Blad 1999-4
TIEN JAARGANGEN INGEBONDEN
Al tien jaar geeft de Ver. Oud Scherpenzeel een eigen blad uit met allerlei wetenswaardigheden over Scherpenzeel en haar bewoners.
Dat stapeltje bladen is soms maar moeilijk bij elkaar te houden, maar ons lid de heer J. van Doleweerd verstaat de kunst de nummers vakkundig in te binden.
Wanneer de veertig nummers met index worden ingebonden met linnen omslag ligt daar een prachtig naslagwerk voor de somma van slechts ƒ 55,-. Vindt U zo’n turfje te dik dan kan het ook in twee banden. De nummers van de eerste zes jaar en de andere vier jaargangen met de index ieder in een band kosten dan samen ƒ65,-. Wilt U echter een luxueuze uitgave met leren rug of met perkament dan is dat ook mogelijk, prijs op aanvraag.
Mocht U een of meerdere nummers kwijt zijn, neem dan contact op met mevrouw R. Penning, tel. 033-2778620. Tegen betaling van
ƒ 2.50 per nummer kunt U het ontbrekende er bij bestellen zolang de voorraad strekt.
Om de jaargangen te laten inbinden, moeten de nietjes erin blijven en dient U ze wel op nummer met een elastiek erom aan te leveren.
Het adres van onze boekbinder is: de heer J. van Doleweerd, Glashorst 19, 3925BN Scherpenzeel, tel. 033-2771705.
Joh. Lagerweij.
STUDIO VAN LEUVEREN
Tijdens de excursie van Oud Scherpenzeel bij Studio Van Leuveren op 22 oktober jl. hield Willem van Leuveren een toespraak. Naast een interessant verhaal over de familiegeschiedenis heeft hij de ontwikkeling en de mogelijkheden van de studio laten zien. Het was een zeer interessante avond. Omdat het voor iedereen wel aardig is om wat van de voorgeschiedenis te weten volgt hier zijn verhaal.
De familienaam Van Leuveren wordt voor het eerst gesignaleerd in 1792. Het is een rustige familie van eenvoudige komaf. Via het medium Internet kwam ik in korte tijd achter een stukje waarschijnlijke oorsprong van onze familie. Van origine komen wij denk ik uit de streek rondom Hoevelaken-Nijkerk. Ene Jan van Leuveren, geb. in 1792 te Nijkerk, trouwt in Hoogland op 3 februari 1827 met Jannetje Willemsen, geb. 1796 in Amersfoort. Mij is verder bekend dat ene Teus van Leuveren, geboren te Hoevelaken, huwde met Aaltje van de Meent uit Renswoude. Dit gebeurde te Woudenberg op 6 maart 1863. Zij werden overgeschreven in 1864 vanuit de kerk te Woudenberg naar de Hervormde kerk te Scherpenzeel. Waarschijnlijk woonden zij aan de Woudenbergse kant van ons dorp. Uit dit huwelijke werd o.a. een zoon geboren met de naam Hendrikus, mijn grootvader. Deze huwde met Heintje van Elst en uit dat huwelijk werd op 21 september 1894 in het “Musschennest” mijn vader geboren.
Grootvader was het type boer van één koe en één varken, een dagloner dus. Geheel zelf supporting en dat was ook wel nodig. Geheel naar die tijd kwamen er veel kinderen, 15 in totaal. Vier overleden op jonge leeftijd en in de mannelijke lijn zijn er uiteindelijk maar twee zonen die stamhouders voortbrengen. Mijn vader Willem en oom Evert die op de Lindenlaan woonde, na jaren als KNIL-adjudant in Indonesië gediend te hebben. Hij werkte later als boekhouder bij de Driekleur.
Mijn vader bouwde in 1932 het ouderlijk huis aan de Glashorst 98 en deed dat eigenhandig, waarschijnlijk met hulp van collega metselaars, want dat was zijn beroep. Hij overleed in 1953 en mijn moeder Hendrika de Vries, waarmee hij op 1 augustus 1923 huwde, overleed in 1968. Zij kwam van oorsprong uit Amersfoort. Het huis werd in 1968 uit de erfboedel verkocht aan Heuga. Het staat er nog wel maar is geheel insloten door de bedrijven. Op het Zwarte Land zag ik in 1942 het levenslicht. Een “achteraankomertje” was ik, zoals dat toen genoemd werd. Voor mij waren reeds vijf dochters en een zoon geboren. Wij voldeden waarschijnlijk dan ook als gezin aan het geboortegemiddelde van die tijd.
Zelfde trouwde ik in 1969 met Willy Drost uit Veenendaal, en daarmee voldeed ik ook aan de gewoonte van deze streek, namelijk om de bruid uit het Veenendaalse te halen. Wij hebben eerst een korte tijd in het ouderlijk huis gewoond. De oudste is daar in 1970 geboren. Beide twee zonen zijn naar goed gebruik vernoemd naar de opa’s Willem en Cees. Willem is golfclubmaker en Cees studeert informatica. Ook bijna alle kleinkinderen van vader en moeder zijn op het Zwarte Land geboren, want om een of andere onbegrijpelijke reden konden mijn zusters niet op vreemde grond baren. Dus als het zover was kwamen ze weer een paar weekjes thuis.
Ik zal u in vogelvlucht meenemen langs mijn 57 jaar op deze aarde, waarvan 32 jaar in dit vak. Na de gebruikelijke opbouw van scholen eind jaren veertig en jaren vijftig belandde ik, gegrepen door het lied van Dorus (Tom Manders), “Zorg dat je erbij komt”, op 16-jarige leeftijd bij de Koninklijke Marine Luchtvaartdienst.
Na de Marine-Luchtvaart-technische-school in Den Helder te hebben doorlopen ging ik als grond-boordwerktuigkundige aan de slag. Later zou ik ook als boordwerktuigkundige op de Sikorsky helicopter opereren. Middels het reisbureau van Hare Majesteit heb ik dan ook de kans gehad op jonge leeftijd veel van de wereld te zien. Nieuw Guinea wordt door de Karel Doorman aangedaan i.v.m. de spanningen over het eigendomsrecht. Later moeten wij het door toedoen van de VN toch aan Soekarno geven. Jammer! Vele andere reizen worden gemaakt. In totaal bracht ik er acht jaren door, waarvan vier op de Karel Doorman. Hier kwam ik ook een dorpsgenoot tegen die het wel tot bijna admiraal heeft gebracht: Karel Veenendaal is als schout-bij-nacht vlieger met pension gegaan, zijn broer Louis werkt bij de EBM.
Met veel plezier en met een grote dosis levenservaring rijker, kwam ik in 1967 terug op Scherpenzeelse bodem. Het was wel even wennen. Zelf vrij gemaakt van de klein burgerlijke geest welke toch in zo’n dorpje heerste, zeker in die periode, fietste ik wat doelloos rond. Dat is nu over, en ik zou hier niet gauw meer weg gaan, al heb ik soms nog wel eens de kriebels wanneer ik de zee weer zie.
Reeds tijdens mijn diensttijd werd ik gegrepen door de fotografie. Het vastleggen van beeld boeide mij zo dat er tijdens de diensttijd opleidingen werden gevolgd. De laatste twee jaar van mijn diensttijd was ik al volop met fotografie bezig. Daar de rang van admiraal-fotograaf niet bestond verliet ik de Marine zoals gezegd in 1967 om mij direct met industriële fotografie bezig te gaan bezig houden. Dat klink eigenwijs, maar ik zag die markt direct zitten. De industriële groei zat aan de beginfase en dus viel ik met mijn neus in de wel bekende boter, dit met de vestiging van het toenmalige Heuga vlak onder mijn slaapkamerraam op het Zwarte Land. Heuga was echter niet klant no.1. Deze eer komt de EBM toe. En nog steeds wordt voor beide bedrijven gewerkt.
In 1968 vraagt Heuga mij in vaste dienst te treden. Het is in die tijd trendy voor grote bedrijven een eigen PR & fotoafdeling te hebben. Ik geef daar gehoor aan om medio 1970 weer gevraagd te worden om te vertrekken. Dan kiezen wij voor het vrije ondernemersschap. Wij verhuizen naar de Wilgenhof en een ruimte voor een bescheiden studio wordt gevonden boven het pand waar momenteel het Olde Sporthuus is gevestigd. Het bedrijf gaat op 1 juli 1970 van start en een eerste buitenlandse opdracht wordt voor Van Elten Engineering uit Barneveld uitgevoerd. Vervolgens wordt een houtwolcementplatenfabriek in Zuid-Duitsland op de plaat gezet. De groei zit er goed in en 1974 gaan we naar de Stationsweg 385, het voormalige O&O, voor de kenners onder u wel bekend. In 1979 bouwen wij de huidige studio aan de Pluimenweg.
Het aantal klanten neemt toe en er wordt er volop gefotografeerd: van nietmachines tot VW-auto’s. Video is nog niet in beeld. Dat verandert echter in 1983 wanneer Keller Keukens in Roosendaal, waar wij op dat moment voor fotograferen, mij vraagt om een bedrijfsvideo te maken. Zo groeien wij met de tijd mee om nu volop bezig te zijn in het digitale tijdperk.
Op dit moment werkt Eelko Fokkema bij ons als ontwerper van presentaties en Marnix v.’t Riet is in deeltijd bij ons, samen met twee stagiares, Rico en Daniel van het Technische College in Ede. Zoon Cees is part-time systeembeheerder.
Ik denk dat juist door al deze ontwikkelingen in de studio, mijn interesse voor het verleden niet zo sterk aangewakkerd is als bij U. Dat wil niet zeggen dat ik er niet voor open sta, een grote hoeveelheid videomateriaal van Scherpenzeel en omstreken staat op de plank, om wanneer ik wat meer tijd ga krijgen, te worden gecomponeerd tot een stukje geschiedschrijving, maar dan op video.
Willem van Leuveren