Loenen, van

Opeens duikt hij op de Scherpenzeelse geschiedenis: Warner Jansen van Loenen. Hij trouwt drie keer en krijgt vijf kinderen, waarvan er twee jong overlijden. De andere drie verdwijnen net zo geruisloos uit de geschiedenis van Scherpenzeel als hun vader is gekomen.

 Warner Jansen, geb. Loenen ca. 1635, ov. Scherpenzeel 15-01-1714, tr. Scherpenzeel 29-04-1660 Aeltje Willemsen Bosch, dr. van Willem Gerritsen Bosch en Grietgen Willems, tr. (2) Scherpenzeel 03-03-1667 Geerloffien Jansen van Egdom, van Scherpenzeel, won. Utrecht, ov. Scherpenzeel 02-07-1694, tr. (3) Scherpenzeel 13-05-1695 Lijsje Arisen van ´t Voort, wed. Jan Willemsen van Heintjeskamp, ws. dr. van Arris Cornelissen

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1657: Aeltien Willems Bosch.

Lidm. Scherpenzeel sept. 1667: Geerloffie Jans hv Wanner Jansen van Loenen, met attestatie van Utrecht.

Lidm. Scherpenzeel 11-04-1669: Warner Jansen van Loenen.

In 1679 leent Sander Arissen f 500,= van Wannert Jansen. Marge: deze lening wordt gecedeert aan de kerkmeesters van Scherpenzeel op 25-01-1714. (Leenboek Huis Scherpenzeel 148, fol. 2; 20-03-1679).

In 1681 worden Warner Jansen van Loenen x Geerlofje Jans beleend door opdracht van Jacobje Goossens Verhoef, wed. Jacob Albertsz van Santen, nu x Cornelis Jansz Ouwens en de onmondige kinderen van Jacob Albertsz van Santen en Jacobje Goosens met 1 ½ morgen land in het erf Coudijs. (Huis Amerongen 1182, f. 23; 1681. Beleningen Holevoet nr. 31).

In 1689 leent Jannitgen Alberts, wed. Jan Gerritsen, gewezen molenaar, won. Scherpenzeel 300 gl. van Wandert Jansen en zijn vrouw Geerlofie Jans, won. te Scherpenzeel. Onderpand: de helft van een windkorenmolen met de helft van huis, hof en hofstede aan de zijde van de molen buiten de Bloemendalse poort, waar de wederhelft toekomt aan Aelt Beerntsen molenaar en zijn vrouw Evertje Cornelis. In de marge: Compareerde Cornelis Jansz van Bloemendaal, molenaar tot Scherpenzeel als gemachtigde van Jan Wandersen van Loenen, Teunis Wandertsen van Loenen en Grietje Wanderts van Loenen tezamen erfgenamen van wijlen Wandert Jansz van Loenen – betaald 03-01-1716 (tekent Cornelis Jansz van Bloemendaal) Transportregisters Oud Recht. Arch. Amersfoort 436-29; 13-12-1689).

Van 1686-1706 is Wandert Jansse van Loenen eigenaar en bruiker van ½ morgen land in Coudijs. In 1716 zijn de erfgenamen eigenaar en  van 1719-1745 zijn schoonzzon Jelis Janzen (Oudschildgeld Woudenberg nr. 60e).

In 1714 geven Jan, Teunis en Gerritjen Wanders, kinderen en Lijsjen Cornelis, weduwe van Wannert Jansen van Laeren (=Loenen) de lening van f 500,= die zij hebben uit Nieuw Willaer over aan de kerk van Scherpenzeel. Kerkmeesters: Gerrit de Jong en Gijsbert Everts Davelaer. Onderpand: Nieuwe Willaer. Geroyeerd 20-12-1735 met een bedrag van f 620,=, kerkmeester: Sander van ’t Willaer. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 95vo; 25-01-1714).

Uit het 1e huw.:

1. Jan Warnersz van Loenen, ged. Scherpenzeel 07-10-1660, jong ov.

Uit het 2e huw.:

2. Gerritje Warners van Loenen, ged. Scherpenzeel 22-03-1668, ov. na 1715, tr. (1) Lathum (otr. Scherpenzeel) 14-10-1688 haar ´neef´ Johan Barentsz van Loenen, schout van Bahr en Lathum, tr. (2) Scherpenzeel (otr. Woudenberg) 25-11-1714 Jelis Jansen Knoot, ged. Scherpenzeel 12-09-1686, zn. van Jan Petersz Knoot en Gerritje Jelissen van Groot Mispeler

Met consent van Hof van Gelderland, “zijnde halve zuster en broeders kinderen” 17-09-1688.

Lidm. Scherpenzeel Pasen 09-04-1699: Gerritje Warners hv Jan van Loenen, met attestatie van Lathum.

In 1714 wordt Gerrichie Warners van Loenen, oudste dochter van Warner Jansz van Loenen beleend met 1 ½ morgen in het erf Coudijs (Huis Amerongen 1185, fol. 86; 06-03-1714).

Lidm. reg.  Scherpenzeel 1715: Gerritje Warners hv Jelis Jansen, “dese geen Lidmaat”.

“Eene obligatie ten laste van de erfgenaemen van Wander Jansz, zijnde Jelis Knoodt en Gerritje Wanders, eghteluijden, wonende aen de Holevoet, ter somma van 300 glds. ad 20 st. ’t suck, moetende elken hondert glds. ’s jaerlijks verrendt met 4 glds.

Bedraegende zigh dus de geheele rente van ’t volle capitael een somma van 12 glds. De verschijndagh komdt op den 6 april.

Ontfangen de rente van de jaeren 1750 en 1751 en 1752, 1753, 1754, 1755, 1756.

En is afgelost, zijnde de gelderens ontf. door de diacon G. van Davelaer en J. Reiniers, eccl.” (HGS, Kasboek diaconie 1763-1819, fol. 9; 1750-1756).

            Uit dit huw.:

            1. Dina van Loenen

Lidm. Scherpenzeel 25-12-1713: Dina van Loenen.

            2. Jan Jansen van Loenen, tr. Lena Korten

Lidm. Scherpenzeel 28-03-1717: Jan Jansen van Loenen, met attestatie vertrokken naar Amsterdam.

3. Jan Warnersz van Loenen, ged. Scherpenzeel 14-05-1671, jong ov.

4. Jan Warnersz van Loenen, ged. Scherpenzeel 07-03-1675, ov. na 1714

5. Teunis Warnersz van Loenen, ged. Scherpenzeel 28-08-1681, ov. na 1714

Samengesteld door:

Henk van Woudenberg,

juli 2009