Glint Glinthorst

Van de Glint/Glinthorst

 

  

Van de Glint (1)

 

 I

Geurt Jansz van de Glint, brouwer, tr. Aeltje Francken van Overeem, dr. van Franck Anthonisz van Overeem en Gerritje Gerritsz

In 1635 staat Geurt Jansz, brouwer borg voor Jan Goessens (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 39-42vo; 09-11-1635 – 25-01-1636).

In 1637 worden Geurt Jansz, brouwer, Rijck Jansz Steenbeeck, Brant Thonis, ooms en mombers van de onmondige Thonis Jansz (?), zoon van Thonis Jansz x Gerbrichgen Faes (Jans?), beiden overleden op Huigenbosch, borgen: Henrick den Orbaer, Willem Lubbers en Willem Jansz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 75vo; 20-09-1637).

In 1641 wordt Cornelis Jansz aangeklaagd door Geurt Jans van de Glint wegens betaling van 18 gl. voor twee essenbomen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 11v0-125; 05-07/18-10-1641).

In 1643 is Wulffer Gerrets, op Moorst en Jan Aertsen, ooms en mombers van de vier onmondige kinderen van Willem Gerret Michgelsz x Marretgen Gerretss, zuster van Wulffer, beiden overleden, borgen: Geurt Jansz van de Glind, brouwer en Sander Huijbers, kerkmeester (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 97vo; 05-01-1643).

In 1645 wordt Geurt Jansz van de Glind, won. Woudenberg  x Aeltje Francken van Overeem als enige nagelaten dochter beleend na dode van Gerritje Gerrits, wed. Franck Thonisz beleend na dode van haar man, zijnde zes jaar dood, met een hofstede bij Scherpenzeel. Geurt verkoopt het dezelfde dag aan Cornelis Arisz van ´t Willer (Leenregister Huis Geerestein; 08-11-1645. Beleningen Holevoet nr. 20 en de bijlage op blz. 54).

In 1645 wordt Jan Jansz (Hoogland), kuiper, Wulffer (Davelaer, smid en Thijmen Gerritsz aangeklaagd door Geurt Jansz van de Glinde wegens betaling van schaapsvellen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 213-218vo, nr. 1, fol. 106; 24-11/15-12-1645).

In 1648 wordt Jan Petersz, molenaar aangeklaagd door Geurt Jansz van de Glijnt wegens betaling van schulden (Recht. Arch. Scherpenzeel 1; 10-07-1648).

In 1648 eist Geurt Jansz van de Glijndt als oom en voogd van de vier onmondige kinderen van Huijgenbosch betaling van kosten van Franck Petersz (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 11vo; 11-12-1648).

In 1650 eist Geurt van de Glijndt betaling van 9 gl. van Gerrit van Wijck wegens beloofd half gebrouwen draf (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 116; 04-11-1650).

Uit dit huw.:

1. Weijm Geurtsen van de Glint, ged. Scherpenzeel 17-11-1639

2. Henrick Geurtsen van de Glint, ged. Scherpenzeel 10-01-1644, volgt II

3. Gerritgen Geurtsen van de Glint, ged. Scherpenzeel 18-01-1646

4. Gijsbert Geurtsen van de Glint, ged. Scherpenzeel 21-11-1647

In 1668 krijgt Hendrick Thonisz van Heijntgenscamp 4 herenponden boete wegens vechten met Gijsbert Geurtsz van de Glijndt (Recht. Arch. Scherpenzeel 3, 28-09-1668).

5. Marrijtje Geurtsen van de Glint, won. Barneveld, tr. Scherpenzeel 22-11-1668 Hendrick Willemsen Mom, won. Scherpenzeel. Hendrick, tr. (2) Scherpenzeel 13-09-1674 Maria Gerrits van Overeem, won. Amsterdam

Lidm. Scherpenzeel Kerst 1658: Maria Garrits van Overeem, met attestatie van Breukelen, met attestatie vertrokken naar ?

Lidm. Scherpenzeel 20-09-1674: Maria Gerrits van Overeem, hv Hendrick Willemsen Mom, met attestatie van Amsterdam.

6. Jan Geurtsen van de Glint

In 1670 krijgt mr. Willem Woudenberg 4 herenponden boete wegens vechten met Jan Geurtsen van de Glijnde ten huize van Aelbert Arrisz (Recht. Arch. Scherpenzeel 3, 03-10-1670).

In 1677 eist Hendrick van Alpen betaling van 8 gl. 6 st. van Jan Geurtsen van de Glinde, borg: Hendrick Willemsen Mom, wegens betaling voor een varken en een veulen en 3 gl. voor geleend bier (Recht. Arch. Scherpenzeel 3, 20-08-1677).

 

II

Henrick Geurtsen van de Glint, ged. Scherpenzeel 10-01-1644, won. Hamersveld, otr. Scherpenzeel (att. naar Leusden) 05-02-1671 Geertien Willemsen, won. Hamersveld

In 1678 staat Hendrick Geurtsen van de Glinde borg voor Jan Peters Romeijn (Recht. Arch. Scherpenzeel 3, 28-10-1678).

Uit dit huw.:

1. Geertje Hendriks van de Glind, tr. Renswoude 11-07-1697 Cornelis Willemsz van Wagensveld, zn. van Willem Cornelissen van Wagensveld en Otje Jansen

2. Grietje Hendricks, van de Glind onder Barneveld, tr. Scherpenzeel 14-06-1705 Andries Aelbertsen van ´t Willaer, wed. Jantje Willemsen Block, zn. van Aelbert Arisz en Jannitgen Arrissen/Andriessen van ´t Willaer

 

 

Van de Glint (2)

 

 

Jacob Gerritsen van de Glint, tr. Aartjen Franken van Kootwijk

In 1768 kopen Jacob Gerritsen x Aertjen Vrancken voor f 44,= van Evertjen van Twillaar, wed. Gerrit Overeem, geassisteerd door haar schoon­zoon Jan Breeschooten voor de ene helft en Jan Kobusen Backer x Derkjen van Twillaar voor de andere helft, hun huis en hof aan het westeinde van het dorp op het Hoge Landt onder Glashorst; tussen Andries Delffswijk en Willem Geurtsen Renes. Belast met een erfpacht van 7 gl. aan de verkopers. (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, nr. 54; 26-12-1768).

In 1769 lenen Jacob Gerritsen x Aertjen Vranken f 100,= van Jan Jansen Logt te Soest. Onderpand: hun huis aan het westeinde van het dorp op het Hooge Land onder Glashorst; tussen Andries Delffswijk en Willem Geurtsen Renes. Geroyeerd 20-04-1772. (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, nr. 62; 21-10-1769).

In 1772 koopt Tijmen Hendriksen voor f 60,= van Jacob Gerritsen x Martjen Vrancken  hun huis en hof aan het westeinde van het dorp op het Hooge Landt onder Glashorst; west: de wed. Gijsbert van Soest, noord: Andries Delffswijk. Belast met een erfpacht van 7 gl. aan Jan Backer. Met de koopsom lossen de verkopers o.a. een hypotheek af aan Jan Jansen Logt. (Recht. Arch. Scherpenzeel 8, nr. 74; 20-04-1772).

Uit dit huw.:

1. Martie Jacobs van de Glint, ged. Woudenberg 22-02-1767, get. Lijsbeth Jacobs

2. Lijsbeth Jacobs van de Glint, ged. Woudenberg 22-02-1767, get. Aaltje Willems

3. Lijsbeth Jacobs van de Glint, ged. Scherpenzeel 02-07-1769, op ‘t Hooge land in S.

4. Lijsbeth Jacobs van de Glint, ged. Scherpenzeel 10-02-1771, op ‘t Hogeland

 

 

 

Van de Glind(t) (3)

 

 

Aparte vermelding verdient de volgende familie Van de Glind, of deftiger Van de Glindt. Reintje Hendriks van de Glind uit Leusden (25 jaar) trouw niemand minder dan Gijsbert Carel Duco baron van Hardenbroek van Hardenbroek (50 jaar), de kasteelheer van Kasteel Hardenbroek onder Sterkenburg bij Leersum. Blijkbaar zocht hij een ultieme manier om nakomelingen te krijgen. Eén ding is zeker: dat is gelukt.

Dit echtpaar duikt in Scherpenzeel op als eigenaar van een huis aan het oosteinde van het dorp. Zij erven het van haar moeder Geertruida van de Glind.

  

Elbertus Hendriks van de Glind, tr. Geertruida Harmsen, geb. Barneveld 1769, ov. Scherpenzeel 22-05-1850, dr. van Harmen Harmsen van de Glind en Heintje Hooijer

Van 1815-1851 woont Geertje van de Glind in (1832) D 366,367, oosteinde zuidzijde, groot 0.02.64 ha. Dit huis wordt geerfd door Reijntje van de Glind x Gijsbert Carel Duco baron van Harden­broek, die het verkoopt in 1851.

Kind:

Reijntje/Reinarda Hendriks van de Glindt, geb. Leusden 16-01-1794, ov. Sterkenburg 25-10-1857, dr. van Elbertus Hendriks van de Glindt en Geertruij Harmsen, tr. Maurik 05-11-1819 Gijsbert Carel Duco baron van Hardenbroek van Hardenbroek, ged. Nederlangbroek 11-06-1769, rentenier, ov. Sterkenburg 23-11-1851, zn. van Johan Adolf baron van Hardenbroek van Hardenbroek en Susanna Civile Gravin Aumale

In 1851 kopen Jacob van Laar, landb. x Jannigje Lokhorst onder Doorn voor f 730,= van Reijntje van de Glind x Gijsbert Carel Duco, baron van Harden­broek, grondeigenaar, won. op Hardenbroek in Sterkenburg huis, erf en tuin te Scherpenzeel, erfpacht van f 2,50, sectie D 366, groot 1 roede, 20 ellen, D 367, groot 2 roeden, 64 ellen (Afschrift in Huis Scherpenzeel 125, fol. 83vo; 12-11-1851 op Hardenbroek).

 

 

 

Van Glinthorst

 

 

I

Thijs Hermansen, won. Glinthorst onder Barneveld, tr. Stoutenburg (gerecht) 29-01-1630 Marritge Teunissen

Uit dit huw.:

1. Jan Thijssen van de Glinthorst, otr. (1) Scherpenzeel (att. naar Hoevelaken) 06-12-1663 Gijsbertje Jansen van Moorst, dr. van Jan Fransen van Moorst, tr. (2) Renswoude 01-06-1673 Trijntje Jans van Schaijck

            Uit het 2e huw.:

            1. Marijke Jansen, ged. Scherpenzeel 12-10-1673

2. Hermen Tijssen van Glinthorst, volgt II

 

II

Hermen Tijssen van Glinthorst, tr. Scherpenzeel 20-11-1670 Jantje Jansen Bos, ov. na 1709,

dr. van Jan Gijsbertsen Bosch

Uit dit huw.:

1. Anna Hermsen van Glinthorst, tr. (1) Amersfoort (otr. Scherpenzeel) 21-11-1706 Herman Jansen, op de Horst ´en meer andere plaetsen in dienst geweest zijnde´, tr. (2) Scherpenzeel (otr. Woudenberg) 08-12-1720 Elis Elissen Diddenhoven, wed. Teuntje Hendriks van Woudenberg

In 1726 zijn Elis Didenhoven x Anna van Glinthorst 50 gl. schuldig aan Hendrickjen en Aris Didenhoven, de voorkinderen van Elis uit zijn eerst huw. met Teuntjen van Leer. Mombers: Jan en Aelt van Leer. Onderpand: hun huis (oosteind) (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 22-04-1726).

2. Tijs Hermsen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 17-03-1675, tr. Scherpenzeel 21-04-1709 Geertje Everts van ´t Voort, ged. Scherpenzeel 14-11-1675, op Ouwenhorst, dr. van Evert Teunisz van Donckelaer en Merrigje Cornelissen

Uit dit huw.:

1. Maria Tijssen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 11-06-1713, tr. Hamersveld (RK) 12-01-1743 Jan Jacobse Vrijhoef, won. Leusbroek

3. Jan Hermsen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 06-05-1677, volgt III

4. Teunis Hermsen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 01-12-1678

5. Derck Hermsen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 20-11-1681

6. Gijsbert Hermsen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 13-07-1684, tr. als Gijsbert Harmsen Bos te Amersfoort 03-01-1717 Maria Hendricks, van Amersfoort

 

III

Jan Hermsen van Glinthorst, ged. Scherpenzeel 06-05-1677, tr. Scherpenzeel 07-10-1708 Christijntje/Stijntje Berenden, ged. Scherpenzeel 01-10-1681, dr. van Berend Hermsen en Geertje Martens

Uit dit huw.:

1. Evertje Jansen, ged. Scherpenzeel 30-06-1709

2. Hermen Jansen, ged. Scherpenzeel 06-09-1711

3. Willem Jansen, ged. Scherpenzeel 18-03-1714

4. Geertje Jansen, ged. Scherpenzeel 31-05-1716

5. Berend Jansen, ged. Scherpenzeel 26-04-1722, in de Knaepstraet

6. Berend Jansen, ged. Scherpenzeel 26-04-1722

7. Marten Jansen, ged. Scherpenzeel 29-07-1725, in de Knaepstraet

 

 

 

Samengesteld door:

Henk van Woudenberg,

juli 2010