Terugblik op de Prangbaan.

Het karakteristieke pand de Prangbaan aan de Vlieterweg 1 en 3 is een paar weken geleden gesloopt. Het huis, waarvan de geschiedenis honderden jaren teruggaat, moet plaatsmaken voor een viertal nieuwbouwwoningen. Op de oorspronkelijke plaats van het huis is inmiddels een bouwput gegraven en een fundering gestort, waarmee een begin is gemaakt met de realisatie van de nieuw te bouwen woningen. In deze Terugblik vertelt Oud Scherpenzeel over de Prangbaan en haar bewoners.

Boven: links Jopie en rechts Barend van de Wetering  Onder vlnr : Jus, Kiki, Wijntje en Thijs van de Wetering

De Prangbaan dankt haar naam aan het feit dat de woning in het verleden aan dezelfde weg ligt als de prangmolen van de Heer van Scherpenzeel aan de Achterstraat, zoals de Vlieterweg toen heette. De molen heeft op de plaats gestaan waar nu het kerkgebouw van de Achthoek staat en is in de oorlog verwoest. Een prang zorgt ervoor dat een windmolen tot stilstand kan worden gebracht, een soort klem.

Tot de Reformatie in de zestiende eeuw brengen ook de boeren uit Renswoude hun graan via de Achterstraat naar de molen in Scherpenzeel. Na de Hervorming komen ze niet meer naar Scherpenzeel, want de Heer van Scherpenzeel is katholiek en de Heer van Renswoude protestant.

Al op een vogelvluchttekening (soort luchtfoto) die in 1641 door Jan van Diepenem is gemaakt, staat de Prangbaan afgebeeld. Naast Boschzicht en de molen is het aan de Scherpenzeelse kant van de Achterstraat het enige woonhuis. De overkant is dan nog Woudenbergs grondgebied.

Vanaf 1635 zijn de namen van de bewoners van de Prangbaan bekend. In dat jaar woont de familie Knaep er. Daarna wordt de Prangbaan achtereenvolgens bewoond door de families Wolfswinkel, Jansen, Willemsen, Faassen, Cornelissen, Osnabrugge en Druiff. De bewoners zijn wolkammers, landbouwers en winkeliers.

Van 1820 tot 1907 wordt het huis bewoond door de familie Ten Broek. Albertus ten Broek is fabrikeur en wolkammer. In deze periode is er ook een broodbakkerij in de Prangbaan gevestigd. De laatste twee bewoners van de familie Ten Broek, de gezusters Jaantje en Berta, zitten goed bij kas en zijn zo bang voor inbrekers dat ze met een sabel in bed slapen, zo gaat het verhaal in het dorp.

Na 1907 wonen de families Blanken en Schipper(vanaf 1947) in de woning. Over de laatste familie die de Prangbaan heeft bewoond, de familie Van de Wetering, valt iets meer te vertellen. De familie Van de Wetering woont aanvankelijk op de Glashorst. In 1942 overlijdt vader Van de Wetering. Wijntje van de Wetering-Osnabrugge (geb.1906) blijft als weduwe achter met vijf kinderen: Kiki, Jopie, Thijs, Barend en Jus. Jus is de jongste en is een week na het overlijden van zijn vader geboren. Om het hoofd boven water te houden, moet Wijntje aan het werk: ze maakt kleding en geeft naailes. De kinderen moeten, wanneer er naailes wordt gegeven, ’s middags om vijf uur al naar bed, zodat Wijntje haar handen vrij heeft. Dit betekent wel dat de kinderen ’s morgens om zes uur al weer klaarwakker zijn. Het gezin verhuist naar het Oosteinde waar Wijntjes ouders wonen. In 1956 besluit Wijntje de Prangbaan te kopen. Met haar gezin verhuist ze van het Oosteinde naar de Vlieterweg. Het huis is dan al geschikt gemaakt voor dubbele bewoning en moeder Wijntje gaat met drie kinderen in het linkergedeelte van de woning wonen op Vlieterweg 3. Dochter Kiki is dan al het huis uit.

Voor de Prangbaan in 1957: Midden Coby Gaasbeek, dochter van Kiki. Rechts Barend en Kiki.

Jopie Achterberg-van de Wetering gaat in 1958 met haar man Wes in het rechtergedeelte van de Prangbaan wonen op Vlieterweg 1. Enkele jaren later in 1960 laat zoon Barend (Broer) van de Wetering in de tuin van de Prangbaan een nieuw huis bouwen waar hij vijfenveertig jaar blijft wonen. Als Jus van de Wetering in 1965 gaat trouwen, betrekt hij het voorste gedeelte van de woning, terwijl moeder Wijntje het achterste gedeelte blijft bewonen samen met haar zoon Thijs, die kort daarna in 1967 overlijdt.

Wijntje van de Wetering-Osnabrugge overlijdt in 1991. Haar kleindochter Nanda van de Wetering, dochter van Jus, koopt het gedeelte van het huis waar haar oma heeft gewoond, maar zelf heeft ze dit gedeelte van de woning nooit gebruikt.

Bij werkzaamheden in de tuin stuit Jus in 1995 op een oude waterput, die door Johan Lagerweij en Gert van de Peut is leeggehaald en vervolgens opgemeten. De gemetselde put heeft een overloop die door een afvoer op een sloot achter de Prangbaan is aangesloten. De buitenkant van de waterput is bijna 4 meter lang en 3 meter breed. De bovenkant van de put bestaat uit een rond van klinkers gemetseld halfsteens tongewelf. In de put bevindt zich een tussenwand om de druk van de zijwanden, die een steen dik zijn, te weerstaan. Het water in de put is regenwater dat van het dak van de Prangbaan via de dakgoot in de put wordt opgevangen. In de put kan ongeveer 9000 liter water.

Jus van de Wetering overlijdt in 1995. Twee jaar geleden wordt het huis van Barend van de Wetering op Vlieterweg 5 gesloopt. Nu staan daar twee nieuwbouwwoningen. Begin dit jaar verhuizen Jopie en Wes Achterberg en komt Vlieterweg 1 leeg te staan. Jopie overlijdt kort nadat ze verhuisd is. De rechterkant van de Prangbaan wordt tot de zomer bewoond door een familie die tijdelijk woonruimte nodig heeft.

Nanda van de Wetering is de laatste bewoonster van de Prangbaan. Na de dood van haar moeder enkele jaren geleden blijft zij in het linkergedeelte op nummer 3 aan de voorkant wonen. Zij verlaat het huis kort voordat het gesloopt wordt, maar keert er op termijn terug in een van de nieuwe woningen die nu gebouwd worden.

Prangbaan voorjaar 2007

Nanda van de Wetering is aanwezig bij de sloop van haar huis.

Zo zal het er over enige tijd uitzien.

De Prangbaan onder de slopershamer, augustus 2007.