LEIJENHORST
De familie (van) Leijenhorst ontleent de naam waarschijnlijk aan de boerderij Leijenhorst onder Hoevelaken, die zij wellicht in bezit hebben gehad. De stamvader is leidekker in Amersfoort. Zijn zoon Samuel trouwt met een Scherpenzeelse en woont daar ook enige tijd. Daarna gaat hij terug naar Amersfoort. Zijn zoons Hendrick en Marcelis gaan weer naar Scherpenzeel. Hun nageslacht woont er tot 1805, als de laatste Leijenhorst overlijdt. Of er van deze Hendrick en Samuel nog nageslacht buiten Scherpenzeel met de achternaam Leijenhorst bestaat, is niet bekend.
I
Samuel Hendriksz van Leijdenhorst, ged. Amersfoort 18-03-1625, ov. voor 1690, zn. van Hendrick Hendricksz Leijenhorst, leidekker en Rebecca Claes, otr. (1) Amersfoort 03-12-1646 ´in huijs getrouwt´ Christina Gerrits van Wijck, van Scherpenzeel, dr. van Gerrit Jansz van Wijck en Willemken Huijbers van Wolfswinckel, otr. (2) Amersfoort 07-02-1657 (tr. te Culemborg) Geertruijt Hetsinge, van Emden. Geertruij Alexanders Hetsinga, won. Vijanen, tr. (2) Tull en ‘t Waal 23-04-1665 Frederick Matthijssen van de Bergh, van de Vaert
In 1644 wordt Samewel Hendricksz, leidekker te Amersfoort beboet met tweemaal vier herenponden voor een overtreding op kermisdag 15-09-1644 begaan tegen Geurt Hendricksz ten huize van Henrick Colffschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 101vo en 2, fol.195,195vo; 30-03-1644).
In 1647 eist Samewel Henricksz, leidekker te Amersfoort x Christina Gerrets een boedelopmaak van Gerret Jansz van Wijck, als wed. van Willemken Huijbers voor haar vier nagelaten kinderen, waar Christina er één is (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 243-250; 01-02/29-03-1647).
In 1690 vindt er boedelopmaak plaats van Hendrick Hendricksz Leijenhorst en Rebecca Claes. Samuel Hendricksz van Leijdenhorst is al overleden en laat twee zonen na: Marcelis en Hendrick (Not. Amersfoort AT012b004; 15-10-1690).
Uit het 1e huw.:
1. Hendrick Samuelsen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 16-05-1647, volgt IIa
2. Wilhelmina Samuels Leijenhorst, ged. Amersfoort 01-03-1649, ov. voor 1690
3. Marcus/Marcelis Samuelsen Leijenhorst, ged. Amersfoort 27-01-1654, volgt IIb
IIa
Hendrick Samuelsen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 16-05-1647, wolkammer, tr. Scherpenzeel 15-12-1669 Aaltje Willemsen Block, ged. Scherpenzeel 29-10-1648, dr. van Willem Petersz, timmerman
In 1674 wordt Hendrick Samuelsz Leijdenhorst beleend na dode van zijn schoonvader Willem Petersz,
timmerman met een hofstedeke in de Achterstraat, eertijds behoren de tot ´t erf ´t Voort (Leenhof 109, fol. 131; 1674. Bel. Holevoet nr. 21).
In 1674 wordt Hendrick Samuelsen Leijenhorst beboet met 4 herenponden wegens vechten op straat bij de poort (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-12-1674).
In 1675 wordt Hendrick Samuelsen Leijenhorst aangeklaagd door Lubbert Wolbertsz en Rijck Woutersz (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 10-05-1675, 09-08-1675, 24-04-1676).
In 1675 wordt Hendrick Samuelsen Leijenhorst beboet met 4 herenponden wegens vechten (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 09-08-1675).
In 1675 wordt ´Leyenhorst met 2 meerder ende 3 minderjariche kinderen´ vermeld (Huisgezinnen van Woudenberg, nr. 139, 1675). Nb. dit is vreemd, want dat klopt niet met het aantal kinderen op dat moment. Achterstraat, nr. 188: Hendrick Leyenhorst 1680-1690; Hendrick Leyenhorst, wolkammer 1693-1730 (Gemeentearchief Woudenberg nr. 85-130).
In 1683 vraagt oa. Hendrick Leijdenhorst of het huis van zal. Marten Huijbertsen van Daetselaer per opbod mag worden verkocht wegens schulden (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 12-11-1683).
Lidm. Scherpenzeel 12-04-1705: Hendrick Samuelsen Leijenhorst.
In 1712 en 1713 is Hendrick Samuelsen Leijenhorst ouderling in de Grote kerk van Scherpenzeel voor de lidmaten uit Woudenberg.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Hendrik Samuelsen Leienhorst.
Uit dit huw.:
1. Christina Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 18-12-1670, op de Achterstraet
Lidm. Scherpenzeel 12-04-1705: Christijntje Hendricksen Leijenhorst, j.d..
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Christijn Hendriksen Leienhorst.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Christina Leijdenhorst.
Kind: Hendrick van Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 18-12-1692, volgt IIIa
Moeder: Ceeltje Hendricksen Leijenhorst.
´In onegt verkregen bij een seecker persoon, wiens name nog niet hebbe konnen vernemen.´
2. Aertje Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 25-10-1674, tr. Scherpenzeel (att van Veenendaal en Woudenberg) 27-05-1714 Jelis/Elis Antonisz de Ridder, won. Veenendaal. Elis de Ridder, tr. (2) Veenendaal (3e gebod) Maria de Rouw, wed. Cornelis Thuren, won. Veenendaal
3. Samuel Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 31-12-1676
4. Huijbertje Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 08-02-1680
5. Aertje Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 01-10-1682
6. Hendrick Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 15-08-1686
7. Gerrit Hendricksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 15-08-1686
In 1726 wordt Christina van Wijck geassisteerd door Gerrit Hendricksen van Leijdenhorst bij de regeling van de nalatenschap van haar ouder (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 11-10-1726).
IIIb
Hendrick van Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 18-12-1692, ov. ca. 1740, otr. Scherpenzeel (tr. De Vaart) 14-04-1731 Willemijna van Amerongen, won. De Vaart, ov. Scherpenzeel 06-05-1785. Willemijntje, tr. (2) Scherpenzeel 01-10-1741 Aart Petersen Druijf, ged. Scherpenzeel 29-04-1711, zn. van Peter Jansen Druijf en Geertje Gerritsen van Beckbergen
Lidm. Scherpenzeel 25/31-12-1724: Hendrik Leijenhorst.
Lidm. Scherpenzeel 20/27-04-1732: Willemijntje van Amerongen hv Hendrik Leijenhorst, met attestatie van De Vaart.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Willemijna van Amerongen, in het steegje op ´t Eijndt.
In 1741 vindt er maaggescheid plaats tussen Willemijntje van Amerongen, wed. Hendrik Leijdenhorst en haar kinderen Ceeltjen, Ariaantjen, Aaltjen en Gerritjen Hendriks Leijdenhorst. De kinderen krijgen de helft van haar twee huizen; de ene staat in het dorp Scherpenzeel en wordt door haar bewoond (1832: sectie D 317,318. Achterstraat noordzijde, nu Boschzicht), het andere staat aan de Achterstraat. De andere helft blijft voor haar met de winkel met inboedel (staande in Scherpenzeel) (Recht. Arch. Scherpenzeel 5:08-09-1741).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Willemijna van Amerongen, op het eijnde van Barneveldts Steegje.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Willemina van Amerongen, wed. Aart Druif, in de Agterstraat op ´t Geldersche.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1772-1774: Willemina van Amerongen, wed. Druif.
Uit dit huw.:
1. Ceeltje Hendriksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 26-03-1732
2. Ariaantje Hendriksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 28-02-1734, in de Agterstraat
Lidm. Scherpenzeel 15-04-1759: Arriaentje Leijenhorst, won. in ´t Steegje.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758 (later toegevoegd): Ariaentje Leijenhorst, op het eijnde van
Barneveldts Steegje, met attestatie vertrokken naar Barneveld.
3. Aaltje Hendriksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 19-08-1736, in de Agterstraat
4. Gerritje Hendriksen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel febr. 1740, get. Aaltje Overeem, j.d., ov. Scherpenzeel 12-12-1809, ongehuwd
Lidm. Scherpenzeel 07-12-1774: Gerritje Leijdenhorst.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Gerritje Leidenhorst.
IIb
Marcus/Marcelis Samuelsen Leijenhorst, ged. Amersfoort 27-01-1654, tr. (1) Jacomijntje Michielsen, tr. (2) Lunteren (otr. Scherpenzeel) 18-07-1680 Orseltje Melchertsen, ged. Scherpenzeel 06-09-1646, dr. van Melchior Caspersen, tr. (3) Scherpenzeel 12-08-1683 Geurtje Jansen, won. Scherpenzeel
In 1689 moet Marcelis Leijdenhorst f 12-10 betalen aan Evert Jansen Ouwens, wed. Marija Rijcksen voor geleverde schoenen en schulden van zijn grootvader Gerrit Jansen van Wijck (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 04-03-1689).
In 1696 wordt Marcelis Leijenhorst beboet met 2 herenponden wegens vechten (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 08-06-1696).
Uit het 1e huw.:
1. Christina Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 12-03-1676, tr. Scherpenzeel (otr. Rhenen) 19‑04‑1696 Arnoldus van Oudekercke, van Rhenen
2. Dorothea Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 06-05-1677, tr. Scherpenzeel 06-02-1718 Jan Hendriksen, ged. Scherpenzeel 20-01-1689, aen de Groep, zn. van Hendrick Aelten en Geertje Hendriks
Voorkind:
Aeltje van Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 08-05-1698
´In onegt verkregen bij een seecker persoon, wiens name nog niet hebbe konnen vernemen.´
3. Willemijntje Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 07-12-1679
Uit het 2e huw.:
4. Marrijtje Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 21-08-1681
5. Maria Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 18-02-1683, tr. Scherpenzeel 03-05-1705 Johannes van Heuckelom, van Utrecht
Uit het 3e huw.:
6. Jan Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 31-08-1684
7. Jantje Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 21-02-1686
8. Rebecca Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 16-04-1688
9. Hendrick Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 04-05-1690
10. Gerrit Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 01-06-1692, volgt IIIb
11. Jacomijntje Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 03-10-1694
12. Jacobje Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 04-07-1697
13. Hendrick Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 27-11-1698
14. Christina/Stijntje Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 07-05-1702, tr. Scherpenzeel 17-10-1728 Paulus van Veldhoven, van Utrecht
IIIb
Gerrit Marcelissen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 01-06-1692, tr. Scherpenzeel 12-04-1724 Harmijntje Willems, ged. Scherpenzeel 23-06-1695, dr. van Willem Hendricksen en Jantje Hermsen. Harmijntje, tr. (2) Scherpenzeel 04-11-1736 Gerrit Evertsz van Leersum, ged. Scherpenzeel 23-03-1710, zn. van Evert Gerritsz van Kootwijk
Uit dit huw.:
1. Jantje Gerritsen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 17-04-1724
2. Geurtje Gerritsen Leijenhorst, ged. Scherpenzeel 12-08-1725
Samengesteld door
Henk van Woudenberg
september 2008