen, ged. Ede 17-08-1732, zn. van Gerrit Cornelissen en Hendrikje Willemsen

Uit dit huw.:

1. Fransje Nieuwburg, geb. Gelders Veenendaal, ged. Veenendaal 11-09-1763

2. Cornelis Nieuwburg, geb. Stichts Veenendaal, ged. Veenendaal 23-06-1765, volgt IV

 

IV

Cornelis Nieuwburg, ged. Veenendaal 23-06-1765, dagloner, tr. (1) Doorn 12-12-1790 Geertje Hendriksen van Doesburg, ged. Ede 13-01-1765, begr. Scherpenzeel 21-12-1799, dr. van Hendrik Jansen en Jantje Peelen, tr. (2) Scherpenzeel 29-04-1803 Jantje Aartsen, wed. Dirk Egbersen, ged. Lunteren 06-04-1760, ov. Lunteren 05-08-1816, dr. van Aart Jansen en Weijmpje Peters

Uit het 1e huw.:

1. Cornelis Nijburg, geb./ged. Woudenberg 03/26-08-1792

2. Jannigje Nieburg/Nijbeek, geb./ged. Woudenberg 25-09/12-10-1794, ov. Lunteren (Ede) 12-06-1852, tr. (1) Ede 13-03-1819 Hannes Broekhuizen, ged. Lunteren 04-02-1786, boerenknecht, zn. van Jan Broekhuizen en Jenneke Hannessen, tr. (2) Ede 12-06-1824 Willem Riksen van de Munt, wed. Fijtje Cornelissen van Bitterschoten, geb. Garderen 1788, dagloner, ov. Ede 06-02-1876, zn. van Rik van de Munt en Jantje van den Top

3. Hendrikje Nijburg/Nijbeek, geb./ged. Scherpenzeel 29-07/13-08-1797, ov. Ede 02-02-1869, tr. Ede 07-11-1846 Jan Hendriks, wed. Anthonia Otten, geb. Loenen (Apeldoorn) 1792, arbeider, ov. Ede 09-06-1866, zn. van Jochem Hendriks en Janna Jansen

4. Gerrit Nijburg, geb./ged. Scherpenzeel 05/29-12-1799

 

 

Afkortingen:

AE                              Archief Eemland

HUA:                         Het Utrechts Archief

Bel. Holevoet:            W.H.M. Nieuwenhuis, Repertorium op de beleningen van de hofsteden

                                    rond de Holevoet te Scherpenzeel. Scherpenzeel, 1989.

Wageningen, Tienden St. Pieter:

Dick van Wageningen, Register van verkoop tienden te Woudenberg, Amerongen etc. 1513-1615 Kapittel van Sint Pieter te Utrecht. Amersfoort 2001.

Scarpenzele                 J.C. Klesser (redactie), Scarpenzele, geschiedenis van Scherpenzeel en regio

Oudschildgeld Woudenberg:

                                    W.H.M. Nieuwenhuis; Oudschildgeld Woudenberg en Geerestein, 1536-1775. Woudenberg 1993.

 

 

 

Samengesteld door:

Henk van Woudenberg

september 2010.