Budding

 

 

Budding(h)

 

 

 

Wie Budding zegt, zegt in eerste instantie Veenendaal. Daar komen er veel vandaan. Ook de onderstaande familie vindt daar haar roots. In Scherpenzeel is de familie vooral bekend van twee Buddings: Anthonie Budding en Gijsbert Jansen Budding.

Anthonie is het zwarte schaap van de familie. Hij trouwt op latere leeftijd met Arisje Donkersteeg uit Barneveld, een huwelijk dat vijf jaar duurt. Na het overlijden van zijn vrouw gaat het slecht met Anthonie. Zo slecht dat hij in 1856 zijn eigen huis in de Kromme Hoek in brand steekt en daarmee anderen in gevaar brengt. Hij wordt in eerste instantie ter dood veroordeeld. Later wordt dat omgezet in 20 jaar tuchthuis. Anthonie overleeft dat niet en sterft in 1859 in het tuchthuis van Leeuwarden.

Gijsbert Jansen Budding is bekend als molenaar van de Scherpenzeelse molen. Van 1813-1846 is hij molenaar op de Scherpenzeelse molen. Na zijn dood neemt zijn vrouw Maria Petronella Schröder het bedrijf over. Op haar beurt wordt zij weer opgevolgd door haar dochter Celia Budding getrouwd met Maarten van Mill. Maarten van Mill wordt opgevolgd door zijn zoon Gijsbert Janse van Mill. Van 1813-1885 drie generaties op zelfde molen.

 

 

I

Anthonij Simonsz Budding, ged. Veenendaal 26-11-1722, zn. van Simon Cornelissen Budding en Lijsbet Aartsen, tr. Renswoude (otr. Veenendaal) 25-05-1749 Geertruij Everts Bos, ged. Veenendaal 06-02-1724, dr. van Evert Bosch en Neeltje Ceelen de Gooijer

Uit dit huw.:

1. Evert Budding, ged. Veenendaal 01-11-1750, ov. Veenendaal 05-05-1828, tr. Veenendaal 23-01-1778 Marrigje van den Engel, geb. 1754, ov. Veenendaal 29-08-1818, dr. van Johannes van den Engel en Gerritje van Schaik

2. Elizabeth Budding, ged. Veenendaal 05-02-1752, tr. Veenendaal 11-03-1770 Aert Sukkel

3. Simon Budding, ged. Veenendaal 30-12-1753, jong ov.

4. Simon Budding, ged. Veenendaal 14-12-1755, volgt IIa

5. Jan Budding, ged. Veenendaal 25-12-1757, volgt IIb

6. Willem Budding, ged. Stichts Veenendaal 20-09-1761, jong ov.

7. Neeltje Budding, ged. Veenendaal 20-09-1761, ?begr. Scherpenzeel 30-07-1809

8. Willem Budding, ged. Stichts Veenendaal 20-09-1761, ov. Scherpenzeel 12-11-1838, tr. Grietje van Manen, ged. Lunteren 03-08-1782, ov. Scherpenzeel 22-10-1839, dr. van Jan Brandsen van Manen, en Elizabeth/Lijsbeth Gijsbertsen

                Bij haar ov. staat dat Grietje van Manen is geb. te Lunteren op 15-07-1783. Aldaar niet gevonden.

Uit dit huw.:

1. Anthonie Budding, geb./ged. Amerongen 28-02/07-04-1811, wever, ov. Leeuwarden (ingeschr. te Scherpenzeel) 27-10-1859, tr. Scherpenzeel 21-03-1850 Arisje Donkersteeg, geb. Barneveld 1804, ov. Scherpenzeel 24-01-1855, dr. van Lammert Donkersteeg en Klaartje Korsen

In 1839 laat Anthonie Budding, wever te Scherpenzeel zijn testament maken. Harmen Veenendaal, wever te Scherpenzeel krijgt f 300,= als bewijs van zijn vriendschap met de kist met platte deksel staande aan de noordkant van zijn huis met de inhoud. Hij is ook executeur (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 66; 18-11-1839).

In 1839 vindt er verkoop roerend goed t.v.v. Anthonie Budding, wever in de Krommehoek te Scherpenzeel. Roerend goed t.w.v. f 88,62. (Not. Scherpenzeel 1212, nr. 70; 17-12-1839).

In 1854 leent Antonie Buddingh, gladwever te Scherpenzeel f 100,= van Albertus Gaasbeek, metselaar en koopman op de Schreiheuvel onder Woudenberg. Onderpand: een huis nr. 102, erf en hof in de Krommehoek te Scherpenzeel, sectie D 444,445, erfpacht van f 3,40,= groot 4 roeden, 60 ellen (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 1; 06-01-1854).

In 1855 laat Arrisje Donkersteeg x Antonie Buddingh, gladwever in de Krom­mehoek, huis nr. 102 te Scherpenzeel haar testament maken. Erfgenaam: haar man. (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 2; 10-01-1855).

In 1855 vindt er verkoop van roerend goed plaats t.v.v. Antonie Buddingh, gladwever in de Krommehoek te Scherpenzeel. Roerend goed t.w.v. f 36,45. (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 8; 06-02-1855).

In 1856 vindt er verkoop roerend goed en veldgewas t.v.v. o.a. Anthonie Buddingh, wever te Scherpenzeel thans won. in het huis van verzekering te Arnhem: gewassen op de Kalverkamp onder Scherpenzeel t.w.v. f 5,50. (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 29; 29-10-1856).

In 1858 vindt er verkoop van roerend goed plaats t.v.v. Jacobus Buddingh, koopman te Woudenberg als curator van de tot 20 jaar tuchthuisstraf veroordeelde Anthonie Buddingh. Verkoop van het afgebrande huis en roerend goed van Anthonie Budding t.w.v. f 8,65.  Gedaan “op het erf van het afgebrande huis in de Krommehoek te Scherpenzeel” (Not. Scherpenzeel 4134, nr. 35; 09-09-1858).

In 1859 veilt Jacobus Buddingh, landb. te Woudenberg als curator van de tot 20 jaar tuchthuis veroordeelde Antonie Buddingh. Toeziend curator: Jan Brinkman, logementhouder te Scherpenzeel, een erf waarop een huis heeft gestaan, hetwelk is afgebrand en tuin in de Krommehoek te Scherpenzeel, sectie D 444,445, groot 4 roeden, 60 ellen, aan Izaak Weppelman, voerman te S. namens zijn vrouw Maatje Kramer, z.b. te Scherpenzeel, voor f 125,=. Titel van aankomst: als enig kind geërfd van zijn ouders Willem Buddingh x Grietje van Manen, geen papieren. En als erfgenaam van wijlen zijn vrouw Arrisje Donkersteeg, volgens testament van 10-01-1855, not. J. van Hilten te Scherpenzeel. (Not. Scherpenzeel 4134, nr. 12; 19-04-1859).

9. Maria Budding, ged. Stichts Veenendaal 24-05-1772, tr. Veenendaal 17-06-1792 Jan van Ginkel, geb. Veenendaal

 

IIa

Simon Budding, ged. Veenendaal 14-12-1755, wolkammer, ov. Woudenberg 19-05-1836, tr. Woudenberg 21-11-1790 Cornelia Bartsen van Droffelaar, wed. Peter Jansz Ploeg, ged. Renswoude 22-05-1757, dr. van Bart Jansz en Japikje Jansen Overvest

Lidm. Scherpenzeel 26-07-1818: Simon Budding.

Uit dit huw.:

1. Geertruij Budding, geb./ged. Woudenberg 08/21-02-1791, get. Jannigje van Droffelaar

2. Albertus Budding, geb./ged. Woudenberg 21-06/06-07-1794, get. Janna van Droffelaar, volgt IIIa

3. Jacob Budding, geb./ged. Woudenberg 06/20-05-1798, volgt IIIb

 

IIIa

Albertus Budding, geb./ged. Woudenberg 21-06/06-07-1794, wolkammer, wolkammers-knecht, wolspinner, ov. Scherpenzeel 26-02-1881, tr. Scherpenzeel 10-05-1822 Hendrikje/Heintje Breunissen, geb. Barneveld 1794, ov. Scherpenzeel 20-04-1855, dr. van Lubbert Breunissen en Hendrikje Hendriks

In 1817 krijgt Bart Budding, 22 jaar, wolkammer te Woudenberg, 1 maand en f 3,= wegens mishandeling (HUA; Toegang 302-1, nr. 29, Rechtbank van Eerste Aanleg; 22-01-1817).

Lidm. Scherpenzeel 18-01-1824: Albertus Budding.

In 1846 leent Albertus Budding, wolkammer te Scherpenzeel f 200,= van Anthonie Budding, wever te Scherpenzeel. Onderpand: een huis nr. 129, erf en hof vanaf de straat oost­waarts tot aan het land van de Heer van Scherpenzeel aan het oosteind te Scherpenzeel, sectie C 6bis,8bis, erfpacht van f 7,50, groot 10 roeden, 60 ellen (Not. Scherpenzeel 4130, nr. 33; 19-01-1846). Geroyeerd 17-10-1849.

In 1849 leent Albertus Budding, wolkammersknecht te Scherpenzeel f 200,= van Johannes van Wolfswinkel, landb. bij de Tolboom onder Scherpenzeel. Onderpand: een voor enige jaren nieuw gebouwd huis nr. 129, erf en hof aan het oosteind te Scherpenzeel, sectie C 6bis,8bis, erfpacht van f 7,50, groot 10 roeden, 60 ellen (Not. Scherpenzeel 4131, nr. 30; 15-10-1849).

In 1855 verkoopt Albartus Buddingh, wolspinner te Scherpenzeel aan Jacob van Schaik, werkman onder Woudenberg de helft van een huisje, zuidoostzijde nr. 129, met de helft van de pomp, het hele varkenshok,de helft van het recht van erfpacht van totaal f 7,50 van het erf en de tuin, zoals nu het paadje loopt aan het oosteind te Scherpenzeel, sectie C 6bis,8bis, erfpachtbrief van 03-10-1827 ingaande 29-09-1829 voor 50 jaar, groot 10 roeden, 60 ellen, voor f 400,= (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 4; 24-01-1855).

In 1855 laat Hendrika Breunisse x Albartus Buddingh, wolspinner te Scherpenzeel haar testament maken. Erfgenaam: haar man. (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 5; 24-01-1855).

In 1861 vindt er boedelscheiding plaats van de nal. schap van Hendrika Breunisse t.v.v. 1. Albartus Buddingh, wed. met kinderen van Hendrika Breunis­se, wolspinner te Scherpenzeel. 2. Cornelia Buddingh x Jan Methorst, daggelder te Scherpenzeel. 3. Hendrika Buddingh x Hendrik Wagensveld, daggelder te Scherpenzeel. 4. Francina Buddingh, me.j., ongehuwd, dienstbaar te Scherpenzeel. 5. Hendrik Buddingh, schilder te Scherpenzeel. Huisraad geschat op f 190,=. Totale erfenis: f 600,=. Cornelia: een stukje erfpachtgrond, behoord hebbende bij het volgende perceel, sectie C 367(ged),359(ged), groot 80 ellen, voor f 25,=. Hendrika: een huis, A nr. 195, erf en tuin, met de helft van de pomp aan het oosteind te Scherpenzeel, sectie C 359,367, erfpacht van f 3,75 voor het geheel, groot 4 roeden, 65 ellen, voor f 390,=. Francina en Hendrik, samen met Sander van de Pol, landb. onder S. worden voor f 200,= overbedeeld, die wordt omgezet in een lening van Hendrika Buddingh x Hendrik Wagensveld aan Sander van de Pol. (Not. Scherpenzeel 4135, nr. 20; 18-05-1861).

Uit dit huw.:

1. Cornelia Budding, geb./ged. Scherpenzeel 02/15-09-1822, ov. Scherpenzeel 16-01-1904, tr. Scherpenzeel 28-09-1849 Jan Methorst, geb./ged. 05/20-11-1814, landbouwer, arbeider, ov. Scherpenzeel 30-05-1862, zn. van Hendrik Methorst en Barendje van ‘t Foort

Lidm. Scherpenzeel 29-03-1857: Cornelia Buddingh.

In 1889 laat Cornelia Buddingh, wed Jan Methorst, zonder beroep te Scherpenzeel haar testament maken. Erfgenaam voor de helft: zoon Albertus Methorst, won Amsterdam. Andere helft: de diaconie ven de herv. kerk (AT058a003, nr. 64; 28-10-1889).

2. Hendrika Budding, geb./ged. Scherpenzeel 17-03/25-04-1824, ov. Woudenberg 02-05-1882, tr. Scherpenzeel 11-05-1861 Hendrik Wagensveld, geb. Woudenberg 18-06-1836, arbeider, ov. Woudenberg 13-03-1901, begr. Lambalgen, zn. van Petronella Wagensveld

            Kinderen van Hendrika:

1. Hendrikus Budding, geb./ged. Scherpenzeel 23-02-1850/09-02-1851, arbeider, ov. Scherpenzeel 27-02-1915, tr. Scherpenzeel 18-11-1882 Cornelia Vonk, geb./ged. Scherpenzeel 25-02/30-03-1862, ov. Scherpenzeel 03-01-1895, dr. van Gerrit Vonk en Teuntje de Groot

Lidm. Scherpenzeel 23-03-1884: Hendrikus Budding, met attestatie vertrokken naar Woudenberg

06-11-1885, met attestatie van Woudenberg 23-11-1885, zonder attestatie vertrokken.

Uit dit huw.:

1. Bernardus Budding, geb./ged. Scherpenzeel 22-07/26-08-1883, ov. Scherpenzeel 27-02-1887

2. Gerrit Budding, geb./ged. Scherpenzeel 12-09/11-10-1885, ov. Scherpenzeel 01-05-1907

3. Barnardus Budding, geb./ged. Scherpenzeel 13-11/30-12-1888, tr. Scherpenzeel 06-04-1912 Jantje Vlastuin, geb. Renswoude 15-09-1888, dr.  van Jacob Vlastuin en Hendrikje van de Weerd

4. Teuntje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 28-10/22-11-1891

2. Antje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 03-05/08-10-1854, ov. Renswoude 22-12-1929, tr. Woudenberg 13-11-1877 Hendrik van Ginkel, geb. Renswoude 15-12-1838, ov. Renswoude 07-05-1901, zn. van Hendrik van Ginkel en Hermijntje van Voorthuizen

3. Sientje/Francina Budding, geb./ged. Scherpenzeel 26-02/29-03-1829, dienstbaar te Scherpenzeel, ongehuwd(1861)

Lidm. Scherpenzeel 15-03-1860: Sientje Buddingh.

Lidm. Scherpenzeel 1866: Francina Budding, met attestatie vertrokken naar Breukelen 1866.

4. Albartus Budding, geb./ged. Scherpenzeel 15/25-12-1831, ov. Scherpenzeel 25-06-1836

5. Hendrik Budding, geb./ged. Scherpenzeel 11/26-04-1835, volgt IVa

 

IVa

Hendrik Budding, geb./ged. Scherpenzeel 11/26-04-1835, huisschilder, ov. Amersfoort 15-09-1925, tr. Scherpenzeel 18-05-1861 Christina Morren, geb. Woudenberg 1833, ov. Amersfoort 29-12-1899, dr. van Hendrik Morren en Jannetje Vos

Uit dit huw.:

1. meisje, ov. Scherpenzeel 24-07-1861

2. Heintje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 03/30-08-1862, ov. Amersfoort 06-12-1933, tr. Scherpenzeel 08-05-1886 Karel Haksvoort, wed. Jannigje Hompens, geb. Utrecht 1860, wijnkopersknecht, ov. Amersfoort 24-01-1929, zn. van Cornelia Haksvoort

3. Hendrik Budding, geb./ged. Scherpenzeel 25-11-1863/03-01-1864, ov. Scherpenzeel 03-11-1864

4. Hendrik Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 02-03/30-04-1865, schilder te Zutphen(1893), ov. Zutphen 14-07-1922, tr. Zutphen 21-12-1892 Geertruida Heijink, geb. Zutphen 1872, dr. van Pieter Heijink en Hendrika Johanna Wijmer

5. Albertus Budding, geb. Scherpenzeel 07-11-1866, ov. Scherpenzeel 15-11-1866

6. Jansje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 24-02/29-03-1868, ov. Amersfoort 29-09-1928, tr. Scherpenzeel 20-05-1893 Breunis Lagerweij, geb./ged. Scherpenzeel 1867, timmerman, ov. Amersfoort 10-03-1921, zn. van Gerard Lagerweij en Judith van Wolfswinkel

7. Albertus Budding, geb./ged. Scherpenzeel 29-11/26-12-1869, schilder te Scherpenzeel (1893), ov. Hoevelaken (ingeschr.  te Leusden) 22-02-1916, tr. Amersfoort 02-05-1894 Woutera Geertruida Jekel, wed. Willem Jan van Roozendaal, geb. Amersfoort 25-03-1864, ov. Leusden 25-10-1911, dr. van Hendrik Jekel en Maria Geertruida Laarhoven

8. Cornelis Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 06-01/02-03-1873, timmerman, tr. Scherpenzeel 23-09-1899 Jacomijntje van Dijk, geb. Scherpenzeel 28-02-1875, ov. Scherpenzeel 01-07-1903, dr. van Pieter van Dijk en Gerritje ter Burg

 

IIIb

Jacob Budding, geb./ged. Woudenberg 06/20-05-1798, tr. Woudenberg 07-12-1822, ov. Scherpenzeel 24-08-1871, tr. Woudenberg 07-12-1822 Grietje de Koning, geb. te Ederveen, ged. Renswoude 09-06-1799, ov. Scherpenzeel 08-08-1885, dr. van Aart Willemsen de Koning en Maatje Jansen van de Peppel

In 1818 krijgt Jacob Budding, 20 jaar, won. te Woudenberg, 8 dagen wegens mishandeling (HUA; Toegang 302-1, nr. 29, Rechtbank van Eerste Aanleg; 16-06-1818).

Lidm. Scherpenzeel 04-04-1828: Grietje de Koning hv Jacobus Budding.

Lidm. reg. Scherpenzeel 1866-1868: Grietje de Koning.

In 1844 verkoopt Aris Veldhuizen, wolkammer te Nijkerk aan Jacob Budding, wever onder Woudenberg een daggeldershuis nr. 212, met apart kamertje, erf en hof, in de Knaapstraat onder Woudenberg, sectie C 186,187, groot 6 roeden, 50 ellen, erfpacht f 3,= t.b.v. de wed. Aart Bree­schooten, voor f 275,=. (Not. Scherpenzeel 4129, nr. 10; 10-05-1844).

In 1859 verkopen de erfgenamen van Maria Druijff, wed. Reijer Kuijpers o.a. een huis nr. 266, erf en tuin in de Achterstraat onder Woudenberg, sectie C 263,264, erfpacht van f 6,=, groot 8 roeden, 31 ellen, aan Jacobus Buddingh, landb. onder Woudenberg, voor f 720,=. Zonder de twee linden en de populier en het kippenhok dat behoord aan de huurder Albertus ter Burg. (Not. Scherpenzeel 4134, nr. 22; 19-05-1859).

Uit dit huw.:

1. Simon Budding, geb. Renswoude 29-04-1823, volgt IVb

 

IVb

Simon Budding, geb. Renswoude 29-04-1823, wever, koopman, winkelier, ov. Scherpenzeel 08-02-1895, begr. Glashorst, graf nr. 318, tr. Scherpenzeel 21-10-1852 Mietje van Voorthuizen, geb./ged. Scherpenzeel 12/31-01-1830, ov. Scherpenzeel 14-05-1910, begr. Glashorst, graf nr. 318, dr. van Willem van Voorthuizen en Klara van Wagensveld

Lidm. Scherpenzeel 25-03-1849: Simon Budding, lidmaatschap opgezegd okt. 1892.

In 1853 verkoopt Jan Bakker, meester kleermaker te Scherpenzeel aan Simon Budding, wever te Scherpenzeel een huis nr. 28, schuurtje, erf en hof met de doorneneheg aan de oostzijde aan het westeind te Scherpenzeel, sectie D 277,278, twee erf­pachten, samen f 6,35, groot 10 roeden, 70 ellen, voor f 1000,= (Not. Scherpenzeel 4129, nr. 7; 15-02-1853).

In 1863 verkopen de erven van wijlen Harmen van Linden, linnenwever te Scherpenzeel x wijlen Aaltje Veenendaal, een huis wijk A nr. 65 en 66, zijnde twee woningen onder een dak, erf en tuin aan het westeind te S., sectie D 271,272, erfpacht van f 6,25, groot 13 roeden, 80 ellen, aan Jacobus Buddingh, landb. te Woudenberg namens zijn zoon Simon Buddingh, koopman te Scherpenzeel, voor f 700,=. Gehuurd door Cornelis Valkenburg tot 01-05-1865, voor f 40,=. (Not. Scherpenzeel 4136, nr. 25; 07-05-1863).

In 1867 verkoopt Jan Jacob Fredrikse, telegrafist bij de kantoordienst van de Rijkstele­graaf x Neeltje van Wolfswinkel te Amsterdam: een kamp bouwland, genaamd de Pol, in Glashorst onder Scherpenzeel, sectie D 77, gedeeltelijk tiendvrij, met recht van overpad over de Leegekamp, groot 1 bunder, 22 roeden, 60 ellen, aan Simon Buddingh, koopman te Scherpenzeel, voor f 1250,=. Vehuurd aan diversen voor f 60,39. (Not. Scherpenzeel 4137, nr. 9; 07-03-1867).

Uit dit huw.:

1. Willem Budding, geb./ged. Scherpenzeel 20-04/29-05-1853, koopman, ov. Ede 27-01-1910, tr. Ede 05-12-1879 Jannigje Vosselman, geb. Ede 1853, ov. Ede 22-12-1911, dr. van Hendrik Vosselman en Derkje Harmsen

Lidm. Scherpenzeel 12-04-1876: Willem Budding, met attestatie vertrokken naar Ede 19-02-1880.

2. Jacob Budding, geb./ged. Scherpenzeel 03/29-04-1855, ov. Veenendaal (ingeschr. te Ede) 20-11-1941, tr. Veenendaal 16-01-1880 Hendrika van Rennes, geb. Veenendaal 1856, ov. Ede 02-01-1927, dr. van Hendrik van Rennes en Willemijntje Bunt

Uit dit huw.:

1. Hendrik Alexander Budding, geb. Veenendaal 07-12-1879 (erkend bij huw.)

2. Simon Budding, geb. Renswoude 07-08-1881

3. Grietje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 03/22-03-1857, ov. Scherpenzeel 16-04-1935, begr. Glashorst, graf nr. 403, tr. Scherpenzeel 13-10-1887 Eduard Renes, geb/ged. Scherpenzeel 12-08/30-09-1849, schilder, ov. Scherpenzeel 03-07-1935, zn. van Dirk Renes en Jannetje Barten/Antje Barten van den Broek

Lidm. Scherpenzeel 17-04-1878: Grietje Buddingh.

In 1890 laten Eduard Renes, schilder x Grietje Buddingh, won. Scherpenzeel hun testament maken (AT058a005, nr. 94 en 95; 07-07-1890).

4. Clara Budding, geb./ged. Scherpenzeel 14/31-07-1859, ov. Scherpenzeel 17-05-1935, begr. Glashorst, graf nr. 176, tr. Scherpenzeel 15-12-1883 Jan Jacob Valkenburg, geb./ged. Scherpenzeel 12-05/29-06-1851, wever, touwslager, ov. Scherpenzeel 27-08-1916, begr. Glashorst, graf nr. 176, zn. van Cornelis Valkenburg en Hendrikje van Schuilenburg

5. Simon Budding, geb./ged. Scherpenzeel 24-11/29-12-1861

6. Mietje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 17-02/05-03-1864, ov. Amersfoort 15-10-1910, tr. (1) Scherpenzeel 07-07-1887 Gerrit ten Broek, geb./ged. Scherpenzeel 1865, metselaar, ov. Utrecht (ingeschr. te Amersfoort) 13-01-1892, zn. van Gerardus ten Broek en Cornelia van Leersum, tr. (2) Amersfoort 21-06-1893 Roelof Johannes Schoenman, geb. Ubbergen 1865, zn. van Frederik Schoenman en Maria Tiddens

Lidm. Scherpenzeel 29-03-1885: Mietje Budding, met attestatie vertrokken naar Amersfoort 12-07-1887.

7. Cornelis Budding, geb./ged. Scherpenzeel 21-12-1865/28-01-1866, volgt V

8. Jan Budding, geb./ged. Scherpenzeel 10/27-10-1867, ov. Scherpenzeel 18-12-1867

9. Heintje Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 01/22-11-1868, ov. Culemborg 26-01-1941, tr. Scherpenzeel 28-10-1897 Cornelis Dirk van Drenth, geb. Culemborg 1874, eierhandelaar, ov. Culemborg 11-11-1949, koopman, zn. van Dirk Teunis van Drenth en Maria Hendrika Homburg

Lidm. Scherpenzeel 04-04-1890: Heintje Buddingh, lidmaatschap opgezegd okt. 1892.

10. Aaltje Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 21-01/07-05-1871, ov. Utrecht 08-04-1924, tr. Zeist 26-08-1909 Willem van Dompzelaar, geb. Zeist 28-02-1881, zn. van Gijsbert van Dompzelaar en Dirkje van Duine

11. Jan Budding, geb./ged. Scherpenzeel 02/23-06-1872, ov. Scherpenzeel 01-09-1872

12. Jan Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 29-01/22-02-1874, koopman, eierhandelaar, ov. Kamp Westerbork 30-07-1945 (wonende ´s-Gravenhage), tr. Renswoude 07-07-1898 Jannigje Ravenhorst, geb. Ede 1873, dr. van Klaas Ravenhorst en Barendje Voskuilen

Uit dit huw.:

1. Simon Nicolaas Budding, geb./ged. Scherpenzeel 03/29-10-1899, bakker, tr. Scherpenzeel 29-10-1925 Hendrika Valkenburg/Westbroek, geb./ged. Scherpenzeel 02-05/26-06-1904 (erkend bij huw.), dr. van Nicolaas Westbroek en Hendrika Valkenburg

2. Barendina Maria Budding, geb./ged. Scherpenzeel 05-12-1900/03-02-1901, tr. Scherpenzeel 01-10-1924 Jan Wulf van de Kaa, geb. Ede 1898, timmerman, zn. van Johan van de Kaa en Jannigje van Hussel

3. Nicolaas Buddingh, geb. Renswoude 1905, ov. Renswoude 11-11-1908

13. meisje, ov. Scherpenzeel 20-02-1875

14. Willemina Budding, geb./ged. Scherpenzeel 22-12-1876/25-02-1877, tr. Scherpenzeel 20-01-1904 Robertus Treels, geb. Oudewater 23-11-1875, veeverloskundige, ov. Scherpenzeel 20-01-1935, begr. Glashorst, graf nr. 445, zn. van Hermanus Treels en Geertruida Clasina van den Berg

 

V

Cornelis Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 21-12-1865/28-01-1866, koopman, ov. Scherpenzeel 01-04-1926, begr. Glashorst, graf nr. 205, tr. Renswoude 18-05-1898 Helena Verweij, geb. Renswoude 04-07-1874, ov. Utrecht (ingeschr. te Scherpenzeel) 26-12-1949, begr. Glashorst, graf nr. 205, dr. van Leendert Verweij en Grietje Blauwendraad

Uit dit huw.:

1. Simon Leendert Buddingh, geb. Renswoude 24-08-1898, koopman te Scherpenzeel (1939), tuinder te Scherpenzeel (1946)

Ouders wonen te Scherpenzeel.

2. Leendert Buddingh, geb. Renswoude 17-02-1900

Ouders wonen te Scherpenzeel.

3. Grietje Maria Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 24-10/05-12-1909

4. Marinus Willem Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 19-12-1910/19-02-1911, tr. Scherpenzeel 12-12-1946 Aaltje van Raaij, geb./ged. Scherpenzeel 14-03/27-05-1917, dr. van Hendrik van Raaij en Margretha Cornelia de Kleuver

5. Mietje Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 21-01/31-03-1912, tr. Scherpenzeel 21-12-1939 Jan Valkenburg, geb. Vreeland 1909, vertegenwoordiger, zn. van Arie Valkenburg en Marretje Zuidhoek

6. Gerard Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 27-01/23-02-1913

7. Willem Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 17-03/31-05-1914

8. Helena Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 09-01/02-07-1916, ov. Scherpenzeel 28-05-1917

9. jongen, ov. Scherpenzeel 29-05-1917

10. Cornelis Buddingh, geb./ged. Scherpenzeel 18-08/27-10-1918

 

IIb

Jan Budding, ged. Veenendaal 25-12-1757, ov. Gelders Veenendaal 04-05-1815, tr. Veenendaal 20-06-1790 Celia Bos, geb. Veenendaal, ov. Gelders Veenendaal 27-07-1822

Uit dit huw.:

1. Gijbsert Jansen Budding, ged. Gelders Veenendaal 22-05-1791, volgt IIIc

2. Marcelis Buddingh, ged. Veenendaal 01-06-1794, ov. Monnikendam 09-05-1861, tr. Veenendaal 23-03-1815 Anna Martinus, geb. Ouderamstel 1791, ov. Monnikendam 11-10-1874, dr. van Hendrik Jan Martinus en Heijntje Schijf

3. Geertruij Budding, ged. Veenendaal 01-05-1796, ov. Ede 14-10-1877, ov. Ede 14-10-1877, tr. Veenendaal  01-04-1819 Joost Brinkhuis, ged. Veenendaal 19-01-1794, ov. Veenendaal 26-05-1855, zn. van Sander Brinkhuis en Henderijntje Vink

In 1860 leent Geertruij Buddingh, wed. Joost Brinkhuis, wolfabrikant te Stichts Veenendaal f 400,= van haar zoon Jan Johannes Brinkhuis, fabrikeur in wol te Gelders Veenen­daal. Onderpand: de helft van acht woningen, nrs. 37-44, tuintjes en schuurtjes aan het Boveneind te Gelders Veenendaal, sectie C 60-68, groot 8 roeden, 1 el. Titel van aankomst: toebedeeld bij boedelscheiding van de nalatenschap van haar ouders Jan Buddingh x Celia Bos op 09-05-1823, not. J. Smith te Stichts Veenendaal. (Not. Scherpenzeel 4133. nr. 25; 14-07-1860).

4. Maria Budding, ged. Veenendaal 02-06-1799, ov. Gelders Veenendaal 14-03-1858, tr. Ede 05-10-1822 Jan van Schoonhoven, ged. Veenendaal 19-08-1804, wolkammer, ov. Gelders Veenendaal 29-01-1867, zn. van Hendrik van Schoonhoven en Cornelia Boonzaaijer. Jan, tr. (2) Ede 05-11-1859 Elisabeth Bitter, geb. Renkum/Oosterbeek 1821, ov. Arnhem 08-05-1877, dr. van Peter Bitter en Geurtje van den Berg

 

IIIc

Gijsbert Jansen Budding, ged. Gelders Veenendaal 22-05-1791, korenmolenaar, ov. Scherpenzeel 13-09-1846, tr. Veenendaal 06-12-1808 Maria Petronella Schreuder/Schröder, geb. 1774, ov. Zeist 15-12-1860

                Van 1813-1846 is Gijsbertus Jansen Budding molenaar op de Scherpenzeelse molen.

Van 1846-1851 is Maria Petronella Schröder, wed. Gijsbert Jansen Budding molenaar op de Scherpenzeelse molen.

Lidm. Scherpenzeel 1837: Gijsbert Janse Budding, met attestatie van Veenendaal 1833 (1813?), maar tot nu toe verzuimd om het te laten aantekenen..

In 1846 laten Gijsbert Jansen Buddingh, korenmolenaar te Scherpenzeel x Maria Petro­nella Schreuder, hun testament op de langstlevende maken. (Not. Scherpenzeel 4130. nr. 28, 29; 11-09-1846).

In 1847 staat Olivier Sterk, burgemeester en landeigenaar te Scherpenzeel borg voor Maria Petronella Schröder, wed. Gijsbert Jansen Buddingh, korenmolenares met een rosmolen te Scherpenzeel voor f 300,= voor de molen en f 200,= voor de rosmolen, als onderpand voor een boete voor het overtreden van de wet van de accijns op het gemaal (Not. Scherpenzeel 4130. nr. 12; 20-02-1847).

In 1850 staat Mr. Justinus de Beijer, burgemeester van Scherpenzeel borg voor Maria Petronella Schröder, wed. Gijsbert Jansen Buddingh, korenmolenaar met een rosmolen te Scherpenzeel voor de korenwindmolen f 300,=, de rosmolen f 200,= als onder­pand voor de boeten voor de overtredingen op de wet op de accijnsen door Maria (Not. Scherpenzeel 4131. nr. 20; 20-06-1850).

In 1856 vindt er verkoop van roerend goed plaats t.v.v. Maria Petronella Schröder, wed. Gijsbert Janse Bud­dingh, z.b. te Scherpenzeel. Roerend goed t.w.v. f 523,50. (Not. Scherpenzeel 4133, nr. 30; 30-1-1856).

Uit dit huw.:

1. Celia Budding, geb./ged. Stichts Veenendaal 30-10/11-11-1810, volgt IVc

2. Johanna Jakoba Budding, geb./ged. Scherpenzeel 25-01/04-02-1813, ov. Scherpenzeel 11-04-1875, bij haar broer(?) A 36 Achterstraat, begr. Glashorst, graf nr. 304, ongehuwd

3. Jannigje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 17/29-10-1815, ov. Woudenberg 29-04-1881, tr. Scherpenzeel 28-03-1856 Willem van de Koot, geb. Barneveld 1826, molenaarsknecht, arbeider, ov. Woudenberg 02-04-1901, zn. van Willem Willemsen van de Koot en Wijmpje Jans van Soest

Lidm. Scherpenzeel: Jannigje Budding, met attestatie van Amersfoort 22-03-1842.

4. Pietronella Budding, geb./ged. Scherpenzeel 29-10/08-11-1818, tr. Scherpenzeel 09-04-1847 Johan Fredrik Wilking, geb. Amsterdam 1821, bakker, zn. van Frans Hendrik Wilking en Arisje Bieshaar

Lidm. Scherpenzeel 28-03-1841: Petronella Buddingh, met attestatie vertrokken naar Zeist 06-07-1847.

5. Fransje Budding, geb./ged. Scherpenzeel 13-09/06-10-1822, tr. Scherpenzeel 29-10-1858 Gerrit Jan Hermanus Scholten, geb. Zevenaar 1826, koper- en blikslager, zn. van Christiaan Scholten en Theodora Margaretha Praasting

Lidm. Scherpenzeel 28-03-1841: Fransje Buddingh, met attestatie vertrokken naar Zeist 06-07-1847.

In 1846 laat Cornelis Adriaan van Enschut, z.b. te Scherpenzeel zijn testament maken. Erfgename: Fransje Budding, me.j. dochter van Gijsbert Jansen Budding x Petronella Schreuder, korenmolenaar te Scherpenzeel (Not. Scherpenzeel 4130. nr. 11; 22-03-1846).

 

IVc

Celia Budding, geb./ged. Stichts Veenendaal 30-10/11-11-1810, ov. Leersum 21-12-1892, tr. Scherpenzeel 28-02-1838 Maarten van Mill, geb. Tricht 1814, timmerman, korenmolenaar, ov. Scherpenzeel 04-03-1879, begr. Glashorst, graf nr. 304, zn. van Hermen van Mill en Peterke van Os

Lidm. Scherpenzeel 02-04-1837: Celia Budding.

                Van 1851-1868 is Maarten van Mill molenaar op de Scherpenzeelse molen.

Uit dit huw.:

1. Gijsbertus Jansen van Mill, geb./ged. Scherpenzeel 18-06/29-07-1838, ov. Leersum 19-06-1913, tr. (1) Willempje Donkersloot, tr. (2) Woudenberg 04-09-1885 Grietje Verwoerd, geb. Hekendorp 1848, ov. Leersum 10-02-1912, dr. van Cornelis Verwoerd en Neeltje van Arkel

                Van 1868-1885 is Gijsbertus Jansen van Mill molenaar op de Scherpenzeelse molen.

2. Petronella Maria van Mill, geb./ged. Scherpenzeel 28-11-1843/04-02-1844, ov. Scherpenzeel 02-07-1858

 

 

 

Samengesteld door:

Henk van Woudenberg,

februari 2010