Hoogland
Hoogland
I
Jan Jansz van Soest, kuiper, tr. NN
In 1632 krijgen Elbert Schep en Jan Jansz, kuiper een boete van 5 gl. van de schout (Recht. Arch.
Scherpenzeel 2, fol.45; 1-11-1632).
In 1634 krijgt Jan Jansz, kuiper een boete van 10 herenponden wegens gooien van een steen naar het
huis van Beernt Thonisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 11vo,14; 10-11-1634).
In 1635-1636 woont Jan Jansz, kuiper in een huis tegen het kerkhof, in 1832 sectie D 502, groot
0.04.40 ha.
In 1636 eist Jacob van Dolder uit Amersfoort betaling van 6 gl. 8 st. 8 penn. van Jan Jansz, kuiper voor
geleverd laken (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 64vo en 2 fol. 51vo-52vo; 30-05-1636).
In 1645 eist Gerrit Thonisz van Overeem betaling van schaapsvellen van o.a. Jan Jansz, kuiper (Recht.
Arch. Scherpenzeel 2, fol. 213vo-217vo; 24-11/25-12-1645).
In 1652-1668 woont Jan Jansz, kuiper in een huis aan het westeinde aan de noordzijde, in 1832 sectie
D 500, groot 0.01.48 ha. Dit huis gaat naar zijn zoon Steven Jansz.
Uit dit huw:
1. Jan Jansen, ged. Scherpenzeel 11-08-1639
2. Elbert Jansen, ged. Scherpenzeel 09-10-1642, tr.?, won. Ginckel te Amerongen (otr.
Scherpenzeel) 09-07-1682 Jantje Willems, van Scherpenzeel, won. Ginckel
3. Fransgen Jansen, ged. Scherpenzeel 18-02-1644, tr.? Scherpenzeel 24-03-1667 Willem
Jansen, won. Scherpenzeel, zn. van Jan Willemsz
Bij haar huw. is zij dr. van Jan Jansen Swart.
4. Ariaentgen Jansen, ged. Scherpenzeel 29-02-1652
5. Steven Jansen Hogeland, volgt II
6.? Marijtien Jansen, ged. Scherpenzeel 11-05-1662
Dochter van Jan, de cuiper.
II
Steven Jansen Hogeland, kuiper, won. onder Scherpenzeel, tr. Scherpenzeel 26-06-1681
Aeltje Willemsen van Romseler, ov. 1716, dr. van Willem Tonissen van Rontselaer en
Maeijtjen Hendriks
In 1674 krijgen Ellert Sijmonsz, Anthonij Willemsz van de Vliert, Jacob Gerritsz, kleermaker, Andries
Aelbertsz, barbier, Hendrick Willemsz van Wolfswinckel en Steven Jansz, kuiper (allemaal inwoners
van het dorp Scherpenzeel) een boete van ieder 8 herenponden wegens vechten met boeren op de
bruiloft van Thonis Henricksz Colffschoten ten huize van Joost Thonisz. Ellert Sijmonsz zegt door één
van de zonen van Landaes door de bil te zijn geschoten (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-12-1674 –
09-08-1675).
In 1675 krijgen Ott Woutersen en Steven Jansz 1 herenpond boete wegens vechten ten huize van
Harmen Thijssen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 09-08-1675).
In 1677 krijgen Arris Aelbertsen en Steven Jansz 4 herenpond4n boete wegens vechten ten huize van
Harmen Hondelaer (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 21-05-1677).
In 1679 beloven Goodschalk Aertsz van Balckeschooten en Aeltge Willems van Ronseler huwelijkse
voorwaarden op te richten. In de marge staat: “Aeltge Willems heeft deze acte geredoceert 06-05-1681,
zie protocol 25, folio 17.” (AT015a003, f. 40; 06-09-1679).
In 1680 voert Cornelis Jansz Ouwens een proces tegen Aeltgen Willems van Rontselaer (Recht. Arch.
Scherpenzeel 3; 14-06-1680 en 03-01-1681).
Lidm.Scherpenzeel: Aeltje Willemsen van Romseler, met attestatie van Amersfoort 03-04-1681.
Lidm.Scherpenzeel 04-06-1682: Steven Jansen Hoogland.
Tot 1688 woont Steven Jansz, kuiper in een huis aan het westeinde aan de noordzijde, in 1832 sectie
D 500, groot 0.01.48 ha. In dit huis woonde zijn vader Jan Jansz.
In 1688 verkoopt Steven (Jansz), cuper dit huis aan Henderick Dircksen; 23-07-1688.
In 1687 koopt Steven (Jansz), cuiper het huis van Teunis Willemsen.
Van 1688-ca. 1720 woont Steven (Jansz), de kuiper in dit huis aan het westeinde noordzijde, sectie
D 504, groot 0.10.40 ha. Het huis gaat naar zijn zoon Willem Stevensen Hoogland
Lidm. reg. Scherpenzeel van 1715: Steven Jansen Hoogland en Aeltje Willemsen van Ronseler.
In 1691 krijgen Jacob Gijsbertsen en Steven Jansz Hooghlandt 8 herenpond4n boete wegens vechten
voor de deur van Steven (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 16-03-1691).
In 1694 voert Anthonis Petersen Doorwaert een proces tegen Steven Jansen Hoogland en Teunis
Willemsen van Rontselaer voor betaling van 5 gl. 18 st. voor het opgraven van een dam op het land op
Glashorst (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 15-10-1694).
In 1695 eist Steven Jansen Hooghlant van Cornelis Aelbertsen, Helmert Aertsen en Derck Breunissen,
dat er een heul door de dijk op Glashorst wordt gemaakt, zodat Steven van zijn overtollige water
afkomt. (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 02-09-1695, 21-10-1695).
In 1695 legt Teunis Willemsen van Rontselaer een verklaring af. Steven moet het water van Antonis
Petersen Doorweert over zijn dam pompen. Steven Jansen Hooghlandt, Antonij Petersen, Jantjen van
Glashorst en Cornelis Aelbertsen, eigenaars van de dijk moeten de heul betalen “aen den Brinck van
Glashorst, tegenover ´t bosjen”. (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 21-10-1695).
Uit dit huw.:
1. Jacobje Stevens Hoogland, ged. Scherpenzeel 08-10-1682, jong ov.
2. Jacobje Stevens Hoogland, ged. Scherpenzeel 24-03-1684, otr. Scherpenzeel 07-06-1721
Geurt Hendriksen van Westerbeek, wed. Geurtje Herms
Lidm. Scherpenzeel 08-04-1708: Jacobje Stevensen Hogeland, jd.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Jacobje Stevensen, jd., met attestatie vertrokken naar Bennekom.
3. Maeijtje/Maria Stevens Hoogland, ged. Scherpenzeel 21-11-1686, tr. Scherpenzeel
19-04-1733 Jan van Ghemen, van Barneveld, zn. van Anthonij van Ghemen
Lidm. Scherpenzeel 24-04-1707: Maeijtje Stevensen Hogeland, jd.
4. Ariaentje Stevens Hoogland, ged. Scherpenzeel 14-04-1689, tr. Veenendaal (otr.
Scherpenzeel) 07-06-1716 Willem Jansen van Harn, won. Veneendaal
Lidm. Scherpenzeel 25-12-1711: Ariaentje Stevensen Hogeland, jd, met attestatie vertrokken naar
´t Rijnseveen.
5. Jan Stevensz Hoogland, ged. Scherpenzeel 13-03-1692, tr. Renkum (otr. Scherpenzeel)
19-11-1724 Weijmke/Weimtje Hendriks van Westerbeek, won. Renkum. Weimtje, tr. (2)
Scherpenzeel 18-03-1731 Maes Robbertsen Swart, ged. Scherpenzeel 09-01-1698, zn. van
Robert Arisen Swart en Jantje Jans
Lidm. Scherpenzeel: Weimtje Henderiks hv Jan Stevensen Hoogland, met attestatie van Bennekom
04/11-04-1728.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Wijmpje Hendericks, aen de Kaap.
Uit dit huw.:
1. Rikje Jansen Hoogland, ged. Scherpenzeel 26-01-1727, aan de Holevoet
2. Steven Jansen Hoogland, ged. Scherpenzeel 29-08-1728, op Glashorst
6. Willem Stevensz Hoogland, ged. Scherpenzeel 02-09-1694, volgt III
7. Steven Stevensz Hoogland
In 1718 worden Steven en Willem Stevensen Hooglandt door Gerrit Aertsen x Gritejen Willems voor
het gerecht gedaagd wegens de nal. schap van Teunis Willemsen van Rontselaer (Recht. Arch.
Scherpenzeel 4; 16-05-1718 – 10-11-1721). De zaak wordt voorgelegd aan rechtsgeleerden (Recht.
Arch. Scherpenzeel 4; 26-04-1723).
8. Jantje Stevens Hoogland, ged. Scherpenzeel 24-12-1700
III
Willem Stevensz Hoogland, ged. Scherpenzeel 02-09-1694, tr. (1) Barneveld (otr.
Scherpenzeel) 10-05-1722 Derkje Aards, van Barneveld, ov. voor 1749, tr. (2) Scherpenzeel
04-01-1761 Marrijtje Gerritsen van Overeem, wed. Cornelis van Westrenen en Evert van
Wolfswinkel, ged. Scherpenzeel 20-02-1698, ov. Scherpenzeel 20-11-1774, dr. van Gerrit
Teunissen van Overeem en Hendrickje Gerrits
Van ca. 1720-1765 woont Willem Stevensen Hoogland in een huis aan het westeinde noordzijde, sectie
D 504, groot 0.10.40 ha. Het huis werd voordien bewoond door zijn vader Stevens Jansen Hoogland. Na
hem erft zijn zoon het huis.
Lidm. Scherpenzeel 1717: Willem Stevensen, jm.
In 1718 wordt Willem Stevens Hoogland beleend na dode van zijn oom Teunis Willems van Romselaar
met De Kouwe Kamp, het Meulenstuck een een hoekje nieuw land in Glashorst (Huis Scherpenzeel
143, fol. 106; 29-09-1718).
In 1718 worden Steven en Willem Stevensen Hooglandt door Gerrit Aertsen x Grietjen Willems voor
het gerecht gedaagd wegens de nal. schap van Teunis Willemsen van Rontselaer (Recht. Arch.
Scherpenzeel 4; 16-05-1718 – 10-11-1721). De zaak wordt voorgelegd aan rechtsgeleerden (Recht.
Arch. Scherpenzeel 4; 26-04-1723).
Lidm. Scherpenzeel: Dirkje Aards, met attestatie van Amsterdam 12/19-07-1722.
Cedulle van het kleppermansgeld: Willem Hoogland, 2-4 (Westerholt 277; 17-12-1737).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Willem Stevenz ab Hogelandt en Derkje Aerdts.
Cedulle haardstedengeld: Willem Hoogland, 2 (Westerholt 013-34; 1740/41).
Personen boven de 15 jaar: Willem Hoogland, 2 (Westerholt 013-34; 1741/42).
Inwoners Scherpenzeel 1749: Willem Hoogland, weduwnaar, kuiper, 1 huis, 2 volwassenen, waarvan
1 meid.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1756/58: Willem Stevensz Hoogelandt en Maria Teunisz Overeem.
In 1766 neemt Willem Renes een stuk grond te Scherpenzeel in erfpacht, erfpacht van f 5,=, eerder in
erfpacht gebruikt door Willem Hoogland en waar op 03-01-1766 zijn huis is afgebrand (inliggend
kadastervel: sectie D 767,768) (Huis Scherpenzeel 136; 29-05-1766).
Uit het 1e huw.:
1. Aart Evert Hoogland, ged. Scherpenzeel 14-11-1723, volgt IV
IV
Aart Evert Hoogland, ged. Scherpenzeel 14-11-1723, get. Willemtje Aarts, tr. Christina
Elisabeth Laats
Zij gaan naar Barneveld.
In 1766 is Aart Evert Hoogland eigenaar van een huis aan het westeinde noordzijde, sectie D 504, groot
0.10.40 ha. Het huis werd voordien bewoond door zijn vader Willem Stevensz Hoogland. Op
03-01-1766 is het huis afgebrand.
In 1766 wordt Aart Evert Hooglant beleend na dode van zijn vader Willem Hooglant met een gedeelte
van Gelashorst (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 67; 11-11-1766).
In 1774 worden Hendrik Hendricksen Nieburgh x Geijzbertije Barte beleend door opdracht van Aart
Evert Hooglant met de Caap, gelegen in Gelashorst, met huis en hof, gekocht voor f 400,=. Vervolgens
wordt Bart Outhof hiermee beleend. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 103; 24-03-1774).
In 1782 laten A.E. Hoogland x C.E. Laats, wonende te Barneveld, hun testament registreren. Enige
erfgenamen: hun dochter en zoons ieder een gelijk deel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 147vo;
21-09-1782).
In 1789 wordt Aart Everd Hoogland opnieuw beleend met een stuk bouw- en weiland genaamd de
Koude Kamp, het Meulenstuk en een hoek Nieuw Land, met de helft van het dwarsdijkje, lopende vanaf
de Woudenbergse weg tot aan de Glashorsterdijk, gelegen in Glashorst door de komst van Borchard
Fredrik Willem van Westerholt als Heer van Scherpenzeel. (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 67;
23-12-1789).
In 1793 wordt Simon Hoogland, mede namens de andere erfgenamen,beleend na dode van zijn vader
Aart Evert Hoogland, volgens testament van 21-09-1782, met een stuk bouw- en weiland genaamd de
Koude Kamp, het Meulenstuk en een hoek Nieuw Land, met de helft van het dwarsdijkje, lopende vanaf
de Woudenbergse weg tot aan de Glashorsterdijk, gelegen in Glashorst (Leenboek Huis Scherpenzeel
146 fol. 175; 03-10-1793).
In 1800 kopen Ernst Kloos x Eva Felderman voor f 1750,= van de erfgenamen van A.E. Hooglandt x
Elisabeth Laats, met namen: Dirk Hooglandt x Louisa Wilhelmina Abresch, mede namens zijn broer
Jan Daniel Hooglandt x Willemina Palairet en als voogd, samen met Gerrit Noordink en Hendrik
Olthaar, over de kinderen van zijn broer Simon Hooglandt x Alijda Noordink. Susanna Elisabeth
Hooglandt. Wilhelmina Carolina Palairet x Wilhelmus Hooglandt, mede namens hun minderjarige
dochter Christina Elisabeth, de Kouwe Camp, Moolenstuk en ’t Niewe Landt met de helft van het
dwarsdijkje, langs de doorneheg, vanaf de Woudenbergse weg tot aan de Glashorsterdijk, gelegen in
Glashorst. Belast met een spint rogge voor de koster van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel
146 fol. 216vo; 13-11-1800).
In 1800 wordt Ernst Kloos beleend door opdracht van de erfgenamen van A.E. Hooglandt x Elisabeth
Laats met de Kouwe Camp, Moolenstuk en ’t Niewe Landt met de helft van het dwarsdijkje, langs de
doorneheg, vanaf de Woudenbergse weg tot aan de Glashorsterdijk, gelegen in Glashorst. (Leenboek
Huis Scherpenzeel 146 fol. 217vo; 14-11-1800).
Uit dit huw.;
1. Dirk Hoogland, tr. Louisa Wilhelmina Abresch
2. Jan Daniel Hoogland, tr. Willemina Palairet
Zij wonen in Amsterdam (1800).
3. Simon Hoogland, tr. Alijda Noordink.
4. Susanna Elisabeth Hoogland
5. Wilhelmus Hoogland, tr. Wilhelmina Carolina Palairet
Samengesteld door:
Henk van Woudenberg,
juni 2010