Terugblik op de Oranjevereniging.
Volgende week maandag is het Koninginnedag en enkele dagen later Bevrijdingsdag. Nationale feestdagen die in Scherpenzeel jaarlijks uitbundig worden gevierd. Hoogtijdagen voor de Oranjevereniging Scherpenzeel, die elk jaar weer zorgt voor feestelijke activiteiten voor de inwoners van ons dorp. Ook de dodenherdenking op 4 mei wordt door de Oranjevereniging georganiseerd. Veel werk dat door een beperkt aantal enthousiaste mensen wordt gedaan. Reden voor Oud Scherpenzeel om in deze Terugblik aandacht te besteden aan de geschiedenis van de bijna 78-jarige Oranjevereniging Scherpenzeel.
Al in 1893 maakt de krant melding van de viering van Koninginnedag in Scherpenzeel, hoewel er toen nog geen Oranjevereniging bestond. In dat jaar “wapperde van schier alle woningen de driekleur met oranjewimpel. De kinderen der openbare en bewaarscholen werden ruimschoots op chocolade en krentebrood onthaald”. Enkele jaren later, in 1899, bericht een regionale krant dat er in Scherpenzeel een commissie is gevormd, die tracht geld bijeen te brengen om de verjaardag van de Koningin waardig te vieren. Koninginnedag, dat in die tijd op 31 augustus wordt gevierd, laat de Scherpenzelers blijkbaar niet onberoerd.
Het duurt echter nog tot 1929 alvorens enkele Scherpenzelers zich opwinden over het feit dat hier nog steeds geen Oranjevereniging is, waar dat in andere plaatsen al jaren het geval is.
Zo schrijft Keesje in De Holevoet van 30 augustus 1929 de volgende ingezonden brief.
“Mijnheer, ik ben boos, erg boos. Omdat we niks krijgen op Koninginnedag. Heel geen feest op school. Nu maggen we geen optocht houden. En ik heb een nieuwe vlag. En nu kunnen we niet allemaal zingen.
Toe meneer, zet ’t es in de krant. In Woudenberg hebben de schoolkinderen wel feest. We hebben vrij van school, maar ’t is toch Zaterdag. We moeten altijd feest hebben op Koninginnedag, waar mijnheer!
In Scherpenzeel houwen ze alleen maar van schieten en zwemmen, maar ik hou veel van de Koningin. Daarom ben ik boos dat we geen feest krijgen”.
Deze brief leidt tot een reactie van een Scherpenzeler die in de eerstvolgende Holevoet onder het pseudoniem Oranjeklant de bevolking oproept op 11 september ’s avonds naar de Sociëteitszaal te komen om zo de oprichting van een Oranjevereniging te bewerkstelligen. De avond wordt bezocht door tachtig personen uit Scherpenzeel en aangrenzend Woudenberg (een gedeelte van de bebouwde kom van Scherpenzeel behoort dan nog bij Woudenberg). Zij besluiten tot de oprichting van de Oranjevereniging Scherpenzeel. Een bestuur van zes Scherpenzelers en drie Woudenbergers wordt gevormd. Voorzitter is de heer Hefting, terwijl burgemeester Royaards ere-voorzitter wordt. De contributie bedraagt minimaal 1 gulden per jaar. Dat de bevolking enthousiast is, getuigt het aantal leden van de vereniging. In 1932 telt de Oranjevereniging al 383 leden.
Tijdens de oorlog zijn veel gegevens over de vieringen van Koninginnedag in de periode tot 1940 verloren gegaan. Gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn er uiteraard geen oranjefeesten gevierd. Na de oorlog is meester Verkerk, hoofd van de Holevoetschool, samen met de verschillende buurtverenigingen jarenlang de initiator van de vele activiteiten. Er wordt gefeest in “de wei van Donkelaar”, de plaats waar nu Huis in de Wei staat.
In de jaren zeventig wordt het steeds moeilijker bestuursleden en vrijwilligers te vinden, zodat er geluiden opgaan de vereniging maar op te heffen. Gelukkig is het zover nooit gekomen. Nieuwe bestuursleden worden gevonden, waardoor het voortbestaan van de vereniging is gegarandeerd.
Naast de organisatie van activiteiten voor de inwoners van Scherpenzeel, heeft de vereniging in samenwerking met de Oranjeverenigingen van Renswoude en Woudenberg tot 1997 jaarlijks een reünie voor oud-strijders georganiseerd. In dit kader komt in 1995 t.g.v. 50 jaar Bevrijding het boek In de Tweede Wereldoorlog. Het leven in ’t hart van de Gelderse Vallei 1939-1945 uit.
Een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van de Oranjevereniging is ongetwijfeld het bezoek van toen nog Prinses Beatrix en Prins Claus in 1979 geweest. Prinses Beatrix heeft toen het Koetshuis geopend.
Hoewel Keesje en Oranjeklant hoogstwaarschijnlijk niet meer van de partij zullen zijn, kunnen we mede dankzij hen volgende week weer genieten van en deelnemen aan de festiviteiten, die de Oranjevereniging voor ons in petto heeft.