van Lambalgen
VAN LAMBALGEN (1)
De familienaam (van) Lambalgen is afkomstig van de boerderijen Groot en Klein Lambalgen gelegen onder Woudenberg, ten zuidwesten van Scherpenzeel. Van Lambalgen (1) als bewoners van Klein Lambalgen en Van Lambalgen (2) als eigenaar van Klein Lambalgen.
I.
Jan Jansz
Lidmaten Scherpenzeel aangenomen 16-10-1636: Jan Janssen (met sijn vrouw), op Cleijn Lambalgen.
In 1640 wordt Jan Jansz, op Cleijn Lambalgen door Kaerl Thonisz voor het gerecht van Scherpenzeel gedaagd wegens het nog betalen van laken t.w.v. 5 gulden 10 stuivers, gekocht door de vrouw van zijn broer. (Recht. Arch. Scherpenzeel nr. 1, fol. 90vo; 07-09-1640; nr 2, fol. 105; 16-11-1640 en fol. 107,108; 07-12-1640)
In 1643 in Jan Jansz, op Cleijn Lambalgen 100 gulden pacht schuldig aan de kinderen van rademaker Aert Jansz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 163vo,164vo; 27-02-1643; loopt door tot fol. 184; 19-01-1644)
Uit dit huw.:
1. Willem Jansz, ged. Scherpenzeel 13-11-1642, op Klein Lambalgen tr. (1) Leusden (gerecht) 01-06-1694 Marrijtgen Jordens, wed. Thonis Jansz, won. Hamersveld, tr. (2) Hamersveld (RK) 19-08-1701 en Leusden (gerecht) 02-09-1701 Marritje Cornelissen, dr. van Cornelis Hendricksen. Maria Cornelissen otr. (2) Leusden (gerecht) 04-12-1714 Hendrik van ’t Hof, wed. Geertruijd Claas, karman in ’t veer van Amersfoort op Utrecht
Huw. voorw. tussen Willem Jansz van Lambalgen en Marrrijtgen Jordens, wed. Thonis Jansz, won. Hamersveld. Willem is daar eigenaar van een deel in ’t Voort, dat in 1694 beleend is op zijn schoonzuster Marritje Jans. Blijkbaar is hier een fout gemaakt. (AT023b001; 22-04-1694. Belening in: Leenhof 111, f. 155. Bel. Holevoet nr. 6).
Willem Jansz is in 1696 getuige bij het huw. van zijn zuster Maria Jansz
In 1705 verkoopt hij dit deel van ’t Voort aan Cornelis Hendriksz (Leenhof 112, f. 215vo. Bel. Holevoet nr. 6).
2. onbekend (ws. Thonis Jansz van Lambalgen), ged. Scherpenzeel 09-03-1645, op Klein Lambalgen, ov. na 1719, tr. Leusden (gerecht) 22-09-1682 Willempje Thonis Voscuijlen, 1675 onmondig, dr. van Teunis Jansz, op Voskuijlen
Huw. voorw. Anthonis Jansz, me.j. ouderloos jm. van Lambalgen, geass. door zijn vrienden AnthoniHenricksz en Jan Henricksz en Willemtgen Thonisz Voscuijlen, jd., geass. door broers Jan, Aelbert en Anthonis Thonisz van Voscuijlen. Beiden nemen de goederen mee, geërfd van hun ov. ouders. Bij kinderloos ov. vallen deze terug aan de familie. Komt Anthonis te ov. dan krijgt Willemtgen 300 gl. uit zijn nalatenschap en omgekeerd krijgt Anthonis 200 gl. (AT015b009; 17-08-1682).
In 1682 nemen Willemtgen Anthonis van Voscuijlen en haar toek. man Thonis Jansz de boedel van ´t Erf op Voskuilen voor 1648 gl. over van haar broers en zuster, de erfgenamen van haar ov. broer Jan en gaan er wonen (AT015b009; 17-08-1682).
Van 1682-1687 huurt Thonis Jansz de boerderij ´t Erf op Voskuilen.
Van 1682-1689 huurt Thonis Jansz de Jan Cranenhoef. In 1689 kan hij de pacht niet meer betalen. Op 12-07-1689 wordt zijn koren verkocht en de opbrengst van zijn pachtschuld afgetrokken (GAA, St. Pieters en Blokland, rek. 1689/91, f.4vo).
In 1686 is Teunis Jansz bruiker van 16 m. land op Voskuilen (Cotenberg), eigendom van wijlen zijn schoonvader Theunis Jansz (Oudschildgeld Woudenberg nr. 9a).
In 1687 leent Teunis Jansen Lambalgen, won. op Voskuilen 850 gl. van Cornelis Jans. Als onderpand dient 1/8 deel van Groot Donckelaer, d.w.z. de kampen de Bree en de Geer met het plaggenveld (Recht. Arch. Leusden 1052; 18-11-1687). In 1700 verkopen zij dit voor 800 gl. aan Aert Gerritsz en Jenneke Willems (Recht. Arch. Leusden 1052; 15-07-1700).
In 1696 wordt Teunis Jansen Lambalgen genoemd als voogd van de kinderen van zijn ov. zwager Teunis Teunisse Voskuijlen (AT013b004; 30-10-1696).
In 1696 wordt Teunis Jansz van (Klein) Lambalgen beleend met 4/5 deel van Luttel Lambalgen (Huis Amerongen 1185, f. 17). In 1755 verkopen zijn gezamenlijke erven dit aan Geurt van Renes (HUA; Arch. De Beaufort, 1754-10).
In 1731 betaalt Theunis Janssen, won. Lambalgen een pachtschuld van 300 gl. voor zijn zoon Jan Theunissen (AT030b006; 06-10-1731 en 08-10-1731).
Uit dit huw.:
1. Cornelius Thonisz, ged. Hamersveld (RK) 28-10-1695, op Lambalgen bij Scherpenzeel, get. Jannetje, vrouw van de molenaar, otr. Leusden (gerecht) 17-07-1722 Aartje Willems, won. Stoutenburg
2. Adrianus Thonisz, ged. Hamersveld (RK) 23-04-1699, bij Scherpenzeel, get. Johanna, vrouw van de molenaar
3. Thonis Thonisse Lambalgen, tr. Hamersveld (RK)07-05-1719en Leusden (gerecht) 12-05-1719 Gijsbertje Dircx, won. Hamersveld
Gijsbertje Dirks x Theunis Theunisz voor 1/8 deel eigenaar van De Hel onder Hamersveld (AT030b006; 24-10-1732).
4. Jan Theunissen van Lambalgen, tr. Leusden (gerecht) 18-02-1718 en Hamersveld (RK) 20-02-1718 Aaltje Theunis van Hamersveld, me.j.. jd. won. Leusden.
In 1731 worden Jan Theunissen van Lambalgen x Aaltje Theunis van Hamersvelt gedwongen hun inboedel en have te verkopen wegens pachtschuld aan IJda van Lilaer. Nadat zijn vader Theunis Jansz, won. Lambalgen onder Woudenberg, 300 gl aan landpacht voor hem betaalde kon Jan Theunissen het erf opnieuw pachten (AT030b006; 06-10-1731 en 08-10-1731. AT030b006; 11-01-1732).
Van 1734-1740 huren Jan Theunissen van Lambalgen x Aaltje Theunis van Hamersveld opnieuw het erf van IJda van Lilaar op Hamersveld (ws. Wijnbergen of Klein Brinkestein) voor 165 gl. per jaar (AT030b007; 01-10-1734).
Uit dit huw.:
1. Maria Jans, ged. Hamersveld (RK) 07-12-1718, get. Hendrickje Teunissen
2. Willempje Jans, ged. Hamersveld (RK) 26-05-1720, get. Maria Jans op Dorrestein
3. Antonius/Teunis Jansz, ged. Hamersveld (RK) 05-01-1722, get. Hendrickje Teunissen
4. Johannes Jansz, ged. Hamersveld (RK) 28-10-1725, op de Grift, get. zuster van de moeder
5. Teunis Jansz, ged. Hamersveld (RK) 31-01-1727, get. Hendrickje Teunissen
6. Gerardus Jansz, ged. Hamersveld (RK) 11-11-1729, get. Hendrickje Teunissen
7. Antonius/Teunis Jansz, ged. Hamersveld (RK) 22-06-1731, get. Hendrickje Teunissen
8. Gerrit Jansz, ged. Hamersveld (RK) 10-04-1735, get. Hendrickje Teunissen
3. Maria Jans, ov. voor 1703, van Cleijn Lambalgen, tr. Hamersveld (RK) 30-10-1696 Leusden (gerecht) 13-11-1696 Gerrit Cornelisz, won. Hamersveld, zn. van Cornelis Jansz. Gerrit Cornelisz tr. (2) Hamersveld (RK) 30-03-1703 en Leusden (gerecht) 27-04-1703
4. Wulfert Jansz, volgt II
II.
Wulfert Jansz, ov. 09-04-1682, tr. Jantje Hermsen, ov. 03-11-1703
Lidmaten Scherpenzeel aangenomen 11-04-1658: Wulfert Jansen en Jantien Hermans, echtelieden.
Uit dit huw.:
1. Hendrikje Wulferts, ged. Scherpenzeel 23-10-1659, tr. Scherpenzeel 15-11-1685 Gerrit Theunisz, van Voskuilen, zn.? van Teunis Jansz
2. Teunis Wulfertsz, ged. Scherpenzeel 09-02-1668, op Lambalgen
3. Harmen Wulfertsz, ged. Scherpenzeel 23-01-1670, op Lambalgen
4. Harmen Wulfertsz, ged. Scherpenzeel 26-02-1671, op Lambalgen
5. Jan Wulfertsz, volgt III
III.
Jan Wulfertsz, van Kleijn Lambalgen, won. Groot Moorst, tr. Scherpenzeel 06-03-1695, (att. van Amerongen) Willemijn Jansen van Ginkel, won. Groot Moorst, dr. van Jan Cornelissen
In 1725 als Jan Wulphertsz aan de Haar bruiker van De Heul, een boerderij aan de Haar (Oudschildgeld). In 1730-1735 zijn weduwe en haar zoon Jan.
Uit dit huw.:
1. Jantje Jans, ged. Scherpenzeel 24-07-1695, aen de Groep
2. Wulphert Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg ..-07-1698, get. Aeltje Gerrits, tr. Woudenberg 04-01-1728 met Errisje Hermans van Egdom, wed. Claes Errissen Davelaar, won. Woudenberg
3. Sijmentje Jans van Groot Lambalgen, ged. Woudenberg 19-05-1700, tr. (1) Woudenberg 16-03-1727 Gerrit Hendriks Ravenhorst, tr. (2) Woudenberg 21-01-1753 Thijs Jansz van Ginkel, ged. Woudenberg 20-01-1695, zn. van Jan Thijsz van Ginkel en Marritje Lammerts Lagerweij
4. Hendrikje Jans van Lambalgen, ged. Woudenberg 16-09-1703, get. Dirkje Gerrits en Aeltje Hendriksz, tr. (1) Woudenberg 14-04-1732 Ruth Jacobsz van Meerveld, tr. (2) Woudenberg 11-04-1757 Erris Jacobsz van de Beek
5. Jan Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg 16-09-1703, get. Dirkje Gerrits en Aeltje Hendriksz, volgt IV
IV
Jan Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg 16-09-1703, tr. Woudenberg 22-11-1733 Errisje Erissen van ’t Voort, ged. Woudenberg 25-10-1705, dr. van Erris Evertsz van ’t Voort en Gijsbertje Antonissen van Overeem. Errisje Errisse, tr. (2) Woudenberg 24-11-1743 Wuphert Evertse van de Grift.
In 1735 huurt Jan Jansz van Lambalgen, won. Woudenberg een boerderij op de Meent van Maarsbergen van Alida van Luchtenburg, wed. Jeronimus Smissaart, van 1736-1745 voor 100 gl. per jaar (HUA; U190a001, nr. 30; 01-12-1735).
In 1819 verkopen de erfgenamen van Jan van Lambalgen en Errisje van ´t Voort openbaar een huis met land te Woudenberg (AT057a007, nr. 148; 16-12-1819).
Uit huw. van Jan Jansz van Lambalgen en Errisje Erissen van ’t Voort:
1. Gijsbertje Jans van Lambalgen, ged. Woudenberg 05-09-1734, get. Geertje van Blootenburch, ov. Woudenberg 06-02-1814, op de Wetering, tr. Woudenberg 04-03-1764 Frans Hendriksz van Voskuilen, ged. Woudenberg 10-04-1740, ov./begr. Woudenberg 05/09-03-1805, zn. van Hendrick Fransen Voskuijlen en Grietje Hendriks
Frans Hendriks van Voskuil is lidmaat in Woudenberg 27-07-1778. Diaken van Woudenberg in 1782; ouderling in 1787 en 1801.
Van 1773-1805 pacht Frans Hendriksz de boerderij Groot Voskuilen (Recht. Arch. Woudenberg 2347; 25-07-1773).
Van 1805-1811 pacht Gijsbertje van Lambalgen, wed. Frans Hendriksz de boerderij Groot Voskuilen van Lubbert Willemsz van Wolfswinkel (Recht. Arch. Woudenberg 2354; 30-12-1805).
Lidm. reg. Woudenberg 02-04-1760: Geijsbertie van Lamballegen, behorende onder Maarsbergen, dus onder Doorn, nu onder Woudenberg; genoemd in lidm. reg. Woudenberg 1805: Gijsbertje Jansen van Lamballegen, wed. F. v. Voskuilen.
2. Willemijntje Jans van Lambalgen, ged. Woudenberg 01-04-1736, get. Theunisje Jans, ov. Scherpenzeel 04-07-1820, ongehuwd
In 1819 is Willemijntje van Lambalgen, zonder beroep, won. Scherpenzeel, één van de erfgenamen van haar ouders (AT057a007, nr. 148; 16-12-1819).
3. Jan Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg 08-06-1738, get. Theunisje Arrissen, volgt V
4. Arris/Erris Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg 29-05-1740, get. Theunisje Jans, ov. Woudenberg 02-03-1819, ongehuwd
In 1818 wonende op Strubbelenburg. Testament op broer en zusters (LE001a010; 13-07-1818)
5. Dirk Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg 03-05-1742, get. Gijsbertje Wulferts (tante vaderszijde?), ov. Woudenberg 25-07-1813, ongehuwd
Woont met broer Arris op Strubbelenburg.
Uit huw. van Wuphert Evertse van de Grift en Errisje Erissen van ’t Voort:
1. Evert Wulfertsz van de Grift, ged. Woudenberg 02-08-1744, get. Willempie Jans van Ginkel (stiefgrootmoeder), tr. Amersfoort (otr. Woudenberg) 05-04-1772 Hanna Hendriksdr van den Broek, ged. Scherpenzeel 02-02-1749, op Oostindië, dr. van Hendrik Otten van den Broek en Stijntje Jans van Ginkel
V
Jan Jansz van Lambalgen, ged. Woudenberg 08-06-1738, get. Theunisje Arrissen, ov. Woudenberg 10-05-1821, tr. (1) Woudenberg 03-03-1771 Neeltje Arissen Meerveld, ged. Woudenberg 17-03-1748, dr. van Arris Teunissen Meerveld en Willempje Willems, otr. (2) Renswoude 25-07-1783 Aartje Geurtsen van Maanen, ged. Ede 06-01-1754, dr. van Geurt Evertsen en Ariaantje Cornelissen
Testament op zoon Arien (LE001a010; 13-07-1818).
In 1819 is Jan van Lambalgen, zonder beroep, won. Woudenberg, één van de erfgenamen van zijn ouders (AT057a007, nr. 148; 16-12-1819).
Uit het 1e huw.:
1. Arris Jansz van Lambalgen, ged. Renswoude 30-11-1771, op Engelaer
2. Arisje Jans van Lambalgen, ged. Renswoude 10-09-1773, op Engelaer
3. Arisje Jans van Lambalgen, ged. Renswoude 05-01-1775, op Engelaer
4. Jan Jansz van Lambalgen, ged. Renswoude 05-02-1778, op Wagtendonk, volgt VIa
5. Willem Jansz van Lambalgen, ged. Renswoude 19-11-1780, op Wagtendonk
Uit het 2e huw.:
6. Geurt van Lambalgen, ged. Renswoude 23-11-1783, ov. Baarn 24-05-1846, tr. Baarn 17-01-1814 Johanna Hageman, geb./ged. Baarn 20/23-02-1794, dr. van Cornelis Hageman en Anna Maria Couterier
Nakomelingen in Baarn en Soest.
7. Arie van Lambalgen, ged. Leersum 05-02-1786, volgt VIb
VIa
Jan Jansz van Lambalgen, ged. Renswoude 05-02-1778, ov. voor 1857, tr. Woudenberg 17-11-1805 Dirkje de Kruijff, geb. Leusden, ged. Amersfoort 09-02-1783, ov. Woudenberg 17-06-1857, dr. van Hendrik Teunissen de Kruijff en Marritje Jans van Egdom
Uit dit huw.:
1. Jan van Lambalgen, ged. Renswoude 06-05-1810, volgt VII
VII
Jan van Lambalgen, ged. Renswoude 06-05-1810, ov. Woudenberg 17-09-1878, tr. Woudenberg 12-05-1860 Jacoba van Doorn, geb. Woudenberg 03-04-1837, dr. van Jan van Doorn en Maatje van Ginkel
Uit dit huw.:
1. Jannetje van Lambalgen, geb. Woudenberg 02-03-1858, ov. Leusden 10-09-1924, tr. Woudenberg 11-04-1885 Pieter van den Bunt, geb. Renswoude 01-05-1851, ov. Leusden 30-04-1935, zn. van Cornelis van den Bunt en Neeltje Broekhuizen
Erkend bij huwelijk.
2. Dirkje van Lambalgen, geb. Woudenberg 10-11-1860, tr. Scherpenzeel 01-11-1884 Frans Vermeer, geb./ged. Scherpenzeel 23-02/06-04-1856, ov. Utrecht 05-03-1932, zn. van Harmen Vermeer en Emmetje ter Burg
Lidm. Scherpenzeel 27-03-1887: Dirkje van Lambalgen, met attestatie van Veenendaal 23-11-1890, met attestatie vertrokken naar Veenendaal 07-12-1890, met attestatie van Veenendaal 18-10-1891, met attestatie vertrokken naar Utrecht 09/11-10-1892.
3. Jan van Lambalgen, geb. Woudenberg 29-03-1863, volgt VIII
4. Maatje van Lambalgen, geb. Woudenberg 10-07-1864
Kind:
Marinus van Lambalgen, geb. Woudenberg 05-02-1883, tr. Woudenberg 29-10-1909 Wijnanda van den Berg, geb. Woudenberg 02-02-1889, dr. van Jan van den Berg en Jannetje van der Wiel
Uit dit huw.:
1. Wijnanda van Lambalgen, geb. Woudenberg 1920, ov. Woudenberg 19-02-1921
2. Wijnanda van Lambalgen, geb. Woudenberg 1922, ov. Woudenberg 27-02-1923
5. Maria van Lambalgen, geb. Woudenberg 26-01-1866, ov. Woudenberg 01-07-1866
6. Jan Jakob van Lambalgen, geb. Woudenberg 08-02-1869, ov. Woudenberg 08-07-1869
7. Jacob van Lambalgen, geb. Woudenberg 11-01-1871, ov. Woudenberg 24-04-1871
8. Jacobus van Lambalgen, geb. Woudenberg 27-03-1873, ov. Woudenberg 13-04-1873
9. Jacoba van Lambalgen, geb. Woudenberg 31-05-1876, ov. Woudenberg 14-06-1876
10. Johannes van Lambalgen, geb. Woudenberg 16-03-1879, tr. Woudenberg 20-05-1910 Gerritje Jetten, geb. Woudenberg 20-01-1871, dr. van Rijk Jetten en Trijntje van de Biesen
VIII
Jan van Lambalgen, geb. Woudenberg 29-03-1863, ov. Maarn 04-08-1946, tr. Woudenberg 25-01-1893 Gijsje van Putten, geb. Woudenberg 29-09-1867, ov. Woudenberg 24-02-1921, dr. van Nicolaas van Putten en Kunigonda Verschuur
Uit dit huw.:
1. Jacoba van Lambalgen, geb. Leusden 27-02-1893, ov. Woudenberg 15-11-1893
2. Jacoba van Lambalgen, geb. Woudenberg 04-11-1894, tr. Woudenberg 28-07-1922 Albertus van Engelenhoven, geb. Leusden 04-08-1893, zn. van Albertus van Engelenhoven en Aaltje van Middendorp
3. Karel van Lambalgen, geb. Woudenberg 17-10-1896, tr. Mathilda Hendrikse
Kinderen in Amersfoort.
4. Jan van Lambalgen, geb. Woudenberg 25-11-1898
5. Cornelis van Lambalgen, geb. Woudenberg 20-01-1901, ov. Woudenberg 07-02-1904
VIb
Arie/Arien van Lambalgen, ged. Leersum 05-02-1786, arbeider, ov. Gelders Veenendaal 18-08-1859, tr. Woudenberg 06-11-1813 en in de Grote Kerk van Scherpenzeel op 07-11-1813 Beatrix van de Lagemaat, ged. Ede 15-07-1784, ov. Ede 28-10-1872, dr. van Tijmen van de Lagemaat en Derkje Engelen
Uit dit huw.:
1. Tijmen van Lambalgen, geb. Woudenberg 06-04-1814, ov. Ede 26-09-1905, tr. Amerongen 19-03-1841 Hendrika van der Meijden, geb. Amerongen 13-05-1820, ov. Amerongen 06-07-1856, dr. van Gerrit van der Meijden en Aaltje van Ginkel
2. Jannetje van Lambalgen, geb. Woudenberg 07-11-1816, ov. Ede 17-05-1883, tr. Ede 02-08-1845 Jan Hardeman, geb. Rhenen 21-10-1816, ov. Ede 18-11-1851, zn. van Jan Hardeman en Aaltje van Beekhof
3. Aalbert van Lambalgen, geb. Woudenberg 01-12-1819, landbouwer, ov. Ede 06-09-1895, tr. Maria Otten, wed. Evert van den Top, eerder wed. Willem Goorhuis, geb. Otterlo 1836, ov. Ede 21-08-1893, dr. van Rik Otten en Hendrikje van den Berg
4. Dirkje van Lambalgen, geb. Woudenberg 04-05-1822, ov. Lunteren 15-10-1865, tr. Ede 29-09-1855 Gerrit van Ruler, geb. Lunteren 1823, zn. van Jannes van Ruler en Geurtje Wouters
VAN LAMBALGEN (2)
I
Aert Jansz, rademaker, ov. voor 1638, tr. Dijeltgen Peters
In 1635 koopt Aert Jansz, raijmaker de tiend van Dashorst en is in 1635 en 1636 borg bij de koop van de tiend van Oevelaar en Klein Romselaar (Tienden van St. Pieter, blz. 34,35,36).
In 1635 eist Aert Jansz, rademaker betaling van 26 gl. van Gijsbert Egbertsz namens zijn vader Egbert Jansz voor geleverde wielen (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 57, 2 fol. 30,31; 15-06-1635).
In 1636 laten Aert Jansz, rademaker en Dijeltgen Peters, won. Scherpenzeel, hun testament op de langstlevende maken. Zij lijftochten elkaar met hun land in Middel Lambalgen. Indien er geen erfgenamen zijn krijgt een vriend van Aert Jansz de ene helft en een vriendin van Dijltgen de andere helft. Wol en linnen gaat naar de armen (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 65,66; 18-08-1636).
In 1638 eist Cornelis Jansz, oom en momber van de onmondige kinderen van Aert Jansz, rademaker betaling van f 50-15 van Hendrick Bruijs voor een gemaakt ´loopraij´ (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 81vo,83; 03-12-1638).
In 1643 eist Cornelis Colaesz, rademaker, namens zijn zwager Cornelis Jansz, timmerman, oom en momber van de onmondige kinderen van zal. Aert Jansz, rademaker betaling van 100 gl. pacht van Jan Jansz op Cleijn Lambalgen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 163vo-184; 27-02-1643 – 19-01-1644).
Uit dit huw.:
1. Jan Aartsz van Lambalgen, geb. na 1625, volgt II
2. Petertien Aerts van Lambalgen, tr. (1) Jan Elbertsen, tr. (2) Scherpenzeel 07-06-1660 mr. Isaack Jansen, chirurgijn in Barneveld
II
Jan Aartsz van Lambalgen, ov. Scherpenzeel 14-04-1705, tr. (1) Scherpenzeel 27-01-1661 Gijsbertje Meeuwsen van Ubbelschoten, ov. Scherpenzeel 18-03-1681, tr. (2) Woudenberg 19-02-1682 (otr. Scherpenzeel) Hendrikje Willems van Ronseler, ov. na 1711, dr. van Willem Tonissen van Rontselaer en Maeijtjen Hendriks
In 1650 erft Jan Aertsz, onmondig, twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1180, fol. 13vo; 1650. Beleningen Holevoet nr. 44).
In 1659 erft Jan Aertsz een kamp onder Luttel Lambalgen van zijn vader (Huis Amerongen 1181, fol. 39; 1659).
Lidm. Scherpenzeel Kerst 1661: Jan Aertsen van Lambalgen en Gijsbertien Meeusen van Ubbeschoten.
In 1665 verkoopt Jan Aertsz deze kamp aan Sander Arissen (Huis Amerongen 1181, fol. 37; 1665).
In 1689 wordt Jan Aertsen van Lambalgen beboet voor hout rijden op zondag (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 03-06-1689).
In 1693 vindt er visitatie plaats van de gewichten bij de bakkers en kramers van Scherpenzeel, o.a. Jan Aertsen van Lambalgen (Huis Enghuizen, archief Westerholt 37; 08-06-1693).
Lidm. Scherpenzeel 31-03-1709: Hendrickje Willemsen van Romseler, wed. Jan Aertsz van Lambalgen.
In 1711 verkoopt Hendrikje Willems van Ronselaar, wed. Jan Aertsz van Lambalgen, mede namens haar me.j. dochters Deliana en Willemina Jans van Lambalgen en Trijntje Jans van Lambalgen, voordochter van haar overleden man, deze twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 76; 11-11-1711. Beleningen Holevoet nr. 44).
Uit het 1e huw.:
1. Aert Jansz van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 17-11-1661, jong. ov.
2. Trijntje Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 02-03-1664, jong. ov.
3. Trijntje Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 28-07-1667, tr. Leersum (ingeschr. te Amerongen, otr. Scherpenzeel) 25-04-1698 Evert Jansen van Colverschoten, won. Ginckel
In 1698 laten Evert Jansen van Colverschoten en Trijntje Jans van Lambalgen hun huw. voorw. maken. Evert: 600 gl. uit vaders goed; Trijntje: 500 gl. uit moeders goed (Not. Amersfoort AT023b002; 15-04-1698).
In 1711 verkoopt Hendrikje Willems van Ronselaar, wed. Jan Aertsz van Lambalgen, mede namens haar me.j. dochters Deliana en Willemina Jans van Lambalgen en Trijntje Jans van Lambalgen, voordochter van haar overleden man, deze twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 76; 11-11-1711. Beleningen Holevoet nr. 44).
Uit het 2e huw.:
4. Aert Jansz van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 09-09-1683, jong. ov.
5. Gijsbertje Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 01-01-1685, tr. Scherpenzeel 19-02-1736 Aert Lauwen van Hardevelt, wed. Johanna Willems Ebbenhorst, ged. Woudenberg 13-12-1691, zn. van Lauw Willemsz en Marritje Willems
6. Deliaentje Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 22-01-1688
In 1711 verkoopt Hendrikje Willems van Ronselaar, wed. Jan Aertsz van Lambalgen, mede namens haar me.j. dochters Deliana en Willemina Jans van Lambalgen en Trijntje Jans van Lambalgen, voordochter van haar overleden man, deze twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 76; 11-11-1711. Beleningen Holevoet nr. 44).
7. Willemijn Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 01-11-1691, tr. Scherpenzeel 10-11-1715 Jan Gijsbertsz Renes, ged. Scherpenzeel 28-06-1691, zn. van Gijsbert Jansen en Maijghie Cornelissen van Herdevelt
In 1711 verkoopt Hendrikje Willems van Ronselaar, wed. Jan Aertsz van Lambalgen, mede namens haar me.j. dochters Deliana en Willemina Jans van Lambalgen en Trijntje Jans van Lambalgen, voordochter van haar overleden man, deze twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 76; 11-11-1711. Beleningen Holevoet nr. 44).
8. Aert Jansz van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 13-02-1695, volgt III
In 1718 wordt Aart Jans van Lambalgen beleend na dode van zijn oom Teunis Willems van Romselaar met 4 kampen met huis en hof in Glashorst (Huis Scherpenzeel 143, f. 107; 11-10-1718). Twee kampen daarvan worden vererfd op dochter Geurtje Aarts van Lambalgen (Huis Scherpenzeel 144, f. 76vo; 23-01-1743).
9. Gijsbertje Jansz van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 05-06-1698
III
Aert Jansz van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 13-02-1695, tr. Lunteren (otr. Scherpenzeel) 10-01-1723 Aaltje Geurts van den Haverkamp, won. Lunteren
In 1718 wordt Aart Jans van Lambalgen beleend na dode van zijn oom Teunis Willems van Romselaar met 4 kampen met huis en hof in Glashorst (Huis Scherpenzeel 143, f. 107; 11-10-1718). Twee kampen daarvan worden vererfd op dochter Geurtje Aarts van Lambalgen (Huis Scherpenzeel 144, f. 76vo; 23-01-1743).
Uit dit huw.:
1. Geurtje Aarts van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 20-05-1725, aen den Holenvoet
2. Gijsbertje Aarts van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 13-07-1727
GROOT LAMBALGEN (3)
Eerder gepubliceerd door W.H.M. Nieuwenhuis; Fragmentgenealogie van Leusbroek/Van de Stulp/Van Lambalgen/Van Leusden. In: Scarpenzele, jg. 3, nr. 5, 1995, blz. 82-84.
I
Jacob Jansz, tr. (1) NN, tr. (2) Fransje Jacobs van Ordel, dr. van Jacob Jacobsz, van Wolfswinckel en Anniken Cornelis Teunisdr
In 1675 wordt de boedel van Fransje Jacobs van Ordel, wed. Jacob Jansz gescheiden (Not. A. van Brinckesteijn, AT015b006; 14-06-1675).
Uit dit huw.:
1. Cornelis Jacobsz, ov. voor 1675
2. Jacob Jacobsz, volgt IIa
3. Jan Jacobsz, volgt IIb
4. Geertje Jacobs
IIa
Jacob Jacobsen, van Leusbroek, otr. Woudenberg (att. naar Leusbroek) jan/feb. 1685
Henrickien Jans, ged. Scherpenzeel 24-08-1662, op Voscuijlen, ov. Leusbroek 1743, dr. van Jan Thijssen en NN
In 1686 is Jacob Jacobsz eigenaar en bruiker van diverse percelen in de Grote en Kleine Pol en De Haar in Leusbroek (Oudschildgeld Leusbroek, nr. 111, 115, 118, 120, 121).
In 1688 verkopen Jan Cornelisz van Beeck, en Gerrit Cornelisz van Beeck, als man en voogden van hun vrouwen en erfgenamen, borgers van Amersfoort aan Jacob Jacobsz, wonend Leusderbroek 1/3 part van 1/8 part + 1/3 part van 1/3 part van de resterende 7/8 part van: erf en goed, huys, hoff en hofstede en landerijen gelegen te Leusderbroek, reeds bij de koper in gebruik (Not. A. van Brinckesteyn, AT 015a005, fol. 14; 27-01-1688).
In 1692 verkoopt Jannitgen Cornelis van Beeck, als mede-erfgename van haar vader Cornelis Jacobsz van Beeck zal. aan Jacob Jacobsz en zijn vrouw, won. Leusderbroek een zesde part van het achtste part plus het zesde part van het derde part van de resterende zeven achtste parten van zeker erf en goed met huijs, hoff en hoffstede en daarbij behorende landerijen, gelegen in Leusderbroeck en door de koper gebruikt. Belend: aan de ene zijde: de Vrouwe Conventen en aan de andere zijde: de Gebeneficeerde Goederen. (Not. A. van Brinckesteyn, AT015a006; fol. 20vo; 14-10-1692).
In 1696, 1716 en 1736 is de wed. Jacob Jacobsz eigenaar en bruiker van diverse percelen in de Grote en Kleine Pol en De Haar in Leusbroek (Oudschildgeld Leusbroek, nr. 111, 115, 118, 120, 121).
In 1744 wordt er boedelscheiding gemaakt van de nal. schap van Hendrikje Jans, wed. Jacob Jacobsen, ov. Leusbroek 1743. Bezit: huis, berg, schuur en landerijen onder Leusbroek. Erfgenamen haar twee kinderen Fransje Jacobs en Teunisje Jacobs x Aart Dirksen van de Wetering (Not. A. van Bemmel AT036a005; 14-03-1744).
Uit dit huw.:
1. Jan Jacobsz, tr. Willemijntje Ariens. Willemijntje Ariens, tr. (2) Woudenberg (otr. Amersfoort) 29-11-1722 Cornelis Hendriksz
In 1736 is Cornelis Hendriks gedeeltelijk eigenaar en bruiker van diverse percelen in de Grote en Kleine Pol en De Haar in Leusbroek (Oudschildgeld Leusbroek, nr. 115, 118, 120, 121).
2. Fransien Jacobs, ged. Woudenberg 07-11-1686, get. Reijertje Jacops, tr. Amersfoort 15-02-1714 Teunis Meinsz, van Ginkel
3. Teunisje Jacobs, ged. Woudenberg 12-03-1693, get. Trijntje Jans, tr. Woudenberg 19-12-1717 Aart Dirksz van de Wetering, won. Leusbroek
IIb
Jan Jacobsz, won. Leusbroek, otr. Leusden 27-09-1674 Reijertje Jacobs van Blotenburg, won. Leusbroek, dr. van Jacob Gerritsz en Willempje Cornelissen van Langelaer
In 1686, 1696 en 1716 is Jan Jacobsz bruiker van het Vicariënerf in Leusbroek (Oudschildgeld Leusbroek, nr. 110, 112, 113).
In 1716, 1719 en 1725 is Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 6 morgen op de Wetering, bruiker: zijn zoon Kobus Jansz op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 31).
In 1716, 1719 en 1725 is Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 7 morgen op de Wetering (De Stulp), bruiker: zijn zoon Kobus Jansz op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 30b).
In 1735 zijn de erven Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 6 morgen op de Wetering, bruiker: Jan Cobussen op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 31).
In 1735 zijn de erven Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 7 morgen op de Wetering (De Stulp), bruiker: Jan Cobussen op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 30b).
In 1716, 1719, 1725 en 1735 is Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 12 morgen op Slappendel, bruiker: zijn zoon Kobus Jansz op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 88c3).
In 1726 laten Jan Jacobsz en Reijertje Jacobs van Blotenburg hun testament maken (Not. Woudenberg, WO001a001; 01-03-1726).
Uit dit huw.:
1. Jacob Jansen, volgt IIIa
2. Fransje Jansen, tr. Renswoude (otr. Woudenberg) 03-08-1710 Gijsbert Jacobsz van de Haar, landbouwer op Oevelaar, zn. van Jacob Dirksz van de Haar en Maegje Jans Knoppers
3. Jacobus Jansen van Leusbroek, volgt IIIb
4. Willemijntje Jansen, ged. Woudenberg 26-03-1693, get. Gerritje Cornelissen, tr. Woudenberg 01-03-1716 Hendrick Willemsz Lockhorst, ged. Scherpenzeel 21-04-1690, op de Ringelpoel, zn. van Willem Rutgers van Lockhorst en Jannetje Jans van Overeem
5. Jacobje Jansen, ged. Woudenberg 25-10-1696, get. Gerritje Cornelissen, tr. Evert Jacobsz, won. Nijkerk
IIIa
Jacob Jansen, van Leusbroek, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 18-02-1703 Barbertje Teunissen van Wittenberg, van de Haer, ged. Scherpenzeel 21-05-1671, op Wittenberg, dr. van Teunis Petersen en Marijtje Aertsen
Lidm. Woudenberg ca. 1704: Jacob Jansen, met attestatie vertrokken naar Scherpenzeel.
Lidm. Scherpenzeel 23-03-1704: Barbertje Teeunissen hv Jacob Jansen op Groot Lambalgen, deze met attestatie van Woudenberg 23-03-1704.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jacob Jansen en Barbara Teunissen, op Groot Lambalgen.
In 1715 wordt Hendrik Evertsz Davelaar beleend door opdracht van Jan Jacobsz met twee kampen land in Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 93; 11-09-1715).
In 1716 en 1735 is o.a. Jacob Jansen bruiker van Groot Lambalgen (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 112).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Barbara Theunissen.
In 1734 laten Jacob Jansen en Barbara Teunissen hun testament maken (Not. Woudenberg WO001a001, fol. 279; 03-03-1734).
Uit dit huw.:
1. Neeltje Jacobs, ged. Scherpenzeel 26-12-1703, op Groot Lambalgen, jong ov.
2. Willemijntje Jacobs van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 18-04-1706, op Groot Lambalgen, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 01-04-1731 Teunis Jansz van Ginkel, ged. Woudenberg 22-05-1701, begr. Woudenberg 18-04-1787, zn. van Jan Thijsz van Ginkel en Merritje Lamberts Lagerweij. Teunis Jansz van Ginkel, tr. (2) Woudenberg 27-11-1740 Willemijntje Tijmens (van Loenen), begr. Woudenberg 02-09-1796
In 1774 vindt er boedelscheiding plaats van de nal. schap van Willemijntje Jacobs van Leusden, echtgenoot van Theunis van Ginkel, won. Hamersveld. Erfgename: Maria Theunis van Ginkel, gehuwd met Gerrit de Jong te Woudenberg (Not. A. van Bemmel, AT036a014; 31-10-1774).
Van Ginkel, Theunis is hertrouwd met Van Loenen, Willemijntje
3. Neeltje Jacobs van Lambalgen, ook wel Neeltje van Leusden, ged. Scherpenzeel 22-07-1708, op Groot Lambalgen, ov. Scherpenzeel 23-05-1783, tr. Woudenberg 01-04-1731 Otto Hendriksen van Davelaar, ged. Amerongen 06-11-1692, ov. ca. 1778, zn. van Hendrik Evertsz van Davelaer en Evertje Jacobs van Meerveld
Otto Hendriksen van Davelaar neemt de pacht van Groot Lambalgen over van zijn schoonouders.
Zie genealogie Davelaar.
In 1756 wordt Otto Hendriksen van Davelaar beleend met 1/5 deel van Luttel Lambalgen (HUA, Archief Fam. De Beaufort, charter 1754-11).
4. Marrijtje/Maria Jacobs van Lambalgen/van Leusden, ged. Scherpenzeel 21-02-1712, op Groot Lambalgen, tr. (1) Woudenberg 01-03-1739 Hendrik Breunisz, tr. (1) Woudenberg 26-07-1750 Huijbert Rijksz van Dijk, won. Woudenberg
5. Jan Jacobsz, ged. Scherpenzeel 25-09-1718, op Groot Lambalgen, ov. voor 1734
IIIb
Jacobus Jansen van Leusbroek, landbouwer, tr. Driebergen (att. van Leusden en Woudenberg) 12-02-1708 Marijtje Jochems van Doorn, won. Sterkenburg
In 1716, 1719 en 1725 is Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 6 morgen op de Wetering, bruiker: zijn zoon Kobus Jansz op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 31).
In 1735 zijn de erven Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 6 morgen op de Wetering, bruiker: zijn zoon Kobus Jansz op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 31).
In 1716, 1719, 1725 en 1735 is Jan Jacobsz in Leusbroek eigenaar van 12 morgen op Slappendel, bruiker: zijn zoon Kobus Jansz op de Stulp (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 88c3).
Uit dit huw.:
1. Willemijntje Jacobs, ged. Woudenberg 30-12-1708, get. Reijertje Jans
2. Maijgje Jacobs van Leusden/van de Stulp, ged. Woudenberg 15-02-1711, get. Fransje Jans, tr. Woudenberg 22-12-1748 Andries Abbema, Heer van Woudenberg, laatst wed. Maria Balthina Sofia Smissaert, begr. Woudenberg 27-07-1786
Er worden 7 kinderen bij huw. erkend.
3. Jan Jacobsz van de Stulp, ged. Woudenberg 24-07-1712, volgt IV
4. Geertje Jacobs, ged. Woudenberg 22-04-1714, get. Willemtje Jans
5. Jochem Jacobsz, ged. Woudenberg 06-06-1717, get. Fransje Jans
IV
Jan Jacobsz van Leusden/van de Stulp, ged. Woudenberg 24-07-1712, begr. Woudenberg 20-11-1785, tr. Woudenberg 14-03-1734 Willemtje Jans van Ginkel, ged. Woudenberg 30-10-1707, get. Aeltje Claassen, begr. Woudenberg 01-03-1790, dr. van Jan Thijsz van Ginkel en Merritje Lamberts Lagerweij
In 1745 en 1775 is Jan Cobussen/Jacobsen eigenaar en bruiker van 6 morgen op de Wetering (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 31).
In 1745 en 1775 is Jan Cobussen/Jacobsen eigenaar en bruiker van 7 morgen op de Wetering (De Stulp) (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 30b).
Uit dit huw.:
1. Jacobus Jansz van Leusden, ged. Woudenberg 17-04-1735, ov. Woudenberg 12-04-1807
2. Marritje Jans van Leusden, ged. Woudenberg 16-12-1736, jong ov.
3. Maaijken/Maatje Jans van Leusden, ged. Woudenberg 05-10-1738, ov. Scherpenzeel 25-09-1834, tr. Hendrik Kramer
4. Geertruid Jans van Leusden, ged. Woudenberg 05-02-1741, ov. Scherpenzeel 30-01-1828, tr. Woudenberg 30-07-1775 Dirk Saren van de Wetering, ged. Woudenberg 11-10-1750, Leusbroek, ov. Scherpenzeel 02-11-1823, zn. van Saar Dirksz van de Wetering en Jantje Tonen Renes
5. Jan Jansz van Leusden, ged. Woudenberg 19-05-1743, tr. (1) Woudenberg 29-01-1775 Willemijntie van Voskuilen, ged. Woudenberg 20-12-1750, begr. Woudenberg 19-05-1788, dr. van Erris Hendriksz van Voskuilen en Maria Aarts van de Wetering, otr. (2) Woudenberg (att. naar Amersfoort) 10-01-1793 Jannetje Westerveld, wed. Willem Gijsbertsen Pater, geb. Hoevelaken 1747, ov. Amersfoort 17-12-1812, dr. van Johannes Westerveld en Barbara Brandsen
Uit het 1e huw.:
1. Willempje van Leusden, ged. Woudenberg 22-10-1775, get. Willemijntje Jansdr van Leusden, ov. Woudenberg 19-01-1866, tr. Renswoude 04-06-1797 Willem van Ravenhorst, ged. Renswoude 03-01-1772, de Groep, bouwman, ov. Renswoude 29-07-1849, zn. van Dirk Willemsz van Ravenhorst en Geertje Joosten
2. Erris van Leusden, geb./ged. Woudenberg 08-12-1783/11-01-1784, ov. Scherpenzeel 25-06-1834, ongehuwd
3. Maria van Leusden, geb./ged. Woudenberg 10/27-08-1786, begr. Woudenberg 11-01-1788
6. Marritje Jans van Leusden, ged. Woudenberg 04-04-1745, jong ov.
7. Marritje Jans van Leusden, ged. Woudenberg 19-02-1747, begr. Woudenberg 30-08-1776
8. Willemijntje Jans van Leusden, ged. Woudenberg 19-04-1750, begr. Woudenberg 10-02-1783, tr. Woudenberg 23-11-1777 Breunis Roelofsz van Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 07-09-1749, op Klein Rooiwinkel, begr. Woudenberg 23-09-1786, zn. van Roelof Breunisz van Wolfswinkel en Stijntje Thijssen Konings. Breunis Roelofsz van Wolfswinkel, tr. (2) Woudenberg 22-02-1784 Teuntje Jans van Maaren, geb. Maarsbergen 1751, ov. Woudenberg 12-03-1839, dr. van Jan van Maren en Willemijntje Harskamp
Samengesteld door:
Henk van Woudenberg,
oktober 2011