Heintjeskamp
Ten noordoosten van Scherpenzeel liggen de boerderijen Groot en Klein Heintjeskamp.
I
Cornelis Thonisz (Huigenbosch?), tr. NN
Uit dit huw.:
1. Jan Cornelisz, volgt II
2. Rijck Cornelisz
Lidm. Scherpenzeel Pasen 1629: Jan Cornelisz, Heijntieskamp en Rijck Cornelisz, zijn broer.
II
Jan Cornelisz Heijntgencamp, ov. ca. 1643, tr. NN
In 1610 wordt Jan Cornelissen beleend door opdracht van Matheus Gerritsen met de helft van de twee erven Reschaeten, Willickencamp ende Knorrencamp, oftewel Heijntgencampen (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 106; 30-10-1610).
Lidm. Scherpenzeel Pasen 1629: Jan Cornelisz, Heijntieskamp en Rijck Cornelisz, zijn broer.
In 1632 wordt Jan Cornelissen, op Heijntgenscamp genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 189; 05-02-1632).
In 1642 wordt Jan Cornelissen Heijntgenscamp en Jan Cornelis Thonisses, op Heijntgenscamp genoemd als leenman (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 216-218; 06/23-06-1642).
Uit dit huw.:
1. Anthonis/Thonis Jansz, volgt IIIa
2. Cornelis Jansz, volgt IIIb
3. Cornelia Jans, volgt IIIc
4. Thijs Jansz, tr. ca. 1632 Egbertgen Jordens, wed. Thonis NN
In 1632 worden huw. voorw. gemaakt tussen Thijs Jansz, getuige broer Jan Jansz, op Donckeler en Eghbertgen Jordens, getuige Jan Jansz, op Hamersveld. Thijs: 1825 gl. als zijn deel van het hooiland in de Ginkelse Weijde + 525 gl. Eghbertgen: de inboedel en vee. Haar voorkind Jorden Thonisz krijgt 600 gl. uit de boedel van zijn vader (Not. Amersfoort, AT002b010, fol. 45; 27-07-1632).
Mogelijk is Thijs Jansz pachter van Groot Romselaar van 1634-1675.
5. Jan Jansz, tr. NN
In 1632 is Jan Jansz, op Donckeler is getuige bij de huw. voorw. van zijn broer Thijs Jansz.
Uit dit huw.:
1. Cornelisje Jans, ged. Scherpenzeel 12-05-1639, op Donckelaer
2. onbekend, ged. Scherpenzeel 05-05-1644, op Donckelaer
3. Jantje Jans, ged. Scherpenzeel 28-11-1647, op Donckelaer
4. Jan Jansz, ged. Scherpenzeel 25-04-1652, op Donckelaer
6. Anna Jans Heintjeskamp, tr. Aelbert Antonisz Glashorst, geb. ca. 1600, ov. na 1663
In 1635 eist Willem Jansz Heijngenscamp betaling van f 200,= van zijn zwager Aelbert Antonisz Glashorst (x Anna Jans) van een haverkamp en zijn deel van Roijwinckel uit zijn zal. vaders goed. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 15,16; 08-12-1634. 1 fol. 54vo en 2 fol. 17vo,18; 19-01-1635).
In 1636 eist Aelbert Thonisz Glashorst eist betaling van f 100,= pacht van Willem Jansz, op Heijntgenscamp (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 47; 21-03-1636. fol. 49vo,50vo; 02-05-1636).
IIIa
Anthonis/Thonis Jansz, ov. ca. 1670, tr. (1) ca. 1630 Barbara Mheussen, tr. (2) Anneken Willems
In 1630 eist Barbera Meeusen betaling van 34 gl. van Jorden Thonis (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol. 34; 12-07-1630).
In 1635 eist Thonis Jansz, zoon van Jan Thijsz, gewoont hebbende op Donckelaer, betaling van 100 gl. van Thonis Jansz, wonende op Cleijn Donckelaer, borg: zijn vader Jan Cornelissen Heijntgencamp. Dit is het restbedrag van de koopsom van de boedel van Kleijn Donckelaer. Jan Cornelissen Heijntgencamp belooft om de 100 gl. op 01-04-1636 te betalen. (Recht. Arch. Scherpenzeel 1 fol. 60 en 2 fol. 41,41vo; 07-12-1635).
In 1644 worden Thonis Jansz x Barbra Mheussen beleend na dode van zijn vader Jan Cornelisz met Heijntgencamp. Zij vragen octrooi voor hun huwelijkse voorwaarden, opgericht op 12-06-1630 (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 218,218vo; 16-04-1644).
Landcedulle 1647: Heijntgenscamp, pachter Cornelis Jansz, eigenaar Thonis Jansz (Westerholt 252-2 nr. 1)
In 1650 maken Anthonis Jansz x Berbera Meusen hun testament. Om de helft van Heijntgencamp te kunnen kopen hebben zij al hun andere goederen verkocht. Zij lijftochten elkaar hiermee. Na hun dood moet de oudste zoon de andere kinderen uitkopen voor 4000 gl. Hiervan wordt zijn erfdeel en 200 gl. extra afgetrokken. Voorts wordt bepaald dat hun dochter Aeltgen Thonisz alvast 200 gl. van haar erfdeel krijgt. Mocht de oudste zoon deze 4000 gl. teveel vinden dan mag de tweede of derde zoon en daarna de oudste, tweede of derde dochter de anderen daarmee uitkopen. Wil niemand de anderen uitkopen dan zullen vier onpartijdige mannen het goed taxeren (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 234; 27-09-1650).
Lidm. reg. Scherpenzeel 1657: Tuenis Jansen en Anneken Willems, op Kleijn Donckelaer, met attestatie vertrokken naar Veenendaal.
Uit het 1e of 2e huw.:
1. Aeltjen Teunissen, ov. Scherpenzeel 07-11-1675
Lidm. Scherpenzeel: 11-04-1669. Aeltien Theunissen, op Heijntienskamp.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Aeltjen Teunissen, jd. op Heijntienskamp
2. Marrittien/Marrijken Teunissen, volgt IV
3. Henrickien Theunissen, op Heijntienscamp, otr. Scherpenzeel 20-08-1671 Jan Rijcksen, op de Bieshaer onder Leusden
In 1673 is Jan Rijcksen getuige bij het huw. van zijn schoonzuster Marijken Teunissen.
4. Jannetje Anthonissen, op Heijntjeskamp, tr. Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 09-05-1675 Adriaen Jacobsen van Blotenburg, van Leusbroek
In 1675 worden huw. voorw. gemaakt tussen Adriaen Jacobsz van Blootenburg, jm, won. Leusbroek, geass. door broers Gerrit, Matheus en Rijck Jacobsz van Blootenburgh, zwager Jan Jacobsz, oom Jan Gerritsz van Blootenburg, en Jannitgen Thonis, jd., won. onder Scherpenzeel, geass. door broer Henrick Thonisz, zwagers Geurt Arisz en Jan Rijcksz, oom Arris Petersz. (AT015b006; 10-04-1675).
5. Evert Teunisz van Donckelaer,tr. (1) Scherpenzeel 18-11-1660 Merrigje Cornelissen, ov. voor 1695, dr. van Cornelis Jansz (van ’t Voort). Merrigje Cornelissen, otr. (2) Amerongen (att. naar Woudenberg 15-02-1680) Cors Thonisz, van Ginkel, ged. Amerongen 20-12-1657, zn. van Teunis Corsz en Aeltje Meijns
In 1669 wordt Evert Theunisz beleend na dode van zijn schoonvader Cornelis Jansz met een haverkamp in ’t Voort (Leenhof 108, fol. 259;1669. Bel. Holevoet nr. 10).
In 1669 wordt Marrigje Cornelissen, wed. Evert Theunisz, nu x Kors Thonis beleend na dode van haar man beleend met een haverkamp in ’t Voort (Leenhof 110, fol. 255vo; 1669. Bel. Holevoet nr. 10).
In 1687 wordt Marrigje Kornelis beleend na dode van haar man Evert Theunisz met de Haverkamp van ´t Voort. Haar tegenwoordige man Kors Thonisz doet eed (HUA; Leenhof 110, fol. 255vo; 1687).
In 1695 wordt Kornelis Evertsz eend na dode van zijn moeder Marrigje Kornelis met de Haverkamp van ´t Voort (HUA; Leenhof 111, fol. 213vo; 1695).
In 1696 wordt Maria Willems, dochter van Willem Evertsz beleend na opdracht van (haar oom?) Kornelis Evertsz (HUA; Leenhof 111, fol. 256; 1696).
Zie genealogie ´t Voort.
6. Jan Teunisz van Donckelaer, tr. (1) Scherpenzeel 22-03-1671 Ceeltje Meessen van Davelaer, ged. Scherpenzeel 31-05-1646, dr. van Meeus Jansen, tr. (2) Renswoude 26-04-1674 Jannetje Jans. Jannetje Jans, tr. (2) Renswoude 25-01-1691 Robert Thijsz, wed. Jantje Gerrits
7. Willem Teunisz, ged. Scherpenzeel 23-03-1645, op Donckelaer, tr. Renswoude 08-10-1671 Gerrigje Gerrits Crauwel
8. Hendrick Teunisz, ged. Scherpenzeel 14-03-1652, op Kleijn Donckelaer, otr. Scherpenzeel (att. naar Leusden) 30-04-1671 Jacobje Lamberts, van Maarn
De schout eist van Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp 4 herenponden boete wegens vechten met Gijsbert Geurtsz van de Glijndt (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-09-1668).
De schout eist van Hendrick Thonisz, op Heijntgenscamp en Jan Arris Roijwinckel. (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 18-10-1669).
Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp eist van Thonis Hendricksz van Voscuilen betaling van 12 gl. loon. (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 31-01-1670).
In 1670 wordt Hendrijck Thoenijssen beleend na dode van zijn vader Thoenijs Jansen met Heijntgenscaemp (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 47vo; 11-05-1670).
De schout eist van Jan Arrisz van Roijwinckel 5 gl. boete wegens vechten met Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp ten huize van Arris Cornelisz van ’t Willer (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 20-03-1671).
De schout eist van Jan, op Wolfswinckel en Hendrick van Heijntscamp, borg: Arris Petersz, rademaker, 8 herenponden boete wegens vechten ten huize van Andries de Wildeman (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 16-10-1671).
De schout eist van Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp, borg: Arris Petersz, 4 herenponden boete wegens vechten met Jan Arrisz van Roijwinckel ten huize van de Wildeman (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 16-10-1671).
In 1673 is Henrijck Teunissen getuige bij het huw. van zijn zuster Marijken Teunissen.
In 1675 is Henrick Thonisz getuige bij de huw. voorw. van zijn zuster Jannetje Teunissen.
IVb
Marrittien/Marrijken Teunissen, ov. Scherpenzeel 13-05-1711, tr. (1) Wageningen (otr. Scherpenzeel) sept. 1673 Geurt Aertsen, van Meulunteren, ov. Scherpenzeel 15-03-1681, tr. (2) Scherpenzeel 25-10-1685 Johannes Jacobsen, uit de Lageweij
Lidm. Scherpenzeel: 28-05-1669. Marritien Antonissen, op Heijntienskamp.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1673: Marrijken Antonissen, op Heijntienskamp.
Het huwelijk is de 2e en 3e proclamatie zo lang na de 1e ‘van wegen het verloop gecauseert door de fransche en Bisschopsche troepen’.
In 1675 wordt Guirt Aertsen, namens zijn vrouw Maerrijtgen Thoenijsz beleend na opdracht door Hendrijck Toenijssen met Heijntgenscaemp (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 62vo; 15-02-1675).
Lidm. Scherpenzeel 23-05-1675: Geurt Aertsen, op Heijntjeskamp.
In 1683 is Geurt Aertsen, op Heijntjekamp nog 5 gl. schuldig aan dorpsbelasting (Westerholt 252-2a, nr. 16; 19-01-1683).
In 1685 verloopt het tweede huwelijk van Marijtje Teunissen moeizaam: ‘De vordere geboden (de 2e en 3e) gestuijt wordende door Hendrick Jansen, jm, van Wolfswinckel, soo is den 11 october bij de kerckenraet verstaen, dat de geboden haren voortganck souden hebben’.
In 1685 eist De schout 10 herenponden boete van Jan Adrijaensen en Johannis Jacobsen, op Heijntjeskamp, wegens vechten op zondag ten huize van Jan Loeft (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 30-11-1685).
Uit het 1e huw.:
1. Barbertje Geurts, ged. Scherpenzeel 22-11-1674, op Heintjeskamp, tr. Scherpenzeel 25-11-1703 Rijck Jacobsen, van Maenen, ov. Scherpenzel april 1719
Zie Genealogieën Scherpenzeel: Van Maanen.
2. Aert Geurts, ged. Scherpenzeel 13-04-1677, op Heijntjeskamp, ov. ca 1746
In 1712 wordt Aert Geurts van Heijntjenskamp beleend na dode van zijn moeder Marritjen Toonis met Heijntjenskamp (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol.88; 10-07-1712).
Lidm. Scherpenzeel 17/14-..-1718: Aart Geurtsen, jm, won. Heintjekamp.
Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Aerdt Geurtz, op de Heintjescampen.
Uit het 2e huw.:
3. Jantje Jansen, ged. Scherpenzeel 05-09-1686, op Heijntjeskamp
IIIb
Cornelis Jansz, won. Heijntges Kamp, tr. Renswoude 12-04-1640 Theunisge Gerrits, van Davelaer, won. Emmikhuizen, dr. van Gerrit Dirxe
Landcedulle 1647: Heijntgenscamp, pachter Cornelis Jansz, eigenaar Thonis Jansz (Westerholt 252-2 nr. 1).In 1652 wordt Cornelis op Heijntgenscamp genoemd (Westerholt 013-45: “Cedulle nopende de generaelle verpachtinge van anno 1652 vuert landt”).
Uit dit huw.:
1. Onbekend, ged. Scherpenzeel 04-06-1650, op Heijntgenskamp
2. Jacop Cornelisz, ged. Scherpenzeel 12-08-1660, op Heijntienscamp
IIIc
Cornelia Jans, tr. Willem Jansz Heijngenscamp, ov. 23-06-1676. Willem Jansz Heijngenscamp, tr. (2) ca. 1636 Teuntje Jacobs, ov. 08-05-1689, dr. van Jacob Jacobsz
In 1626 wordt Wilhem Jansz beleend door opdracht van Jan Arrisz met de helft van twee erven genoemd Reschoten, Willickenscamp en Knorrencamp, nu genoemd Heintgenscampen. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 162; 20-07-1626).
In 1635 eist Willem Jansz Heijngenscamp betaling van f 200,= van zijn zwager Aelbert Antonisz Glashorst (x Anna Jans) van een haverkamp en zijn deel van Roijwinckel uit zijn zal. vaders goed. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 15,16; 08-12-1634. 1 fol. 54vo en 2 fol. 17vo,18; 19-01-1635).
In 1636 eist Aelbert Thonisz Glashorst eist betaling van f 100,= pacht van Willem Jansz, op Heijntgenscamp (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 47; 21-03-1636. fol. 49vo,50vo; 02-05-1636).
Willem Jansen, op Oordeel, laat een onbekend kind dopen in Scherpenzeel op 08-09-1644.
In 1649 vraagt Willem Jansz of zijn twee voordochters uit zijn huwelijk met zal. Cornelia Jansz, genaamd Gijsbertgen en Arrisgen Willems, momber: Jan Jansz, Thijs Jansz en Thonis Jansz, een bedrag van f 1250,= kunnen krijgen uit de helft van Heijntgenscamp, dat is het erfdeel van hun moeder. Met nog f 100,= voor de kleren van hun moeder. Alles volgens maaggescheid van 27-03-1636. De vader zal het geld beheren totdat zij mondig worden. Beheert hij het daarna nog dan zal hij rente moeten betalen (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 229; 16-11-1649).
In 1652 wordt Willem Jansz op Groot Oordel genoemd bij de generale verpachtingen (Westerholt 013-45; 1652).
Lidm. lijst Scherpenzeel 1657: Willem Jansen en Tuentien Jacobs, op ´t Groot Oordeel.
In 1662 verklaart Willem Jansen zijn twee voorkinderen te hebben afgelost met f 1350,=. (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 230; 10-03-1662).
In 1662 draagt Willem Janssen op Heintjescamp3-3-0 gl. bij tot de reparatie van het leidak van de kerk van Scherpenzeel (HGS 273).
In 1667 lenen Willem Jansen x Tuintgen Jacobs f 1400,= van Brandt Thoenijssen, te Amerongen bij die Groep. Onderpand: Heijntgenscaemp. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 34; 10-07-1667).
In 1670 en 1671 wordt Gerrijt Thoenijssen, wonende Amerongen bij de Groep gevestigd in Heijntgencaemp wegens een lening van f 1200,= aan Willem Jansen x Teuntje Jacobs. (Leenboek Huis Scherpenzeel 142 fol. 46vo,48vo; 1670 en 10-07-1671).
In 1671 eist Willem Jansz van Heijntgencamp betaling van meubels van Jacob Jansz en Cornelis Jacobsz uit Leusbroek, borg: Arris Petersz, rademaker, gekocht op het erfhuis van hun moeder Anna Jacobs (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 20-03-1671 en 16-10-1671).
Lidm. lijst Scherpenzeel 1673: Willem Jansen en Teuntje Jacobs, op Heijntjeskamp, beiden met attestatie vertrokken naar Delft
Uit het 1e huw.:
1. Gijsbertje Willems, ov: 09-10-1702, otr. (1) Scherpenzeel 29-01-1660 Aelbert Fransen, won. Renswoude, ov. 1661, zn. van Frans Aelbertsz, tr. (2) Scherpenzeel 06-04-1662 Egbert Jacobsen van Coudijs, won. Oudenhorst, zn. van Jacob Willemsen van Coudijs, tr. (3) Renswoude 01-11-1674 (haar neef) Jacob Jans, ged. Scherpenzeel 17-11-1639, op Wolfswinckel, zn. van Jan Jacobsz
Zie Genealogiën Scherpenzeel: Coudijs.
2. Arrisgen Willems, tr. (1) Wouter Gijsbertsen, tr. (2) Scherpenzeel 16-08-1674 Teunis Evertsen, wed. Ceeltje Cornelissen, op Langelaer
Zie verder Gooswilligen.
Uit het 2e huw.:
3. Gerritgen Willems, ged. Scherpenzeel 13-11-1642, op Heijntgeskamp
4. Cornelisje Willems van Heijntienscamp, ged.(?) Scherpenzeel 08-09-1644, op Oordeel, ov. Scherpenzeel 18-01-1699, tr. Scherpenzeel 21-03-1669 Gosen Cornelissen van Ebbenhorst, ov. Scherpenzeel 22-04-1686, zn. van Cornelis Jansen van Ebbenhorst
Lidm. lijst Scherpenzeel 1673: Goosen Cornelissen van Ebbenhorst en Cornelisje Willems, won op Heijntjeskamp.
5. Jan Willemsz van Heintjeskamp, volgt IVc
IVc
Jan Willemsz van Heintjeskamp, ov. Scherpenzeel 09-12-1680, tr. Scherpenzeel 07-02-1675 Lijsje Arissen, op ’t Voordt, ws. dr. van Arris Cornelissen. Lijsje Arisen van ´t Voort, tr. (2) Scherpenzeel 13-05-1695 Warner Jansen van Loenen, wed. Geerlofje Jans van Egdom
In 1674 is Jan Willemsz van Heijntgenscamp borg voor de momber van de vier onmondige kinderen van Arrisgen Willems, wed. Wouter Gijsbertsz, op Godswilligen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 28-07-1674).
In 1674 is Jan Willemsz van Heijntgenscamp borg voor de mombers van de drie onmondige kinderen van Egbert Jacobsz, op Groot Oordel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 18-10-1674).
In 1671 eist Jan Willemsz van Heijntgenscamp levering van meubels van Jacob Jansz en Cornelis Jacobsz uit Leusbroek, die hij gekocht heeft op het erfhuis van hun moeder Anna Jacobs (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 20-03-1671 en 16-10-1671).
Lidm. Scherpenzeel 26-09-1675: Jan Willemsen, op Heijntjeskamp en Lijsje Arissen.
In 1675 wordt Jan Willemsen beleend door opdracht van zijn vader Willem Jansen met Reschoeten, Wijlligen ende Knorrencamp, nu genaamd Heijntgencaemp, op voorwaarde dat hij zijn ouders hun leven lang zal onderhouden (Leenboek Huis Scherpenzeel 141 fol. 251; 20-12-1675).
In 1677 leent Jan Willemsz f 950,= van Willem Tonnissen op Groot Colverschoten. Onderpand: Heintjeskampen. Geroyeerd f 550,= op 28-03-1678 en 27-08-1699. (Leenboek Huis Scherpenzeel 148, fol. 69vo; 24-12-1677).
In 1683 eist Antonis Petersen Verhoef x Jantjen Cornelissen betaling van f 112,= van Willem Cornelissen, op Ebbenhorst, volgens akkoord tussen Antonis en Lijsjen Aris, wed. Jan Willemsen (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 31-07-1683).
Uit dit huw.:
1. Jacob Jansz, ged. Scherpenzeel 05-12-1675, op Heintjeskamp
2. Willem Jansz, ged. Scherpenzeel 24-02-1678 op Heintjeskamp
3. Jantje Jans, ged. Scherpenzeel 27-06-1680 op Heijntjeskamp
Samengesteld door
Henk van Woudenberg
november 2010