Kolfschoten

Kolfschoten (1)

In Scherpenzeel bestaan van oudsher de boerderijen Groot Kolfschoten en Klein Kolfschoten. Groot Kolfschoten was sinds mensenheugenis van het Amersfoortse mannenklooster Mariënhof. In hun archief treffen we de pachters van de boerderij aan. De onderstaande familie begint met pachter Willem Jansz, die de boerderij in 1576 voor het eerst pacht. Zijn nageslacht zal er ruim twee eeuwen lang op boeren. Waarschijnlijk is Willem Willemsz van Kolfschoten de laatste pachter als hij in 1808 overlijdt. In 1810 wordt de boerderij voor f 6363,= publiek verkocht aan J.G.G. Taats van Amerongen van Renswoude.

I

Willem Jansz, tr. Anna Morren

Van Pinksteren 1576-1583 huurt Willem Jansz het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 140 gl., 2 mud rogge, 2 mud boekweit en 2 hamels (Staten Utrecht 928, fol. 210, 210vo; Inventaris van de geestelijke goederen, 1582-1585).

Van Pinksteren 1579-1587 huurt Willem Jansz x Anna het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 140 gl., 2 mud rogge, 2 mud boekweit, 2 mud hondenkoren en 2 hamels (Archief Eemland, Gem. Arch. Amersfoort 585, Manuaal van het Convent Mariënhof; 1583).

Van 1605-1608 huurt Willem Jansz het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 150 gl. (HUA, Financiële Inst. 1122. Rekening van de rentmeester van het Mariënhof te Amersfoort over 1605, fol. 34,34vo).

In 1608 legt Anna Morren hv Willem Jans op Colffschoten, onder ede een verklaring af voor de schout van Leusden (Recht. Arch. Leusden 1048; 1608).

Uit dit huw.:

1. Thonis Willemsz, volgt II

II

Thonis Willemsz, ov. voor 1629, tr. Ceeltje/Cecilia Rutgers, ov. na 1639

Van 1608-1614 huurt Anthonis Willemsen het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 175 gl., (Archief Eemland, Pachtboek Convent Mariënhof).

Van 1620-1625 huurt Anthonis Willemsen het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 125 gl., (Archief Eemland, Pachtboek Convent Mariënhof).

Van 1628-1634 huurt de weduwe van Anthonis Willemsen het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 200 gl., (Archief Eemland, Pachtboek Convent Mariënhof).

In 1629 eist Celitgen, wed. op Groot Colfschoten betaling van een obligatie van Jorden Hendricksz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 30vo; 09-11-1629).

In 1630 wordt Egbert Jansz door Celia Rutgers voor het gerecht gedaagd (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 35; 12-07-1630).

In 1632 eist Robbert Thonisz een bijenkorf van Hendrijck Antonisz en zijn moeder Celia Rutgersz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 44vo; 24-09-1632). Celitgen Rutgers, wed. op Colfschoten doet eed dat de bijen van haar zijn of van haar zoon. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 27vo; 27-04-1635).

In 1635 eist Selutgen Rutgers, wed. en haar kinderen bet. f 265,= van Sijmen Jansz van renten en borgtocht voor het goed van de zal. vader van Franck Beerntsz. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 21,21vo,22vo; 16-02-1635).

In 1635 eist Thonis Brantsz ondertekening kwitantie van Celitgen Rutgers, wed. op Groot Colfschoten, die gemaakt is naar aanleiding van het overlijden van Bardt Brants. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 59vo, en 2, fol. 36vo,38vo; 12-10-1635).

In 1635 eist Wilhelmus Aertsz, notaris te Barneveld, borg: Egbert Jansz bet. f 5-15 en f 29,= van Celia/Cecilia Rutgers, wed. op Colffschoten of Hendrijck Anthonisz, op Groot Colfschoten, voor proceskosten. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 62 en 2, fol. 40-48; 09-11-1635-21-03-1636).

In 1636 eist Jan Egbersz namens zijn vader Egbert Jansz bet. f 200,= van Celitgen Rutgers, volgens compromis van 24-05-1632 (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 43,44; 25-01-1636).

In 1636 eist Gerbrichgen Jansz, op Huijgenbosch bet. van proceskosten van Celitgen Rutgers (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 56,56vo; 19-11/18-12-1636).

In 1637 eist Celitgen Rutgers, wed. bet. f 53,= van Gerret Aertsz, momber van de onmondi­ge kinderen van zijn zoon Aert Gerritsz, voor een gekocht paard van Willem Evers (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 58,58vo; 13-02-1637).

In 1638 eist Engel Jansz betaling van een obligatie van 53 gl en 16 gl van Celitgen Rutgers, wed. Op Colfschoten, vanwege haar zoon Henrijck Thonisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 76vo-87vo; 23-04-1638 – 04-03-1639).

Uit dit huw.:

1. Willem Thonis, volgt IIIa

2. Hendrick Thonisz Colfschoten, de oude, volgt IIIb

                Er zijn twee kinderen die Hendrick Thonisz Colfschoten heten: de oude en de jonge (1645). De ene, waarschijnlijk de oude, woont in 1634-1640 nog op Kolfschoten. De andere, waarschijnlijk de jonge, woont 1636-1651in Scherpenzeel. Later wordt er nooit meer gesproken over ´de oude´ of ´de jonge´. Daarom is het moeilijk om onderscheid te maken. Alles is samengevat onder IIIb.

3. Carel Thonisz Colfschoten, lakenkoper, tr. NN

In 1638 staan Hendrick en Caerll Anthonisz, broers, borg voor Willem Evertsz en Henrijck Fransz, ooms en mombers van de twee onmondige kinderen van zal. Gerret Jansz Cruijff (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 74vo; 10-01-1638).

In 1639 eist de schout een boete van 6 herenponden van Hendrijck Thonisz Colfschoten en mr. Steven, chirurgijn wegens vechten ten huize van Colfschoten. Broer Kaerl Thonisz Colfschoten vraagt uitstel (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 84-102; 04-02-1639 – 13-07-1640).

In 1640 eist Henrick den Orbaer bet. van f 10-5 van Kaerl Thonisz voor geleverd hout, door Henrick van Egbert Op Burgstede gekocht en doorverkocht aan Kaerl (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 101-106vo; 13-07/16-11-1640).

In 1640 eist Kaerl Thonisz bet. van f 5-10 van Jan Jansz, op Cleijn Lambalgen voor geleverd laken, gekocht door de vrouw van zijn broer (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 90 en 2, fol. 105-108; 07-09/07-12-1640).

In 1641 eist Kaerl Thonisz bet. van f 49-14 van Anthonis Eelgisz voor gehaald laken tijdens het leven van zijn zal. schoonmoeder Aeltgen Martens (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 110-114; 01/22-03-1641).

In 1645 eist de schout 40 herenponden boete van Caerl Thonisz Colffschoten wegens twee geschutte koeien in het eikenbos en 40 herenponden boete wegens kappen van beuken- en berkenstammen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 201-202vo; 10-02-1645).

In 1646 eist Hendrick den Orbaer als pachter van de ingezaaide morgen bet. van belasting van Carl Thonisz, lakenkoper (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 228vo,229; 07-09-1646).

In 1655 verklaren Thonis Otten en Willem Lubbertsen dat Carel Anthonisz hen vier voer turf zal betalen die hij samen met Rick Colaesz gehaald had (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 15-01-1655).

In 1655 eist Carel Thonissen bet. van Turf van Rick Colaes (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 05-03-1655).

Uit dit huw.:

1. Thonisz Carelsz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 14-07-1639

            2. Aeltje Carels Colfschoten, ged. Scherpenzeel 09-01-1642

            3. Ceeltje Carels Colfschoten, ged. Scherpenzeel 24-11-1644

            4. Marten Carelsz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 17-01-1647

            5. Willem Carelsz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 31-08-1651

            6. Cecilia Carels Colfschoten, ged. Scherpenzeel 29-10-1656

4. Catharina Thonissen Colfschoten, tr. (1) Meus Hendricksz, tr. (2) Renswoude 13-06-1641 Steven Wulfertsz. Steven, won. Ubbeschoten, otr. (2) Renswoude 30-01-1647 Grietje Claessen, van Woudenberg

5. Hendrick Thonisz Colfschoten, de jonge

In 1645 eist Rick Peters bet. f 72-18 van de jonge Hendrick Colffschoten, borg: zijn broer Hendrick Thonisz Colffschoten, voor een paard. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 206,206vo; 09-06-1645).

                Er zijn twee kinderen die Hendrick Thonisz Colfschoten heten: de oude en de jonge (1645). De ene, waarschijnlijk de oude, woont in 1634-1640 nog op Kolfschoten. De andere, waarschijnlijk de jonge, woont 1636-1651in Scherpenzeel. Later wordt er nooit meer gesproken over ´de oude´ of ´de jonge´. Daarom is het moeilijk om onderscheid te maken. Alles is samengevat onder IIIb.

6.? Jantje Teunissen, ov. Scherpenzeel 20-10-1680, tr. Thonis/Teunis Cornelisz van Santen, ov. Scherpenzeel 07-03-1689

Lidm. reg.  Scherpenzeel 1657: Tuenis van Santen en Jantien Tuenissen.

Lidm. reg.  Scherpenzeel 1673: Teunis van Santen en Jantje Teunissen.

Zij hebben kinderen genaamd Ceeltje en Carel.

IIIa

Willem Theunisz Colfschoten, ov. Scherpenzeel 11-01-1680, tr. Marritje Tijmensz, ov. voor 1673, dr. van Thijman Gijsbertsz en Thijmentgen Jan Thijmansdr

In 1635 eist Willem Thonisz, op Kolfschoten bet. van een obligatie van f 51-5 van Cornelis Jansz Ouwenlange­laer (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 57vo en 2, fol. 32vo,33; 27-07-1635).

In 1637 eist de schout vier herenponden boete van Rijck Peters wegens vech­ten met Willem Thonisz. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 69-73vo; 11-12-1637 – 12-03-1638).

In 1637 eist de schout vier herenponden boete van Willem Thonisz, op Colfschooten wegens messentrekken tegen Rijck Peters, op de Haer. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 69vo,97vo) 11-12-1637–

09-12-1639).

Van 1643-1644 huurt Willem Thonisz het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 236 gl., in 1651 voor 240 gl, van 1657-1663 voor 245 gl. (Archief Eemland, Pachtboek Convent Mariënhof).

In 1646 verklaart Gerridt Aertsen als borg voor Jan van Osen en Hendrick Huijbertsz uit Buren, dat hij het geld voor de geleverde schapen zal betalen; f 212-5 aan Roeloff Sanders, op Twiller, f 11-2 aan Jan Jansz, op Groot Donckelaer, f 9-6 aan Willem Thonisz Colffschoten en f 2-10 aan Cornelis Faesz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. na232vo; 14-09-1646).

In 1647 eist Gerrit Jansz Wildeman van Willem Thonisz Colffschoten om een akkoord na te komen om schoenen te ruilen tegen vellen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 241vo-245; 01/22-02-1647).

In 1655 eist de schout 30 herenponden boete van Willem Thonisz Colfschoten, op Colfschoten,wegens korenmaaien op biddag (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 15-01/05-03-1655).

In 1655 eist de schout 100 herenponden boete van Willem Thonisz Colfschoten, op Colfschoten, wegens het ingooien van ruiten van de molen. (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 15-01/05-03-1655).

In 1665 schenkt Willem Tonissen, op Colfschoten f 6-6- voor de reparatie van het leidak van de kerk (Herv. Gem. Scherpenzeel 68; 1665).

In 1678 eist Willem Thonisz Colfschoten bet. f 18,= van Huijbert Cornelisz van Wolfswinckel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 29-04-1678).

In 1696 wordt Aalbert Cornelissen gedwongen de Weerthof te verkopen wegens schulden aan o.a. Willem Teunissen, op Kolfschoten van f 700,=. (Westerholt 248 nr. 9: 11-10-1696).

Lidm. lijst Scherpenzeel 1657: Willem Teunissen en Marritien Timens, op Groot Colleschoten.

In 1662 draagt Willem Tonissen op Colfschoten 6-6-0 gl. bij tot de reparatie van het leidak van de kerk van Scherpenzeel (Herv. Gem. Scherpenzeel 273; 1662).

Lidm. lijst Scherpenzeel 1673: Willem Teunissen op Groot Kolfschoten.

In 1701 ontstaat er een conflict tussen Thijmen en Jan Willemsz van Colverschoten, mede namens hun broer Henrick, erfgenamen van Willem Thonisz van Colverschoten en Meerten Meijnsz als eigenaar van Sniddelaar over de betaling van de ongelden van de Wormshoeve onder Donkelaar. Het conflict wordt in der minne geschikt (Recht. Arch. Leusden 1052; 22-03-1701).

Uit dit huw.:

1. Tijmen Willemsz Kolfschoten, volgt IVa

2. Hendrick Willemsz Colfschoten, ov. Scherpenzeel 04-01-1701, tr. Scherpenzeel 31-03-1684 Jantje Aelbertsen van Schaick, dr. van Aelbert Rijcksz en Maijtje Cornelissen van Langelaer. Jantje, tr. (2) Scherpenzeel 16-11-1704 Jan Gerritsen, van Klein Lambalgen

Lidm. Scherpenzeel 04-10-1685: Jantje Aelbertsen, hv Hendrick Willemsen Kolfschoten, op Groot Schadijck.

Lidm. Scherpenzeel 04-04-1686: Hendrik Willemsen Kolfschoten.

In 1690 en 1691 is Hendrik Willemsen Kolfschoten, op Groot Schaik, ouderling van de Grote kerk.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jantje Albertsen, hv Jan Gerritsen, “dese geen Lidmaat”, op Groot Schaik.

                Hun kinderen noemen zich Van Schaik. Zie genealogie Schaik.

3. Jan Willemsz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 03-03-1650, ov. voor 1718, tr. (1) Scherpenzeel 08-04-1677 Judithje Willemsen van Wolfswinckel, ov. Scherpenzeel 15-10-1697, dr. van Willem Martensz van Wolfswinckel en Judith Lubberts, tr. (2) Scherpenzeel 17-05-1703 Aeltje Jansen van Wolfswinckel, ged. Scherpenzeel 28-08-1659, ov. na 1718, dr. van Jan Martensz van Wolfswinckel en Gerbrecht Jansen

                Lidm. Scherpenzeel 22-05-1670: Judith Willemsen van Wolfswinckel.

                Lidm. Scherpenzeel 25-12-1674: Jan Willemsen, jm op Kolfschoten.

In 1683, 1684 is Jan Willemsen Kolfschoten, diaken en 1691 en 1692 ouderling van de Grote kerk.

In 1685 is Jan Willemsen Kolfschoten buur- en setmeester van Scherpenzeel.

In 1686, 1688, 1690, 1693, 1698 is Jan Willemsen Kolfschoten schepen van Scherpenzeel.

In 1686 eist Lambert Vermegen, momber van Beertgen Aert bet. twee jaar renten uit obl. van f 1150,= van Jan Willemsen van Kolfschoten gevestigd in de Wolfswinckelsen tiend. 03-01-1681. Mons. Corlaar, gemachtigde van de mombers van Ricktien neemt de eis over (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 04-01-1681).

Andries Aelbertsen van ’t Willaer, chirurgijn c Huijbert van Wolfswinckel, bet. f 45,= en een vet beest dat Huijbert van heer Elbert van Bemmel, koopman in tabak uit Amersfoort, had gekocht. Met verklaring van Jan Willemsen van Colfschoten. Anthonij van Raelt namens Elbert van Bemmel, doet eed van trouw (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-06-1686).

                Lidm. Scherpenzeel 25-12-1686: Aeltje Jansen van Wolfswinckel.

In 1692 worden Gijsbert Cornelissen, Tijmen en Jan Willemsen van Kolverschoten, Jan en Gijsbert Rutgersen namens hun ouders Rutger Gerritsen x Marrijtgen Gijsberts beleend met de Weerthof volgens brief van 13-05-1689 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 252; 27-01-1692).

In 1692 verkoopt Gijsbert Cornelisz, mede namens zijn broers en zusters Jan, Jantje, Geertje, Willemtje en Cnelisje, kinderen van Cornelis Gijsbertsen x Hendrickjen Adriaensen, in hun leven gewoond hebbende op Voscuilen en Tijman en Jan Willemsen van Colverschoten mede namens hun broer Hendrick Willemsen van Kolfschoten, zonen van zal. Willem Teunissen Kolfschoten en het onmondige kind waarvan Jan Gijsberts Bosch momber is. Tenslotte Jan en Gijsbert Rutgers, mede namens hun ouders Rutger Gerrits x Marritjen Gijsbertsen het erf Klein Willaer of de Weerthof aan Hendrick Willem van Westerholt, Heer van Scherpenzeel (Westerholt 249-9; 28-01-1692; Huis Scherpenzeel 143 fol. 10; 27-01-1692 en 141 fol. 11; 28-01-1692).

In 1699 wordt Jan van Kolverschoten, als wed. Judith Willems van Wolfswinkel, volgens magescheid tussen  hem en de Wolswinkels beleend met twee morgen in ´t Voort (Leenhof 111, fol. 396; 1699.

Beleningen Holevoet nr. 17b).

In 1703 laten Jan van Colverschoten en Aeltje Jansz van Wolfswinckel hun testament maken (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 09-07-1703).

Lidm.reg.  Scherpenzeel 1715: Aeltjen Jansen van Wolfswinckel, wed. Jan van Colfschooten.

In 1718 ontstaat er een conflict tussen Aeltje Jansen van Wolfswinckel, wed. Jan van Colverschooten en Evert Jansz Ouwens over de waterlossing achter het huis (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 16-05/21-11-1718).

            Uit het 1e huw.:

            1. Willem Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 03-02-1678

4. Ceelichje Willems Colfschoten, ov. Scherpenzeel 28-01-1679, tr. Scherpenzeel 30-01-1676 Gijsbert Jansz Bosch, wed. Hendrickje Rutgers

                Lidm. Scherpenzeel 25-12-1674: Ceeltje Willemsen, jd op Kolfschoten.

IVa

Tijmen Willemsz van Kolfschoten, ov. Scherpenzeel 08-08-1710, tr. Scherpenzeel 20-05-1681 Hendrikje Willems van Berrevelt

Lidm. Scherpenzeel 02-10-1681: Hendrikje Willems van Berrevelt hv Tijmen Willemsen, op Groot Kolfschoten, met attestatie van Montfoort.

In 1681, 1685 is Tijmen Willemsen Kolfschoten schepen van Scherpenzeel

In 1699 is Tijmen Willemsen Kolfschoten buur- en setmeester van Scherpenzeel.

Lidm. Scherpenzeel 08-04-1683: Tijmen Willemsen, op Groot Kolfschoten.

In 1689 worden Gijsbert Cornelissen, Tijmen en Jan Willemsen van Kolverschoten, Jan en Gijsbert Rutgersen namens hun ouders Rutger Gerritsen x Marrijtgen Gijsberts beleend met de Weerthof volgens brief van 13-05-1689 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 252; 27-01-1692).

In 1690 ontstaat er een conflict tussen Jan Aertsen van Lambalgen en Teunis Willemsen van Rontselaer, namens de mede-erfgenamen van zal. Willem Tonissen van Rontselaer en Gijsbert Cornelissen, namens de mede-erfgenamen van Tijmen Willemsen van Kolverschoten over de Weerthof (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 20-01-1690 tm 28-01-1691).

In 1692 worden Gijsbert Cornelissen, Tijmen en Jan Willemsen van Kolverschoten, Jan en Gijsbert Rutgersen namens hun ouders Rutger Gerritsen x Marrijtgen Gijsberts beleend met de Weerthof volgens brief van 13-05-1689 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141, fol. 252; 27-01-1692).

In 1692 verkoopt Gijsbert Cornelisz, mede namens zijn broers en zusters Jan, Jantje, Geertje, Willemtje en Cnelisje, kinderen van Cornelis Gijsbertsen x Hendrickjen Adriaensen, in hun leven gewoond hebbende op Voscuilen en Tijman en Jan Willemsen van Colverschoten mede namens hun broer Hendrick Willemsen van Kolfschoten, zonen van zal. Willem Teunissen Kolfschoten en het onmondige kind waarvan Jan Gijsberts Bosch momber is. Tenslotte Jan en Gijsbert Rutgers, mede namens hun ouders Rutger Gerrits x Marritjen Gijsbertsen het erf Klein Willaer of de Weerthof aan Hendrick Willem van Westerholt, Heer van Scherpenzeel (Westerholt 249-9; 28-01-1692; Huis Scherpenzeel 143 fol. 10; 27-01-1692 en 141 fol. 11; 28-01-1692).

In 1699 wordt Tijman Willemsen van Colverschoten aangesteld tot buur- en setmeester (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 14-08-1699).

Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Hendrikje Willems van Berrevelt, wed. Tijmen Willemsen van Colfschooten, met attestatie van Montfoort.

Op 05-07-1726 verkopen Tijmen Willemsen van Colfschoten, Jacobus Hendricksz c.s. de Wulfhoef onder Leusden met ca. 10 morgen (AE, Archief Amersfoort 148, reg. 40e penning; 31-10-1727).

Uit dit huw.:

1. Marrijtje Tijmens van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 19-02-1682, tr. Renswoude (otr. Scherpenzeel) 24-03-1704 Jan Hannesen van ´t Heetveld

2. Derckje Tijmens van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 15-07-1683, ov. voor 1759, tr. Scherpenzeel 02-06-1721 Cornelis Cornelissen Rust, ged. Lunteren 20-04-1685, chirurgijn, bakker en winkelier(1749), ov. voor 1759, zn. van Cornelis Cornelisz Nimmerrust, later Rust,  en Grietje Gerrits

Lidm. Scherpenzeel 04-04-1706: Derckje Tijmensen van Kolfschoten.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Derkje Tijmensen van Colfschooten.

                Lidm. Scherpenzeel; Cornelis Cornelissen Rust, jm., met attestatie van Lunteren 25-09/02-10-1718.

In 1733 leent Christina van Wolfswinckel, wed. Jacobus van Wessel f 500,= van Willem Tijmansen van Colverschooten en Cornelis Rust x Derickien Tijmans van Colverschooten die daardoor mede beleend worden met een derde deel van Wolfswinckel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 23vo; 23-03-1733).

Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Derkje Tijmensen van Colfschooten.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Cornelis Rust en Derkje Tijmens.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1756: Cornelis Rust en Derckje Colfschoten.

3. Willem Tijmensz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 14-07-1689, volgt V

V

Willem Tijmensz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 14-07-1689, ov. voor 1771, tr. Scherpenzeel 13-11-1712 Neeltje Gijsberts van Ravenhorst, ged. Renswoude 10-06-1688, ov. Scherpenzeel 15-01-1775, dr. van Gijsbert Jansen van Ravenhorst en Fijgje Sanders

                Lidm. Scherpenzeel 28-03-1717: Willem Tijmensen en Neeltje Gijsberts, op Groot Colfschooten.

In 1722, 1723, 1730, 1731, 1736, 1737, 1741, 1742, 1747-1754, 1757-1760, 1764, 1765 is Willem Tijmensen Kolfschoten ouderling van de Grote kerk.

In 1724, 1727, 1728, 1729, 1732  is Willem Tijmensen Kolfschoten schepen van Scherpenzeel

In 1732, 1741 is Willem Tijmensen Kolfschoten buur- en setmeester van Scherpenzeel. (aanstelling in Westerholt 269, nr. 24; 02-08-1732).

In 1733 leent Christina van Wolfswinckel, wed. Jacobus van Wessel f 500,= van Willem Tijmansen van Colverschooten en Cornelis Rust x Derickien Tijmans van Colverschooten die daardoor mede beleend worden met een derde deel van Wolfswinckel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 23vo; 23-03-1733).

In 1735 verkoopt Willem Tijmensen, voor zich en namens zijn zuster Dirkje Tijmens en haar kinderen e.a. aan Aart Wouters, drie morgen land met een huisje in Donkelaar voor f 390,= (AE; Gemeente Amersfoort 148, Reg. 40e penning; 18-02-1735).

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Willem Tijmenz en Neeltje Gijsbertz, op Groodt Colfschoten.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Willem Tijmesz en Neeltje Gijsbertsz, op Gr. Colfschoten.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1771, 1772-1774: Neeltje, wed. Willem Thijmisz, op Groot Kolfschoten.

Uit dit huw.:

1. Fijtje/Sophia Willems van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 24-09-1713, ov. voor 1791, tr. (1) Scherpenzeel 25-03-1739 Rijk Gerritsen, ged. Scherpenzeel 04-05-1704, op Voskuijlen, ov. 1763 op Sniddelaar, zn. van Gerrit Hendricksen en Aeltje Jansen, tr. (2) won. Leusden, otr. Scherpenzeel 11-10-1765 Cornelis Willemsen van Soest, won. Leusden, ged. Scherpenzeel 10-04-1735, zn. van Willem Gerritsen van Soest en Lijsbet Cornelissen

Van 1744-1756 huurt Rijck Gerritsz de boerderij Kouwenhoven met de Kouwenhoverkamp-west van het Mariënconvent in Amersfoort.

In 1751 koopt Rijk Gerritsen, won. Kouwenhoven van de erven Jeremias Thiens voor 2110 gl. de boerderij Groot Sniddelaar (AT038a003; 18-12-1751. Recht. Arch. Leusden 1053, 1155, 1157;02-06-1752; Stadsarchief Amersfoort 148, 40e penning; 01-06-1752).

In 1764 koopt Fijtje Willems, wed. Rijk Gerritsen van Erris Breunissen x Gerritje Aartsen voor 975 gl. de boerderij Wulfshaar (Zevenmorgen) onder Donkelaar (AT041a003, nr. 28; 26-10-1764. Recht. Arch. Leusden 1053, 1155 en 1157; 26-10-1764).

In 1765 wordt er een boedelinventaris gemaakt na ov. van Rijk Gerritsen. Deze bestaat uit Groot Sniddelaar, Klein Sniddelaar, van ouds genaamd de Wolfshaar, belast met 600 gl. t.b.v. Gijsbert Jacobse Koudijs, zwager. Volgt boedelscheiding. Fijtje krijgt Klein Sniddelaar en de kinderen Gerrit en Neeltje Rjksen krijgen Groot Sniddelaar met de inboedel (AT041a003, nr. 26; 06-09-1765).

Ca. 1795 vindt er boedelscheiding plaats tussen Fijtje Willemsen, wed. Cornelis Willemsen, gewoond hebbende op de Wulfhaaf onder Leusden en haar broers Gerrit, Peter en de reeds ov. Gijsbert Willemsen. Zij koopt hen uit voor 850 gl. (AT045a020, fol. 1, nr. 1; ca. 1795).

In 1796 verkoopt Fijtje Willems, wed. Rijk Gerritsen, won. Wulfhaaf onder Donkelaar deze boerderij voor 1300 gl. aan Jan Hannesse Ravesloot, won. Leusbroek (AT045a021, fol. 334, nr. 89; 05-10-1796).

2. Tijmen Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 29-09-1715, op Groot Kolfschoten, ov. 1759/1760, tr. (1) Scherpenzeel 05-12-1745 Aaltje Cornelissen van Huigenbosch, ged. Renswoude 1715 of 1716, dr. van Cornelis Willemsen van Wagensveld en Geertje Hendriks van de Glind, tr. (2) Scherpenzeel 24-10-1751 tr. Maria Teunissen van Ginckel, won. Gooswilligen, ged. Woudenberg 27-04-1732, dr. van Teunis Jansz van Ginkel en Willemijntje Jacobs van Lambalgen. Maria, tr. (2) Scherpenzeel 17-05-1761 Gerrit de Jong, geb. Scherpenzeel, won. Amsterdam

In 1749, 1750, 1758 is Tijmen Willemsen van Kolfschoten schepen van Scherpenzeel. (aanstelling in Westerholt 252-2, nr. 3; 26-09-1749, ontslag Westerholt 012, nr. 27; 05-06-1752, aanstelling Westerholt 012, nr. 27; 08-03-1757, ontslag Westerholt 269, nr. 27; 29-03-1759).

In 1749 kopen Tijmen Willemsz van Colfschoten en Aaltjen Cornelissen van Huijgenbosch een kampje land, 1/3 deel van 2 morgen, onder Renswoude voor f 280,= van Teunis Jansen en Wilhelmina Jans (Archief Eemland; Gem. Arch. Amersfoort 148, register 40e penning; 22-11-1749).

In 1753 koopt Tijmen Willemse van Colverschoten uit Scherpenzeel van Aart Dirkse van de Wetering x Grietje Westening ¼ deel van een erf, 20 morgen, gelegen in Leusden, oost en west: conventen van Amersfoort, gepasseert Amersfoort op 18-05-1753 voor not. Abraham van Bemmel (Recht. Arch. Leusden 1053; 07-12-1753).

                Lidm. Scherpenzeel 10-04-1757: Tijmen Willemz van Kolfschoten.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Tijmen Willemz van Colfschoten.

Uit het 1e huw.:

1. Geertje Tijmens van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 09-10-1746, begr. Renswoude 26-06-1788, tr. Scherpenzeel 12-03-1769 Dirk Anthonisz. van ’t Foort, ged. Woudenberg 24-12-1741, landbouwer, ov. Renswoude 15-06-1829, zn. van Anthonij Errisz. van ’t Voort en Teunisje Jansen van Lokhorst/van Rumelaar

Lidm. Scherpenzeel 27-02-1769: Geertje Thijmensdr van Kolfschoten, jd, met attestatie vertrokken naar Woudenberg.

Lidm. Woudenberg 06-02-1770: Geertje Tijmens van Kolfschooten, met attestatie van Scherpenzeel, met attestatie vertrokken naar Renswoude 15-06-1772.

Lidm. Renswoude 28-10-1772: Geertje Tijmisse van Kolfschooten, met attestatie van Woudenberg 15-06-1772.

Uit het 2e huw.:

2. Willemijntje Tijmens van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 08-10-1752, jong. ov

3. Willemijntje Tijmens van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 09-12-1753

4. Willem Tijmensz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 02-03-1755

5. Teunis Tijmensz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 14-08-1757

3. Hendrikje Willems van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 23-01-1718, op Groot Kolfschoten, jong ov.

4. Hendrikje Willems van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 03-09-1719, op Kolfschoten, tr. Scherpenzeel 15-03-1750 Gijsbert Jacobsz Coudijs, ged. Scherpenzeel 22-07-1714, landbouwer op Overeem, Groot Schaik en Klein Kolfschoten, begr. Scherpenzeel 17-03-1785, zn. van Jacob Gijsbertsen van Koudijs en Aeltje Hendricksen van ’t Voort/van de Leeuwerikenpol

5. Gijsbert Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 08-02-1722

6. Jan Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 16-04-1724, op Groot Kolfschoten, volgt VIb

7. Willem Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 02-01-1727, op Kolfschoten, volgt VIc

8. Sander Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 22-01-1730, op Groot Colfschoten, ov./begr. Scherpenzeel 27-10/01-11-1806, ongehuwd

In 1791 legateert Sander Willemsz van Colfschoten zijn nalatenschap aan de kinderen van zijn broers Gijsbert, Willem, Jan en zijn zusters Fijtjen x Cornelis van Soest en Hendrikjen, wed. Gijsbert Coudijs. Sander verkoopt zijn helft van Groot Colfschoten aan zijn broer Willem, die de andere helft al bezat, voor f 3000,=. Sander legateert f 250,= aan de kinderen van Dirk Toonen, wed. Geertje Thijmens van Colfschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 12, nr. 14; 31-10-1791).

VIb

Jan Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 16-04-1724, tr. Scherpenzeel 30-10-1757 Rikje Brandsen van Donckelaar/Hinnekamp, ged. Scherpenzeel 16-07-1724, aan de Kromme Staert onder Leusbroek, won. bij huw. op Groot Donkelaar, begr. Scherpenzeel 30-07-1793, dr. van Brand Cornelissen van Donkelaar en Cornelia Wouters Orbers

In 1838 vindt er boedelscheiding plaats van de kinderen van Jan Willemsen van Kolfschoten x Rijkje Brandsen: Cornelia van Kolfschooten, wed. Sander van Ravenhorst, bouwerij doende te Scherpenzeel, voor 1/5 deel; Willem Jansen van Kolfschoten, bouwman op Groot Donkelaar onder oudenberg, voor 1/5 deel. En door aankoop van zijn broer Tijmen Jansen van Kolfschoten en Marritje Rijksen, wed. van zijn broer Brand Jansen van Kolfschoten, nog eig. van 2/5 deel; Neeltje van Kolfschoten, wed. Wijnand van Ree, z.b. te Scherpenzeel voor 1/5 deel.

Willem: de boerenhofstede Groot Donkelaar met huismanswoning, schuur, korenbergen onder W., groot 52 bunder, 12 roeden, 14 ellen, sectie A 63-90,98-130, en 23 roeden, 40 ellen dennenbos onder S., sectie D 100bis, voor f 4500,=. Neeltje: de tiend, grof en smal, wild en tam uit Groot Donke­laar en Klein Donkelaar (eigendom van de diaconie van Leusden en de wed. Lammert Bosch, t.n.v. diaconie sectie A 1-62, groot 65 bunder, 99 roeden, 12 ellen, t.n.v. wed. Lammert Bosch sectie A 91-94,131-141, groot 8 bunder, 33 roeden, 10 ellen, en een klein gedeelte onder Scherpenzeel, sectie D 100bis,  voor f 3000,= (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 14; 30-03-1838).

Uit dit huw.:

1. Cornelia Jans van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 22-07-1759, op Gr. Donckelaer, ov. Scherpenzeel 24-05-1839, tr. Leusden (3e gebod) 29-07-1792 Sander Jansen van Ravenhorst, ged. Renswoude 30-09-1759, ov. Scherpenzeel 12-02-1830, zn. van Jan Sandersz van Ravenhorst en Japikje Willems van Barneveld

2. Willem Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 23-11-1760, op Groot Donkelaar, volgt VIIa

3. Brant Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 24-07-1762, ov. Scherpenzeel 08-03-1815, landbouwer, tr. Amersfoort (otr. gerecht Leusden) 18-02-1797 Mertie/Maria Rijksen, geb. Leusden

In 1797 huurt Brand Jansen van Kolfschoten, won. Donkelaar het erf Hardeveld onder Snorrenhoef van de OLV-kapel in Amersfoort, van 1797-1803 voor f 335,= per jaar (AT045a022, fol. 432, nr. 108; 15-12-1797).

4. Neeltje Jans van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 03-06-1764, op Donckelaer onder Leusden, ov. Scherpenzeel 03-11-1845, tr. Scherpenzeel 11-05-1802 Wijnand van Ree, ged. Scherpenzeel 04-01-1756, ov. Scherpenzeel 12-09-1829, zn. van Willem van Ree en Lijsje/Elisabeth Gerrits van Ekris

5. Tijmen Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 07-12-1766, op Groot Donkelaar, volgt VIIb

 

VIIa

Willem Jansz van Kolfschoten/Donkelaar, ged. Scherpenzeel 23-11-1760, ov. Woudenberg 23-09-1844, tr. Scherpenzeel 11-12-1803 Geurtje Jacobs van Huigenbosch, geb./ged. Scherpenzeel 22/28-09-1777, op Klein Oorl, ov. Woudenberg 01-02-1855, dr. van Jacob Hendriksz van Huigenbosch en Willempje Jansd van Wolfswinkel

In 1812 leent Willem Jansen van Donkelaar, ook wel van Kolfschoten, landbouwer op Donkelaar 1000 gl. van Ariën Koudijs, landbouwer op de Dodestok onder Woudenberg (Not. Leusden 976, nr. 104; 11-12-1812).

In 1865 vindt er boedelscheiding plaats van wijlen Breunis van Huigenbosch, ongehuwd ov. 12-05-1864  te Scherpenzeel t.v.v. de erfge­namen. De vier kinderen van Geurtje van Huigenbosch, wed. Willem van Kolfschoten, genaamd Jan, Rijkje, Jannetje, Willempje en Cornelia van Kolfschoten, allen me.j., ongehuwd, z.b. te Scherpenzeel, Willem van Kolfschoten, landb. te Woudenberg wordt toegescheiden: een huis, zijnde twee woningen onder een dak wijk A nr. 113 en 114, schuur en schuurberg, erf en tuin aan het westeind te Scherpenzeel, sectie D 300,302,819,820, erfpacht van f 7,50 en f 6,41, groot 28 roeden, voor f 3000,=. (dit had hij bij testament bepaald) (Not. Scherpenzeel 4136, nr. 1; 03-01-1865).

In 1876 verkopen Willemijntje, Jan, en Cornelia van Kolfschoten, allen z.b. te Scherpenzeel; Willem van Kolfschoten, landb. te Woudenberg als eigenaren en Jan van Ree, wagenmaker te Scherpenzeel als eigenaar van de tiend aan Jan Renes, rentmeester te Scherpenzeel namens Benudina Maria van Naamen x mr. Herman Royaards van Scherpenzeel te Utrecht de hofstede Groot Donkelaar onder Woudenberg, sectie A 63-90,98-130, groot 52.12.14 ha., en de helft van sectie A nr. 54, waarvan de wederhelft behoort aan de diaconie van Leusden, voor f 29.900,=.

Titel van aankomst: boerderij: toegescheiden op 01-04-1862, not. A.D.S. Colenbrander te Nijkerk. Het erfdeel van wijlen Rijkje, Jannigje en Jacob van Kolfschoten is overgegaan op de verkopers (Not. Scherpenzeel 4142, nr. 271; 14-02-1876).

Uit dit huw.:

1. Rikje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 22-03/21-04-1805, op Groot Donkelaar, ov. Scherpenzeel 17-01-1870, begr. Glashorst, graf nr. 83, ongehuwd

2. Jacob van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 10/25-05-1806, op Groot Donkelaar, ov. Scherpenzeel 11-01-1875, begr. Glashorst, graf nr. 139, ongehuwd

3. Jannigje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 06/23-08-1807, op Groot Donkelaar

4. Willempje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 02/23-10-1808, op Groot Donkelaar, ov. Scherpenzeel 10-05-1878, begr. Glashorst, graf nr. 47, ongehuwd

5. Jan van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 09-02/04-03-1810, op Groot Donkelaar, ov. Scherpenzeel 27-11-1885, begr. Glashorst, graf nr. 57, ongehuwd

In 1878 maken Jan van Kolfschoten, z.b. te Scherpenzeel en zijn zuster Cornelia van Kolfschoten te Scherpenzeel een testament op de langstlevende (Not. Scherpenzeel 4145, nr. 38 en 39; 13-08-1878).

6. Willem van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 06/20-10-1811, op Donkelaar, volgt VIIIa

7. Cornelis van Kolfschoten, geb. Leusden 06-06-1813, ged. Scherpenzeel 20-06-1813, op Groot Donkelaar, ov. Leusden 13-08-1813

8. Cornelia van Kolfschoten, geb. Leusden 01-01-1817, ov. Scherpenzeel 27-05-1897, begr. Glashorst, graf nr. 57, ongehuwd

9. Jannetje van Kolfschoten, geb. Leusden 01-01-1817, ov. Scherpenzeel 22-07-1868, begr. Glashorst, graf nr. 374, ongehuwd

 

VIIIa

Willem van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 06/20-10-1811, op Donkelaar, ov. Scherpenzeel 14-02-1878, begr. Glashorst, graf nr. 47, tr. Woudenberg 15-03-1862 Sophia ter Maaten, geb./ged. Woudenberg 01/27-01-1828, ov. Scherpenzeel 05-10-1885, begr. Glashorst, graf nr. 83, dr. van Gerrit ter Maaten en Maria Wittenberg

In 1876 vindt er op Groot Donkelaar een verkoop van roerend goed plaats t.v.v. Willem van Kolfschoten, landbouwer (Not. Woudenberg 2471, nr. 17; 09-02-1876).

Uit dit huw.:

1. Geurtje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 09-02-1863, ged. in de Grote Kerk 22-02-1863, ov. Scherpenzeel 17-10-1922, begr. Glashorst, graf nr. 374, ongehuwd

2. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 21-08-1864

3. Gerrit van Kolfschoten, geb. Woudenberg 18-04-1866, ged. in de Grote Kerk 27-05-1866, ov. Woudenberg 25-04-1867

4. Maria van Kolfschoten, geb. Woudenberg 30-06-1867, ged. in de Grote Kerk 28-07-1867, ov. Woudenberg 05-01-1876, begr. Glashorst, graf nr. 133

5. Wilhelmina van Kolfschoten, geb. Woudenberg 13-10-1868, ged. in de Grote Kerk 22-11-1868, ov. Scherpenzeel 04-11-1918, begr. Glashorst, graf nr. 374, ongehuwd

 

VIIb

Tijmen Jansz van Kolfschoten/van Donkelaar, ged. Scherpenzeel 07-12-1766, bouwman, ov. Scherpenzeel 06-09-1850, tr. Scherpenzeel 04-04-1802 Dirkje Smit, geb. Veenendaal 1781, ov. Scherpenzeel 19-10-1857, dr. van Gerrit Smit en Rijkje van Dijk

In 1847 laten Tijmen van Kolfschoten, bouwman onder Scherpenzeel. Erfgename: zijn vrouw Dirkje Smit (Not. Scherpenzeel 4130, nr. 35; 15-08-1847).

In 1857 verkopen de erfgenamen van Tijmen van Kolfschoten (hij was voor 5/8 deel eigenaar van het te verkopen huis): 1. Dirkje Smit, wed. Tijmen van Kolfschoten, ook wel Tijmen Jansen van Kolfschoten, z.b. te Scherpenzeel, voor ¼; 2. Rijkje van Kolfschoten, x Klaas Ploeg, klompenmaker te Scherpenzeel, voor ¼; 3. Rijk van Kolfschoten, metselaar te Scherpenzeel, voor ¼ aan Jan van Kolfschoten, landb. te Scherpenzeel 7/8 deel in een huis nr. 75, erf en tuin te Scherpenzeel, sectie D 516,517, groot 12 roeden, 10 ellen, voor 1/8 del al eigendom, voor f 875,=. Op dit huis rustte een hypotheek van f 700,= t.b.v. Jan van Ree, wagenmaker te S. en Evert van Egdom, landb. onder W., ieder de helft, op 15-03-1847, not. A.D.S. Colenbrander te Nijkerk. Deze wordt door Jan overgenomen. (Not. Scherpenzeel 4134, nr. 12; 13-02-1857).

Uit dit huw.:

1. Jan van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 20-07/08-08-1802, volgt VIIIb

2. Rijkje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 12/27-05-1804, ov. Scherpenzeel 27-02-1888, tr. Scherpenzeel 30-10-1840 Klaas Ploeg, geb./ged. Woudenberg 05/24-07-1803, klompenmaker, ov. Scherpenzeel 08-10-1859, zn. van Evert Jansz Ploeg en Annetje Jans Bosch

3. Rijk van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 05/23-02-1806, jong ov.

4. Rijk van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 03/26-04-1807, volgt VIIIc

5. zoontje, geb. Scherpenzeel 31-12-1811, ov. Scherpenzeel13-01-1812

 

VIIIb

Jan van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 20-07/08-08-1802, landbouwer, ov. Scherpenzeel 05-02-1878, tr. Scherpenzeel 14-07-1853 Evertje van de Maat, geb. Ede 1821, ov. Woudenberg 07-04-1900, dr. van Hendrik van de Maat en Grietje Kleijman

In 1857 verkopen de erfgenamen van Tijmen van Kolfschoten (hij was voor 5/8 deel eigenaar van het te verkopen huis): 1. Dirkje Smit, wed. Tijmen van Kolfschoten, ook wel Tijmen Jansen van Kolfschoten, z.b. te Scherpenzeel, voor ¼; 2. Rijkje van Kolfschoten, x Klaas Ploeg, klompenmaker te Scherpenzeel, voor ¼; 3. Rijk van Kolfschoten, metselaar te Scherpenzeel, voor ¼ aan Jan van Kolfschoten, landb. te Scherpenzeel 7/8 deel in een huis nr. 75, erf en tuin te Scherpenzeel, sectie D 516,517, groot 12 roeden, 10 ellen, voor 1/8 del al eigendom, voor f 875,=. Op dit huis rustte een hypotheek van f 700,= t.b.v. Jan van Ree, wagenmaker te S. en Evert van Egdom, landb. onder W., ieder de helft, op 15-03-1847, not. A.D.S. Colenbrander te Nijkerk. Deze wordt door Jan overgenomen. (Not. Scherpenzeel 4134, nr. 12; 13-02-1857).

In 1881 lenen Evertje van de Maat, wed. Jan van Kolfschoten, landb. te Scherpenzeel; Tijmen van Kolfschoten Janszoon, landb. te Scherpenzeel; Dirkje van Kolfschoten, me.j., ongehuwd, z.b. te Scherpenzeel f 700,= van Jan van Ree, wagenmaker te Scherpenzeel en Evert van Egdom, landb. te Woudenberg. Onderpand: 5/6 deel van een huis met annex gebouwde kamer, erf en tuin te Scherpenzeel, sectie D 517,850,851, groot 0.12.10 ha. Het hele huis is belast met een hypotheek van 700,= t.b.v. dezelfde schuldeisers, op 15-03-1847, not. A.D.S. Colenbrander te Nijkerk. (Not. Scherpenzeel 4146, nr. 9; 28-03-1881).

Uit dit huw.:

1. Tijmen van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 28-12-1854/28-01-1855, landbouwer, ov. Norg (Veenhuizen) 04-02-1919

2. Dirkje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 30-12-1856/25-01-1857, ov. Hoensbroek 14-11-1925, tr. Scherpenzeel 03-11-1883 Bernard Abbink, geb. Angerlo 1857, ov. Hoensbroek 01-01-1937, bakker, zn. van Bart Abbink en Everdina Willemsen

3. Hendrik van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 30-07/05-09-1858, ov. Scherpenzeel 06-12-1859

4. Hendrik van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 22-12-1862/25-01-1863, landbouwer, ov. Woudenberg 29-11-1937, tr. Scherpenzeel 12-11-1892 Johanna Lodeweegs, geb. Kralingen 1866, ov. Zeist (ingeschr. te Woudenberg) 17-10-1940, dr. van Arent Jan Lodeweegs en Elisabeth Antonia de Bruin

Uit dit huw.:

1. Jan van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 02-09/29-10-1893

2. Elisabeth Antonia van Kolfschoten, geb. Woudenberg 29-10-1895, ged. in de Grote Kerk 01-12-1895

3. Evertje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 11-09-1897, ged. in de Grote Kerk 21-11-1897

4. Arend van Kolfschoten, geb. Woudenberg 14-01-1899, ged. in de Grote Kerk 26-02-1899

5. Hendrik van Kolfschoten, geb. Woudenberg 04-07-1901

6. Johanna Wilhelima van Kolfschoten, geb. Woudenberg 1905, ov. Woudenberg 06-10-1907

 

VIIIc

Rijk van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 03/26-04-1807, metselaar, ov. Scherpenzeel 05-09-1865, tr. Scherpenzeel 30-11-1838 Johanna Middeldorp, geb. Woudenberg 07-10-1815, ov. Utrecht 22-07-1884, dr. van Wolbert Middeldorp en Christina van Essen

In 1845 lenen Rijk van Kolfschoten, meester metselaar x Johanna van Middel­dorp, z.b. te Scherpenzeel  500,= van Metje Wandrina Woerdeman, wed. Dirk Homoet, wolfabrikante te Scherpenzeel. Onderpand: 1. een huis nr. 9, schuur, erf en hof te Scherpenzeel, sectie D 334,335, groot 9 roeden, 30 ellen. 2. een perceel bouwland, genaamd het Kerkestuk aan de Glas­horsterdijk onder Scherpenzeel, sectie D 233, groot 1 bunder, 23 roeden, 70 ellen. Belast met twee hypotheken van f 1000,= en f 500,= (Not. Scherpenzeel 4129, nr. 23; 11-06-1845).

Uit dit huw.:

1. Rijk van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 27-07/01-09-1839

2. Dirkje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 03-10/01-11-1840, tr. Utrecht 28-04-1869 Frederik Christiaan Klokke, wed. Jennegien Doorn, geb. Utrecht 1821, zn. van Christiaan Frederik Klokke en Johanna Frederika Kwant

3. Christina van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 21-06/07-08-1842

4. Antonia Woutera van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 28-04/22-05-1844, tr. Utrecht 29-04-1874 Albertus Okhuijsen, geb. Zeist 1849, zn. van Jacobus Okhuijsen en Aaltje Woutersen

5. Jan van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 26-05/30-06-1850

6. Tijmen van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 01/27-06-1852, ov. Scherpenzeel 01-07-1855

VIc

Willem Willemsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 02-01-1727, ov./begr. Scherpenzeel 23/28-04-1808, tr. Scherpenzeel 28-03-1785 Jantje Geurtsen van Putten, ged. Scherpenzeel 25-12-1757, dr. van Geurt Klaassen Poet en Hendrikje Willems Pater

                Lidm. Scherpenzeel 10-04-1757: Willem Willemz van Kolfschoten.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1771, 1772-1774: Willem Willems, jm, op Groot Kolfschoten.

In 1773-1776, 1783, 1784, 1787, 1788, 1791, 1792, 1795-1798, 1801-1805 is Willem Willemsen van Kolfschoten ouderling van de Grote kerk.

In 1785 betaalt Willem Willemsen op Groot Kolfschoten 1 schepel rogge aan garfkoren voor de kerk van Scherpenzeel (Herv. Gem. Scherpenzeel nr. 64; september 1785).

In 1785, 1786, 1788, 1799 is Willem Willemsen van Kolfschoten schepen van Scherpenzeel

Uit dit huw.:

1. Neeltje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 06/19-02-1786, op Groot Kolfschoten, ov. Barneveld 24-08-1846, tr. Scherpenzeel 21-10-1813 Gerrit van Voorthuijsen, ged. Lunteren 09-01-1785, korenmolenaar, ov. Barneveld 08-05-1853, zn. van Wouter van Voorthuijsen en Jantje Heijmens van Middeldorp/Middelkoop

Lidm. Scherpenzeel 05-08-1807: Neeltje van Colleschoten., met attestatie vertrokken naar Hoevelaken 19-09-1815

2. Hendrikje/Heintje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 24-03/01-04-1787, op Groot Kolfschoten, tr. Scherpenzeel 30-04-1809 Albertus van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 10/31-10-1784, ov. Scherpenzeel 06-01-1865, zn. van Cornelis Aalbertsen van Overeem en Cornelia Jansen van Wolfswinkel

                Lidm. Scherpenzeel 05-08-1807: Hendrikje van Colleschoten., met attestatie vertrokken naar Bommel   30-03-1825.

3. Willempje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 28-07/16-08-1789, op Groot Kolfschoten, ov. Barneveld 19-03-1853, tr. Scherpenzeel 23-10-1808 Arris Bloemendal, geb./ged. Barneveld 12/19-02-1783, ov. Barneveld 17-05-1871, zn. van Jan Brandsz Bloemendal en Gerritje Arissen Prins

                Lidm. Scherpenzeel 05-08-1807: Willempje van Colleschoten., met attestatie vertrokken naar

                Barneveld 03-11-1809.

4. Geurt van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 12/23-01-1791, op Groot Kolfschoten, volgt VIIc

5. Klaasje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 17/30-09-1792, op Groot Kolfschoten, ov. Ede 20-04-1878, tr. Scherpenzeel 02-06-1816 Willem Evertsen, ged. Lunteren 01-05-1790, ov. Lunteren 03-04-1853, landbouwer, zn. van Rik Evertsen en Lucia Willems

6. Jantje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 25-12-1794/11-01-1795, tr. Scherpenzeel 13-04-1817 Jan van Overeem, geb./ged. Scherpenzeel 14-04/02-05-1790, zn. van Cornelis Aalbertsen van Overeem en Cornelia Jansen van Wolfswinkel

VIIc

Geurt van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 12/23-01-1791, op Groot Kolfschoten, landbouwer, arbeider, ov. Woudenberg 02-06-1875, tr. Scherpenzeel 11-05-1827 Hendrikje Voskuilen, geb./ged. Woudenberg 16/28-06-1795, ov. Scherpenzeel 01-12-1872, dr. van Gerridt Jansz Voskuilen en Aaltje Arrisd van Maanen

In 1872 worden meubels van Geurt van Kolfschoten, z.b. te Scherpenzeel, t.w.v. 75,15 verkocht. Gedaan ten huize van Geurt, aan het oosteind (Not. Scherpenzeel 4141, nr. 103; 17-12-1872).

Uit dit huw.:

1. Willem van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 10/29-06-1828, ov. Maarn 24-11-1892, ongehuwd

2. Gerrit van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 29-12-1830/09-01-1831, boerenknecht, arbeider, ov. Scherpenzeel 24-01-1866, begr. Glashorst, graf nr. 61, tr. Scherpenzeel 25-06-1859 Cornelia van Veldhuizen, geb. Lunteren 1830, dr. van Gijsbert van Veldhuizen en Wijmpje Riksen. Cornelia, tr. (2) Scherpenzeel 30-03-1867 Aalbert Ederveen, wed. Maartje Baggel, arbeider, geb. Maarn 22-10-1831, arbeider, zn. van Johannes Ederveen en Aaltje van Lunteren

Uit dit huw.:

1. Heintje van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 24-09/30-10-1859, ov. Woudenberg 24-10-1922, tr. Scherpenzeel 23-10-1880 Willem Westerhuis, geb. Barneveld 1847, boerenknecht, ov. Woudenberg 01-09-1920, zn. van Evert Westerhuis en Aartje Prins

2. Gijsbert van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 26-12-1862/25-01-1863, ov. Scherpenzeel 21-01-1867

3. Jan van Kolfschoten, geb./ged. Scherpenzeel 12/31-05-1835, ov. Scherpenzeel 22-03-1852

IIIb

Hendrick Thonisz Colfschoten, ov. Scherpenzeel 04-08-1674, tr. (1) Metien Joosten, tr. (2) Scherpenzeel 03-11-1667 Cornelisje Jansen Hootsen, ov. Scherpenzeel 24-01-1710, dr. van Jan Cornelissen Hootsen. Cornelisje, tr. (2) Renswoude 06-06-1675 Cornelis Hendricksz

                Er zijn twee kinderen die Hendrick Thonisz Colfschoten heten: de oude en de jonge (1645). De ene, waarschijnlijk de oude, woont in 1634-1640 nog op Kolfschoten. De andere, waarschijnlijk de jonge, woont 1636-1651in Scherpenzeel. Later wordt er nooit meer gesproken over ´de oude´ of ´de jonge´.               Daarom is het moeilijk om onderscheid te maken. Alles is samengevat onder IIIb.

Lidm. Scherpenzeel Kerst 1633: Hendrick Thonissen Kolfschooten.

Hendrick Thonisz Colfschoten is herbergier in Scherpenzeel in een huis, kadaster (1832) D 505, Westeinde noordzijde. Groot 0.08.40 ha. Hofpacht f 11,52. In 1636 staat er: ´groete huis´ Hij treedt vaak op namens anderen voor het gerecht van Scherpenzeel.

In 1634 eist de schout vier herenponden boete van Henrijck Thonisz, op Colffeschoten, Huijbert Aelbersz en Jan Cornelissen, wegens vechten op Groot Colfschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 11vo,13vo,15;10-11/08-12-1634).

In 1635 staan Hendrick Hendricksz Orbaer, kerkmeester en Hendrijck Anthonisz Colfschoten voor 12 jaar borg voor de f 100,= die ds. Petro Chrijstmanno krijgt uit de dorpskas. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 133vo; 09-11-1635).

In 1635 eist Adriaen Gerrets bet. f 5-19 van Hendrijck Antonisz, op Colfschoten,. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 38vo,41vo en 1, fol 60; 12-10/07-12-1635).

In 1636 eist Hendrijck Antonisz, op Colfschooten bet. f 200,= van Jan Jansz van Beckbar­gen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 42vo,43,44,46vo; 25-01-1636).

In 1636 eist Garbrichgen Jansz, op Huijgenbosch bet. schulden van Hendrick Antonisz, op Collefschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 62, en 2, fol. 43-44; 25-01-1636).

In 1636 doet Hendrijck Thonisz, op Groot Colffeschoten, pandkering wegens Arijen Gerrets op 13-04-1635 en Sijmon Jansz op 12-11-1632 (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 47vo-52vo; 21-03/30-05-1636).

In 1638 eist de schout 80 herenponden boete van Henrick Thonisz van Colfscho­ten wegens geweldpleging op de huisdeur van Jan de kuiper (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 72-89vo; 29-01-1638 – 25-03-1639).

In 1638 dwingen Thonis Harmsz en Rijckt Aelbersz om Henrijck Thonisz Colfscho­ten, de waarheid te laten vertellen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 75vo; 23-04-1638).

In 1638 eist Engel Jansz betaling van een obligatie van 53 gl en 16 gl van Celitgen Rutgers, wed. op Colfschoten, vanwege haar zoon Henrijck Thonisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 76vo-87vo; 23-04-1638 – 04-03-1639).

In 1639 eist de schout een boete van 6 herenponden van Hendrijck Thonisz Colfschoten en mr. Steven, chirurgijn wegens vechten ten huize van Colfschoten. Broer Kaerl Thonisz Colfschoten vraagt uitstel (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 84-102; 04-02-1639 – 13-07-1640).

In 1642 wordt Hendrick Thonisz Colfschoten aangeklaagd wegens beledinging van Mor Morren, wever. Dit mondt uit in een proces voor het Hof van Gelderland (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 151vo-226;  05-12-1642 – 21-06-1646).

In 1644 wordt Hendrick Thonisz Colffscho­ten beboet met vier herenponden wegens het houden van duiven zonder dat hij 10 morgen land bezit (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 189-196; 01-07/30-09-1644).

In 1645 eist Rick Peters bet. f 72-18 van de jonge Hendrick Colffschoten, borg: zijn broer Hendrick Thonisz Colffschoten, voor een paard (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 206,206vo; 09-06-1645).

In 1646 eist de Heer van Scherpenzeel hulde van Hendrick Thonisz Colfschoten voor het jachtrecht (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 189-203vo; 01-07-1644 – 17-03-1645).

In 1651 eist Elbert Jansz een boete van 2 herenponden van Hendrick Thonisz Colfschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 117; 17-03-1651). (laatste keer genoemd in de rechterlijke archieven)

In 1655 betaalt Jan Jansen, onderschout 3 gl. als erfgenaam van Hendrick Thonisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 05-03-1655) Opm.: Eén Hendrick Thonisz Colfschoten is dus overleden. Het is de waard. Van 1668 – ca. 1690 woont Jan Jansen Nimwegen, onderschout in het huis van (schoonvader?) Hendrick Thonisz.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1657: Hendrick Teunissen.

                Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Hendrick Teunissen Kolfschoten en Cnelisje Jans, in ´t Veen.

Uit het 1e huw.:

1. Aert Hendricksz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 22-03-1640

2. Ceel Hendricksz Colfschoten, ged. Renswoude 05-12-1641

3. Annetje Hendricks Colfschoten, ged. Scherpenzeel 11-02-1644, tr. Scherpenzeel 05-05-1667 Evert Thomassen, wed. Elsje Leenderts van Haarlem, hoedenmaker te Amersfoort. Evert, tr. (2) Amersfoort 20-04-1674 Claesje Roelofs Methorst

4. Catharina Hendricks Colfschoten, ged. Scherpenzeel 25-10-1646

5. Teunis Hendricksz Colfschoten, de oude, ged. Scherpenzeel 25-11-1649, won. Ginkel, otr. (1) Amerongen (att. naar Woudenberg 20-06-1674) Teuntje Cornelissen, van Rumelaer, tr. (2) Scherpenzeel 31-07-1681 Jannitgen Geurts van Langelaer, ged. Scherpenzeel 03-12-1656, dr. van Geurt Cornelissen van Langelaer en Aeltjen Rijcx. Jannetje, tr. (2) Amerongen 23-07-1702 Helmert Gijsbertsz van Woudenberg

In 1674 krijgen Ellert Sijmonsz, Anthonij Willemsz van de Vliert, Jacob Gerritsz, kleermaker, Andries Aelbertsz, barbier, Hendrick Willemsz van Wolfswinckel en Steven Jansz, kuiper (allemaal inwoners van het dorp Scherpenzeel) een boete van ieder 8 herenponden wegens vechten met boeren op de bruiloft van Thonis Henricksz Colffschoten ten huize van Joost Thonisz. Ellert Sijmonsz zegt door één van de zonen van Landaes door de bil te zijn geschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-12-1674 – 09-08-1675).

In 1689 wordt Teunis Henricksen Colfschoten beboet met twee herenponden wegens hout rijden op zondag voor Jan Aertsen van Lambalgen (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 03-06-1689).

Uit het 1e huw.:

1. Metje Teunissen Colfschoten, ged. Scherpenzeel 02-05-1675, tr. Stoutenburg (gerecht) 06-05-1702 Egbartus Hooft, won. Cleijn Stoutenburg

2. Neeltje Teunissen Colfschoten, ged. Scherpenzeel 08-10-1676

3. Claesje Teunissen Colfschoten, ged. Scherpenzeel 08-9-1678

6. Teunis/Thonis Hendricksz Colfschoten, de jonge, ged. Scherpenzeel 17-08-1651, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 11-05-1675 Marrijtje Jacobs van Dashorst, wed. Claes Jansen, aen de Haer, dr. van Jacob Thonisz en Moijcken Toenissen,

Opmerkelijk: Theunis Henrickxsz Colverschoten, geb. 1651 (plaats onbekend), jm, tr. Amersfoort (gerecht) 23-12-1679 Marijtje Jans Preijt, dr. van Jan Cornelisz Preijt. Hun nageslacht woont generaties lang in Amersfoort.

Lidm. reg. Woudenberg 1690: Merrigje Jacobsz, met attestatie vertrokken naar Scherpenzeel.

Lidm. Scherpenzeel 14-10-1703: Marrijtje Jacobsen, wed. Teunis Hendricksen Kolfschoten, met attestatie van Woudenberg.

Uit dit huw.:

1. Aaltje Teunissen Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 24-11-1678, aen de Haer, tr. Bunschoten 01-11-1711 Pieter Michielsen Winkel, wed. Jannetje Jans Mooij, van Monnikendam

Lidm. Woudenberg ca. 1700: Aeltje Theunis van Colverschoten, met attestatie vertrokken naar Nijkerk.

Uit het 2e huw.:

7. Jan Hendricksz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 12-07-1668

8. Carel Hendricksz Colfschoten, ged. Scherpenzeel 12-06-1670

9. Metje Hendricks Colfschoten, ged. Scherpenzeel 16-07-1671, tr. Reijer Cornelisz

Kolfschoten (2)

Deze familie woont en werkt op Klein Kolfschoten. Jan Rutgersz van Ginkel, eerst pachter, kan de boerderij in 1657 kopen. Zijn kleinzoon Jan Hermansz verkoopt de boerderij in 1758 aan de Vrouwe van Scherpenzeel. Jan woont met zijn gezin dan al niet meer op de boerderij, maar in de Achterstraat, vlakbij Scherpenzeel. De achternaam Van Ginkel is inmiddels veranderd in Van Kolfschoten.

De oudste generaties zijn eerder gepubliceerd door W.H.M. Nieuwenhuis in Scarpenzele, jg 3 (1995), nr. 2, blz. 50-56

Rutger Hermansz, landbouwer op ´t Hek, op Ginkel onder Zuilestein, tr. Hendrickje Jans

In 1639 eist Rutger Hermansz betaling van 50 gl. van Dirck van Deventer wegens betaling van 10 hamelschapen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 83vo-89; 04-02/25-03-1639).

In 1640 eist Rutger Hermansz, uit Ginkel en Gerrit Hermansz betaling van 165 gl. van Frans Thijes wegens een schuldbekentenis uit de boedel van de vrouw van Rijck Thijs (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 99-105vo; 18-05/16-11-1640).

In 1644 betaalt Willem Gerrets, zetmeester een obligatie van 105 gl., gedateerd 25-11-1630 aan Rutger Hermansz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 181vo; 15-01-1644).

In 1679 stelt Rutger Hermansz zijn zoons Jan en Herman aan als executeurs testamentair (UT064a008; 18-11-1679).

In 1686 laat Rutger Hermansz zijn testament maken (UT060a006; 04-08-1686).

Uit dit huw.:

1. Herman Rutgersz van Ginckel, bakker te Utrecht, ov. Utrecht 03-11-1699, tr. (1) Utrecht 04-10-1663 Christina van Dongen, tr. (2) Utrecht 28-02-1674 Margaretha van der Slede, ov. Utrecht 18-07-1723

2. Anthoni Rutgersz van Ginckel, otr. Amerongen 23-04-1664 Aertje Dircks van Overeem, dr. van Dirk Helmertsz van Overeem en Evertje Huijberts. Evertje, tr. (2) Adriaen Jansz

In 1680 machtigen Jan Rutgers van Ginckel, oom van vaderszijde, wonend Colverschooten en Helmert Dircks van Overeen, oom van moederszijde, won. Rumelaer als bloedmombers over de kinderen van wijlen Anthoni Rutgers van Ginckel en wijlen Evertje Dircks van Overeem (in haar leven laatst weduwe van Adriaen Jans), Herman van Ghinckel, bakker te Utrecht, mede-oom en momber, om van Schout en Gerecht van Woudenberg te eisen verzekering van der kinderen vadersgoet  (Not. A. v. Brinckesteyn, Amersfoort AT 015a003 fol. 9; 05-11-1680)

3. Jan Rutgers van Ginkel, volgt II

4. Neeltje Rutgers van Ginkel, tr. (1) Amersfoort (otr. Scherpenzeel) Abraham Dircksz van de Banck, tr. (2) Amersfoort 03-04-1668 Matheus Cornelisz van der Maeth

5. Geertje Rutgers van Ginkel, otr. Scherpenzeel (att. naar Leusden) 20-11-1670 Gerrit Jacobsen van Blotenburg, van Leusbroek, zn. van Jacob Gerritsz van Blotenburg en Willemtje Cornelissen van Langelaar. Gerrit, won. aen de Ginckel, tr. (2) Scherpenzeel 18-03-1688 Jacobje Jansen, wed. Jan Arisen, ged. Scherpenzeel 30-01-1659, op (Groot) Lambalgen, dr. van Jan Gijsbertsz en IJttien Gerrits

6. Thijs Rutgers van Ginkel, ged. Amerongen 03-08-1642, jong ov.

7. Gerritien Rutgersen van de Haer ook wel van Ginkel, ged. Amerongen 26-03-1643, tr. Scherpenzeel 19-03-1665 Gijsbert Jacopsen van Coudijs, ov. 11-03-1710, zn. van Jacob Willemsz van Coudijs en Grietje Jansz

Gerritje Rutgers, de vrouw van Gijsbert Jacobsz is in 1673 één van de vrouwen die ds. Steen belet om de preekstoel te beklimmen om zijn intredepreek te houden (H.M. van Woudenberg, De geschiedenis van de Grote kerk in Scherpenzeel, blz. 99).

8. Thijs Rutgers van Ginkel, ged. Amerongen 03-08-1645, tr. Scherpenzeel 05-05-1667 Willempje Jans van Davelaar. Willempje, tr. (2) Scherpenzeel 09-12-1669 Jan Cornelisz van Egdom, zn. van Cornelis Arisen en Evertje Cornelissen

II

Jan Rutgers van Ginkel, ged. Scherpenzeel 07-06-1653, landbouwer op Klein Kolfschoten, ov. Scherpenzeel 19-09-1683, tr. Heiltje Evers, ov. Scherpenzeel 06-10-1699

Jan Rutgersen, bruiker, beleend na opdracht door Jhr. Frans van Lanscroon, Heer van Boshuijsen met Cleijn Colverschooten (Leenboek Huis Scherpenzeel 142, fol. 13; 01-07-1657).

Lidm. Scherpenzeel Kerst 1658: Jan Rutgers en Heijltien Everts, op Kleijn Colleschoten.Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Jan Rutgers en Heijltje Everts, op Kleijn Kolfschoten

Uit dit huw.:

1. Evert Jansz van Kolfschoten, ov. voor 1702, tr. Leersum (otr. Scherpenzeel) 25-04-1698 Trijntje Jans van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 28-07-1667, dr. van Jan Aartsz van Lambalgen en Gijsbertje Meeuwsen van Ubbelschoten

In 1684 eist de schout 2 herenponden boete van Evert Janssen, zoon van Jan Rutgerssen, op Kleijn Colfschooten en Cornelis van Santen wegens vechten ten huize van Cornelis van Santen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-07/01-12-1684).

In 1685 eist de schout 8 herenponden boete van Helmert Aertsen, de zoon van Aert de kuiper en Evert Janssen, op Klein Colfschoten wegens vechten ten huize van de molenaar (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 10-08/03-11-1685).

In 1686 eist Evert Jansen van Colfschoten betaling van f 7-10 van Mor Gerritsen voor geneeskundige hulp van hem door Mor “op het heijnste vet ten huijse van Jan Gerritsen, molenaer in de maent April 1686 heeft aengedaen” (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-06-1686).

Evert Jansen beleend met Kleijn Kolverschoten (Leenboek Huis Scherpenzeel 148, fol. 41; 05-02-1686).

In 1687 eist de schout 8 herenponden boete van Evert Janssen, op Klein Colfschoten wegens vechten met Meuws Willemsen, knecht op Langelaer ten huize van Bessel, op ´t Neth (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 1402/19-09-1687).

In 1698 laten Evert Jansen van Colverschoten en Trijntje Jans van Lambalgen hun huw. voorw. maken. Evert: 600 gl. uit vaders goed; Trijntje: 500 gl. uit moeders goed (Not. Amersfoort AT023b002; 15-04-1698).

Hermen Jans beleend na dode van zijn broer Evert Jans met Kleijn Colverschoten. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 42; 05-07-1702).

In 1711 verkoopt Hendrikje Willems van Ronselaar, wed. Jan Aertsz van Lambalgen, mede namens haar me.j. dochters Deliana en Willemina Jans van Lambalgen en Trijntje Jans van Lambalgen, voordochter van haar overleden man, deze twee kampen onder Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 76; 11-11-1711. Beleningen Holevoet nr. 44).

Lidm. Scherpenzeel 31-05-1691: Trijntje Jansen van Lambalgen, jd.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Trijntje Jansen van Lambalgen, wed. Evert Jansen Colfschooten.

2. Hermen Jansz van Ginckel, ws. ged. Scherpenzeel 15-04-1657, op Klein Kolfschoten, volgt IIIa

3. Henrickje Jans van Ginckel, ged. Scherpenzeel 03-01-1664, op Cleijn Colleschoten, tr. Scherpenzeel 27-05-1699 Frans Willemsen van Coudijs, ged. Scherpenzeel 15-05-1664, zn. van Willem Jacobsz en Aertje Cornelis

4. Ariaen Jansz van Ginckel, ged. Scherpenzeel 23-05-1666, op Cleijn Colleschoten, jong ov.

5. Jantje Jans van Ginckel, ged. Scherpenzeel 27-09-1668, op Colverschoten

6. Arien Jansz van Ginckel, ged. Scherpenzeel 01-01-1671, op Colverschoten, landbouwer op ´t Hek, op Ginkel onder Zuilestein, ov. voor 1743, ongehuwd

7. Teunis Jansz van Ginckel, ged. Scherpenzeel 14-12-1673, op Kleijn Kolfschoten

8. Thijs Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 06-02-1676, op Kleijn Kolfschoten, volgt IIIb

9. Gerritje Jans van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 21-04-1678, op Kleijn Kolfschoten, tr. Woudenberg 03-08-1710, att. van Utrecht, Huijbert Voskuil, geb. Woudenberg 1686, mr. timmerman, zn. van Teunis Teunissen Voskuijl en Jantje Huijberts van Isendoorn

                Hun kinderen worden te Utrecht gedoopt.

Lidm. Scherpenzeel 04-06-1702: Gerritje Jansen, jd, op Kleijn Kolfschoten.

Lidm. reg. Woudenberg ca. 1706: Huijbert van Voskuijl; mavn Utrecht

10. Teunisje Jans van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 03-06-1682, op Kleijn Kolfschoten, tr. Leersum 01-07-1714 Cornelis Jansz Versteeg

IIIa

Hermen Jansz (van Kolfschoten), ws. ged. Scherpenzeel 15-04-1657, op Klein Kolfschoten, tr. Scherpenzeel 01-11-1711 Grietje Gerrits

In 1685 eist de schout 10 herenponden boete van Herman Janssen, zoon op Klein Colfschoten en Peter Jansen Druijf wegens vechten ten huize van Jan Loesden (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 30-11-1685).

Hermen Jans beleend na dode van zijn broer Evert Jans met Kleijn Colverschoten. (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 42; 05-07-1702).

Lidm. Woudenberg 1709: Grietje Gerritz, met attestatie vertrokken naar Scherpenzeel.

In 1710, 1732 is Herman Jansen van (Klein) Kolfschoten buur- en setmeester van Scherpenzeel.

In 1710 eist de schout 40 herenponden boete van Herman Janssen, op Klein Colfschoten omdat hij de inboedel van zijn zal. ouders had verkocht zonder momberstelling van zijn onmondige zuster Teunisje Jansen (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 06-05-1700 – 25-04-1701).

In 1701 wordt  Herman Janssen, op Kleijn Colfschoten door Anthonij van de Vliert, schout, eigenaar van Schaijck aangeklaagd wegens het verleggen van de weg aan de Kraijenoortsen brinck (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 12-11-1701).

In 1703 eist de schout 6 herenponden boete van Herman Janssen, op Klein Colfschoten wegens vechten met Franck, de smid ten huize van Hendrick Teunissen Kuijer (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 05-03-1701, 31-08-1705).

In 1710 wordt Herman Jansen van Colfrschoten aangesteld tot buur- en setmeester (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 01-10-1710).

Lidmaten Scherpenzeel 15-05-1712: Grietje Gerritsen hv Hermen Jansen, op Klein Kolfschoten, met attestatie van Woudenberg.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Grietje Gerrits hv Harmen Jansen ´dese geen Lidmaat´, op Klein Kolfschoten.

In 1716 stellen Hermen Jansz, won. Colfschoten en Hendrik Lambertsz, won. Geerestein zich borg voor Aelt Gerritsz, won. Leusbroek t.b.v. Rutger Dibbits en Antoni Cranen om op Petri 1717 de pacht van 1716 te voldoen (AE; Not. Amersfoort 029a001; 17-11-1716).

In 1739 wordt Jan Hermsen van Kleijn Kolleverschoten, mede namens zijn zusters, beleend na dode van zijn vader Hermen Jansen met Kleijn Kolverschoten. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 63vo; 13-07-1739).

Gerret Maesen, rentmeester, namens Sophia Charlota van Westerholt, geboren gravinne van Warttensleeben, Vrouw van Scherpenzeel beleend door opdracht van Jan Hermzen van Colfschoten met Klijn Colfschoten, gekocht voor f 3600,=. Jan krijgt f 1800,=, zijn zus Aeltjen f 900,= en zijn moeder Grietjen Gerrits, wed. Hermen Jans f 900,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 29; 09-09-1758. Westerholt 013 nr. 28; 09-09-1758).

Uit dit huw.:

1. Heiltje Hermans, ged. Scherpenzeel 07-01-1714, op Klein Kolfschoten, tr. Scherpenzeel 01-09-1743 Willem Teunissen, van Dashorst, zn. van NN en Lijsbeth Teunissen

2. Jan Hermansz van Klein Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 19-04-1716, op Klein Kolfschoten, volgt IVa

3. Aaltje Hermans van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 02-04-1724, ov. voor 1771, op Kleijn Kolfschoten, tr. Scherpenzeel 07-11-1751 Ott Gijsbertsz van de Haar, ged. Scherpenzeel 06-05-1708, ov. Scherpenzeel 11-12-1782, laatst wed. Arisje Jans van Ginkel, zn. van Gijsbert Otten en Arisje Hendricks

Gerret Maesen, rentmeester, namens Sophia Charlota van Westerholt, geboren gravinne van Warttensleeben, Vrouw van Scherpenzeel beleend door opdracht van Jan Hermzen van Colfschoten met Klijn Colfschoten, gekocht voor f 3600,=. Jan krijgt f 1800,=, zijn zus Aeltjen f 900,= en zijn moeder Grietjen Gerrits, wed. Hermen Jans f 900,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 29; 09-09-1758. Westerholt 013 nr. 28; 09-09-1758).

IVa

Jan Hermansz van Klein Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 19-04-1716, op Klein Kolfschoten, tr. Scherpenzeel 12-11-1741 Otje Gijsberts van de Haar, ged. Scherpenzeel 13-02-1718, op Groot Vlastuijn, begr. Scherpenzeel 19-01-1788, dr. van Gijsbert Jansz en Marijtje Egberts

Jan Hermsen van Kleijn Kolleverschoten, mede namens zijn zusters, beleend na dode van zijn vader Hermen Jansen met Kleijn Kolverschoten. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 63vo; 13-07-1739).

Jan Hermsen van Kleijn Colleschoten x Otjen Gijsberts van Vlastuijn. Jan lijftocht zijn vrouw met Kleijn Colleschoten. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 67vo; 25-11-1741).

In 1743 is Jan Hermansz, op Klein Kolfschoten schepen van Scherpenzeel.

Jan Hermsen van Klijn Colfschoten leent f 500,= van Geijsbert Hendricksen van Schaik x Hendrickije Cornelissen van Heugenbos, die daardoor mede beleend worden met de helft van Klijn Colfschoten. Geroyeerd 09-09-1758. (Leenboek Huis Scherpenzeel 144, fol. 119; 14-01-1749).

Inwoners Scherpenzeel 1749: Jan Hermens, boer, getrouwd, 1 kind tot 10 jaar, 5 volwassen, waarvan 2 knechts en 1 meid.

Gerret Maesen, rentmeester, namens Sophia Charlota van Westerholt, geboren gravinne van Warttensleeben, Vrouw van Scherpenzeel beleend door opdracht van Jan Hermzen van Colfschoten met Klijn Colfschoten, gekocht voor f 3600,=. Jan krijgt f 1800,=, zijn zus Aeltjen f 900,= en zijn moeder Grietjen Gerrits, wed. Hermen Jans f 900,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 29; 09-09-1758. Westerholt 013 nr. 28; 09-09-1758).

“Eene obligatie ten laste van Jan Heimz en Otje Gijsbertsdr, eghteluijden, woonen op Kleijn Kolfschooten ter somma van 400 gls., ad 20 st. ’t stuck, moetende elken hondert glds. ’s jaarlijks verrendt worden met 3 glds. 10 st., bedragende zigh dus de geheele rente van het volle capitael de somma van 14 glds. Verbindende zigh bovendien den boer (als ook in de obligatie vermelt wordt) ’s jaerlijks voor de huijsarmen twee voeder torf aen te zullen reijden. De Verschijndagh van ’t een en ’t ander komdt jaerlijks op den 10 aug. Deese obligatie is afgelost in april 1751” (Arch. Herv. Gem. 156, fol. 7).

Uit dit huw.:

1. Hermen Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 09-09-1742, op Kleijn Kolfschooten, ov. Amersfoort 08-11-1831, tr. Scherpenzeel 05-05-1793 Woutertje Wulferts Jaarsveld, ged. Woudenberg 24-02-1771, dr. van Wulfert Cornelisz uijt de Berk en Teunisje Wouters van Ginkel

                Woutertje Wulferse, huisvrou van Hermen van Kolleschooten Woudenberg vestigt zich in Scherpenzeel (Herv. Gem. Scherpenzeel 156, fol. 32, 1794).

2. Maria Jansen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 21-02-1745, op Klein Kolfschoten

3. Grietje Jansen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 21-08-1746, op Klein Kolfschoten, ov. Leusden 21-11-1826, tr. (1) Amersfoort 15-03-1776 Tijmen Cornelissen Groenesteijn/de Wit, tr. (2) Amersfoort 29-06-1783 Jan Petersen van Lunteren, wed. Melisje Aalten

                Kind Aaltje, ged. Leusden 18-07-1790, won. Hamersveld

4. Gijsbertje Jansen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 12-05-1748, op Klein Kolfschoten, ov. Renswoude 14-08-1831, otr. Renswoude 09-10-1793 Gerrit Lubbertsen Hogeweg, ged. Renswoude 19-11-1747, in de Groep, ov. Renswoude 05-02-1831, zn. van Lubbert Aelbertsz van ´t Willer en Cornelia Gijsberts van de Vliert

Lidm. Woudenberg 30-03-1789: Gijsbertje Jandr van Kolfschoten, met attestatie vertrokken naar Amersfoort 06-04-1791.

5. Hendrickje Jansen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 21-12-1749, op Kleijn Colfschoten, ov. Amersfoort 06-01-1822, ongehuwd

6. Geertje Jansen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 31-10-1751, op Kleijn Colfschoten, ov. Woudenberg 04-01-1835, tr. Amersfoort 15-11-1781 Hendrik Teunisz van Geijtenbeek, ged. Amersfoort 23-12-1736, won. Hamersveld, ov. Leusden 06-03-1825, zn. van Teunis Hendricksz en Grietje Willems van Geijtenbeek

Lidm. Woudenberg 16-01-1806: Geertje van Kolfschoten hv H. Teunisse van Hamersveld, met attestatie vertrokken naar Leusden 08-03-1810 of 1820.

Bij het ov. van Jannetje heten haar ouders: Jan van Kolfschoten en Aartje Jansen en is zij te Leusden geboren in 1750.

In 1832 vestigt Geertje van Kolfschoten, wed. Hendrik Geijtenbeek, z.b. te Woudenberg een procuratie op Aalt van de Wetering, tabaksplanter, diaken van de Herv. Gem. te Woudenberg, om een erfdeel in ontvangst te nemen t.b.v. de diaconie (Not. Scherpenzeel 1211, nr. 6; 16-11-1832).

7. Aaltje Jansen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 08-07-1753, in de Aghterstraadt, tr. Leersum 05-12-1779 Peter Dirksz van Lunteren, ged. Leersum 30-09-1753, ov. Amersfoort 28-04-1830, zn. van Dirk Geurtsz van Lunteren en Marrijgje Ariens Bruijnzeert

8. Cornelis Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel juni 1758, in de Agterstraat onder Woudenberg

IIIb

Thijs Jansz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 06-02-1676, tr. Woudenberg 03-05-1711 Maayke de Jong ook wel geheten Maatje Jans van Ginkel, won. De Groep, ged. Woudenberg 08-01-1693, begr. Woudenberg 11-05-1771, dr. van Jan Thijsz van Ginckel en Merritje Lamberts. Maatje, tr. (2) Leersum 25-10-1733 Teunis (Jor)Danissen, ged. Scherpenzeel 10-10-1697, op Romseler, won. De Groep, zn. van Jordanus/Danus Jordensz van Ronselaar en Willemijntje Geurts Verschuur

Teunis Jordanussen huurt het Broek van zijn grootouders van moeders kant Jorden Teunis en Gerritje Thonis vanaf 1725 voor 22 jaar, volgens huurcedulle van 07-07-1718. Op dat moment woont hij bij zijn grootouders van vaderszijde op Groot Romselaar. In 1719 doet hij afstand van dit recht en wordt voor 350 gl. uitgekocht door zijn broer Jordanus Jordens. In 1722 woont hij in Scherpenzeel (030b003; 03-02-1722).

In 1730 woont Theunis Jordanissen in Leersum. Hij is ongehuwd (AT030b005; 23-04-1730).

Aelt Jordanissen, me jm., schenkt zijn ¼ deel van ‘t Broeck aan zijn broer Theunis Jordensen (AT026c001 f. 276; 07-01-1734).

In 1735 is Theunis Danissen de bruiker van 2 m. of de helft van het Derde Broek, in eigendom bij zijn vader en oom Rijk Claassen. Zelf is hij eigenaar en bruiker van de helft van de keut van het Broek (Oudschildgeld Woudenberg nr. 97d1,c1).

In 1754 gaat Maatje Jans van Ginkel als weduwe met haar zonen Jan en Thijs van Kolfschoten en Jan en Jacob Teunisz van Ronselaar in Woudenberg wonen (Recht. Arch. Woudenberg 1054, acte van indemniteit; 02-07-1754; idem in Recht. Arch. Leusden 1053).

Uit dit huw.:

1. Heiltje Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 29-10-1713, tr. Woudenberg 17-06-1736 Klaas Cornelisz van Ginkel

2. Jan Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 05-05-1715, volgt IVa

3. Marije Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 15-11-1716, aan de Haar, tr. Doorn 30-12-1742 Jan Roelofsz

4. Evert Thijs van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 13-11-1718, onder Leersum, volgt IVb

5. Gerrit Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 09-04-1721, op de Haar

6. Teunis Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 18-10-1722, onder Leersum

7. Jantje Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 05-04-1724, aan de Haar onder Leersum

8. Arien Thijsz van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 24-02-1726, aan de Haar onder Leersum, begr. Woudenberg 27-03-1793 ´dood gevonden te Maarn´

9. Thijs Thijssen van Kolfschoten, ged. ca. 1728, ov. Woudenberg 27-03-1807

In 1771 wordt Teijs Teijsen van Colfschoten beleend na dode van Lambert Jansen van Ginckel met Verlooren, bestaande uit twee morgen land op de Wetering te Woudenberg, volgens testament, gepasseerd op 10-11-1763 voor not. Hendrick Laagerweij (Leenboek Huis Scherpenzeel 145, fol. 85; 01-08-1771).

Kinderen uit het huw. van Maatje Jans van Ginkel en Teunis Jordanissen

10. Jacob Theunisz van Ronselaar, ged. Doorn 08-04-1735

11. Jorden Theunisz van Ronselaar, ged. Doorn 06-01-1737

12. Gijsbert Theunisz van Ronselaar, ged. Doorn 15-06-1738

IVa

Jan Thijssen van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 05-05-1715, begr. Woudenberg 12-04-1802, tr. Woudenberg 13-04-1760 Maagje Lammerts van Ginkel, ged. Woudenberg 15-01-1730, begr. Woudenberg 27-08-1804, dr. van Lammert Jansz van Ginkel en Evertje Hendriks

Uit dit huw.:

1. Tijs Jansz van Kolfschoten, ged. Woudenberg 26-04-1761, get. Maatje Lammerts van Ginkel

2. Evertje Jans van Kolfschoten, ged. Woudenberg 27-03-1763, get. Maatje Lammerts van Ginkel

3. Lambert Jans van Kolfschoten, ged. Doorn 22-09-1765, volgt Va

Va

Lambert Jans van Kolfschoten, ged. Doorn 22-09-1765, tr. Doorn 01-01-1803 Jannigje van de Vliert, ged. Doorn 07-09-1778, ov. Renswoude 13-04-1865, dr. van Willem Melissen van de Vliert en Teuntje Teunissen van Wallenburg

                Attestatie gegeven 03-04-1806.

Uit dit huw.:

1. Maria van Kolfschoten, ged. Doorn 26‑06‑1803, ov. De Bilt 29-02-1876, tr. (1) Doorn 27-10-1831 Gijsbert van Vulpen, ged. Doorn 10-01-1802, ov. Maartensdijk 23-03-1847, zn. van Cornelis van Vulpen en Teuntje van Vossesteijn, tr. (2) Maartensdijk 11-08-1848 met haar zwager Anthonie van Vulpen, geb./ged. Doorn 03/15-01-1815, ov. Maartensdijk 15-04-1870, zn. van Cornelis Jansen van Vulpen en Teuntje van Vossesteijn

2. Jan van Kolfschoten, ged. Doorn 20‑01‑1805, ov. Langbroek 17-08-1855, tr. Maarn 27-03-1834 Jannigje van Hardeveld, geb./ged. Woudenberg 07/29-06-1806, ov. Langbroek 08-07-1872, dr. van Rijk Rijksen van Hardeveld en Grietje Aartsen van den Broek

Uit dit huw.:

1. Grietje/Margaretha van Kolfschoten, ged. Woudenberg 15-09-1834, ov. IJsselstein 03-12-1910, tr. (1) Langbroek 02-08-1861 Arie van Donselaar, geb. Langbroek 02-08-1828, ov. Utrecht 07-06-1871, zn. van Cornelis van Donselaar en Willemijntje Mandersloot, tr. (2) Utrecht 02-06-1875 Egbert Bos, wed. Ida ter Steege, geb. Diever 1846, zn. van Hendrik Bos en Johanna Boers

3. Willemijntje van Kolfschoten, ged. Doorn 01‑03‑1807

4. Matthijs van Kolfschoten, geb./ged. Doorn 13‑08/03‑09‑1809, volgt VIa

5. Teunis van Kolfschoten, geb./ged. Doorn 20‑05/07‑06‑1812, volgt VIb

6. Evert van Kolfschoten, geb./ged. Doorn 13/29‑01‑1815, landbouwer, ov. Renswoude 08-04-1891, tr. (1) Woudenberg 13-07-1850 Johanna van Ekeris, geb. Woudenberg 05-05-1822, ov. Renswoude 19-08-1856, dr. van Klaas van Ekeris en Maria van Ekeris, tr. (2) Renswoude 21-06-1871 Jenneke  Lubbers, geb. Amerongen 17-05-1846, ov. Renswoude 10-11-1905, dr. van Matthias Lubbers en Maria van Piggelen

In 1880 leent Evert van Kolfschoten, wed. Johanna van Ekeris, nu x Jenneke Lubbers, landb. te Amerongen en zijn zoon Lammert van Kolfschoten, landb. onder Renswoude f 1700,= van Cornelis van Wieringen, notaris te Woudenberg. Onderpand van Evert: een huis, twee bergen, erf, tuin en land te Renswoude, sectie E 139,140,154,155,246,251,254,255, groot 2.17.40 ha. Belast met een hypotheek van f 1300,= t.b.v. Klaas van Ravenhorst te Renswoude. Een huis, twee bergen, erf en land te Amerongen, sectie A 197-200,516, groot 2.32.70 ha. Belast met twee hypotheken, samen f 600,= t.b.v. de wed. en kinderen van Cornelis Spijkhoven te Leersum en een hypotheek van f 350,= t.b.v. Abraham van de Lustgraaf te Stichts Veenendaal (Not. Scherpenzeel 4146, nr. 39; 10-11-1880).

Uit dit huw.:

            1. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 11-01-1851

2. Lammert van Kolfschoten, geb. Woudenberg 16-01-1852, landbouwer, ov. Renswoude 04-12-1918, tr. (1) Woudenberg 31-12-1879 Antonia van Velthuizen, geb. Woudenberg 12-04-1857, ov. Renswoude 17-06-1912, dr. van Hermanus van Velthuizen en Maria Geijtenbeek, tr. (2) Renswoude 18-02-1916 Johanna van Beek, geb. Renswoude 17-05-1851, ov. Renswoude 30-01-1921, dr. van Antonie van Beek en Gerritje Top

            Uit dit huw.:

1. Everdina Johanna van Kolfschoten, geb. Renswoude 05-07-1881, tr. Renswoude 01-06-1906 Dirk Wagensveld, geb. Ede 1877, ov. Ede (ingeschr. te Renswoude) 30-03-1940, zn. van Jan Wagensveld en Hendrikje van Beek

2. Herremijntje van Kolfschoten, geb. Renswoude 27-07-1883, ov. Renswoude  09-11-1885

3. Maria van Kolfschoten, geb. Renswoude 17-04-1886, ov. Renswoude 23-11-1895 (de dag na de geb. van haar broertje)

4. Johanna Cornelia van Kolfschoten, geb. Renswoude 31-07-1887, ov. Renswoude 10-11-1887

5. Hemanus van Kolfschoten, geb. Renswoude 07-09-1888, ov. Renswoude 28-03-1908

6. Jannigje van Kolfschoten, geb. Renswoude 30-04-1891, ov. Renswoude 04-05-1891

7. Evert Jan van Kolfschoten, geb. Renswoude 12-10-1892, ov. Renswoude 26-12-1902

8. Lambertus van Kolfschoten, geb. Renswoude 17-01-1894

9. Teunis Gerrit van Kolfschoten, geb. Renswoude 22-11-1895, ov. Renswoude 29-09-1898

10. Marinus van Kolfschoten, geb. Renswoude 22-04-1897, ov. Renswoude 23-07-1899

3. Klazina van Kolfschoten, geb. Renswoude 20-12-1853, ov. Renswoude 21-05-1857

            4. Jan van Kolfschoten, geb. Renswoude 30-07-1856, ov. Renswoude 08-12-1856

VIa

Matthijs van Kolfschoten, geb./ged. Doorn 13‑08/03‑09‑1809, ov. Woudenberg 21-10-1880, tr. Woudenberg 11-07-1840 Rikje van de Lagemaat, geb. Leusden 05-04-1819, ov. Woudenberg 18-08-1888, dr. van Antonie van de Lagemaat en Toontje van Schaik

Uit dit huw.:

1. Lammert van Kolfschoten, ged. Woudenberg 25-09-1840, ov. Woudenberg 01-03-1917, tr. Woudenberg 10-11-1877 Maaijtje van Voskuilen, geb. Maarsbergen 05-08-1851, ov. Woudenberg 16-04-1930, dr. van Frans van Voskuilen en Klaasje Ploeg

Uit dit huw.:

1. Matthijs van Kolfschoten, geb. Woudenberg 18-09-1878

2. Klaasje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 10-10-1881

3. Frans van Kolfschoten, geb. Woudenberg 10-05-1889, tr. Woudenberg 27-04-1917 Cornelia van de Waerdt, geb. Woudenberg 1897, dr. van Hendrik van de Waerdt en Willemijntje van Brummelen

2. Teuntje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 30-09-1841, tr. Linschoten 28-07-1865 Nicolaas de Ruiter, geb. Willeskop 19-06-1826, ov. Oudewater 27-05-1905, zn. van Cornelis de Ruiter en Grietje van Schaik

3. Antonie van Kolfschoten, ged. Woudenberg 24-04-1843, ov. Maarn 19-12-1918, tr. Maarn 26-02-1880 Maatje van de Waerdt, geb. Maarn 02-02-1848, ov. Maarn 06-02-1911, dr. van Anthonij van de Waerdt en Grietje van Egdom

4. Jan van Kolfschoten, ged. Woudenberg 03-03-1845, ov. Woudenberg 20-04-1846

5. Jannetje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 20-04-1847, ov. Linschoten 19-02-1915, tr. Oudewater 06-04-1876 Dirk Bak, geb. Snelrewaard 12-11-1841, ov. Linschoten 24-01-1927, zn. van Jacob Bak en Jaantje Raaphorst

6. Neeltje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 06-05-1849, ov. Maarn 23-10-1918, tr. (1) Woudenberg 12-04-1877 Jan Moesbergen, geb. Maarn 22-05-1836, ov. Maarn 01-07-1884, zn. van Harmen Moesbergen en Gijsje van Kolfschoten, tr. (2) Maarn 11-11-1886 Jan van Maanen, geb. Woudenberg 31-03-1845, ov. Maarn 28-10-1918, zn. van Jacob van Maanen en Pieternel de Ruiter

7. Willemijntje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 02-05-1853, ov. Driebergen 10-05-1923, tr. Woudenberg 24-12-1874 Willem van Dijk, geb. Rijsenburg 08-11-1843, ov. Driebergen 20-11-1915, zn. van Willem van Dijk en Jannetje Davelaar

8. Tijmen van Kolfschoten, ged. Woudenberg 18-02-1856, ov. Woudenberg 08-02-1947, tr. (1) Woudenberg 03-04-1880 Errisje van Laar, geb. Woudenberg 01-01-1854, ov. Woudenberg 08-02-1918, dr. van Jan Wulve van Laar en Marritje van Reenen, tr. (2) Maarn 23-03-1922 Willemijntje van Garderen, geb. Renswoude 07-04-1855, ov. Woudenberg 26-10-1923, dr. van Antonie van Garderen en Grietje van Essen

            Uit het 1e huw.:

1. Rijkje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 13-07-1880, tr. Woudenberg 04-11-1905 Gerrit Zegers, geb. Barneveld 1884, zn. van Jan Zegers en Aartje van den Brand

            2. Jan Wulven van Kolfschoten, ged. Woudenberg 08-10-1881

3. Marretje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 20-11-1882, tr. Woudenberg 28-11-1906 Jan Willem Zegers, geb. Barneveld 1878, zn. van Jan Zegers en Aartje van den Brand

            4. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 06-02-1884

            5. Matthijs van Kolfschoten, ged. Woudenberg 16-01-1885

6. Teuntje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 02-10-1886, tr. Woudenberg 01-03-1918 Arie van de Lagemaat, geb. Renswoude 09-01-1890, zn. van Antonie van de Lagemaat n Geertje van Voskuilen

7. Jan Dirk van Kolfschoten, ged. Woudenberg 05-05-1888, ov. Woudenberg 21-06-1888

8. Errisje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 05-01-1890, tr. Woudenberg 16-07-1915 Hendrik van Ginkel, geb. Woudenberg 21-01-1892, zn. van Jan van Ginkel en Adriana Vlastuin

9. Antonia van Kolfschoten, ged. Woudenberg 16-05-1892, tr. Woudenberg 11-02-1916 George Pieter van Rheenen, geb. Leersum 02-11-1888, zn. van Helmert van Rheenen en Willemijntje Putman

9. Jan van Kolfschoten, ged. Woudenberg 26-11-1859, ov. Woudenberg 27-03-1933, tr. Amerongen 12-01-1882 Klaasje van Ginkel, geb. Leersum 19-05-1860, ov. Woudenberg 18-10-1928, dr. van Cornelis van Ginkel en Antje Lagerweij

            Uit dit huw.:

            1. Rijkje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 12-02-1882, ov. Woudenberg 27-02-1882

2. Rijkje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 06-05-1883, tr. Woudenberg 08-12-1911 Antonie Willemsen, geb. Woudenberg 16-03-1878, zn. van Jan Willemsen en Grietje van Ekeris

3. Cornelia van Kolfschoten, geb. Woudenberg 06-12-1884, Woudenberg 24-11-1911 Gerrit Druijff, geb. Woudenberg 21-09-1876, ov. Barneveld 26-06-1957, zn. van Frank Druijff en Maria Meerveld

4. Matthijs van Kolfschoten, geb. Woudenberg 25-03-1886, tr. Woudenberg 07-01-1916 Neeltje Ravenhorst, geb. Soest 05-01-1892, dr. van Lubbert Ravenhorst en Gijsje Wolswinkel

5. Antonie van Kolfschoten, geb. Woudenberg 28-01-1888, tr. Woudenberg 13-11-1914 Trijntje Ravenhorst, geb./ged. Scherpenzeel 20-10/14-12-1890, dr. van Lubbert Ravenhorst en Gijsje Wolswinkel

6. Jannetje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 09-09-1889, tr. Woudenberg 21-04-1911 Frank Druijff, geb. Woudenberg 02-11-1887, zn. van Frank Druijff en Maria Meerveld

7. Grietje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 13-09-1891, ov. Woudenberg 08-10-1891

8. Lammert van Kolfschoten, geb. Woudenberg 02-02-1893, tr. Leusden 03-02-1921 Klaasje van de Lagemaat, geb. Renswoude 09-02-1894, dr. van Antonie van de Lagemaat en Geertje van Voskuilen

9. Grietje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 05-09-1895, ov. Amersfoort (ingeschr. te Leusden) 18-02-1948, tr. Woudenberg 27-09-1918 Jan van de Lagemaat, geb. Renswoude 23-05-1891, zn. van Antonie van de Lagemaat en Geertje van Voskuilen

10. Tijmen van Kolfschoten, geb. Woudenberg 09-09-1897

11. Jan van Kolfschoten, geb. Woudenberg 30-12-1898

VIb

Teunis van Kolfschoten, geb./ged. Doorn 20‑05/07‑06‑1812, landbouwer, ov. Nieuwer Amstel (ingeschr. te Woudenberg) 13-03-1893, tr. Woudenberg 29-06-1839 Lena van de Wetering, geb. Woudenberg 26-03-1815, ov. Woudenberg 23-12-1881, dr. van Aart van de Wetering en Gijsbertje Harskamp

Uit dit huw.:

1. Geertje van de Wetering/Kolfschoten, geb. Woudenberg 02-03-1836 (erkend bij huw.), ov. Woudenberg 07-09-1859, ongehuwd

2. Lammert van Kolfschooten, geb. Maarn 06-04-1840, landbouwer, tr. Amersfoort 14-02-1872 Stijntje van Middendorp, geb. Barneveld 1844, dr. van Otto van Middendorp en Harmientje Rijswijk

Uit dit huw.:

1. Lambertus van Kolfschoten, geb. Woudenberg 01-12-1888, ov. Woudenberg 15-02-1889

3. Aart van Kolfschooten, geb. Maarn 30-09-1841, ov. Amersfoort 12-12-1913, tr. (1) Leusden 24-10-1867 Geurtje de Kruijff, geb. Leusden 29-10-1841, ov. Leusden 20-08-1881, dr. van Gijsbert de Kruijff en Petronella ter Maaten, tr. (2) Leusden 31-05-1883 Rijkje Ravesloot, geb. Amersfoort 28-06-1854, ov. Amersfoort 18-10-1920, dr. van Cornelis Ravesloot en Aaltje Hienekamp

                Kinderen te Leusden.

4. Jannigje van Kolfschoten, geb. Maarn 04-06-1846, ov. Woudenberg 18-01-1862

5. Willem van Kolfschoten, geb. Maarn 28-11-1849, tr. Maarn 06-11-1879 Hermijntje Moesbergen, geb. Maarn 31-10-1850, ov. Woudenberg 01-12-1920, dr. van Harmen Moesbergen en Gijsje van Kolfschoten

Uit dit huw.:

1. Leentje van Kolfschoten, geb. Maarn 01-10-1880, ov. Woudenberg 13-01-1940, tr. Woudenberg 28-10-1910 Melis van Donkelaar/Moesbergen (erkend bij huw.), geb. Maarn 21-04-1875, zn. van Gijsbert Moesbergen en Marretje van Donkelaar

2. Gijsje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 19-10-1882, tr. Woudenberg 20-12-1907 Roelof Blaauwendraad, geb. Woudenberg 13-01-1881, zn. van Roelof Blaauwendraad en Maatje Pater

3. Teuntje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 23-08-1885, ov. Woudenberg 24-03-1888

            4. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 01-04-1888

5. Teunis van Kolfschoten, geb. Woudenberg 03-05-1889

6. Hermijntje van Kolfschoten, geb. Scherpenzeel 03-04-1892, ov. Woudenberg 17-04-1892

            7. Hermijntje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 14-07-1893

8. Wilhelmina van Kolfschoten, geb. Woudenberg 30-06-1896, ov. Woudenberg 15-08-1896

IVb

Evert Thijs van Kolfschoten, ged. Scherpenzeel 13-11-1718, onder Leersum, ov. voor 1797, tr. Woudenberg 14-03-1745 Johanna Wulfers van Overeem, ged. Woudenberg 19-04-1722, ov. voor 1797, dr. van Wulphert Jansz Overeem en Reijertje Roelofs van Methorst

                Landbouwer op Altena onder Maarsbergen.

Uit dit huw.:

1. Tijs van Kolfschoten, ged. Woudenberg 15-01-1747, get. Hendrikje Wulferts

                Ouders: Evert Tijsse van Altena en Hanna Wulfers van Rumelaar.

In 1801 wordt Tijs van Kolfschoten beleend na opdracht door broer Wulfert van Kolfschoten met het erf De Doornboom onder Woudenberg, nabij Scherpenzeel. (Huis Amerongen 1187, fol. 107; 1801. Beleningen Holevoet nr. 2b).

2. Reijertje van Kolfschoten, ged. Woudenberg 30-03-1749, get. Gijsbertje Wulferts van Rumelaar, begr. Woudenberg 23-03-1811, tr. (1) Doorn 29-02-1771 Mees Thomasse van Boeckhout, van Woudenberg, tr. (2) Doorn 25-02-1781 Arend Teunisze van Ginkel, van Maarsbergen, tr. (3) Doorn 19-01-1783 Hendrik Koudijs, begr. Woudenberg 25-02-1809         Ouders: Evert Tijsse van Altena en Hanna Wulfers van Rumelaar.

Lidm. Woudenberg: Reijertje van Kolfschoten hv Hendrik Koudijs, met attestatie van Doorn 29-03-1797.

Lidm. reg. Woudenberg 1805: Reijertje van Kolfschoten hv H. Koudijs.

3. Wulfert van Kolfschoten, ged. Doorn 23‑07‑1752, jong ov.

4. Maagje van Kolfschoten, ged. Doorn 03‑02‑1754

5. Gijsbertje van Kolfschoten, ged. Doorn 29‑12‑1756, tr. Doorn 24-09-1793 Cornelis Jelisz van Amerongen, van Amerongen

6. Wulfert van Kolfschoten, ged. Doorn 20‑01‑1760, tr. Doorn 22-10-1797 Grietje van Ginkel, van Woudenberg

                Kinderen gedoopt te Doorn.

In 1801 wordt Wulfert van Kolfschoten x Grietje Jans van Ginkel beleend na boedelscheiding door Antony Jansz van Ginkel wonende te Breukelen, die er 22-11-1775 mee beleend was, met het erf De Doornboom onder Woudenberg, nabij Scherpenzeel. Vervolgens wordt zijn broer Thijs er mee beleend (Huis Amerongen 1187, fol. 91; 1801. Beleningen Holevoet nr. 2b).

7. Jan van Kolfschoten, ged. Doorn 28‑11‑1762, volgt Vb

8. Margje/Marretje van Kolfschoten, ged. Doorn 08‑03‑1767, ov. Woudenberg 20-01-1844, tr. Doorn (otr. Scherpenzeel) 19-11-1797 Gosen Jansz van Huigenbosch, ged. Scherpenzeel 11-11-1764, op Huigenbosch, ov. Doorn 06-07-1812, tr. (2) Doorn 29-08-1815 Hannes/Johannes Ederveen, wed. Jannigje Voorbergen, ged. Leersum 02-02-1766, ov. Maarn 27-08-1834, zn. van Hendrik Ederveen en Eliza Willemsen de Kruijf

                Lidm. Scherpenzeel 29-03-1792: Goosen Janssen, op Huigenbosch, met attestatie vertrokken naar Doorn 20-12-1802.

In 1797 worden huw. voorw. gemaakt tussen Goossen Jansen van Huigenbosch, won. onder Scherpenzeel, me.j. ouderloos, jm. en Marritje Everts van Kolfschoten, won. onder Maarsbergen, me.j. ouderloos jd. Goossen: inboedel, have en vee minus de schulden; blijft over f 400,= (blijkbaar heeft Goossen de pacht van de boerderij overgenomen) 1/5 deel + 1/3 deel van de boerderij Abbelaar onder Renswoude. Marritje: f 4000,= (Archief Eemland; AT045a022, fol. 414, nr. 99; 17-11-1797).

 

Vb

Jan van Kolfschoten, ged. Doorn 28‑11‑1762, ov. Woudenberg 04-05-1839, tr. Doorn (otr. Leusden) 23-04-1797 Evertje Donkersteeg, geb. Leusdbroek, ged. Woudenberg 17-05-1767, ov. Woudenberg 09-07-1830, dr. van Elbert Maassen Donkersteeg en Maatje Lammerts van Ginkel

Lidm. reg. Woudenberg 1805: Evertje Donkersteeg hv J. van Kolfschoten.

In 1839 vindt er boedelscheiding plaats van wijlen Jan van Kolfschoten x Evertje Donkersteeg, t.v.v. hun kinderen: Evert van Kolfschoten, landb. op de Wetering onder Woudenberg; Maatje van Kolfschoten x Jan Pater, bouwman op Huijgenbosch onder Scherpenzeel; Gijsje van Kolfschoten x Hannes Moesbergen, landb. op de Teut onder Maarn; Elbert van Kolfschoten, tabaksplanter en bouwman onder Woudenberg. Verkochte roerende goederen t.w.v. f 1800,=. Ingekomen vorderingen f 400,=. Kontanten f 200,=. Totaal f 6400,=. Evert: 1. een bouwmanshofstede, genaamd de Wetering, ook wel de Bouwhof met huismanswoning, korenberg, tabaksschuur, plaggen­schuur en land onder W., sectie E 212-214a,219,551-559,618,619,631,636,648,649, sectie B 624,625,627, groot 12 bunder, 75 roeden, 10 ellen, verdeeld in 6 percelen. 2. de helft van een perceel heiveld onder Maarn, sectie A 268-272 t.n.v. de wed. Rijk Grootveld en Jan van Kolfschoten, groot 9 bunder, 39 roeden. Samen voor f 3910,=. (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 31; 12-06-1839).

Uit dit huw.:

1. Johanna van Kolfschoten, geb./ged. Woudenberg 17/29-04-1798, Leusden, get. Reijertje (van Kolfschoten), hv H(endrik) Koudijs, ov. Woudenberg 06-02-1832, ongehuwd

2. Maatje van Kolfschoten, geb./ged. Woudenberg 18-12-1800/11-01-1801, ov. Scherpenzeel 05-10-1862, tr. Scherpenzeel 11-04-1828 Jan Pater, ged. Lunteren 09-05-1799, ov. Scherpenzeel 10-11-1886, op Huigenbos, begr. Glashorst, graf nr. 59, zn. van Jan Corsen Pater en Gijsbertje Dirks van Voorthuizen

3. Evert van Kolfschoten, geb./ged. Woudenberg 03/20-03-1803, ov. Woudenberg 20-03-1887, tr. Woudenberg 11-07-1829 Wijntje de Bree, geb./ged. Woudenberg 30-10/15-11-1807, ov. Woudenberg 10-06-1886, dr. van Gerrit de Bree en Elisabeth van Dijk

In 1839 verkoopt Evert van Kolfschoten, landb. op de Wetering onder Woudenberg aan Harmen Moesbergen, bouwman op de Teut onder Maarn een boerenhofstede, genaamd de Teut met boerenhuizing nr. 23, twee korenbergen, een schapenhok, twee wagenschuren, varkenshok en land in Maarsbergen onder Maarn, sectie C 108-109bis, 122,123,126,127,210-121,216,249-261,414,414bis,576-578, tiendplichtig, groot 26 bunder, 58 roeden, 10 ellen, voor f 3780,= (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 30; 12-06-1839).

In 1839 leent Evert van Kolfschoten, landb. onder Woudenberg f 2600,= van Teuntje van de Haar, wed. Evert van Maanen, tabaksplanster te Woudenberg; Aaltje van Maanen, wed. Hendrik Lagerweij Matthijszoon, z.b. te Woudenberg (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 47; 14-08-1839).

Uit dit huw.:

1. Jannetje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 16-11-1829, ov. Woudenberg 21-02-1912, tr. Woudenberg 28-12-1861 haar neef Evert van Kolfschoten, geb. Woudenberg 10-03-1839, ov. Woudenberg 12-01-1920, zn. van Elbert van Kolfschoten en Antonia van Wittenberg

2. Jan van Kolfschoten, geb. Woudenberg 14-06-1835, ov. Woudenberg 25-03-1906, ongehuwd

3. Evertje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 14-06-1835, ov. Woudenberg 19-06-1919, tr. (1) Woudenberg 18-06-1864 Hendrik van Ginkel, geb. Ede 1826, ov. Woudenberg 18-05-1884, zn. van Jan van Ginkel en Teuntje van Rotterdam, tr. (2) Woudenberg 26-09-1885 Willem Woudenberg, wed. Gijsbertje van Dijk, geb. Woudenberg 07-05-1835, ov. Woudenberg 13-03-1899, zn. van Frank Woudenberg en Gerritje van Domselaar

4. Gijsje van Kolfschoten, geb./ged. Woudenberg 22-09/13-10-1805, ov. Woudenberg 29-06-1883, tr. (1) Woudenberg 12-03-1831 Wilhelmus Moesbergen, geb./ged. Woudenberg 23-12-1803/22-01-1804, ov. Woudenberg 23-12-1831, zn. van Geurt Moesbergen en Grietje Willems van Bitterschoten, tr. (2) Woudenberg 15-02-1833 Harmen Moesbergen, geb./ged. Woudenberg 04/19-04-1801, landbouwer op de Teut onder Maarn, ov. Woudenberg 16-12-1889, zn. van Geurt Moesbergen en Teuntje Dirks van Voorthuizen

5. Elbert van Kolfschoten, geb./ged. Woudenberg 29-09/23-10-1808, volgt VI

 

VI

Elbert van Kolfschoten, geb./ged. Woudenberg 29-09/23-10-1808, tabaksplanter, bouwman, ov. Woudenberg 03-12-1891, tr. (1) Woudenberg 23-08-1828 Antonia van Wittenberg, geb./ged. Woudenberg 29-01/16-02-1806, ov. Woudenberg 08-07-1839, dr. van Berend van Wittenberg en Neeltje Rink, tr. (2) Woudenberg 26-10-1839 Dirkje Kleinveld, geb. Woudenberg 11-06-1814, ov. Woudenberg 01-04-1886, dr. van Gerrit Saren Kleinveld en Aartje van Barneveld

In 1839 laten Elbert van Kolfschoten, wed. met kinderen van Anthonia van Wittenberg, tabaksplanter en bouwman onder Woudenberg en Dirkje Kleinveld, me.j., z.b. te Woudenberg, dochter van Gerrit Sare Kleinveld, bouwman x Aartje van Berneveld te Woudenberg hun testament maken. Elbert: kleding en sieraden en f 681,75; een vordering van f 40,= ten laste van Dirk van Soest onder De Bilt en f 25,= ten laste van Korstiaan van Ginkel onder Woudenberg. Dirkje: haar kleding en sieraden en f 700,= (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 56; 23-10-1839).

Uit het 1e huw.:

1. Evertje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 23-01-1829, ov. Woudenberg 25-01-1829

2. Jan van Kolfschoten, geb. Woudenberg 15-06-1830, ov. Woudenberg 22-02-1888, tr. (1) Woudenberg 24-06-1853 Andientje de Bree, geb. Woudenberg 28-05/12-06-1808 (22 jaar leeftijdsverschil), ov. Woudenberg 21-10-1872, dr. van Matthijs de Bree en Jacoba Recter, tr. (2) Woudenberg 12-11-1875 Elizabeth van Ginkel, geb. Woudenberg 08-12-1832, ov. Woudenberg 01-05-1916, dr. van Jan van Ginkel en Aaltje van Otterlo

            Uit dit huw.:

1. Arend Anton van Kolfschoten, geb. Woudenberg 10-11-1876, tr. Leusden 27-09-1907 Maria Lagemaat, geb. Leusden 08-05-1878, dr. van Arend Lagemaat en Jannetje Pothoven

                        Uit dit huw.:

1. Arendina Maria van Kolfschoten, geb. Woudenberg 1914, ov. Woudenberg 02-05-1915

2. Eduard Johan van Kolfschoten, geb. Woudenberg 11-10-1878

3. Neeltje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 19-08-1833, ov. Woudenberg 19-02-1893, tr. Woudenberg 17-04-1858 Matthijs Lagerweij, geb./ged. Woudenberg 24-04/13-05-1810, ov. Westbroek 15-01-1882, zn. van Hendrik Lagerweij en Aaltje van Maanen

4. Barend van Kolfschoten, geb. Woudenberg 18-03-1836, tabaksplanter, ov. Woudenberg 29-04-1908, tr. Woudenberg 21-04-1860 Teunisje/Antonia Versteeg, geb. Woudenberg 20-04-1826, ov. Woudenberg 10-02-1893, dr. van Arie Versteeg en Cornelia van Maanen

            Uit dit huw.:

            1. Antonia Cornelia van Kolfschoten, geb. Woudenberg 07-02-1861, ov. Woudenberg 19-02-1893, ongehuwd

2. Arie Eduard van Kolfschoten, geb. Woudenberg 24-10-1862, ov. Utrecht (ingeschr. te Woudenberg) 10-11-1931, ongehuwd

3. Cornelia Antonia van Kolfschoten, geb. Woudenberg 09-01-1865, ov. Woudenberg 19-04-1872

4. Eduard van Kolfschoten, geb. Woudenberg 07-10-1868, ov. Woudenberg 03-07-1944, ongehuwd

5. Evert van Kolfschoten, geb. Woudenberg 10-03-1839, ov. Woudenberg 12-01-1920, tr. Woudenberg 28-12-1861 zijn nicht Jannetje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 16-11-1829, ov. Woudenberg 21-02-1912, dr. van Evert van Kolfschoten en Wijntje de Bree

            Uit dit huw.:

1. Antonia van Kolfschoten, geb. Woudenberg 07-02-1862, ov. Woudenberg 17-08-1938, ongehuwd

2. Eduard van Kolfschoten, geb. Woudenberg 07-03-1865, ov. Woudenberg 07-02-1943, ongehuwd

3. Egbert van Kolfschoten, geb. Woudenberg 08-05-1868, ov. Woudenberg (won. te Rhenen) 29-03-1943, tr. Rhenen 20-11-1901 Jaantje van Hernen, geb. Rhenen 23-07-1858, ov. Rhenen 12-11-1937, dr. van Dirk Jan van Hernen en Teuntje van Laar

4. Wijnand van Kolfschoten, geb. Woudenberg 11-05-1874, ov. Woudenberg 09-06-1941, ongehuwd

6. Hendrik van Kolfschoten, geb. Woudenberg 11-03-1839(!), ov. Woudenberg 15-02-1841

Uit het 2e huw.:

7. Gerrit van Kolfschoten, geb. Woudenberg 21-01-1841, ov. Woudenberg 03-06-1906, tr. Woudenberg 03-11-1883 Jantje van Ingen, geb. Woudenberg 09-12-1840, ov. Woudenberg 28-08-1920, dr. van Hendrik van Ingen en Lijsje van Otterloo

8. Evertje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 13-05-1842, ov. Woudenberg 14-12-1902, tr. Woudenberg 16-10-1868 Gerrit Kleinveld, geb. Woudenberg 02-03-1844, ov. Woudenberg 05-04-1923, zn. van Aart Kleinveld en Alida de Bree

9. Aartje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 08-01-1844, ov. Westbroek 13-04-1900, tr. Westbroek 08-09-1870 Johannes Adrianus van de Bunt, ov. Westbroek 25-04-1905, zn. van Willem van de Bunt en Adriana van Genderen

10. Johanna van Kolfschoten, geb. Woudenberg 17-05-1845, ov. Woudenberg 27-06-1914, tr. Woudenberg 03-02-1871 Hendrik Meerbeek, geb. Woudenberg 07-03-1846, ov. Woudenberg 26-02-1920, zn. van Sander Meerbeek en Maria van de Wetering

11. Dirk van Kolfschoten, geb. Woudenberg 04-09-1847, volgt VII

12. Hendrik van Kolfschoten, geb. Woudenberg 26-02-1849, ov. Woudenberg 19-08-1895, tr. Woudenberg 19-04-1894 Elisabeth van Lunteren, geb. Woudenberg 24-09-1862, dr. van Cornelis van Lunteren en Gijsbertje de Bree

13. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 30-08-1850

14. Susanna van Kolfschoten, geb. Woudenberg 17-03-1853, ov. Woudenberg 15-07-1904, tr. Woudenberg 08-04-1892 Andries van Dijk, geb. Woudenberg 22-03-1867, zn. van Jan van Dijk en Heintje van Dijk

15. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 19-05-1854

16. Dina van Kolfschoten, geb. Woudenberg 07-06-1855, ov. Woudenberg 28-06-1855

17. doodgeb. kind, ov. Woudenberg 25-05-1858

VII

Dirk van Kolfschoten, geb. Woudenberg 04-09-1847, ov. Woudenberg 15-01-1931, tr. Woudenberg 28-10-1870 Wilhelmina Meerbeek, geb. Woudenberg 17-08-1850, ov. Woudenberg 16-09-1929, dr. van Sander Meerbeek en Maria van de Wetering

Uit dit huw.:

1. Egbert van Kolfschoten, geb. Woudenberg 21-01-1871

2. Sander van Kolfschoten, geb. Woudenberg 09-07-1872, tr. Woudenberg 29-09-1898 Jannetje van de Wetering, geb. Woudenberg 19-06-1877, dr. van Hendrik van de Wetering en Aaltje Griffioen

            Uit dit huw.:

1. Wilhelmina Jannetje van Kolfschoten, geb. Woudenberg 13-02-1900, ov. Leusden 26-07-1910

2. Aaltje Hendrika van Kolfschoten, geb. Woudenberg 03-05-1901, tr. Leusden 14-09-1922 Gerrit van ´t Eind, geb. Amersfoort 09-03-1893, ov. Amersfoort 23-04-1945, zn. van Bernard van ´t Eind en Trijntje Knoppers

3. Dirkje Susanna van Kolfschoten, geb. Woudenberg 04-06-1902

4. Hendrik Dirk van Kolfschoten, geb. Woudenberg 1905, ov. Woudenberg 20-07-1905

3. Dirk van Kolfschoten, geb. Woudenberg 21-09-1874, tr. Woudenberg 06-01-1898 Cornelia Elisabeth van Lunteren, geb. Woudenberg 14-08-1861, ov. Woudenberg 22-02-1929, dr. van Antonie van Lunteren en Maria van Leeuwen

4. Gerardus Matthijs van Kolfschoten, geb. Woudenberg 28-12-1876, tr. Woudenberg 24-04-1902 Rijkje van Nieuwenhuizen, geb. Woudenberg 14-11-1881, ov. Hoogland 26-05-1940, dr. van Hendrik van Nieuwenhuizen en Geertje van Voskuilen

5. Maria van Kolfschoten, geb. Woudenberg 24-01-1879, tr. Woudenberg 06-10-1904 Hendrik van Veldhuijzen, geb. Zeist 1875, zn. van Aalbertus van Veldhuijzen en Johanna Veenhof

6. Gerrit van Kolfschoten, geb. Woudenberg 19-11-1881, ov. Woudenberg 13-10-1950, tr. Woudenberg 16-05-1907 Johanna Gerdina Mulder, geb. Woudenberg 04-06-1878, zn. van Jan Mulder en Maria Cornelia van Lunteren

7. Willem van Kolfschoten, geb. Woudenberg 23-06-1883, tr. Woudenberg 20-11-1913 Hasina van Burken, geb. Woudenberg 18-04-1885, dr. van Teunis van Burken en Gosina de Kruijff

8. Hendrik van Kolfschoten, geb. Woudenberg 10-05-1885, tr. Woudenberg 30-12-1913 Evertje Lagerweij, geb./ged. Scherpenzeel 15-01/26-02-1888, op Ruwinkel, dr. van Aart Lagerweij en Martje van Ginkel

9. Johan van Kolfschoten, geb. Woudenberg 27-12-1886

10. Anton van Kolfschoten, geb. Woudenberg 05-12-1888

11. Jan Barend van Kolfschoten, ged. Woudenberg 05-07-1890, ov. Woudenberg 22-04-1892

12. Wilhelmina Hendrika van Kolfschoten, ged. Woudenberg 27-06-1894, tr. Woudenberg 01-05-1919 Carel Hendrik van Norden, geb. Zeist 1894, ov. Woudenberg 07-10-1943, zn. van Hendrik van Norden en Wilhelmina Kuijpers

13. Dirkje Susanna van Kolfschoten, ged. Woudenberg 05-01-1896, tr. Woudenberg 28-10-1920 Albertus Arris Versteeg, geb. Woudenberg 08-07-1896, zn. van Jan Versteeg en Hendrika van Doorn

Kolfschoten (3)

Het is een raadsel waarom deze katholieke familie zich Kolfschoten gaat noemen. Er is (nog)

geen enkel verband met Groot of Klein Kolfschoten gevonden.

I

Willem Woutersz, tr. Weimpje Hendricks

Uit dit huw.:

1. Wouter Willemsz van Agteveld, ged. Achterveld 03-07-1707, volgt II

2. Hendrik Willemsz, ged. Achterveld 16-05-1712

3. Everarda/Evertje Willems, ged. Achterveld 24-07-1713

4. Everarda/Evertje Willems, ged. Achterveld 01-02-1716

II

Wouter Willemsz van Agteveld, tr. Achterveld 16-02-1740 Evertje Everts, won. Borgstede (3e graad). Evertje, won. Bavoort, tr. (2) Stoutenburg (gerecht) en Achterveld 15-11-1774 Jan Rutten, van Hoevelaken

Uit dit huw.:

1. Evert Woutersz Kolfschoten, ged. Achterveld 20-06-1741, Klein Achteveld, get. Barbara, van Borgstede, volgt III

2. Christina Wouters, ged. Achterveld 06-02-1743, get. Weimpje, moeder van de vader

3. Willem Woutersz van Agteveld, ged. Achterveld 02-02-1748, get. Weimpje Hendricks, moeder van de vader, ov. Barneveld 06-07-1826, tr. Asschat (gerecht) en RK Hamersveld 28-01-1775 Maria Hendriksen Ruitenbeek, van Steenbeek, dr. van Hendrik Teunissen

4. Weimpje Wouters, ged. Achterveld 30-04-1750, get. Weimpje Hendricks, moeder van de vader

III

Evert Woutersz Kolfschoten, ged. Achterveld 20-06-1741, bouwman, ov. Eemnes 26-06-1821, tr. Stoutenburg (gerecht) en Achterveld 12-04-1773 Jantje Lammerts, won. den Aard, ged. Achterveld 25-04-1747, op Daatselaar, dr. van Lambert Jans en Lammertje Jans

Uit dit huw.:

1. Wouter Evertsz Kolfschoten, ged. Achterveld 16-02-1774, den Aard, get. Evertje Evers, de moeder van de vader, volgt IVa

2. Weimpje Everts Kolfschoten, ged. Achterveld 22-10-1776, get. Lammertje Jans, de moeder van de moeder, tr. Barneveld 22-10-1813 Johannes Knuwers, geb. Gendringen 1764, kleermaker, zn. van Theodorus Knuwers en Arnolda Buitings

3. Lammert Evertsz Kolfschoten, ged. Achterveld 12-10-1777, get. Lammertje Jans, de moeder van de moeder, volgt IVb

4. Lammertje Everts Kolfschoten, ged. Achterveld 22-12-1780, get. Lammertje Jans, de moeder van de moeder

5. Hendricus Evertsz Kolfschoten, ged. Achterveld 21-12-1782, get. Mitje van Steenbeek, daggelder, ov. Amersfoort 10-01-1839, tr. Stoutenburg 11-11-1815 Antonia/Teuntje Jansen van Leijenhorst, ged. Hoogland 21-01-1785, ov. Amersfoort 10-06-1861, dr. van Geurt Jansen van Leijenhorst en Grietje/Margrieta Jans Krol

Kinderen te Amersfoort.

6. Johannes/Jan Evertsz Kolfschoten, ged. Achterveld 07-09-1785, get. Mitje Hendriksen, daghuurder, ov. Barneveld (De Glind) 29-06-1855, tr. Barneveld 14-11-1817 Grietje Jansen van Westerveld, ged. Barneveld 02-06-1793, ov. Barneveld (De Glind) 16-06-1867, dr. van Jan Hendriksen Westerveld en Johanna Hendriks Beersen

IVa

Wouter Evertsz Kolfschoten, ged. Achterveld 16-02-1774, ov. Stoutenburg 15-07-1843, tr. (1) Achterveld 25-10-1802 Jannetje Willemsen van Wijk, ov. Stoutenburg 23-04-1826, tr. (2) Stoutenburg 28-11-1829 Antje van ´t Klooster, ged. Soest 01-03-1798, ov. Soest 27-12-1865, dr. van Hendrik Jansz van ´t Klooster en Antje Cornelissen van Maaren. Antje, tr. (2) Stoutenburg 01-08-1844 IJsbrand van der Heijden, geb. Hoogland 1803, zn. van Steven van der Heijden en Aaltje Jansen

Uit dit huw.:

1. Everardus/Evert Kolfschoten, ged. Achterveld 13-04-1804, Kletersteeg, get. Lammertje Everts, ov. Stoutenburg 06-02-1860, tr. Stoutenburg 20-11-1844 Evertje van Bakelen, geb. Woudenberg 13-09-1813, ov. Stoutenburg 08-10-1878, dr. van Arie van Bakelen en Antonia Versteeg

2. Willem Kolfschoten, ged. Achterveld 19-12-1805, Kletersteeg, get. Dina van Wijk, zuster van de moeder, ov. Stoutenburg 25-01-1822

3. Johanna Kolfschoten, geb. Stoutenburg 16-12-1811, ged. Achterveld 16-12-1811, Mussennest onder Stoutenburg, get. Weimpje Everts Kolfschoten, ov. Soest 08-01-1878, tr. Soest 29-11-1835 Gijsbertus Sukel, ged. Soest 23-12-1803, ov. Soest 17-03-1888, zn. van Nicolaus/Klaas Gijsbertsz Sukel en Margaretha Feiten

4. Lammert Kolfschoten, geb. 1815, ov. Stoutenburg 11-03-1866

5. Grietje Kolfschoten, geb. Stoutenburg 07-05-1823, ov. Amersfoort 10-04-1856, tr. Amersfoort 30-10-1850 Johannes Alfrink, geb. Nijkerk 1821, daghuurder, ov. Amersfoort 05-11-1856, zn. van Willem Alfrink en Petronella Jansen van de Raapkamp

IVb

Lammert Evertsz Kolfschoten, ged. Achterveld 12-10-1777, landbouwer, daghuurder, ov. Stoutenburg 17-12-1845, tr. Achterveld 14-02-1802 Gijsbertje Evertse Koller, geb. Barneveld 1773, ov. Stoutenburg 13-01-1848, dr. van Jan Koller en Petronella Everse Koller

Uit dit huw.:

1. Petronella Kolfschoten, geb. Stoutenburg, ged. Achterveld 12-12-1802, Beekhuisje, get. Jantje Lammerts, moeder van de vader, ov. Barneveld 13-06-1837, tr. Barneveld 24-10-1834 Wilhelmus Smit, geb. Stoutenburg 1789, zn. van Toon Smit en Maria Siebers

2. Jannetje Kolfschoten, ged. Achterveld 02-04-1804, Kletersteeg in ´t Beekhuisje, get. Lammert Evertsz, ov. Barneveld 15-09-1826, ongehuwd

3. Evert Kolfschoten, ged. Achterveld 06-05-1807, Kletersteeg in ´t Beekhuisje, get. Jantje Lammerts, moeder van de vader, ov. Barneveld 03-10-1816

Kolfschoten (4)

Het is een raadsel waarom deze katholieke familie zich Kolfschoten gaat noemen. Er is (nog) geen enkel verband met Groot of Klein Kolfschoten gevonden.

Het is mogelijk dat Jacob Evertsz een broer is van Evertje Everts (gen. 3.II).

I

Jacob Evertsz, tr. Stoutenburg (gerecht) 23-07-1747 en Achterveld (RK) 25-07-1747 Gijsbertje Jans

Uit dit huw.:

1. Reijertje Jacobs, ged. Achterveld 23-12-1748, op Groot Achteveld, get. Dirkje Rijks van Klein Hoolhorst, ov. Stoutenburg 21-02-1818, ongehuwd

2. Rijkje Jacobs, ged. Achterveld 26-01-1751, get. Rijkje Aris, de moeder van de moeder, tr. Stoutenburg (gerecht) en Achterveld (RK) 01-04-1771 Hendrik Petersz van Burgstede, ged. Achterveld 24-08-1744, won. Schoonderbeek onder Bavoort, zn. van Peter Evertsz van Burgstede en Barbara Cornelissen

3. Evert Jacobsz, ged. Achterveld 28-10-1752, get. Rijkje Aris, de moeder van de moeder, volgt II

4. Aaltje Jacobs, ged. Achterveld 26-11-1754, get. Rijkje Aris, de moeder van de moeder

5. Johannes Jacobsz, ged. Achterveld 21-05-1757, get. Rijkje Aris, de moeder van de moeder

6. Hendrik Jacobsz, ged. Achterveld 27-09-1759, get. Rijkje Aris, de moeder van de moeder

7. Jorden Jacobsz Kolfschoten, ged. Achterveld 12-03-1762, get. Rijkje Aris, de moeder van de moeder, ov. Amersfoort 12-02-1847, tr. Margrieta van den Tweel, geb. 1773, ov. Amersfoort 17-01-1855, dr. van Pieter van den Tweel

II

Evert Jacobsz Kolfschoten, ged. Achterveld 28-10-1752, ov. Amersfoort 18-09-1832, otr. Stoutenburg (gerecht) 16-05-1778 Aaltje/Alijda Everts van Esveld, van Nijkerk, ov. Amersfoort 01-04-1830

Uit dit huw.:

1. Anna Kolfschoten, ged. Achterveld 15-03-1779, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader

2. Jacob Kolfschoten, ged. Achterveld 10-04-1780, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader

3. Evert Kolfschoten, ged. Achterveld 10-04-1780, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader, jong ov.

4. Evert Kolfschoten, ged. Achterveld 24-11-1781, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader, jong ov.

5. Johannes Kolfschoten, ged. Achterveld 25-05-1783, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader, jong ov.

6. Johannes Kolfschoten, ged. Achterveld 02-09-1784, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader, ov. Amersfoort 03-02-1857, tr. Fijtje/Sophia van der Eijden, ged. Hamersveld 30-06-1787, ov. Amersfoort 26-10-1862, dr. van Dirk Woutersen van der Eijden en Aaltje Teunissen

7. Gijsbertje Johannes Kolfschoten, ged. Achterveld 29-09-1785, get. Gijsbertje Jans, de moeder van de vader, jong ov.

8. Gijsbertje Kolfschoten, ged. Hamersveld 03-02-1787, op Ooievaarshorst onder Leusbroek, get. Mietje Hendriks, ov. Amersfoort 04-08-1874, tr. Amersfoort 26-08-1815 Henricus de Jong, geb. Utrecht 1782, ov. Amersfoort 17-12-1844, zn. van Arie/Adrianus de Jong en Jannigje Elsendoorn

9. Maria Kolfschoten, ged. Hamersveld 27-01-1788, op Ooievaarshorst, get. Mietje Hendriks

10. Alida Kolfschoten, ged. Hamersveld 27-01-1788, op Ooievaarshorst, get. Mietje Hendriks

11. Geertje Kolfschoten, ged. Hamersveld 17-05-1789, op Ooievaarshorst, get. Mietje Hendriks, tr. Wijk bij Duurstede 31-10-1832 Bernardus Theodorus Schutte, ged. Wijk bij Duurstede 20-03-1801, zn. van Johannes Schutte en Petronella Kunen

12. Evert Kolfschoten, ged. Hamersveld 19-12-1791, op Ooievaarshorst, get. Antje Everts, jong ov.

13. Evert Kolfschoten, ged. Hamersveld 27-06-1793, op Ooievaarshorst, get. Mietje Hendriks, ov. Amersfoort 13-09-1832, tr. Wijk bij Duurstede 20-04-1822 Joanna Scheerder, ged. Wijk bij Duurstede 23-10-1802, dr. van Albertus Scheerder en Bartje van Oorschot

Samengesteld door:

Henk van Woudenberg,

juli 2009