MODIFORM: GROOT WORDEN, KLEIN BLIJVEN

De excursie

Woensdagavond 8 november zijn we met ongeveer 60 leden van onze vereniging op bezoek geweest bij de firma Modiform, producent van thermogevormde verpakkingen. Om half acht werden we door enkele medewerkers van het bedrijf in de personeelsruimte verwelkomd met een kopje koffie.

Deze nieuwe ruimte is door leden van de personeelsvereniging in versneld tempo gereed gemaakt voor onze excursie. We waren de eerste gebruikers ervan! Na een welkomstwoord van Scherpenzeler Teun van den Broek, die de dagelijkse leiding van Modiform Scherpenzeel heeft, zijn we in twee groepen uiteen gegaan.

In de productieafdeling. Eén groep bekeek een presentatie waarin de geschiedenis van het bedrijf en de familie Van Heugten centraal stond. Jan van Brummelen, productiemanager van Modiform, gaf als ervaringsdeskundige daar waar nodig een extra toelichting. De andere groep volgde de rondleiding van Teun door o.a. de productieafdeling, waar op dat moment volop potten en trays (transportplaten voor bloem-potten) gemaakt werden. Na ongeveer drie kwartier wisselden de groepen.

 

Teun van den Broek (pijl) geeft deskundige uitleg.

Aan het eind van de avond bood Modiform ons nog een drankje aan en voordat we om een uur of tien naar huis gingen, ontvingen alle deelnemers een catalogus en een plantje dat we in een speciale Modiform bloempot konden zetten.

  Eén van de machines in bedrijf.

We kunnen terugkijken op een interessante bedrijfsexcursie!

Hieronder kunt u lezen hoe het bedrijf ruim 27 jaar geleden is begonnen; wat daar aan vooraf ging en hoe Modiform zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld.

De voorgeschiedenis

Om een goed beeld te krijgen van het ontstaan van Modiform gaan we honderdtien jaar terug in de tijd. In 1896 wordt in Amersfoort Petrus Johannes van Heugten geboren. Hij is de oprichter van de NV Eerste Hollandse Viltfabriek P.J. van Heugten in 1924. Hier worden aanvankelijk zadeldekjes en fietshandschoenen (moffen) gemaakt. Na de uitvinding van de tapijttegel in het begin van de jaren 50, worden in Amersfoort de eerste Heugafelttapijttegels vervaardigd. Dit bedrijf, dat in de loop der jaren explosief groeit, heeft ook een vestiging in Scherpenzeel, waar vanzelfsprekend veel Scherpenzelers werken of gewerkt hebben.

 P.J. van Heugten trouwt met Hendrika Helena van Heugten-van Westerlaak. Het motto van het echtpaar is:“Groot worden, klein blijven”. Samen krijgen zij 15 kinderen: 10 zoons en 5 dochters. Al hun zoons hebben bij Heuga gewerkt. Tot de overname door het Amerikaanse bedrijf Interface in 1984 zijn de broers Jan, Gerard, Steef en Dick van Heugten aan het Heuga concern verbonden.

Jan (P.J. van Heugten Sr), de oudste zoon van Petrus Johannes en Hendrika Helena en de latere oprichter van Modiform wordt in 1927 geboren. Op jonge leeftijd gaat hij naar Australië om daar zijn geluk te beproeven. Al snel keert hij weer terug naar Nederland, omdat zijn vader hem in het bedrijf nodig heeft. Een verstandige stap zo blijkt, want Heuga groeit door tot een groot tegeltapijt producerend bedrijf en Jan wordt president-directeur. Ook is hij nadien enkele jaren president-commissaris geweest.

Naast zijn werk bij Heuga heeft Jan Sr in die tijd een bedrijfje dat kunststofafval verwerkt in een bedrijfshal in Leusden. Dit bedrijf heet P.J. Recycling. Jan, die eigenaar van de hal is, verhuurt een groot gedeelte ervan aan Heuga. Hier vermaalt hij de kunststof reststoffen van o.a. margarinekuipjes van Bona en Becel tot korrels die vervolgens weer gebruikt worden als grondstof voor allerlei kunststof producten.

Tegelijkertijd is hij mede-eigenaar van een Belgisch bedrijfje dat ook grondstoffen voor verpakkingsmaterialen produceert.

Jans jongere broer Fons van Heugten heeft in die periode een bedrijf in thermogevormde verpakkingen in Renswoude. Eind jaren 70 gaan beide broers samenwerken. Het bedrijf in Renswoude wordt verplaatst naar Barneveld (Harselaar). Op dat moment (10 september 1979) wordt P.J.Recycling omgedoopt in Modiform. Jan vindt de naam P.J.Recycling niet echt tot de verbeelding spreken en bedenkt de naam Modiform, een willekeurig gekozen naam die verder geen betekenis heeft, maar prettig in de oren klinkt.

Naast broer Fons gaat ook werknemer Jan van Brummelen (over wie later meer) mee naar Barneveld. Na een paar jaar wordt het huurcontract met Heuga beëindigd en komt de hele bedrijfshal beschikbaar. Een verhuizing van Barneveld naar Leusden is het gevolg en de samenvoeging van de twee vestigingen een feit. In deze periode worden de aandelen die de familie Van Heugten in tapijtfabriek Heuga heeft, verkocht. Jan steekt vanaf die tijd zijn energie geheel en al in het snel groeiende bedrijf.

Aan de samenwerking tussen Jan en Fons komt na niet al te lange tijd een eind: verschil van inzicht belemmert een goede voortgang van het bedrijf. Jan is veel zakelijker ingesteld dan zijn jongere broer Fons. Hoewel Jan nog lange tijd financiële belangen heeft in het Belgische bedrijf, wordt zijn bemoeienis daarmee steeds minder.

In 2004 overlijdt de heer P.J. van Heugten Sr op 77 jarige leeftijd. Hij heeft 2 zoons en 3 dochters. De beide zoons Jan (1954) en Dick (1963) vormen samen de huidige directie van het bedrijf. Zoon Jan van Heugten, is al vanaf het moment dat het bedrijf onder de naam Modiform bekend staat, werkzaam in het bedrijf van zijn vader. Dick, de tweede zoon van P.J. van Heugten Sr, komt op 21 jarige leeftijd onverwachts het bedrijf versterken. Aanvankelijk is het de bedoeling dat Dick na zijn opleiding eerst in een ander bedrijf ervaring opdoet en vervolgens in het familiebedrijf komt. Bij het motorcrossen breekt hij echter zijn been en zo goed en zo kwaad als dat gaat, revalideert hij in de zaak van zijn vader om daar tot op de dag van vandaag te blijven.

De familie Van Heugten heeft een rijke nationale en internationale motorcross historie.Ton van Heugten, een jongere broer van Jan Sr, wordt in 1981 zelfs wereldkampioen zijspancross. Verschillende Van Heugtens zijn nationaal kampioen motorcross geweest. Ook nu nog zijn er meerdere jonge Van Heugtens actief als motorcrosser.

Van blisters naar trays en potten

 Bij Modiform vervaardigt men in de begintijd vooral verpakkings-materialen voor de banketindustrie (blisters). Koekfabriek De Molen van de familie Snippenberg is in die tijd een goede en gewaardeerde klant. Dit geldt ook voor de Nobo uit Ede.

In de beginperiode werken er 8 mensen bij Modiform. Dit aantal groeit in de jaren 80 naar ongeveer 20 werknemers.

Door de noodgedwongen over-schakeling van pvc naar polystyreen groeit het bedrijf gestaag verder. Albert Heyn laat eind jaren 80 weten te willen afstappen van de milieu-onvriendelijke pvc-verpakkingen. Veel bedrijven stappen in rap tempo over op het gebruik van milieuvriendelijke verpakkingen. Achteraf blijkt de actie van Albert Heyn slechts een publiciteitsstunt te zijn geweest: terwijl in heel Nederland de pvc verpakkingen al zijn verdwenen, blijkt alleen Albert Heyn er nog gebruik te maken! Modiform besluit al snel het roer om te gooien en stopt met het gebruik van pvc. Het veel milieuvriendelijker polystyreen is een uitstekende vervanger.

De bakens worden verzet en Modiform gaat zich vooral richten op het produceren van verpakkingsmateriaal voor de tuinbouw. Hiermee komt een eind aan de levering van verpakkingen aan o.a. De Molen. De nieuwe markt legt Modiform geen windeieren: het bedrijf groeit door naar ruim 65 vaste krachten en ongeveer 35 uitzendkrachten, die vooral werkzaam zijn op de productieafdelingen in Leusden en Scherpenzeel. Voor de kwekers in de tuinbouw worden aanvankelijk voornamelijk trays gemaakt waarin bloempotten gezet kunnen worden. Hiernaast worden kweekplaten t.b.v. zaaigoed en stekjes geproduceerd. Sinds 2005 maakt Modiform de potten ook zelf: zoals een stoffer hoort bij een blik, zo hoort een bloempot bij een tray, zo introduceert Modiform in een reclamecampagne de komst van polypropyleen potten. Buiten de tuinbouw maakt Modiform nu nog verpakkingen voor Codi International uit Veenendaal (producent van o.a. luierdoekjes).

 De groei van het bedrijf is niet alleen af te lezen aan het aantal werknemers, maar vooral ook te zien aan de uitbreiding van de bedrijfsruimte. Jan van Heugten Sr begint in een gedeelte van een bedrijfshal aan de Ambachtsweg in Leusden, intussen zijn er in Leusden bedrijfsruimtes van maar liefst 8 voormalige buren bij gekomen. In 2001 komt in Scherpenzeel het pand van Bakker Logistiek (het voormalige Spido) aan ’t Zwarte Land te koop; een prachtige kans het ruimtegebrek op te lossen. Van de gehele productie wordt bijna 50 % geëxporteerd, m.n. naar België, Duitsland en Engeland. Modiform heeft veel producten op voorraad, zodat zij snel kan leveren zodra er vraag is. De trays en potten nemen echter veel ruimte in, zodat er een grote opslagcapaciteit nodig is. Modiform heeft in de regio verschillende opslagruimtes in gebruik om de voorraad tijdelijk weg te zetten. Bijvoorbeeld bij transportbedrijf Van Bentum in Woudenberg en bij Van Heugten Transport in Scherpenzeel. Het bedrijf van oom Steef van Heugten zorgt er met zeven vrachtwagens met de naam Modiform voor dat de trays en potten bij de klanten terecht komen. In het voorjaar rijden er regelmatig 15 vrachtwagens van het transportbedrijf voor Modiform.

Het personeel

Broer Dick heeft de dagelijkse leiding over het bedrijf in Leusden en is de commerciële en financiële man binnen het bedrijf. Modiform produceert zijn trays en bloempotten onafgebroken van maandagmorgen 6 uur tot zaterdagmorgen 6 uur. Verschillende medewerkers zijn al vele jaren in dienst bij het familiebedrijf. De huidige directeuren hebben in de loop der jaren alle in het bedrijf voorkomende werkzaamheden zelf ook voor kortere of langere tijd uitgevoerd. Nu is Jan van Heugten de directeur die zich bezighoudt met de ontwikkeling van nieuwe producten en alle daarbij komende werk-zaamheden, de creatieve man.

In Scherpenzeel is de dagelijkse leiding in handen van Teun van den Broek. De groei van het bedrijf heeft niet geleid tot een onpersoonlijke werksfeer. De kracht van het bedrijf schuilt in het geven van verantwoordelijkheid aan de medewerkers, zodat zij zich in hoge mate betrokken voelen bij het bedrijf. Een hiërarchische structuur, gekenmerkt door verschillende lagen in de organisatie is er nauwelijks. Door de “platte organisatie” verlopen onderlinge contacten soepel: de directie en de andere leden van het management zijn veelvuldig op de werkvloer te zien en door iedereen aanspreekbaar.

De personeelsvereniging van het bedrijf organiseert 3x per jaar een activiteit. Hiernaast verzorgt het bedrijf zelf de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie voor het personeel. Directeur Jan van Heugten blikt dan terug op het afgelopen jaar en kijkt vooruit naar het komende jaar. Als afsluiting van de receptie wordt een gourmetavond voor de medewerkers en hun partners gehouden.

In 2005 viert Modiform het 25 jarige bestaan. In Amsterdam wordt in een hotel overnacht. Overdag nemen alle personeelsleden als opvarenden van een grote driemaster deel aan de manifestatie Sail Amsterdam. Voor de klanten van Modiform is er op de tuinbouwbeurs in de RAI te Amsterdam (waar het bedrijf met een grote stand jaarlijks aanwezig is) voor 150 vaste klanten (groot en klein) een jubileumverloting. Tien grote reizen met een totaalwaarde van €25000,- worden door Karin Bloemen verloot.

Om de producten aan de man te brengen is Modiform naast de tuinbouwbeurs Horti Fair in Amsterdam ook vertegenwoordigd op beurzen in andere Europese landen en Amerika. In Engeland bevindt zich een eigen verkoopkantoor.

Een modern computersysteem zorgt ervoor dat de productie en het transport van trays en potten op de voet gevolgd kan worden.

Recycling

Zo milieuvriendelijk mogelijk produceren heeft bij Modiform een hoge prioriteit. Het getuigde van visie, dat Modiform al in januari 1990 begon met het terugnemen van de door haar vervaardigde producten. Zo levert zij al geruime tijd een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van de hoeveelheid verpakkingsafval. Modiform tracht een zo groot mogelijk percentage van haar producten weer te recyclen. De producten worden bij de veilingen, groothandelsmarkten en kwekers verzameld en door Modiform mee teruggenomen. Deze met grondresten vervuilde producten worden door Modiform op een verantwoorde wijze voor hergebruik geschikt gemaakt. Na in haar eigen wasserij zeer grondig te zijn gereinigd, worden de diverse soorten van tuinbouwverpakkingen gedroogd, versnipperd en omgesmolten tot kleine korrels. Dit materiaal wordt dan weer hergebruikt bij de vervaardiging van nieuwe producten.

Jan van Brummelen

 Al sinds de oprichting van Modiform is de nu 51 jarige Jan van Brummelen werkzaam voor het bedrijf. Voor die tijd was hij al een aantal jaren in dienst van Fons van Heugten, zodat hij in totaal al 33 jaar voor de Van Heugtens werkt. Na de middelbare school heeft Jan, die als boerenzoon in een groot gezin in Renswoude is opgegroeid, eerst enkele jaren bij de toenmalige Profimarkt in Renswoude gewerkt. Al snel stapt hij over naar het bedrijf van Fons van Heugten, dat thermogevormde producten maakt en ook in Renswoude gevestigd is.

Jan en Fons van Heugten worden aan het eind van de jaren 70 compagnons. De twee broers en Jan van Brummelen zetten het bedrijf voort in Barneveld. De eerste klus die Jan van Brummelen moet klaren is de verhuizing naar Barneveld. Al snel groeit het vertrouwen dat Jan van Heugten in zijn loyale werknemer heeft. Jan van Brummelen houdt zich in Barneveld vooral bezig met de inkoop, de verkoop en de reparatie van machines.

Jan van Brummelen spreekt over Jan van Heugten Sr als zijn super-leermeester, van wie hij enorm veel geleerd heeft en die hem in de loop der jaren steeds meer verantwoordelijkheid heeft gegeven. Hij heeft een groot respect voor de man die tot 2 dagen voor zijn overlijden 6 dagen per week in het bedrijf werkzaam was. Ook nadat hij de leiding van het bedrijf heeft overgedragen aan zijn zoons. De laatste jaren is Jan van Heugten Sr vooral werkzaam op de afdeling recycling. Daar ligt zijn hart en daar is hij jaren terug mee begonnen. Zijn werk is zijn hobby. Vakantie neemt hij om zijn vrouw en gezin te plezieren. Eens vertrouwt hij Jan van Brummelen toe dat hij er een lieve duit voor over heeft als hij niet op vakantie hoeft…

Aan het eind van elke werkdag nemen Jan van Heugten en Jan van Brummelen onder het genot van een biertje de dag nog even door. Tussen de beide “Jannen” bestaat een bijzondere band. Bij zijn personeel is Jan van Heugten geliefd: hij is eerlijk en rechtvaardig en zet zich voor meer dan 100% in voor zijn bedrijf. Als Modiform nog maar kort bestaat, vertelt Jan van Heugten dat hij niet meer dan 10 mensen in dienst wil hebben. Vanuit zijn Heuga periode kent hij de specifieke problemen van grote bedrijven. In die opzet is hij echter niet geslaagd, gezien het aantal werknemers dat nu in dienst is bij Modiform.

In Leusden heeft Jan van Brummelen in de loop der jaren diverse productielijnen opgezet. Daar worden vooral kweekplaten en draagtasjes geproduceerd. In Scherpenzeel zijn dat trays en potten.

Modiform vestigt zich in 2002 in Scherpenzeel en Jan van Brummelen zet ook hier de productielijnen op. Nu pendelt Jan als productiemanager heen en weer tussen Leusden en Scherpenzeel. Elke dag staat hij om 5 uur op en rijdt van zijn woonplaats De Glind naar Scherpenzeel, waar hij om ongeveer half zes aankomt. Op tijd om de nachtploeg nog aan het werk te zien en te horen hoe de nacht verlopen is. Hierna vertrekt hij naar Leusden om ook daar de mensen uit de nachtploeg nog te ontmoeten. Aan het eind van de middag zit de werkdag er op. Tenminste als er geen storingen zijn, want dan kan het gebeuren dat Jan midden in de nacht naar de zaak toe rijdt om te helpen de problemen op te lossen. Op zaterdagmorgen om 6 uur sluit Jan de beide vestigingen in Leusden en Scherpenzeel. Daarna begint het weekend. Tot een jaar of vier geleden werkte Jan ook altijd op zaterdagmorgen. Nu werkt Jan nog ongeveer 55 uur per week. Dat doet hij met heel veel plezier. Er is veel waardering voor zijn inzet, zoals hij ook de productiemedewerkers waardeert en tijd voor hen vrijmaakt om naar hen te luisteren en met hen te praten over allerlei zaken die lang niet altijd met het werk te maken hebben.

Wat hem het meest is bijgebleven in de lange periode die hij bij Modiform werkt, is het plotseling overlijden van een collega op jonge leeftijd en uiteraard het overlijden van Jan van Heugten Sr. Ook staat de brand in een machine die op dezelfde dag als de vuurwerkramp in Enschede woedde (13 mei 2000), nog vers in zijn geheugen gegrift. Gelukkig waren er ten gevolge van de machinebrand geen gewonden.

Ten slotte

We hebben kennis mogen maken met een modern dynamisch familiebedrijf dat ons gastvrij heeft ontvangen en ons een kijkje in de keuken heeft gegund. Het parool van de grootouders van beide directeuren “Groot worden, klein blijven” is ook hun lijfspreuk geworden, zo lijkt het. Een houding die ook veel Scherpenzelers aanspreekt en een reden om Modiform een warm hart toe te dragen.

Wim van den Berg

”Noe eerst effe Proate !”

 I n de  rubriek ”Noe eerst effe Proate !” interviewt Piet Valkenburg jonge en oude, bekende en onbekende, kortom allerlei Scherpenzelers, die iets leuks of interessants over Scherpenzeel te vertellen hebben.  In deze 4e aflevering van ”Noe eerst effe Proate !” is het de beurt aan mevrouw De Wijs.
Dirkje De Wijs-Vermeulen  woont de laatste tien jaar aan het Plein 1940, met uitzicht op de Kerk, dus midden in het dorp. Afkomstig uit echte Scherpenzeelse families, weet ze vast wel bijzonderheden over Scherpenzeel te vertellen!
Mevrouw De Wijs aan het woord: “Ik ben hier in Scherpenzeel geboren als Dirkje Vermeulen op 10 april 1917. Mijn vader was Pieter Vermeulen, de klompenmaker. Hij is geboren op 8 april 1869 in Scherpenzeel en ook zijn vader, Jacob Vermeulen, was klompenmaker. Mijn moeder was een Osnabrugge, zij heette ook Dirkje, ik ben naar haar vernoemd. Moeder is in Scherpenzeel geboren op 17 februari 1872 en zij was een dochter van Barend Osnabrugge en Maria van Essen. Barend Osnabrugge was dus mijn grootvader en hij stond bekend als de Koepelboer, want hij woonde in de Koepel op het landgoed Scherpenzeel. Er is wel eens een artikel over Barend de Koepelboer verschenen in het blad van Oud-Scherpenzeel.

Plein 1940 in een winters kleed gehuld.

De Koepel

Ook is er nog niet zo lang geleden een fraaie foto ontdekt bij Oud-Scherpenzeel, waar Barend Osnabrugge en Maria van Essen opstaan. Deze foto is vermoedelijk gemaakt in Wageningen.

Een zus van mijn moeder was Betje Osnabrugge en zij trouwde met Gerrit van Laar. Deze Gerrit woonde in Wageningen en had een bodedienst van Wageningen op Arnhem. Mogelijk is deze foto dus bij de woning van Gerrit van Laar gemaakt. Bovenaan bij de deur hangt een bordje, alleen kun je niet lezen wat er op staat ! Het is een heel oude foto, want opa Barend staat erop en hij is geboren in 1829 ! De foto moet zeker van vóór 1900 zijn. De man die op het hekje zit is Gerrit van Laar en daarnaast staat zijn vrouw, Betje Osnabrugge. Dat is dus mijn tante ! De drie mannen die ernaast staan zijn bodes in Wageningen en van de jongen die daarvoor staat weet ik niet wie dat is. Het zou echter een broertje van Betje kunnen zijn. Op de trap staan dan Maria van Essen en Barend de Koepelboer.

Over Betje is nog een aardig verhaal bekend in de familie.

Betje diende bij de familie Jan Renes die aan de Holevoet woonden. Zondags ging de boer met zijn familie naar de Hervormde Kerk en dienstmeid Betje kookte dan het eten.

De meid mocht ’s middags naar de kerk om twee uur en als ze terug kwam mocht zij het kliekje eten wat over was opwarmen en opeten. Als de familie zondags konijn aten, dan was er voor Betje de kop over. Na enkele keren niet de hond in de pot maar de kop in de pan gevonden te hebben, heeft Betje er vriendelijk voor bedankt. Boerin Renes zei nog ”Daar snap ik niks van, ’t is toch een lekker vleesje”, maar het antwoord van Betje was ”Dan eet je die zelf maar op !”.

Mijn vader was dus Pieter Vermeulen, de klompenmaker. Hij had zijn nering eerst aan het Oosteinde en later op de Lange Kamp, aan de Utrechtseweg. Ik ben in de woning aan het Oosteinde geboren, zeg maar tegenover Mandersloot. In die tijd kende mijn vader wel iedereen in het dorp. Het was natuurlijk nog een klein dorp, ik denk dat er misschien maar 800 inwoners waren!

Mijn man was Jacobus Johannes De Wijs, geboren op 6 juli 1911 te Leerdam. Hij was een zoon van Jacobus Johannes de Wijs en Sophia Elisabeth Simons. Mijn man kwam uit Amsterdam en ik heb hem leren kennen tijdens de mobilisatie in 1939. Mijn man was luitenant-infanterist bij de Verbindingstroepen en zijn  groep was ondergebracht in de werkplaats van mijn broer Barend Vermeulen aan het Oosteinde. Mijn broer Barend was timmerman en aannemer.

Natuurlijk kwam toen eerst de oorlog. Ik weet nog goed dat de vliegtuigen aan kwamen vliegen, heel laag kwamen ze over. Ik stond ernaar te kijken op het platje bij ons achter, in pyama en mijn broer zei nog ”Ga je maar aankleden, want het is oorlog hoor!”. We zijn toen geëvacueerd, naar Alkmaar. We gingen met de trein, maar pas heel laat in de avond. We hebben dus ’s nachts gereisd en die reis duurde uren. Af en toe reed de trein heel langzaam, omdat er dan luchtalarm was en in de verte zag je de lichtflitsen en hoorde je het gebulder van het afweergeschut. Het was een vreselijke tocht. We kwamen pas ’s morgens vroeg in Alkmaar aan. Pas na een aantal dagen kwamen we terug in Scherpenzeel en daar was veel vernield.

Er kwamen wel gelukkige tijden aan. Mijn man en ik trouwden op 19 juni 1941 in Huize Scherpenzeel. Er is nog een heel fraaie foto van, genomen vanaf de trappen van het Huis.

 

Na ons trouwen verhuisden we naar Roosendaal aan de Belgische grens. Dat kwam zo: mijn man was als reservist opgeroepen in het leger, maar in zijn gewone doen was hij procuratiehouder te Amsterdam voor de handel op Indië. Door de oorlog was er echter een einde gekomen aan de handel en in de eerste oorlogsjaren kwam hij als controleur aan het werk bij het Centrale Crisis Comité, het C.C.C.

We woonden dus van 1941 tot en met 1944 in Roosendaal.  In september 1944 waren we net op vakantie hier in Scherpenzeel toen Operatie Market Garden, de slag bij Arnhem plaatsvond en het zuiden van Nederland voor ons onbereikbaar werd. Hierdoor konden we dus niet meer terug naar onze woning in Roosendaal ! We zijn toen zo lang bij mijn vader en moeder in gaan wonen. Ik was op dat moment in verwachting van mijn oudste, Jaap, die geboren zou worden op 30 maart 1945. Natuurlijk kregen we toen eerst nog de winter van ’44 – ’45, maar gelukkig kwam toen snel de bevrijding. Dat was feest! Ik heb echter ook wel gezien dat een meisje die tegenover ons woonde, werd kaalgeschoren. Ze had omgang gehad met een Duitser en daar een kind van. Dat vond ik geen fijn gezicht, te zien hoe dat meisje werd kaalgeschoren. Ik heb dat toen ook gezegd tegen die mannen die dat deden: ik kon dat niet rijmen met het feest en de blijdschap van de bevrijding.

Bevrijders op het Holevoetplein. Na de oorlog werd mijn man trouwens weer opgeroepen in actieve dienst en toen kwam hij in de staf van Prins Bernard in Den Haag. Dat hield in dat we ook in Den Haag gingen wonen. Op een gegeven moment kwam echter zijn oude bedrijf er weer bovenop en toen werd Jacobus weer procuratiehouder en verhuisden we naar Amsterdam. Die baan vlotte echter niet zo erg. Mijn schoonvader, ook een Jacobus de Wijs, was een hoge militair en na zijn overlijden werd hij met militaire eer begraven. Tijdens deze begrafenis ontmoette mijn man verschillende oud collega’s uit het leger en het eind van het liedje was dat hij weer in militaire dienst ging, nu als beroeps bij de Luchtmacht. We verhuisden toen in 1956 naar Nijmegen, maar ik kon daar niet
aarden, ik had heimwee naar Scherpenzeel. In 1960 kochten we toen een huis hier aan de Stationsweg 302 (nu 407).

We woonden toen naast Adrie en Thijs van de Wetering. Mijn man werkte eerst in Schaarsbergen en later in Delen als Groot-Majoor bij de Koninklijke Luchtmacht.

Jacobus Johannes de Wijs, geboren 11 juli 1911 - overleden 12 mei 1974. We kregen drie kinderen : Jaap, die ik al genoemd heb. Hij is arts geworden en getrouwd met Pia Molenaar. Ze hebben 1 dochter: Mariska. Mijn tweede kind is een dochter: Loes. Zij is geboren op 24 mei 1946 en getrouwd met Wim Peeters. Zij kregen maar liefst vier kinderen. Louise is doctorandus in de letterkunde. Mijn laatste kind Dolf is geboren op 10 oktober 1953 en getrouwd met Mirjam Koning. Dolf is manager en zij hebben twee kinderen, Jacco en Jonathan.

Op 12 mei 1974 overleed mijn man en kwam ik alleen te wonen in dat grote huis aan de Stationsweg. In 1996 kocht ik dit huis aan het Plein 1940, dichtbij de winkels.

Ik heb Scherpenzeel in al die jaren erg zien veranderen. Vroeger vond ik het leuker, Scherpenzeel was toen dorpser en ook gezelliger. Het dorp is heel erg uitgebreid. Dat is wel goed en we wonen nog steeds in een mooie omgeving, maar het dorp van toen, dat mis ik best wel een beetje. Kent u dat liedje van Wim Sonneveld: ”het Dorp”? Precies zoals in dat liedje, zo was Scherpenzeel vroeger “

Uit de nalatenschap van Marry van Doorn ontvingen wij een tweetal foto’s die u hieronder afgedrukt ziet. Het betreft een ons onbekend echtpaar en de foto’s zijn schitterend. De foto’s zullen zo rond 1900 genomen zijn. 

 

 OPROEP

  Het echtpaar ziet er gegoed uit. De vrouw is gekleed in klederdracht en heeft een Utrechts kapje op. De kleding is donker, het is mogelijk dat zij rouwkleding draagt. Ook de man draagt nette kleding. De personen zijn door ons vergeleken met foto’s van de notabelen van Scherpenzeel rond 1900 – 1925, maar wij hebben deze personen nog niet kunnen herkennen. Onze vraag is: wie herkent dit echtpaar wel ?

Reacties kunt u kwijt bij één van de bestuursleden van Oud-Scherpenzeel.

Piet Valkenburg.

 

Lid worden?

Oud Scherpenzeel heeft al 981 !!! leden! Lid worden van "Oud Scherpenzeel"? Kosten lidmaatschap per jaar: € 17,50 Ja, ik wil lid worden!